Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van 25 november 2015, nr. IENM/BSK-2015/231783, houdende regels voor het subsidiëren van het verwijderen van asbestdaken (Subsidieregeling verwijderen asbestdaken)

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op de artikelen 3, eerste lid, 4, eerste en tweede lid, en 5 van de Kaderwet subsidies I en M en de artikelen 2, eerste lid, 4, eerste en tweede lid, 5, tweede lid, 8, eerste lid, 10, tweede en vierde lid en 13 van het Kaderbesluit subsidies I en M;

BESLUIT:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

asbestdak:

asbesthoudend materiaal toegepast als dakbedekking;

gecertificeerd bedrijf:

bedrijf dat in het bezit is van een certificaat als bedoeld in artikel 4.54d, eerste lid, van het Arbeidsomstandighedenbesluit;

Kaderbesluit:

Kaderbesluit subsidies I en M;

landelijk asbestvolgsysteem:

digitale voorziening voor het registreren en melden van stappen in de procedure van asbestverwijdering, raadpleegbaar op: www.asbestvolgsysteem.nl;

minister:

Minister van Infrastructuur en Milieu.

Artikel 2. Doel van de regeling

Deze regeling heeft tot doel het stimuleren van de verwijdering van asbestdaken.

Artikel 3. Verstrekken van subsidie

  • 1. De minister kan op aanvraag een subsidie verstrekken voor de verwijdering van een asbestdak in Nederland aan degene voor wiens rekening het asbestdak is verwijderd.

  • 2. Een gemeente of provincie komt niet in aanmerking voor subsidie, als deze subsidie een specifieke uitkering is als bedoeld in artikel 15a, eerste lid, van de Financiële-verhoudingswet.

Artikel 4. Subsidieplafond en wijze van verdelen

  • 1. Het subsidieplafond voor 2016 bedraagt € 10 miljoen.

  • 2. De minister stelt het subsidieplafond voor de daaropvolgende jaren vast en maakt dit bekend in de Staatscourant voor de aanvang van het tijdvak waarvoor het wordt vastgesteld.

  • 3. De verdeling van de beschikbare gelden vindt plaats op basis van de volgorde van binnenkomst van de aanvragen.

  • 4. Voor een aanvraag die wordt ingediend nadat het subsidieplafond voor dat jaar is bereikt, geldt voor de toepassing van deze regeling, met uitzondering van artikel 6, eerste lid, als datum van ontvangst 1 januari van het daaropvolgende kalenderjaar.

Artikel 5. Subsidiebedrag

  • 1. De subsidie bedraagt € 4,50 per m2 verwijderd asbestdak.

  • 2. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid bedraagt de subsidie per adres ten hoogste € 25.000,–.

  • 3. Subsidiebedragen die reeds door een bestuursorgaan zijn verstrekt voor de subsidiabele kosten of een deel daarvan, worden overeenkomstig artikel 5, tweede lid, van het Kaderbesluit niet in mindering gebracht op de subsidie waarvoor de aanvrager krachtens deze regeling in aanmerking komt.

Artikel 6. Aanvraag en aanvraagtermijn

  • 1. Een aanvraag voor subsidie wordt uiterlijk zes maanden na uitvoering van de verwijdering van het asbestdak ingediend.

  • 2. Onverminderd het eerste lid wordt een aanvraag voor subsidie vanaf 4 januari 2016 9.00 uur en uiterlijk op 31 december 2019 17.00 uur ingediend bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, met gebruikmaking van een digitaal formulier beschikbaar via de website van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.

  • 3. De aanvraag gaat vergezeld van de factuur voor het verwijderen van het asbestdak.

  • 4. De factuur, bedoeld in het derde lid, bevat ten minste de volgende gegevens:

    • a. het aantal verwijderde m2 asbestdak;

    • b. de datum waarop de verwijdering van het asbestdak is voltooid;

    • c. het nummer dat is toegewezen aan het object in het landelijk asbestvolgsysteem, waar het asbestdak onderdeel van uitmaakt;

    • d. de adresgegevens van het object waarvan het asbestdak is verwijderd, en

    • e. de ascert/SCA-code van het gecertificeerde bedrijf dat de asbestsanering uitvoert.

