Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 16 november 2015, 2015-0000285798, tot houdende de wijziging van het Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit secretaris-generaal SZW 2009 en het Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit directie Communicatie 2011

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op de artikelen 4, vierde lid, aanhef en onderdeel a, en 23, eerste lid, van het Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit SZW 2009 en 3, eerste lid, aanhef en onderdeel k, en 11 van het Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit secretaris-generaal SZW 2009;

Besluit:

ARTIKEL I

Het Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit secretaris-generaal SZW 2009 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 6, onderdeel b, komt te luiden:

• b. de ondersteuning van de bewindspersonen en de directies op het gebied van publiciteit en externe optredens, de advisering van de beleidsdirecties over de wijze waarop het beleid kan worden gecommuniceerd aan de voor hen relevante doelgroepen en de behandeling van burgercorrespondentie.

B

Onder vernummering van het tweede tot en met het zevende lid tot het derde tot en met het achtste lid, wordt in artikel 10 een lid ingevoegd, luidende:

• 2. De directeur Communicatie is, in afwijking van artikel 15, tweede lid, van het Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit SZW 2009, voorts bevoegd tot het ondertekenen van brieven ter beantwoording van persoonlijke brieven gericht aan de minister, indien deze van algemene aard zijn of betrekking hebben op een uitvoeringsinstelling.

ARTIKEL II

Het Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit directie Communicatie 2011 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 6, eerste lid, onderdeel a, komt te luiden:

• a. het beantwoorden van burgercorrespondentie inhoudende persoonlijke brieven gericht aan de bewindspersonen of burgerbrieven gericht aan het ministerie;

B

Artikel 8, vierde lid, komt te luiden:

In aanvulling op het eerste lid wordt aan het hoofd en de teamleider van de afdeling Publiek en Informatie mandaat en machtiging verleend met betrekking tot:

• a. het paraferen van concepten van antwoorden op persoonlijke brieven die direct aan bewindspersonen gericht zijn;

• b. het ondertekenen van de vervolgcorrespondentie naar aanleiding van persoonlijke brieven die aan bewindspersonen gericht zijn;

• c. het ondertekenen van burgerbrieven die aan het ministerie gericht zijn.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 december 2015.

Deze regeling zal in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 16 november 2015

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher