Besluit van 26 november 2015, nr. 2015002084 houdende de benoeming van de voorzitter, tevens lid, van de Adviescommissie beoordeling aangeboden cultuurbezit uit nalatenschappen alsmede de herbenoeming van de andere leden van die commissie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Financiën van, nr. DB 2015/140M, van 23 november 2015, gedaan mede namens Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;

Gelet op artikel 13 van het Uitvoeringsbesluit Successiewet 1956;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

  • 1. Tot voorzitter, tevens lid, van de Adviescommissie beoordeling aangeboden cultuurbezit uit nalatenschappen, bedoeld in artikel 13 van het Uitvoeringsbesluit Successiewet 1956, wordt benoemd de heer prof. mr. G.J.M. Corstens.

  • 2. Tot lid van de commissie, bedoeld in het eerste lid, wordt op voordracht van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap met ingang van 31 mei 2015 herbenoemd de heer dr. R.E.O. Ekkart.

  • 3. Tot lid van de commissie, bedoeld in het eerste lid, wordt op voordracht van Onze Minister van Financiën met ingang van 17 september 2016 herbenoemd de heer A. van Eijsden.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst, met dien verstande dat artikel 1, tweede lid, terugwerkt tot en met 31 mei 2015.

Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in de Staatscourant zal worden geplaatst.

Wassenaar, 26 november 2015

Willem-Alexander

De Staatssecretaris van Financiën E.D. Wiebes

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker

NOTA VAN TOELICHTING

Het onderhavige besluit, waarvoor de voordracht is gedaan mede namens de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, regelt de benoeming van de voorzitter, tevens lid, van de Adviescommissie beoordeling aangeboden cultuurbezit uit nalatenschappen (hierna: de commissie), alsmede de herbenoeming van de twee andere leden van de commissie. De commissie is bij besluit van 27 april 1999 ingesteld in het kader van de regeling, bedoeld in artikel 67, derde lid, van de Successiewet 1956, op grond waarvan verschuldigde erfbelasting kan worden kwijtgescholden indien kunstvoorwerpen uit de nalatenschap worden overgedragen aan de Staat. Zij heeft tot taak de Minister van Financiën te adviseren of aangeboden voorwerpen voor de toepassing van de hiervoor bedoelde kwijtscheldingsregeling kunnen worden geaccepteerd.

Op grond van artikel 13, derde lid, van het Uitvoeringsbesluit Successiewet 1956 worden de leden van de commissie benoemd voor een periode van vier jaar en zijn de leden te allen tijde herbenoembaar.

De heer prof. mr. G.J.M. Corstens wordt voor een termijn van vier jaar benoemd tot voorzitter, tevens lid. Zijn benoeming gaat in op de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het onderhavige besluit wordt geplaatst. Het door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap voorgedragen lid van de commissie, de heer dr. R.E.O. Ekkart, wordt bij dit besluit met terugwerkende kracht tot en met 31 mei 2015 voor een termijn van vier jaar herbenoemd. Van de gelegenheid wordt gebruikgemaakt om de zittingstermijn van het derde lid van de commissie, de heer A. van Eijsden, die zou verstrijken met ingang van 17 september 2016, eveneens voor een termijn van vier jaar te verlengen.

De Staatssecretaris van Financiën E.D. Wiebes

Naar boven