Regeling van de Minister van Infrastructuur en Milieu, van 25 november 2015, nr. IENM/BSK-2015/228128, tot wijziging van de Regeling veiligheid zeeschepen en de Regeling zeevarenden in verband met de implementatie van de IMO Code ter beperking van de geluidhinder aan boord van schepen en opschuiving van toepassingsdata

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op de artikelen 6, derde lid, en 46 van het Schepenbesluit 2004 en de artikelen 125e, zevende lid, en 125aa van het Besluit zeevarenden handelsvaart en zeilvaart;

BESLUIT:

ARTIKEL I

De Regeling veiligheid zeeschepen wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 wordt na de begripsomschrijving van MODU-Code 2009, een begripsomschrijving ingevoegd, luidende:

  • resolutie A.468(XII)-maatregelen: bij resolutie A.468(XII) van de Algemene Vergadering van de IMO voorgeschreven maatregelen ter beperking van geluidhinder aan boord van schepen (Code on noise levels on board ships);.

B

Artikel 23, vijfde lid, komt te luiden:

  • 5. De resolutie A.468(XII)-maatregelen zijn aanwezig aan boord van:

    • a. schepen gebouwd voor 1 juli 2014;

    • b. schepen van minder dan 1600 GT en gebouwd op of na 1 juli 2014 en

    • c.

      • baggermaterieel met voortstuwing, en

      • hogesnelheidsschepen, van 1600 GT en meer, gebouwd op of na 1 juli 2014.

C

In artikel 62a, tweede lid, wordt ‘1 januari 2016’ vervangen door: 1 september 2016.

ARTIKEL II

In artikel 11.3 van de Regeling zeevarenden wordt ‘1 januari 2016’ vervangen door: 1 januari 2017.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

TOELICHTING

I. Algemeen

De onderhavige regeling wijzigt de Regeling veiligheid zeeschepen en de Regeling zeevarenden. De wijziging van de Regeling veiligheid zeeschepen heeft betrekking op de implementatie van de bij resolutie MSC.337(91) van de Maritieme Veiligheidscommissie van de IMO aangenomen Code ter beperking van de geluidhinder aan boord van schepen. Daarnaast wijzigt de datum waarop Caribisch-Nederlandse schepen in lokale vaart verplicht zijn om een nationaal veiligheidscertificaat te hebben en waarop deze schepen moeten voldoen aan de eisen gesteld in bijlage 6 bij de regeling. In het artikelsgewijze deel van de toelichting wordt nader op deze wijzigingen ingegaan.

Deze regeling wijzigt daarnaast de Regeling zeevarenden. Ook op deze wijziging wordt in de artikelsgewijze toelichting nader ingegaan.

II. Artikelsgewijs

Artikel I – onderdelen A en B

Met ingang van 1 juli 2014 is de bij resolutie MSC.337(91) van de Maritieme Veiligheidscommissie van de IMO aangenomen Code ter beperking van geluidhinder aan boord van schepen van toepassing op schepen die op of na die datum worden gebouwd en een brutotonnage van 1600 GT en meer hebben (Noise Code). De eerdere door de IMO op 19 november 1981 aangenomen resolutie betreffende beperking van geluidhinder aan boord van schepen, resolutie A.468(XII), werd door middel van Bekendmaking aan de scheepvaart 213/1987 (Stcrt. 1987, 132 en 2000, 20) voorgeschreven. De nieuwe Code heeft in tegenstelling tot resolutie A.468(XII) de status van ‘verplichte Code’: het voldoen aan de nieuwe Code is op grond van het SOLAS-verdrag verplicht gesteld (via voorschrift II-1/3-12). Via de dynamische verwijzing in de artikelen 40, eerste lid, en 41, eerste lid, van het Schepenbesluit 2004 naar hoofdstuk II-1 is de nieuwe Code geïmplementeerd. Resolutie A.468(XII) blijft gelden voor schepen gebouwd voor 1 juli 2014, ongeacht het brutotonnage, en voor schepen lichter dan 1600 GT, gebouwd op of na 1 juli 2014. Daarnaast blijft deze resolutie vooralsnog gelden voor baggermaterieel met voortstuwing van 1600 GT en meer, gebouwd op of na 1 juli 2014, en hogesnelheidsschepen (als bedoeld in artikel 7 van het Schepenbesluit 2004) van 1600 GT en meer, gebouwd op of na 1 juli 2014. Van het toepassingsbereik van de nieuwe Code zijn deze schepen namelijk uitgezonderd.

Artikel I – onderdeel C

In artikel 62a van de Regeling veiligheid zeeschepen was geregeld dat de verplichting tot het hebben van een nationaal veiligheidscertificaat en het voldoen aan de eisen van bijlage 6 voor Caribisch-Nederlandse schepen in lokale vaart gaan gelden met ingang van 1 januari 2016. Uit overwegingen van efficiency zal de certificering van de zogenoemde Bijlage 6-schepen door de ILT worden overgedragen aan de lokale autoriteiten op de eilanden van Caribisch Nederland. De havenmeesters zullen daartoe worden aangewezen. Zij zullen deze taak onder instructies en toezicht van ILT uitvoeren.

De uitwerking van deze taakoverdracht in een mandaatregeling en een bijbehorende werkafspraak heeft enige vertraging opgelopen. Daarom is besloten de ingangsdatum van de certificaatplicht te verschuiven. Mede uit praktische overwegingen is gekozen voor de datum van 1 september 2016. Dat is kort voor het begin van het cruiseseizoen. De feitelijke certificering kan dan plaatsvinden in de rustigere maanden voor 1 september. Hiermee wordt voorkomen dat de eigenaren hun schepen midden in het cruiseseizoen voor certificering zouden moeten aanbieden, aangezien in die periode alle schepen druk in bedrijf zijn en de aan de certificering voorafgaande inspecties van de schepen dan verstorend werken op de bedrijfsprocessen. Door dit uitstel worden geen onverantwoorde veiligheidsrisico’s gelopen.

Artikel II

Met de wijziging van de Regeling zeevarenden is bepaald dat de volledige verplichte toepassing van de regeling voor certificaten, bedoeld in de artikelen 125e, zevende lid, en 125aa van het Besluit zeevarenden handelsvaart en zeilvaart, is verschoven van 1 januari 2016 naar 1 januari 2017. Genoemde artikelen betreffen de introductie van een certificaat aanvulling-N of aanvulling-W voor reizen nabij de internationale kust voor kapiteins en hoofdwerktuigkundigen als bedoeld in artikel 20 van het Besluit zeevarenden handelsvaart en zeilvaart. Deze training, die recht geeft op het bedoelde certificaat, omvat de scheepsmanagementaspecten toegesneden op het opleidingsniveau schipper-machinist beperkt werkgebied en de vaart met kleine schepen voor de internationale kust. De datum is verschoven, omdat ondanks een gezamenlijke inspanning van de Koninklijke Vereniging van Nederlandse Reders (KVNR), de Vereniging van Waterbouwers en enkele onderwijsinstellingen gebleken is dat de ontwikkeling van een dergelijke training meer tijd vergt dan voorzien. De huidige stand van zaken is, dat de training in de loop van 2016 beschikbaar komt.

Artikel III

Voor wat betreft de inwerkingtreding van deze wijzigingsregeling wordt afgeweken van de vaste verandermomenten. Op basis van Aanwijzing voor de regelgeving 174, vierde lid, onderdeel a, is dat toegestaan indien aanmerkelijke ongewenste nadelen voor de doelgroep worden voorkomen. Voor artikel I, onderdeel C, en artikel II is dat, zoals in de toelichting bij die artikelen is toegelicht, het geval.

Voor wat betreft de inwerkingtreding van artikel I, onderdelen A en B, wordt gebruik gemaakt van de mogelijkheid dat in geval van implementatie voortkomend uit internationale verplichtingen wordt afgeweken van de vaste verandermomenten (Aanwijzing 174, vierde lid, onderdeel d, van de Aanwijzingen voor de regelgeving). De verplichte Code ter beperking van geluidhinder aan boord van schepen (resolutie MSC.337(91) is reeds per 1 juli 2014 in werking getreden. De in genoemde onderdelen A en B opgenomen bepalingen zouden eerst in een ander traject worden meegenomen. Echter, door de vertraging van dat traject zijn de bepalingen ter implementatie van de nieuwe Code nog niet in werking getreden.

De sector heeft inmiddels om duidelijkheid gevraagd over de gelding van de ‘oude’ Code (resolutie A.468(XII)). Daarom is inwerkingtreding op korte termijn nodig.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

Naar boven