  • 5. Artikel 10, vierde lid, aanhef en onder a tot en met e en g, van het Kaderbesluit is niet van toepassing.

Artikel 7. Afwijzingsgronden

  • 1. De minister beslist afwijzend op een aanvraag om subsidie indien:

    • a. het asbestdak niet is verwijderd;

    • b. de oppervlakte van het geïnventariseerde asbestdak kleiner is dan of gelijk aan 35 m2;

    • c. de verwijdering van het asbestdak niet is uitgevoerd door een gecertificeerd bedrijf;

    • d. de verwijdering van het asbestdak heeft plaatsgevonden voor 1 januari 2016;

    • e. in de aanvraag wordt verzocht om uitbetaling van de subsidie op een rekening die niet van de aanvrager is; of

    • f. de melding van de verwijdering niet is ingevoerd in het landelijk asbestvolgsysteem.

Artikel 8. Vaststelling

De minister stelt binnen dertien weken na ontvangst van de subsidieaanvraag de subsidie vast zonder voorafgaande verleningbeschikking.

Artikel 9. Inwerkingtreding

  • 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2016.

  • 2. Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2020, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op voor die datum aangevraagde subsidies.

Artikel 10. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling verwijderen asbestdaken.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, S.A.M. Dijksma

TOELICHTING

1. Doel en aanleiding

Asbestdaken verweren in de buitenlucht waardoor er asbestvezels vrijkomen in de leefomgeving. Het inademen daarvan kan schadelijk zijn voor de gezondheid van mensen. Om het risico voor de gezondheid te beperken wordt het houden van asbestdaken vanaf 1 januari 2024 verboden. Dit wordt geregeld met een wijziging van artikel 10 van het Asbestverwijderingsbesluit 2005. Het verbod heeft als gevolg dat de eigenaren van asbestdaken in de periode 2016–2024 het asbestdak moeten laten verwijderen.

Op dit moment is er nog ongeveer 120 miljoen m2 asbestdaken aanwezig. 105 miljoen m2 ligt op bedrijfsgebouwen (75% agrarisch) en 15 miljoen m2 op woningen. Per jaar wordt nu ongeveer 4 miljoen m2 van deze daken verwijderd. Met een voortzetting van dit tempo zou het verwijderen en vervangen van de gehele oppervlakte asbestdaken duren tot 2044.

Deze subsidieregeling heeft als doel de verwijdering van asbestdaken in de jaren 2016–2019 aan te jagen, zodat de doelstelling om alle asbestdaken in 2024 verwijderd te hebben kan worden gehaald. Het verbod en de subsidieregeling zien uitsluitend op asbesthoudende toepassingen in daken die in contact staan met de buitenlucht (bijvoorbeeld dakbedekking van asbestgolfplaten en dakleien met asbest) en door verwering zorgen voor verspreiding van asbestvezels naar de leefomgeving.

In het Kaderbesluit subsidies IenM (hierna: Kaderbesluit) zijn procedureregels opgenomen die eveneens op de uitvoering van deze subsidieregeling van toepassing zijn. In bepaalde gevallen mag bij ministeriële regeling worden afgeweken. Hiervan is gebruik gemaakt, met het oog op het minimaliseren van administratieve lasten, in de artikelen 5, derde lid en 6, vijfde lid, van deze regeling.

2. De regeling

2.1 Wie kunnen aanvragen?

De subsidie kan worden aangevraagd door degene voor wiens rekening de verwijdering van het asbestdak komt. Dit zal in de meeste gevallen de eigenaar van het asbestdak zijn. Particulieren en (agrarische) ondernemers komen in gelijke mate in aanmerking voor de subsidie.

