Besluit van de Minister van Infrastructuur en Milieu, van 1 december 2015, nr. IENM/BSK-2015/179390, houdende verlening mandaat, volmacht en machtiging aan de algemeen directeur Rijksdienst voor Ondernemend Nederland van het Ministerie van Economische Zaken voor de uitvoering van diverse subsidieregelingen en -programma’s en enige andere regelingen op het terrein van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu 2015 (Besluit mandaat, volmacht en machtiging algemeen directeur Rijksdienst voor Ondernemend Nederland op het terrein van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu 2015)

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op de artikelen 10:3, 10:4, eerste lid, 10:9, eerste lid, en 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht;

Gezien de schriftelijke instemming van de algemeen directeur Rijksdienst voor Ondernemend Nederland van het Ministerie van Economische Zaken van 11 november 2015, kenmerk RVO_JZ_Inst 151015;

BESLUIT:

Artikel 1

Aan de algemeen directeur Rijksdienst voor Ondernemend Nederland van het Ministerie van Economische Zaken wordt mandaat en volmacht verleend tot:

  • a. het nemen van besluiten en het sluiten van overeenkomsten in het kader van de uitvoering van de in de bijlage bij dit besluit opgenomen subsidieregelingen en -programma’s en andere regelingen; en

  • b. het beslissen op bezwaarschriften tegen besluiten als bedoeld in onderdeel a voor zover het besluit waartegen het bezwaar zich richt, niet door hem in mandaat is genomen.

Artikel 2

Aan de algemeen directeur Rijksdienst voor Ondernemend Nederland van het Ministerie van Economische Zaken wordt machtiging verleend tot:

  • a. het verrichten van alle handelingen ter voorbereiding en ter uitvoering van de in artikel 1 bedoelde besluiten en overeenkomsten; en

  • b. het voeren van procedures bij de rechter over de in artikel 1 bedoelde besluiten en overeenkomsten.

Artikel 3

De algemeen directeur Rijksdienst voor Ondernemend Nederland van het Ministerie van Economische Zaken kan met betrekking tot zijn bevoegdheden, bedoeld in de artikelen 1 en 2, ondermandaat, volmacht en machtiging verlenen aan een of meer onder hem ressorterende functionarissen.

Artikel 4

  • 1. Een document waarin een besluit of overeenkomst als bedoeld in artikel 1, onderdeel a, of handeling als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt vastgelegd of bevestigd, bevat in ieder geval een verwijzing naar het subsidieprogramma, de subsidieregeling of de andere regeling waarop het besluit, de overeenkomst of de handeling betrekking heeft.

  • 2. Een document als bedoeld in het eerste lid vermeldt, indien het subsidieprogramma, de subsidieregeling of de andere regeling tot de verantwoordelijkheid van de Minister van Infrastructuur en Milieu behoort, aan het slot:

    ‘DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU,

    namens deze,’

    gevolgd door de functieaanduiding, naam en handtekening van de gemandateerde, gevolmachtigde of gemachtigde functionaris.

  • 3. Een document als bedoeld in het eerste lid vermeldt, indien het subsidieprogramma, de subsidieregeling of de andere regeling tot de verantwoordelijkheid van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu behoort, aan het slot:

    ‘DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU,

    namens deze,’

    gevolgd door de functieaanduiding, naam en handtekening van de gemandateerde, gevolmachtigde of gemachtigde functionaris.

Artikel 5

Het Besluit mandaat, volmacht en machtiging directeur-generaal Rijksdienst voor Ondernemend Nederland van het ministerie van Economische Zaken voor de uitvoering van diverse subsidieregelingen en -programma’s en enige andere regelingen en besluiten op het terrein van het ministerie van Infrastructuur en Milieu 2014 wordt ingetrokken.

Artikel 6

  • 1. Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst, met uitzondering van onderdeel C – milieu, achtste en twaalfde gedachtestreepje, van de bijlage bij dit besluit.

  • 2. Onderdeel C – milieu, achtste gedachtestreepje, van de bijlage bij dit besluit treedt in werking op het tijdstip waarop de Subsidieregeling emissiearme bestelauto’s voor gebruik in milieuzones in werking treedt.

  • 3. Onderdeel C – milieu, twaalfde gedachtestreepje, van de bijlage bij dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2016.

  • 4. Dit besluit werkt terug tot en met 1 maart 2015, met uitzondering van onderdeel C – milieu, tweede, zevende, achtste en twaalfde gedachtestreepje, en onderdeel D – ruimte, eerste gedachtestreepje, van de bijlage bij dit besluit.

  • 5. Onderdeel C – milieu, tweede gedachtestreepje, en onderdeel D – ruimte, eerste gedachtestreepje, van de bijlage bij dit besluit werken terug tot en met 1 mei 2015.

  • 6. Onderdeel C – milieu, zevende gedachtestreepje, van de bijlage bij dit besluit werkt terug tot en met 1 november 2015.

Artikel 7

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit mandaat, volmacht en machtiging algemeen directeur Rijksdienst voor Ondernemend Nederland voor de uitvoering van diverse subsidieregelingen en -programma’s en enige andere regelingen en besluiten op het terrein van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu 2015.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

Bezwaar

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kan een belanghebbende tegen dit besluit binnen zes weken na de dag, waarop dit is bekendgemaakt, een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan de Minister van Infrastructuur en Milieu, ter attentie van de Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken, sector Algemeen Bestuurlijk-Juridische Zaken, Postbus 20906, 2500 EX Den Haag. Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en ten minste het volgende te bevatten:

  • a. de naam en het adres van de indiener;

  • b. de dagtekening;

  • c. een vermelding van de datum en het nummer of het kenmerk van het besluit waartegen het bezwaarschrift zich richt; en

  • d. een opgave van de redenen waarom men zich niet met het besluit kan verenigen.

BIJLAGE BIJ ARTIKEL 1, ONDERDEEL A, VAN HET BESLUIT MANDAAT, VOLMACHT EN MACHTIGING ALGEMEEN DIRECTEUR RIJKSDIENST VOOR ONDERNEMEND NEDERLAND VOOR DE UITVOERING VAN DIVERSE SUBSIDIEREGELINGEN EN -PROGRAMMA’S EN ENIGE ANDERE REGELINGEN EN BESLUITEN OP HET TERREIN VAN HET MINISTERIE VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU 2015

Onderdeel A – spoor en weg

  • Subsidieprogramma Electromobiliteit+

  • Subsidieprogramma mobiliteitsvouchers

  • Subsidieprogramma Proeftuinen duurzame mobiliteit: hybride en elektrisch Rijden

  • Subsidieprogramma Proeftuinen duurzame mobiliteit: rijden op biogas en hogere blends biobrandstoffen

  • Subsidieprogramma Proeftuinen duurzame mobiliteit: Truck van de Toekomst

  • Tijdelijke regeling subsidie boordcomputer taxi

  • Tijdelijke subsidieregeling stimuleren bundeling van goederenstromen voor vervoer op het spoor

Onderdeel B – water

  • Incidentele besluiten conferentie Delta’s in times of Climate Change

  • Subsidieprogramma Wereldwijd werken met water

  • Subsidieregeling riolering woonboten

  • Tijdelijke regeling eenmalige uitkering stedelijke synergieprojecten kaderrichtlijn Water

  • Tijdelijke subsidieregeling Wereldwijd Werken met Water

Onderdeel C – milieu

  • Besluit organische oplosmiddelen in verven en vernissen milieubeheer

  • Projectstimuleringsregeling Interreg V

  • Regeling ammoniak en veehouderij

  • Regeling eenmalige uitkering planstudies en proefprojecten IKS

  • Regeling groenprojecten 2010

  • Regeling Instemming deelname aan Kyoto-projectactiviteiten, voor zover die betrekking heeft op CDM-projectactiviteiten als bedoeld in artikel 12, vijfde lid, onder a, van het Protocol van Kyoto

  • Rijkscofinancieringsregeling Interreg V

  • Subsidieregeling emissiearme bestelauto’s voor gebruik in milieuzones

  • Subsidieregeling emissiearme taxi’s en bestelauto’s

  • Subsidieregeling maatschappelijke organisaties en milieu

  • Subsidieregeling milieugerichte technologie

  • Subsidieregeling verwijderen asbestdaken

Onderdeel D – ruimte

  • RijksCofinancieringsregeling INTERREG IV

  • Tijdelijke subsidieregeling Innovatieprogramma Mooi Nederland

TOELICHTING

Het mandaatbesluit aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland voor de uitvoering van diverse subsidieregelingen en -programma’s en enige andere regelingen en besluiten op het terrein van Infrastructuur en Milieu is om een drietal redenen aangepast.

