De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
Gelet op de artikelen 3, 5 en 7 van de Kaderwet VWS-subsidies;
Besluit:
ARTIKEL I
De Subsidieregeling opvang kinderen van ouders met trekkend/varend bestaan wordt als
volgt gewijzigd:
A
In artikel 5, eerste lid, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1. In de aanhef wordt ‘2015’ vervangen door: 2016;
2. Onder B, sub 1°, wordt ‘€ 26.401’ vervangen door: € 26.418;
3. Onder B, sub 2°, wordt ‘€ 30.996’ vervangen door: € 31.016;
4. Onder B, sub 3°, wordt ‘€ 24.737’ vervangen door: € 24.753;
5. Onder B, sub 4°, wordt ‘€ 24.869’ vervangen door: € 24.885;
6. Onder E wordt ‘€ 5.960’ vervangen door: € 6.014.
B
Artikel 9, tweede lid, komt te luiden:
C
Artikel 10, tweede lid, komt te luiden:
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2016.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
M.J. van Rijn
TOELICHTING
Inleiding
De onderhavige regeling tot wijziging van de Subsidieregeling opvang kinderen van
ouders met trekkend/varend bestaan strekt er toe de jaarlijkse aanpassing van de normbedragen
te regelen. Het gaat om de normbedragen voor het jaar 2016.
Artikel I
A
In artikel 5, eerste lid, zijn de normbedragen op basis waarvan exploitanten gesubsidieerd
worden verhoogd met OVA 2015 voor het loongevoelige deel van de subsidie.
Het beschikbare budget voor het in samenwerking met andere exploitanten opvangen van
de personele gevolgen van wijzigingen in de capaciteit voor het huisvesten, verzorgen
en opvoeden van kinderen in een internaat blijft gehandhaafd op € 1.000.000,00 (component
C). Dit is conform de brief aan de Tweede Kamer van 12 juni 2008 (JZ/LJ-2844001).
Het normbedrag voor elk kind waarvoor de exploitant bemiddelt in de pleegopvang (component
E) is vooraf verhoogd op basis van het procentuele verschil tussen de consumentenprijsindex
‘Alle huishoudens’ over de julimaanden van de twee direct aan het betreffende jaar
voorafgaande jaren, zoals deze gepubliceerd zijn in het Statistisch bulletin van het
Centraal Bureau van de Statistiek.
B en C
Deze onderdelen bevatten de aanpassing van bedragen van de ouderbijdragen.
De bedragen voor de berekening van de ouderbijdrage voor de opvang van een kind in
een internaat of een pleeggezin worden verhoogd op basis van het procentuele verschil
tussen de consumentenprijsindex ‘Alle huishoudens’ over de julimaanden van de twee
direct aan het betreffende jaar voorafgaande jaren, zoals deze gepubliceerd zijn in
het Statistisch bulletin van het Centraal Bureau van de Statistiek.
Artikel II
Het subsidiejaar valt samen met het kalenderjaar. De verhoging van de bedragen dient
daarom vanaf 1 januari 2016 geëffectueerd te zijn.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
M.J. van Rijn