ARTIKEL I
De Regeling veiligheid zeeschepen wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1 wordt na de begripsomschrijving van MODU-Code 2009, een begripsomschrijving
ingevoegd, luidende:
B
Artikel 23, vijfde lid, komt te luiden:
C
In artikel 62a, tweede lid, wordt ‘1 januari 2016’ vervangen door: 1 september 2016.
ARTIKEL II
In artikel 11.3 van de Regeling zeevarenden wordt ‘1 januari 2016’ vervangen door:
1 januari 2017.
ARTIKEL III
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van
de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
TOELICHTING
I. Algemeen
De onderhavige regeling wijzigt de Regeling veiligheid zeeschepen en de Regeling zeevarenden.
De wijziging van de Regeling veiligheid zeeschepen heeft betrekking op de implementatie
van de bij resolutie MSC.337(91) van de Maritieme Veiligheidscommissie van de IMO
aangenomen Code ter beperking van de geluidhinder aan boord van schepen. Daarnaast
wijzigt de datum waarop Caribisch-Nederlandse schepen in lokale vaart verplicht zijn
om een nationaal veiligheidscertificaat te hebben en waarop deze schepen moeten voldoen
aan de eisen gesteld in bijlage 6 bij de regeling. In het artikelsgewijze deel van
de toelichting wordt nader op deze wijzigingen ingegaan.
Deze regeling wijzigt daarnaast de Regeling zeevarenden. Ook op deze wijziging wordt
in de artikelsgewijze toelichting nader ingegaan.
II. Artikelsgewijs
Artikel I – onderdelen A en B
Met ingang van 1 juli 2014 is de bij resolutie MSC.337(91) van de Maritieme Veiligheidscommissie
van de IMO aangenomen Code ter beperking van geluidhinder aan boord van schepen van
toepassing op schepen die op of na die datum worden gebouwd en een brutotonnage van
1600 GT en meer hebben (Noise Code). De eerdere door de IMO op 19 november 1981 aangenomen
resolutie betreffende beperking van geluidhinder aan boord van schepen, resolutie
A.468(XII), werd door middel van Bekendmaking aan de scheepvaart 213/1987 (Stcrt.
1987, 132 en 2000, 20) voorgeschreven. De nieuwe Code heeft in tegenstelling tot resolutie
A.468(XII) de status van ‘verplichte Code’: het voldoen aan de nieuwe Code is op grond
van het SOLAS-verdrag verplicht gesteld (via voorschrift II-1/3-12). Via de dynamische
verwijzing in de artikelen 40, eerste lid, en 41, eerste lid, van het Schepenbesluit
2004 naar hoofdstuk II-1 is de nieuwe Code geïmplementeerd. Resolutie A.468(XII) blijft
gelden voor schepen gebouwd voor 1 juli 2014, ongeacht het brutotonnage, en voor schepen
lichter dan 1600 GT, gebouwd op of na 1 juli 2014. Daarnaast blijft deze resolutie
vooralsnog gelden voor baggermaterieel met voortstuwing van 1600 GT en meer, gebouwd
op of na 1 juli 2014, en hogesnelheidsschepen (als bedoeld in artikel 7 van het Schepenbesluit
2004) van 1600 GT en meer, gebouwd op of na 1 juli 2014. Van het toepassingsbereik
van de nieuwe Code zijn deze schepen namelijk uitgezonderd.
Artikel I – onderdeel C
In artikel 62a van de Regeling veiligheid zeeschepen was geregeld dat de verplichting
tot het hebben van een nationaal veiligheidscertificaat en het voldoen aan de eisen
van bijlage 6 voor Caribisch-Nederlandse schepen in lokale vaart gaan gelden met ingang
van 1 januari 2016. Uit overwegingen van efficiency zal de certificering van de zogenoemde
Bijlage 6-schepen door de ILT worden overgedragen aan de lokale autoriteiten op de
eilanden van Caribisch Nederland. De havenmeesters zullen daartoe worden aangewezen.
Zij zullen deze taak onder instructies en toezicht van ILT uitvoeren.
De uitwerking van deze taakoverdracht in een mandaatregeling en een bijbehorende werkafspraak
heeft enige vertraging opgelopen. Daarom is besloten de ingangsdatum van de certificaatplicht
te verschuiven. Mede uit praktische overwegingen is gekozen voor de datum van 1 september
2016. Dat is kort voor het begin van het cruiseseizoen. De feitelijke certificering
kan dan plaatsvinden in de rustigere maanden voor 1 september. Hiermee wordt voorkomen
dat de eigenaren hun schepen midden in het cruiseseizoen voor certificering zouden
moeten aanbieden, aangezien in die periode alle schepen druk in bedrijf zijn en de
aan de certificering voorafgaande inspecties van de schepen dan verstorend werken
op de bedrijfsprocessen. Door dit uitstel worden geen onverantwoorde veiligheidsrisico’s
gelopen.
Artikel II
Met de wijziging van de Regeling zeevarenden is bepaald dat de volledige verplichte
toepassing van de regeling voor certificaten, bedoeld in de artikelen 125e, zevende
lid, en 125aa van het Besluit zeevarenden handelsvaart en zeilvaart, is verschoven
van 1 januari 2016 naar 1 januari 2017. Genoemde artikelen betreffen de introductie
van een certificaat aanvulling-N of aanvulling-W voor reizen nabij de internationale
kust voor kapiteins en hoofdwerktuigkundigen als bedoeld in artikel 20 van het Besluit
zeevarenden handelsvaart en zeilvaart. Deze training, die recht geeft op het bedoelde
certificaat, omvat de scheepsmanagementaspecten toegesneden op het opleidingsniveau
schipper-machinist beperkt werkgebied en de vaart met kleine schepen voor de internationale
kust. De datum is verschoven, omdat ondanks een gezamenlijke inspanning van de Koninklijke
Vereniging van Nederlandse Reders (KVNR), de Vereniging van Waterbouwers en enkele
onderwijsinstellingen gebleken is dat de ontwikkeling van een dergelijke training
meer tijd vergt dan voorzien. De huidige stand van zaken is, dat de training in de
loop van 2016 beschikbaar komt.
Artikel III
Voor wat betreft de inwerkingtreding van deze wijzigingsregeling wordt afgeweken van
de vaste verandermomenten. Op basis van Aanwijzing voor de regelgeving 174, vierde
lid, onderdeel a, is dat toegestaan indien aanmerkelijke ongewenste nadelen voor de
doelgroep worden voorkomen. Voor artikel I, onderdeel C, en artikel II is dat, zoals
in de toelichting bij die artikelen is toegelicht, het geval.
Voor wat betreft de inwerkingtreding van artikel I, onderdelen A en B, wordt gebruik
gemaakt van de mogelijkheid dat in geval van implementatie voortkomend uit internationale
verplichtingen wordt afgeweken van de vaste verandermomenten (Aanwijzing 174, vierde
lid, onderdeel d, van de Aanwijzingen voor de regelgeving). De verplichte Code ter
beperking van geluidhinder aan boord van schepen (resolutie MSC.337(91) is reeds per
1 juli 2014 in werking getreden. De in genoemde onderdelen A en B opgenomen bepalingen
zouden eerst in een ander traject worden meegenomen. Echter, door de vertraging van
dat traject zijn de bepalingen ter implementatie van de nieuwe Code nog niet in werking
getreden.
De sector heeft inmiddels om duidelijkheid gevraagd over de gelding van de ‘oude’
Code (resolutie A.468(XII)). Daarom is inwerkingtreding op korte termijn nodig.
De Minister van Infrastructuur en Milieu,
M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus