Regeling van de Minister van Economische Zaken van 29 november 2015, nr. WJZ/15148927, houdende wijziging van de Algemene uitvoeringsregeling stimulering duurzame energieproductie in verband met onthouden van subsidie gedurende perioden met negatieve energieprijzen

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op de artikelen 15, tweede lid, en 23, tweede lid, van het Besluit stimulering duurzame energieproductie;

Besluit:

ARTIKEL I

De Algemene uitvoeringsregeling stimulering duurzame energieproductie wordt als volgt gewijzigd:

A

Na artikel 8 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 8a

  • 1. De productie, bedoeld in artikel 8, eerste lid, onderdeel a, in verband met een beschikking op een aanvraag die op of na 1 december 2015 is ingediend, wordt verminderd met het aantal kWh dat is ingevoed op een elektriciteitsnet gedurende elke periode waarin de prijs van elektriciteit negatief is, tenzij desbetreffende periode korter dan zes uur duurt.

  • 2. Het eerste lid is niet van toepassing ten aanzien van een subsidieontvanger van wie het nominaal geïnstalleerd vermogen voor elektriciteitsproductie per aansluiting op het elektriciteitsnet minder dan 500 kW bedraagt of, indien het de productie van elektriciteit uit windenergie betreft, minder dan 3 MW bedraagt.

B

Na artikel 14b wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 14c

De vermindering van de productie die op grond van artikel 8a wordt toegepast, wordt tevens toegepast op het aantal kWh dat jaarlijks voor subsidie in aanmerking komt, bedoeld in artikel 15, tweede lid, en artikel 23, tweede lid, van het besluit.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 29 november 2015

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

TOELICHTING

Deze regeling wijzigt de Algemene uitvoeringsregeling stimulering duurzame energieproductie (hierna: algemene uitvoeringsregeling). Er worden twee artikelen ingevoegd. De regeling strekt ertoe dat geen subsidie of voorschot wordt verstrekt voor op het elektriciteitsnet ingevoede duurzame elektriciteit terwijl er sprake is van een negatieve elektriciteitsprijs.

De regeling is noodzakelijk in verband met de eisen van de Europese Commissie neergelegd in de richtsnoeren staatssteun ten behoeve van milieubescherming en energie 2014–20201 (hierna: MESR). Op grond van onderdeel 124 van de MESR moeten per 1 januari 2016 maatregelen zijn uitgewerkt om te garanderen dat producenten geen prikkel krijgen om elektriciteit te produceren gedurende een periode waarin de elektriciteitsprijs negatief is.

In de artikelen 15 en 23 van het Besluit stimulering duurzame energieproductie (hierna: het besluit), waarop de algemene uitvoeringsregeling is gebaseerd, is reeds de bevoegdheid opgenomen om de hoogte van de subsidie te corrigeren indien de elektriciteitsprijs gedurende een bepaalde periode negatief is. De artikelen 8a en 14c van de algemene uitvoeringsregeling geven hieraan uitwerking voor wat betreft de correctie van het voorschot respectievelijk de vaststelling van de subsidie.

De maatregel is van toepassing op subsidies die krachtens het besluit zijn toegekend op basis van subsidieaanvragen die vanaf 1 december 2015 zijn ingediend. In onderdeel 125 van de MESR is bepaald dat kleine productie-installaties mogen worden uitgesloten. Derhalve voorziet artikel 8a van de algemene uitvoeringsregeling tevens in een uitzondering van de correctiemaatregel voor installaties met een vermogen van minder dan 500 kW of – indien het windenergie betreft – installaties met een vermogen van minder dan 3 MW per aansluiting op het elektriciteitsnet.

De correctie van de subsidie in verband met een negatieve elektriciteitsprijs vindt plaats door het aantal kWh op het net is ingevoed te bepalen gedurende elke periode waarin de prijs van elektriciteit 6 uur of langer negatief was. Dit aantal kWh wordt in mindering gebracht op de gehele invoeding in het kalenderjaar, die wordt bepaald op basis van garanties van oorsprong. De indicator voor de elektriciteitsprijs is thans de uurgemiddelde prijs van de APX (day ahead markt, basislast). Deze indicator is het meest geëigend en wordt ook toegepast als uitgangspunt voor het bepalen van de correctiebedragen voor elektriciteit op grond van het besluit.

De subsidie-ontvanger wordt, op basis van artikel 65 van het besluit na afloop van het kalenderjaar verzocht aan de minister mede te delen wat de omvang van de invoeding van hernieuwbare elektriciteit was op de momenten waarop de elektriciteitsprijs gedurende zes uur of langer negatief was.

Onderhavige regeling heeft een zeer beperkte invloed op de regeldruk. Ervaring uit het verleden laat zien dat de kans zeer klein is dat er een negatieve prijs ontstaat. Wanneer dit scenario zich voordoet brengt dit zeer beperkte regeldrukeffecten met zich mee.

De inwerkingtreding van deze regeling op de dag na de publicatie in de Staatscourant wijkt af van de vaste verandermomenten. Deze afwijking is gerechtvaardigd in verband met de tijdige uitvoering van een Europese verplichting.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp


X Noot
1

Pb. EU 2014, C 200/01.

Naar boven