Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 24 november 2015, 2015-0000289457, tot wijziging van de Regeling Participatiewet, IOAW en IOAZ in verband met wijzigingen in het verdeelmodel en het vangnet

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op de artikelen 74, zevende lid, en 75 van de Participatiewet en de artikelen 6, vierde lid, en 7, tweede lid, van het Besluit Participatiewet;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling Participatiewet, IOAW en IOAZ wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel c komt te luiden:

c. vangnetuitkering: de vangnetuitkering, bedoeld in artikel 74 van de wet;

2. Aan de onderdelen d en e wordt na ‘de wet’ toegevoegd: , zoals dit luidde op 31 december 2015;

3. In onderdeel f wordt ‘de toetsingscommissie aanvullende uitkeringen Participatiewet’ vervangen door: de toetsingscommissie vangnet Participatiewet.

B

In artikel 4, eerste lid, wordt ‘uiterlijk op 28 februari’ vervangen door: voor 1 maart.

C

Artikel 5, vierde lid, komt te luiden:

  • 4. De incidentele aanvullende uitkering 2014 en de vangnetuitkering worden betaalbaar gesteld voor 1 april in het kalenderjaar dat ligt twee jaar na het jaar waarop de uitkering betrekking heeft.

D

Paragraaf 7 komt te luiden:

§ 7. Verzoeken vangnetuitkering

Artikel 15 Procedurele bepalingen verzoek vangnetuitkering
  • 1. Een verzoek tot een vangnetuitkering wordt door de toetsingscommissie ontvangen in de periode van 1 januari tot en met 15 augustus van het kalenderjaar volgend op het kalenderjaar waarop het verzoek betrekking heeft.

  • 2. Een verzoek als bedoeld in het eerste lid gaat vergezeld van documenten waaruit blijkt dat voldaan is aan artikel 10a, tweede lid, van het Besluit Participatiewet.

  • 3. Een verzoek tot een vangnetuitkering wordt ingediend onder gebruikmaking van een formulier dat door de minister elektronisch beschikbaar wordt gesteld.

  • 4. Een verzoek dat door de toetsingscommissie wordt ontvangen voor of na afloop van de periode, genoemd in het eerste lid, wordt niet in behandeling genomen.

  • 5. De toetsingscommissie adviseert de minister uiterlijk op 31 oktober van het kalenderjaar, bedoeld in het eerste lid, over de te nemen beslissing.

  • 6. De toetsingscommissie kan de minister voor 15 oktober verzoeken om een aantal adviezen later dan 31 oktober vast te stellen.

  • 7. Indien de minister aan een verzoek als bedoeld in het zesde lid voldoet, bepaalt hij daarbij het aantal adviezen dat later kan worden vastgesteld en de datum waarop deze adviezen uiterlijk door de minister worden ontvangen.

ARTIKEL II

De bijlage behorende bij artikel 6 van de Regeling Participatiewet, IOAW en IOAZ, wordt vervangen door de bij deze regeling gevoegde bijlage.

ARTIKEL III OVERGANGSRECHT

Artikel 15 van de Regeling Participatiewet, IOAW en IOAZ, zoals dat artikel luidde op 31 december 2015, blijft van toepassing op aanvragen voor incidentele aanvullende uitkeringen die voor 1 september 2015 door de toetsingscommissie aanvullende uitkeringen Participatiewet zijn ontvangen.

ARTIKEL IV INWERKINGTREDING

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2016.

Deze regeling zal met de toelichting en de bijlage in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 24 november 2015

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. Klijnsma

BIJLAGE BEHORENDE BIJ ARTIKEL 6 VAN DE REGELING PARTICIPATIEWET, IOAW EN IOAZ

Tabel 1: gewichten kenmerken verklaringsmodel

Variabelen verklaringsmodel

gewichten

Huishoudenskenmerken

 

