TOELICHTING
1. Inleiding
De Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT)
normeert de bezoldiging van topfunctionarissen met een dienstbetrekking en van topfunctionarissen
die anders dan op grond van een dienstbetrekking werkzaamheden verrichten. In dit
besluit worden, op grond van artikel 1.9, eerste lid, onderdeel a, van de WNT, de
componenten benoemd die in elk geval wel en niet tot de bezoldiging van de topfunctionaris
zonder diensbetrekking worden gerekend. Welk bezoldigingsmaximum van toepassing is,
is voor topfunctionarissen zonder dienstbetrekking (niet zijnde een lid van het hoogste
toezichthoudende orgaan) geregeld in artikel 2.1, vierde lid en artikel 3.1, vijfde
lid, van de WNT en het Uitvoeringsbesluit WNT1. Voor de leden van de hoogste toezichthoudende organen die anders dan op grond van
een dienstbetrekking werkzaam zijn, geldt de normering van artikel 2.2, eerste lid,
of artikel 3.2, eerste lid, van de WNT.
2. De bezoldiging van de topfunctionaris zonder dienstbetrekking
De som van de vergoedingen voor het vervullen van de functie
Voor topfunctionarissen (al dan niet lid van een hoogste toezichthoudend orgaan) zonder
dienstbetrekking dient bij de beoordeling of aan het toepasselijke bezoldigingsmaximum
wordt voldaan, te worden gekeken naar de som van de vergoedingen voor het vervullen
van de functie, met uitzondering van de vergoedingen die bij een functievervulling
op grond van een dienstbetrekking onbelast zouden zijn en met uitzondering van de
omzetbelasting (artikel 1.1, onderdeel e, van de WNT). Alle kosten die een instelling
verschuldigd is voor het vervullen van de functie tellen dan ook mee. Een dergelijke
uitleg heeft de wetgever noodzakelijk geacht voor een effectieve normering van de
bezoldiging van topfunctionarissen zonder dienstbetrekking. Door slechts een gedeelte
van de som van vergoedingen te normeren, kan niet worden voorkomen dat via het ongenormeerde
deel van die som, het bezoldigingsmaximum feitelijk wordt overschreden.
Bij de berekening van de bezoldiging wordt geen onderscheid gemaakt tussen de verschillende
vormen van functievervulling zonder dienstbetrekking. Het kan zijn dat een topfunctionaris
rechtstreeks of via zijn management BV wordt ingehuurd. Ook kan het zijn dat de topfunctionaris
via een interimbureau wordt betrokken. Alle vergoedingen die bij de WNT-instelling
voor de functievervulling in rekening worden gebracht worden tot de bezoldiging gerekend.
Niet van belang is dus of het bedrag naar de betrokken functionaris (of zijn management
BV) gaat, of (ook) naar een organisatie die de betrokkene ter beschikking stelt. Voor
de gevallen waarin een vergoeding verschuldigd is aan een interimbureau dat de topfunctionaris
ter beschikking stelt, betekent dit concreet dat behalve de vergoeding die aan de
topfunctionaris toekomt, ook vergoedingen die ten goede komen aan het interimbureau
tot de bezoldiging worden gerekend.
In de praktijk worden de componenten die deel uitmaken van bovengenoemde som van vergoedingen
op verschillende wijzen geduid en gefactureerd. Veelal wordt ook in het geheel geen
onderscheid gemaakt tussen verschillende componenten, maar wordt een all-in bedrag
in rekening gebracht voor de functievervulling door de topfunctionaris zonder dienstbetrekking.
Voor de berekening van de bezoldiging is die duiding van eventueel verschillende componenten
en de wijze van facturering niet van belang. Een opsomming van alle mogelijke componenten
en duidingen van die componenten zou bovendien geen recht doen aan de variëteit in
de uitvoeringspraktijk. Om die redenen voorziet de regeling dan ook niet in een dergelijke
opsomming, maar bevat het nieuwe artikel 2a een opsomming van overkoepelende componenten.
Artikel 2a, eerste lid
De kostensoorten die in artikel 2a zijn opgesomd, betreffen onder meer vergoedingen
die worden betaald voor de geleverde arbeid door de topfunctionaris (onderdeel a).
Het kan daarbij ook gaan om componenten die overeenkomen of vergelijkbaar zijn met
de bezoldigingscomponenten voor topfunctionarissen met een dienstbetrekking, zoals
neergelegd in artikel 2, eerste lid, Uitvoeringsregeling WNT (onderdeel d). Bijvoorbeeld
een vergoeding die gelijk is te stellen met een bonus, een winstdeling of een andere
incidentele (variabele) beloning. Ook een compensatie of bijdrage voor deze componenten
wordt tot de bezoldiging gerekend. Zo kan het voorkomen dat de opdrachtgever (de WNT-instelling)
een compensatie levert voor de premie voor vrijwillige sociale verzekeringen of andere
vrijwillige verzekeringen die door de topfunctionaris zelf wordt betaald. Opgemerkt
wordt overigens dat ook een compensatie of bijdrage voor verplichte sociale verzekeringspremies
tot de bezoldiging wordt gerekend. Voor topfunctionarissen met dienstbetrekking wordt
de verplichte sociale verzekeringspremie door de werkgever betaald (en deze wordt
niet tot de bezoldiging gerekend2). Topfunctionarissen zonder dienstbetrekking betalen deze sociale verzekeringspremies
zelf. Indien een compensatie of bijdrage voor deze premies deel uitmaakt van de kosten
die bij de WNT-instelling in rekening worden gebracht, worden deze meegeteld voor
de bezoldiging.
Daarnaast bevat de opsomming kosten voor vergoedingen die toekomen aan het interimbureau.
Kosten voor bemiddeling (onderdeel b) zijn de kosten voor het werven en selecteren
van de topfunctionaris, waaronder ook de introductie van de topfunctionaris voordat
de opdracht is verleend. Daarbij wordt geen onderscheid gemaakt tussen de eenmalige
en periodieke bemiddelingsfee. Deze uitleg volgt uit de definitie van bezoldiging
van topfunctionarissen zonder dienstbetrekking op grond van artikel 1.1, onderdeel
e, van de WNT. Met de Aanpassingswet WNT, waarbij die definitie in de WNT is opgenomen,
heeft de wetgever beoogd te verduidelijken dat in beginsel alle kosten die door de
WNT-instelling voor het vervullen van de functie worden vergoed, tot de bezoldiging
worden gerekend. Dus ook de kosten voor bemiddeling, ongeacht de wijze waarop deze
in rekening worden gebracht (eenmalig/periodiek). Aangezien dit reeds vanaf de inwerkingtreding
van de WNT de uitleg is die aan het begrip bezoldiging wordt gegeven, heeft de wetgever
op dit punt aan de Aanpassingswet WNT terugwerkende kracht verleend tot en met 1 januari
2013. Volledigheidshalve wordt nog op het volgende gewezen. Tot 1 januari 2016 wordt
gedoogd dat de eenmalige bemiddelingsfee niet tot de bezoldiging wordt gerekend. Hiertoe
was besloten, nadat was geconstateerd dat met een eerder geformuleerd antwoord op
een veelgestelde vraag (op de website www.topinkomens.nl) de verwachting kan zijn gewekt dat de eenmalige bemiddelingsfee geen bezoldigingscomponent
is. Deze gedoogsituatie vervalt echter met ingang van 1 januari 2016, de datum van
inwerkingtreding van deze regeling. Met onderhavige regeling wordt nogmaals bevestigd
dat de bemiddelingskosten, ook de eenmalige bemiddelingskosten (sinds de inwerkingtreding
van de WNT) tot de bezoldiging worden gerekend. Bemiddelingskosten verschuldigd aan
een bureau dat uitsluitend de bemiddeling verzorgt – en dus niet ook de topfunctionaris
ter beschikking stelt – vallen overigens in zijn geheel buiten de WNT. Een dergelijk
bureau is geen partij als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel c, van de WNT, zodat betalingen
aan dat bureau niet onder de reikwijdte van de WNT vallen.
Bureaukosten (onderdeel c) omvatten onder meer de kosten voor ondersteunend personeel,
ondersteunende systemen en de bedrijfsvoering van de ter beschikking stellende partij.
Een eventuele winstopslag wordt ook daartoe gerekend. Bij bureaukosten kan ook worden
gedacht aan kosten voor diensten ter ondersteuning van het ter beschikking stellen
van de topfunctionaris. Het kan gaan om diensten zoals counseling, advies, intervisie
en kennis- en ervaringsoverdracht.
Benadrukt wordt dat de opsomming in het eerste lid van artikel 2a niet limitatief
is. Ook andere hier niet besproken kostensoorten en vergoedingen tellen dus mee bij
het bepalen of aan het bezoldigingsmaximum is voldaan. Zoals gezegd, volgt uit de
definitie van bezoldiging, zoals neergelegd in de WNT, immers dat alle vergoedingen die een instelling betaalt voor de vervulling van de functie door topfunctionaris
zonder dienstbetrekking tot de bezoldiging worden gerekend. Het kan gaan om vergoedingen
die afhankelijk van de wijze van facturering mogelijk onder verschillende of geen
van de genoemde componenten kunnen worden geschaard. Daarbij kan worden gedacht aan
de afkoopsom van het contract bij indiensttreding van de topfunctionaris of bij voortijdige
beëindiging van het contract bij bijvoorbeeld een mismatch.
Artikel 2a, tweede lid
In het tweede lid van artikel 2a worden de componenten opgesomd die in ieder geval
niet tot de bezoldiging van een topfunctionaris zonder dienstbetrekking worden gerekend.
Het betreft in ieder geval de vergoedingen die bij een functievervulling op grond
van een dienstbetrekking onbelast zouden zijn (bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel
e). Tevens is de omzetbelasting uitgezonderd. Dit volgt uit artikel 1.1, onderdeel
e, van de wet.
3. Administratieve lasten
Zoals hiervoor is toegelicht, is in artikel 1.1, onderdeel e, van de WNT geregeld
wat tot de bezoldiging van een topfunctionaris zonder dienstbetrekking moet worden
gerekend. Deze regeling betreft uitsluitend een verduidelijking van die bepaling en
bevat geen inhoudelijke wijzigingen. Onderhavige regeling heeft dan ook geen gevolgen
voor de administratieve lasten. Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat in het kader
van de openbaarmaking van bezoldigingsgegevens (artikel 4.1, tweede lid, van de WNT)
niet is vereist dat de bezoldiging wordt uitgesplitst in de componenten zoals opgesomd
in deze regeling.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
R.H.A. Plasterk