Gemeenten en provincies kunnen in het bezit zijn van gebouwen met asbestdaken. Wanneer zij optreden als eigenaar van dat gebouw, zoals bedoeld in artikel 15a, tweede lid, van de Financiële-verhoudingswet, komen zij op dezelfde wijze in aanmerking voor subsidie als particulieren en ondernemingen. Wanneer een decentrale overheid een asbestsanering uitvoert uit hoofde van een wettelijke taak is subsidieverlening uitgesloten. In dat geval is de financiering geregeld bij de betreffende wettelijke taak.

2.2 Omvang subsidie

De omvang van de subsidie is € 4,50,– per m2 verwijderd asbestdak, met een maximum van € 25.000,– per adres.

Het is op grond van artikel 3 Asbestverwijderingsbesluit niet toegestaan om asbest te verwijderen zonder dat een inventarisatie is uitgevoerd. Omdat de subsidie na de verwijdering wordt uitbetaald, wordt bij de aanvraag alleen vereist dat de factuur wordt meegestuurd. Aan de factuur worden diverse inhoudelijke eisen gesteld, zodat bijvoorbeeld eenvoudig kan worden afgelezen hoeveel m2 asbestdak daadwerkelijk is verwijderd. Dit maakt ook mogelijk dat een eigenaar van meerdere asbestdaken op een perceel de sanering stapsgewijs (per dak) uitvoert. Het inventarisatierapport en de melding van verwijdering in het landelijk asbestvolgsysteem (LAVS) kunnen dienen als controlemiddel van de hoeveelheid verwijderde m2 asbestdak.

De totale hoeveelheid asbestdak op een object moet minimaal 35 m2 beslaan om in aanmerking te komen voor subsidie. Deze grens valt samen met de eis om in alle gevallen de verwijdering uit te laten voeren door een gecertificeerd bedrijf. Dergelijke asbestverwijderingen zijn minder fraudegevoelig en kostbaarder, waardoor een subsidie meer op zijn plaats is.

Het is mogelijk dat een asbestdak in fases wordt verwijderd. De subsidieregeling staat hier niet aan in de weg. Het is in die situatie ook mogelijk dat deelverwijderingen minder dan 35 m2 beslaan. Deze verwijderingen komen voor subsidie in aanmerking, zo lang de totale geïnventariseerde hoeveelheid asbestdak op het adres meer dan 35 m2 beslaat.

Ook met deze ondergrens komt de opdrachtgever voor relatief kleine verwijderingen in aanmerking voor subsidie. Gelet op de mogelijkheid van lage subsidies wordt de toegang tot subsidie laagdrempelig ingericht (zie paragraaf 2.3).

De subsidie bedraagt maximaal € 25.000,– per adres. Binnen dit maximumbedrag kan verwijdering van omvangrijke asbestdaken worden gesubsidieerd. Veruit het merendeel van de asbestsaneringen is van een (veel) kleinere schaal. Het mogelijk maken van subsidies die dit bedrag overschrijden past niet bij de laagdrempelige opzet van de subsidieregeling.

Voor de totale subsidieperiode is een bedrag van 75 miljoen euro beschikbaar. Dit wordt in delen beschikbaar gesteld, waardoor per jaar een subsidieplafond geldt. Het subsidieplafond wordt jaarlijks bekend gemaakt.

2.3 Eenvoudige uitvoering

Deze subsidieregeling wordt uitgevoerd door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, onderdeel van het Ministerie van Economische Zaken. Mandaat en machtiging daartoe is verleend in het Besluit mandaat, volmacht en machtiging algemeen directeur Rijksdienst voor Ondernemend Nederland op het terrein van het ministerie van Infrastructuur en Milieu 2015. De regeling is zodanig vormgegeven dat deze tot zo min mogelijk administratieve lasten voor aanvragers zal leiden. Tegelijkertijd zijn wel afdoende waarborgen tegen misbruik opgenomen.

Er is gekozen voor het verstrekken van subsidie nadat de asbestverwijdering heeft plaatsgevonden. Daardoor kan bij de verstrekking van de subsidie maximaal gebruik worden gemaakt van de informatie die reeds in het proces van asbestverwijdering is verzameld (inventarisatie, melding van verwijdering). Dit vermindert de administratieve lasten voor de aanvrager en maakt controle van de aanvraag zo eenvoudig mogelijk. De aanvrager kan volstaan met de factuur van de verwijdering waarin onder meer de datum van verwijdering en het nummer het nummer dat is toegewezen aan het object in het LAVS, waar het asbestdak onderdeel van uitmaakt is opgenomen. De inventarisatie en melding van verwijdering, die de aanvraag valideren, kan rechtstreeks uit het LAVS worden geraadpleegd. Hiermee wordt de procedure eenvoudiger voor de aanvrager.

De aanvrager kan de subsidie pas aanvragen nadat de asbestverwijdering is uitgevoerd. Daardoor moet de aanvrager het subsidiebedrag zelf voorschieten. Gelet op het feit dat de subsidie een beperkte bijdrage aan het totaalbedrag van sanering is, weegt dit nadeel niet op tegen de efficiency voordelen. In dit verband is nog van belang dat met de subsidie wordt beoogd de verwijdering van asbestdaken aan te jagen. Ook zonder subsidie geldt immers de verplichting vanaf 1 januari 2024 om het asbestdak verwijderd te hebben.

Omdat er een subsidieplafond is, ontstaat de mogelijkheid dat een asbestverwijdering wordt uitgevoerd maar dat (in het betreffende jaar) geen subsidie meer beschikbaar is. Dit moet zoveel mogelijk worden voorkomen. Daarom publiceert de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland periodiek op de website www.rvo.nl de mate waarin het subsidiebudget is benut. Daarnaast bepaalt de subsidieregeling dat een aanvraag, die wordt ingediend op het moment waarop voor het betreffende jaar het subsidieplafond is bereikt, wordt doorgeschoven naar 1 januari van het daaropvolgende jaar. Daarmee wordt voorkomen dat aanvragen moeten worden afgewezen wegens het bereiken van het subsidieplafond in het betreffende kalenderjaar, terwijl het opnieuw indienen van een aanvraag in het daaropvolgende kalenderjaar niet meer mogelijk is omdat de termijn waarbinnen de aanvraag moet worden ingediend, inmiddels is verstreken. De fictieve ontvangstdatum van 1 januari van het daaropvolgende jaar geldt niet voor de toets op grond van artikel 6, eerste lid. Hiervoor wordt de feitelijke ontvangstdatum gehanteerd. Dit is noodzakelijk omdat anders de aanvragen die worden doorgeschoven zouden moeten worden geweigerd als de datum van verwijdering meer dan 6 maanden voor 1 januari van het volgende jaar ligt.

Eigenaren van asbestdaken die de verwijdering pas laten uitvoeren na 2019, of eerder als het totale beschikbare bedrag aan subsidie is uitgeput, komen niet meer voor subsidie in aanmerking.

De aanvraag van de subsidie kan digitaal geschieden. Om in te kunnen loggen, heeft de particuliere aanvrager een DigiD, en hebben bedrijven en non-profitorganisaties eHerkenning (niveau 1) nodig.

Het doel van de subsidie is om in de komende jaren de verwijdering van asbestdaken aan te jagen. Daarvoor is van belang dat subsidie wordt verleend voor de verwijdering van asbestdaken die onlangs heeft plaatsgevonden. Het verbod op asbestdaken is halverwege 2015 aangeboden aan de Tweede Kamer. Vanaf 4 januari 2016 wordt het mogelijk om subsidie aan te vragen. De aanvraag moet worden ingediend binnen zes maanden na de verwijdering. Deze termijn gaat lopen vanaf de dag waarop de verwijdering is voltooid.

Aanvragen voor subsidie die later binnenkomen dan zes maanden na de verwijdering van het asbestdak, of buiten de termijn genoemd in het tweede lid van artikel 6, worden afgewezen op grond van artikel 11 van het Kaderbesluit subsidies I en M.