Eenoudergezin met een vrouw aan het hoofd

0,7983488687886

Eenoudergezin met een man aan het hoofd

0,5989044919778

Paar zonder kinderen

–1,6231649400000

Paar met kinderen

–0,4830537072534

Aanwezigheid van een persoon in de leeftijd van 15-24 jaar

–0,6900182998626

Aanwezigheid van een persoon in de leeftijd van 55 jaar – AOW

0,7922649885444

Wonend in een sociale huurwoning

2,5707676926795

Wonend in een koopwoning

–0,7869853269291

Hebben van een niet-westerse achtergrond

0,8621983685457

Aanwezigheid van een persoon met als hoogst voltooide opleiding maximaal MBO-2

0,5326591753365

Aanwezigheid van een persoon met als hoogst voltooide opleiding minimaal HBO

–0,2747634469067

Aanwezigheid van een persoon met een arbeidsbeperking

1,1128501813985

Aanwezigheid van een persoon met een arbeidsongeschiktheidsuitkering

–1,8063102300000

Omgevingskenmerken

 

Gemiddelde WOZ-waarde (logaritmisch, buurt)

–0,6309484488883

Aandeel WW-ontvangers in de gemeente

0,1207220891655

Bevolkingsgroei in de gemeente

–0,0606406189290

Arbeidsmarktkansen voor hoogopgeleiden (met correcties voor grensoverschrijdende pendel)

–4,519828780

Constante

2,62140326192004

Tabel 2: Corop-gewichten

Coropeffecten

Corop-naam

Gewichten

1

Oost-Groningen

0,020031293854117

2

Delfzijl en omgeving

0,000090624562290

3

Overig Groningen

–0,004678334575146

4

Noord-Friesland

0,042008861899376

5

Zuidwest-Friesland

–0,004811749327928

6

Zuidoost-Friesland

0,017048263922334

7

Noord-Drenthe

–0,018757496029139

8

Zuidoost-Drenthe

0,022187158465385

9

Zuidwest-Drenthe

–0,000832926074509

10

Noord-Overijssel

0,002841680776328

11

Zuidwest-Overijssel

0,000361461745342

12

Twente

–0,000556806742679

13

Veluwe

–0,003169294213876

14

Achterhoek

0,008193082176149

15

Arnhem/Nijmegen

0,001078610075638

16

Zuidwest-Gelderland

0,015083132311702

17

Utrecht

–0,014715664088726

18

Kop van Noord-Holland

–0,004993678536266

19

Alkmaar en omgeving

–0,016918405890465

20

IJmond

–0,004382993094623

21

Agglomeratie Haarlem

–0,015219894237816

22

Zaanstreek

–0,019182583317161

23

Groot-Amsterdam

–0,006831527221948

24

Het Gooi en Vechtstreek

–0,021779308095574

25

Agglomeratie Leiden en Bollenstreek

–0,011792577803135

26

Agglomeratie 's-Gravenhage

–0,011592638678849

27

Delft en Westland

0,004898649174720

28

Oost-Zuid-Holland

–0,013327240943909

29

Groot-Rijnmond

0,033970035612583

30

Zuidoost-Zuid-Holland

0,006911210715771

31

Zeeuwsch-Vlaanderen

0,011179431341588

32

Overig Zeeland

–0,010120078921318

33

West-Noord-Brabant

–0,017210764810443

34

Midden-Noord-Brabant

–0,006283510942012

35

Noordoost-Noord-Brabant

–0,013312390074134

36

Zuidoost-Noord-Brabant

0,045055709779263

37

Noord-Limburg

0,015967810526490

38

Midden-Limburg

–0,014818706549704

39

Zuid-Limburg

0,027807798236609

40

Flevoland

–0,009348195977509

Tabel 3: peiljaren en peildata gemeentelijke kenmerken

Gemeentelijke kenmerken

peiljaren

peildata

Huishoudenskenmerken

   

Aantal huishoudens van 15 tot de AOW-leeftijd

2015

1-1-2015

Totaal aantal huishoudens van 15 tot de AOW-leeftijd, uitgesplitst naar alleenstaanden, eenoudergezinnen man, eenoudergezinnen vrouw, paren zonder kinderen en paren met kinderen

2015

1-1-2015

Aantal huishoudens van 15 tot de AOW-leeftijd met een persoon in het huishouden van 15 tot de AOW-leeftijd en van een niet-westerse herkomst

