Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 17 november 2015, nr. 2015-0000286476, tot wijziging van de Aanwijzingsregeling toezichthoudende ambtenaren en ambtenaren met specifieke uitvoeringstaken op grond van SZW wetgeving in verband met de inwerkingtreding van de Wet lokaal spoor per 1 december 2015

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 24, eerste en tweede lid, van de Arbeidsomstandighedenwet;

Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

Besluit:

ARTIKEL I

In artikel 3.3b van de Aanwijzingsregeling toezichthoudende ambtenaren en ambtenaren met specifieke uitvoeringstaken op grond van SZW wetgeving wordt ‘een spoor- of tramweg als bedoeld in artikel 1, sub b, van de Spoorwegwet en artikel 1, eerste lid, van de Wet van 9 juli 1900, houdende nadere regeling van den dienst en het gebruik van spoorwegen, waarop uitsluitend met beperkte snelheid wordt vervoerd (Stb. 118)’ vervangen door: een spoorweg als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Spoorwegwet, met uitzondering van de spoorwegen, genoemd in artikel 2 van het Besluit bijzondere spoorwegen.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 december 2015.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 17 november 2015

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher

TOELICHTING

Vanwege twee wijzigingen in de spoorregelgeving is er een noodzaak tot aanpassing van de verwijzingen in artikel 3.3b van de Aanwijzingsregeling toezichthoudende ambtenaren en ambtenaren met specifieke uitvoeringstaken op grond van SZW wetgeving naar de Spoorwegwet en de Wet van 9 juli 1900, houdende nadere regeling van den dienst en het gebruik van spoorwegen, waarop uitsluitend met beperkte snelheid wordt vervoerd (Stb. 118), hierna te noemen de Locaalspoor- en Tramwegwet. Daartoe is in genoemde aanwijzingsregeling de verwijzing naar de Spoorwegwet gewijzigd en is de verwijzing naar de Locaalspoor- en Tramwegwet komen te vervallen. De Locaalspoor- en Tramwegwet wordt namelijk per 1 december 2015 ingetrokken. In plaats daarvan worden belangrijke onderdelen uit de Locaalspoor- en Tramwegwet geregeld in de nieuwe Wet lokaal spoor. Een verwijzing naar de Wet lokaal spoor is echter onnodig. In deze nieuwe wet is namelijk niet langer sprake van tramwegen, maar van spoorwegen die zijn aangewezen als lokaal spoor. De verwijzing naar tramwegen is daarom eveneens komen te vervallen. Gekozen is voor de aanduiding van een spoorweg als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Spoorwegwet. De aangewezen hoofdspoorwegen en aangewezen lokale spoorwegen vallen onder de reikwijdte van deze begripsbepaling. Verder zijn de uitzonderingen in artikel 2 van het Besluit bijzondere spoorwegen van overeenkomstige toepassing op het toezicht op de naleving van de genoemde bepalingen uit de arbeidsomstandighedenregelgeving zodat aangesloten wordt bij de overige spoorse toezichtstaken van de Inspectie Leefomgeving en Transport.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher

Naar boven