De aanvraag gaat vergezeld van een factuur. In artikel 6, vierde lid, zijn enkele inhoudelijke vereisten aan de factuur gesteld. In overleg met de branche zal worden geborgd dat facturen die worden verstrekt voor de verwijdering van asbestdaken aan deze eisen voldoen. Overige documenten zoals het betalingsbewijs hoeven niet te worden verstrekt bij de aanvraag. Wel is de subsidieontvanger op grond van artikel 19, derde lid, van het Kaderbesluit verplicht de gegevens te bewaren waaruit blijkt dat de asbestverwijdering is uitgevoerd. Dit kan onder meer het bewijs van betaling aan het gecertificeerde asbestverwijderingsbedrijf zijn.

De subsidie wordt op volgorde van binnenkomst van de aanvragen vastgesteld, zolang het budget toereikend is. Op grond van artikel 8, derde lid, van het Kaderbesluit geldt de datum van binnenkomst van de aanvraag, die voldoet aan alle wettelijke eisen, als de datum van ontvangst en dus niet de datum waarop een onvolledige aanvraag (aanvraag die nog aanvulling behoeft) wordt ingediend.

Sommige verplichtingen uit het Kaderbesluit zijn buiten toepassing verklaard om de administratieve lasten te beperken.

Samenloop met andere subsidies is toegestaan.

2.4 Afwijzingsgronden

De regeling kent verschillende afwijzingsgronden. Indien deze van toepassing zijn, wordt er geen subsidie verstrekt.

De afwijzingsgronden zijn:

  • Het asbestdak is (nog) niet verwijderd.

    Zoals onder 2.3 is aangegeven wordt de subsidie pas verstrekt als het dak ook daadwerkelijk is verwijderd. De aanvrager toont de verwijdering aan door een factuur, met vermelding van de datum waarop de verwijdering van het asbestdak is voltooid, die is ontvangen van het gecertificeerde verwijderingsbedrijf. De aangeleverde informatie kan onder andere worden gecontroleerd door deze te vergelijken met informatie uit het LAVS.

  • De geïnventariseerde oppervlakte asbestdak op het betreffende adres is kleiner dan of gelijk aan 35 m2.

    Het totale geïnventariseerde oppervlak van asbestdak moet groter zijn dan 35 m2. Het is mogelijk om subsidie in delen aan te vragen, bijvoorbeeld voor een verwijdering van 20 m2 en een verwijdering van 16 m2, zolang beide verwijderingen maar op hetzelfde adres plaatsvinden. Er is een maximaal subsidiebedrag per adres van € 25.000.

  • De verwijdering is niet door een gecertificeerd bedrijf uitgevoerd.

    Het verwijderen van meer dan 35 m2 asbest moet in alle gevallen worden gedaan door een gecertificeerd bedrijf op grond van artikel 6, eerste lid, van het Asbestverwijderingsbesluit 2005. Op grond van het derde lid van dat artikel kan aan de opdrachtgever een boete worden opgelegd, wanneer de asbestverwijdering is uitgevoerd door een niet gecertificeerd bedrijf.

  • In de aanvraag wordt verzocht om uitbetaling van de subsidie op een rekening die niet van de aanvrager is.

    Deze afwijzingsgrond is opgenomen om de kans op misbruik of oneigenlijk gebruik bij de subsidieregeling verder te beperken.

  • de melding van de verwijdering is niet ingevoerd in het landelijk asbestvolgsysteem.

    Het LAVS is een digitaal hulpmiddel voor professionele opdrachtgevers, bedrijven en overheden om overzicht te houden op de asbestverwijdering. De voornaamste documenten en meldingen worden opgenomen in het systeem zodat inzichtelijk is of een asbestverwijdering aan alle formaliteiten voldoet. Het gebruik van dit systeem is op dit moment nog niet voorgeschreven, echter om aanspraak te maken op deze subsidie is het wel verplicht om dit systeem te gebruiken. Doordat in dit systeem veel documentatie wordt gekoppeld, die door verschillende gecertificeerde bedrijven wordt aangeleverd, is goed te controleren of een aanvraag voor een subsidie klopt, zonder dat de aanvrager veel documenten hoeft aan te leveren bij de subsidieaanvraag.