2015

1-1-2015

Aantal huishoudens van 15 tot de AOW-leeftijd met een persoon in het huishouden in de leeftijd van 15-24 jaar

2015

1-1-2015

Aantal huishoudens van 15 tot de AOW-leeftijd met een persoon in het huishouden in de leeftijd van 55 tot de AOW-leeftijd

2015

1-1-2015

Aantal personen van 15 tot de AOW-leeftijd met een arbeidsongeschiktheidsuitkering

2014

Ultimo 2014

Percentage inwoners van 15 tot 65 jaar met een lage opleiding

2012–2014

3-jaars gemiddelde

Percentage inwoners van 15 tot 65 jaar met een hoge opleiding

2012–2014

3-jaars gemiddelde

Percentage inwoners van 15 tot 65 jaar met een arbeidsbeperking

2010–2014

5-jaars gemiddelde

Percentage huishoudens van 15 tot 65 jaar dat woont in een koopwoning

2012

Ultimo 2012

Percentage huishoudens van 15 tot 65 jaar dat woont in een sociale huurwoning

2012

Ultimo 2012

     

Omgevingskenmerken

   

Gemiddelde WOZ-waarde (logaritmisch, buurt)

2014 (2012)1

1-1-2014 (–)

Aandeel WW-ontvangers in de gemeente

2014

Gemiddelde 1e – 4e kwartaal

Bevolkingsgroei in de gemeente (inwoners 15 tot 65 jaar)

2010 en 2015

1-1-2010 en 1-1-2015

Arbeidsmarktkansen voor hoogopgeleiden (met correcties voor grensoverschrijdende pendel)

2013

COROP-indeling

2015

1-1-2015

X Noot
1

Samengestelde indicator o.b.v. cijfers CBS (Atlas voor gemeenten)

De huishoudenskenmerken uit tabel 3 zijn gebaseerd op cijfers van het CBS. Het CBS heeft de afgeronde cijfers gepubliceerd op hun website. Het SCP heeft de percentages voor opleiding, arbeidsbeperking en woonsituatie zelf berekend. Voor deze berekening is gebruik gemaakt van de onafgeronde cijfers van het CBS. De berekende percentages zijn afgerond op 1 cijfer achter de komma.

TOELICHTING

Enkele ontwikkelingen nopen tot aanpassing van de bepalingen die verband houden met het vangnet. Allereerst moeten de wijzigingen die in het Besluit Participatiewet zijn aangebracht met betrekking tot het vangnet, in de Regeling worden verwerkt. Het gaat hierbij met name om de verlenging van het tijdelijk vangnet, waardoor de procedurele bepalingen ten aanzien van het indienen, het beoordelen en de besluitvorming niet beperkt kunnen blijven tot 2015, en ook om de vervanging van de aanduiding ‘aanvullende uitkering’ door de aanduiding ‘vangnetuitkering’. Ook de Verzamelwet SZW, waarbij de naam van de toetsingscommissie is gewijzigd in toetsingscommissie vangnet Participatiewet, vergt een aanpassing van de regeling. Deze aanpassingen zijn van technische aard.

Ook de aanpassing van artikel 4 van de regeling over het tijdstip waarop de minister het Beeld van de uitvoering uiterlijk moet hebben ontvangen, is van technische aard.

De laatste vaststellingen van de meerjarige aanvullende uitkeringen over 2014 zijn inmiddels afgerond, waardoor artikel 15a kan vervallen. De inhoud van artikel 15aa is opgenomen in het nieuwe artikel 15, waarbij de algemene procedure voor de vangnetuitkering wordt geregeld. Het bestaande artikel 15 over de incidentele aanvullende uitkering over 2014 blijft via de overgangsbepaling in artikel III nog gelden voor aanvragen die voor 1 september door de toetsingscommissie zijn ontvangen.

Voorts is met deze regeling de bijlage behorende bij artikel 6 vervangen. Deze bijlage bevat de actuele peildata en -jaren en gewichten die gehanteerd worden voor het verdeelmodel van de uitkering aan gemeenten met meer dan 15.000 inwoners.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. Klijnsma

Naar boven