Allereerst is per 1 maart 2015 een organisatorische wijziging doorgevoerd bij het Ministerie van Economische Zaken. Dat is gebeurd bij het Besluit mandaat, volmacht en machtiging EZ 2015 (Stcrt. 2015, 5446). De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland staat niet langer onder leiding van een directeur-generaal, maar onder leiding van een algemeen directeur. Het onderhavige besluit zorgt ervoor dat het mandaatbesluit de nieuwe functiebenaming vermeldt.

Daarnaast is een deel van de bijlage van het mandaatbesluit gewijzigd. Aan de bijlage zijn de Rijkscofinancieringsregeling Interreg V, de Subsidieregeling emissiearme bestelauto’s voor gebruik in milieuzones en de Subsidieregeling verwijderen asbestdaken toegevoegd.

Op grond van de Rijkscofinancieringsregeling Interreg V kan subsidie aangevraagd worden voor projecten die ingediend gaan worden bij de Europese Interreg deelprogramma’s North Sea Region en North West Europe. Bij deze Europese programma’s kan een aanvraag gedaan worden voor een financiële bijdrage. Naast Europees geld is cofinanciering vereist. De Rijkscofinancieringsregeling Interreg V geeft invulling aan die verplichting. Ook is van belang dat enkel projecten die voldoen aan een aantal specifiek genoemde doelstellingen uit de Rijkscofinancieringsregeling Interreg V voor subsidie in aanmerking komen.

Met de Subsidieregeling emissiearme bestelauto’s voor gebruik in milieuzones worden ondernemers uit grensgemeenten van gemeenten die een milieuzone voor bestelauto’s invoeren ondersteund bij de vervanging van een oude bestelauto.

De Subsidieregeling verwijderen asbestdaken stimuleert de verwijdering van daken met asbesthoudend materiaal in de periode van 2016 tot en met 2020. Vanaf 2024 wordt het houden van asbestdaken verboden. Voor die tijd moeten alle asbesthoudende daken verwijderd zijn. De subsidieregeling bespoedigt die verwijdering.

Ten derde is van de gelegenheid gebruikgemaakt het mandaatbesluit te actualiseren. Inmiddels vervallen subsidieregelingen, waarbij ook geen sprake meer is van lopende bezwaar- of beroepsprocedures of andere vormen van beheer, zijn uit de bijlage bij het besluit verwijderd.

Voor de duidelijkheid is ervoor gekozen het oude mandaatbesluit in te trekken en een nieuw mandaatbesluit vast te stellen. Wanneer dit niet zou gebeuren, zouden het opschrift en de aanhef van het mandaatbesluit de functiebenaming ‘directeur-generaal’ blijven voeren, hetgeen verwarring kan opleveren.

Dit besluit brengt geen administratieve lasten of bedrijfseffecten met zich.

Het mandaatbesluit treedt zo spoedig mogelijk in werking. Daarop is voor de Subsidieregeling verwijderen asbestdaken een uitzondering gemaakt, aangezien die pas in werking treedt op 1 januari 2016. Ook voor de Subsidieregeling emissiearme bestelauto’s voor gebruik in milieuzones is een uitzondering gemaakt, omdat nog niet bekend is wanneer deze regeling in werking treedt.

Het onderhavige besluit heeft grotendeels terugwerkende kracht tot en met 1 maart 2015. Op dat moment is de wijziging bij het Ministerie van Economische Zaken in werking getreden. Het tweede gedachtestreepje van onderdeel C – milieu en het eerste gedachtestreepje van onderdeel D – ruimte van de bijlage zijn uitgezonderd van terugwerkende kracht tot en met 1 maart 2015, omdat die onderdelen per 1 mei 2015 nog zijn gewijzigd onder het oude mandaatbesluit. De Projectstimuleringsregeling Interreg V is toen opgenomen in het oude mandaatbesluit. De RijksCofinancieringsregeling INTERREG IV is op datzelfde moment per abuis vervallen. Het vervallen van die regeling wordt met het onderhavige besluit hersteld. De vermelding van de Rijkscofinancieringsregeling Interreg V is eveneens uitgezonderd van de terugwerkende kracht tot en met 1 maart 2015. Voorzien is in terugwerkende kracht tot en met 1 november 2015, aangezien de betreffende regeling op die datum in werking is getreden.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

Naar boven