    Particuliere opdrachtgevers hebben geen toegang tot het LAVS. Zij zullen op gebruik van het systeem moeten aandringen bij de bedrijven die zij inschakelen. De branche zal worden geïnformeerd dat zij het systeem moeten gebruiken om de opdrachtgever in aanmerking te laten komen voor subsidie op grond van deze regeling.

3. Administratieve lasten

Deze regeling levert geringe administratieve lasten op voor aanvragers. Particulieren, ondernemingen en non-profit organisaties kunnen subsidie aanvragen met een factuur. De factuur zou ook worden verstrekt als er geen subsidie werd aangevraagd. De eis om een factuur aan te leveren levert daarom geen (extra) administratieve last voor de aanvrager op.

Het LAVS is ontwikkeld om op eenvoudige wijze te kunnen voldoen aan de administratieve verplichting (meldingen etc.) die voor de verwijdering van asbest geldt. Het gebruik van deze faciliteit levert dan ook geen extra lasten op voor de bedrijven die asbestsaneringen uitvoeren.

De subsidie wordt digitaal aangevraagd met behulp van DigiD (particulieren) of eHerkenning Niveau 1 (niet-particulieren). Het doen van een subsidieaanvraag, inclusief het lezen van de informatie op de website van RVO.nl, kost de aanvrager naar verwachting ongeveer een uur. RVO.nl zal steekproefsgewijs controles uitvoeren. Het aantal steekproeven is afhankelijk van de bevindingen uit de steekproeven, maar zal waarschijnlijk rond de 10% liggen. Voor aanvragers die in de controlesteekproef vallen, kost dit ca. 30 minuten voor het opsturen van relevante documenten. Met het budget van deze subsidieregeling (75 miljoen euro) kan ruim 16 miljoen m2 asbestdak met subsidie worden verwijderd.

4. Vaste verandermomenten

Doordat is gekozen voor een inwerkingtredingsdatum van 1 januari 2016 wordt aangesloten bij een voor ministeriële regelingen geldend vast verandermoment. Van de vaste invoeringstermijn van tenminste twee maanden wordt afgeweken. Reden daarvan is het openbaar belang dat gediend is met een zo snel mogelijke verwijdering van asbestdaken. De regeling geldt voor een periode van vier jaar en vervalt op 1 januari 2020. Zij blijft uiteraard van toepassing op de afhandeling van de vóór dat tijdstip ontvangen subsidieaanvragen.

5. Europeesrechtelijke aspecten

In verband met het algehele verbod op asbestdaken per 1 januari 2024 wordt het verwijderen van asbestdaken met deze subsidieregeling gestimuleerd. Dit is een generieke stimuleringsmaatregel die voor alle eigenaren van asbestdaken (particulieren, non-profit -organisaties, overheden en bedrijven) onder gelijke voorwaarden van toepassing is.

Alleen een steunmaatregel die selectief is (en waarbij alleen bepaalde ondernemingen direct of indirect worden bevoordeeld) valt onder de definitie van staatssteun in de zin van artikel 107 van het Verdrag betreffende werking van de Europese Unie. Aangezien de onderhavige subsidieregeling voor alle eigenaren van asbestdaken onder gelijke voorwaarden van toepassing is, is geen sprake van een steunmaatregel die aan de Europese Commissie behoeft te worden gemeld.

Het voordeel dat de asbestbranche via deze regeling kan krijgen, is een (tijdelijke) vergroting van de orderportefeuille en daarmee een verhoging van de omzet. Elke gecertificeerde onderneming, ongeacht waar die gevestigd is, kan van dat voordeel profiteren.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, S.A.M. Dijksma

Naar boven