De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Gelet op artikel 3, tweede lid, van het Coördinatiebesluit organisatie en bedrijfsvoering
rijksdienst 2011, artikel 10:3 van de Algemene wet bestuursrecht en de artikelen 4,
vierde lid, aanhef en onderdeel a, en 23, eerste lid, van het Organisatie-, mandaat-
en volmachtbesluit SZW 2009;
Besluit:
ARTIKEL I
In artikel 5, tweede lid, onderdelen c en d, artikel 16, vierde en vijfde lid, en
artikel 23, tweede lid, onderdeel d, van het Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit
SZW 2009 wordt ‘€ 500.000,–’ telkens vervangen door: € 1.000.000,–.
ARTIKEL II
Artikel 10, derde lid, van het Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit secretaris-generaal
SZW 2009 komt als volgt te luiden:
-
3. De directeur Financieel Economische Zaken is voorts bevoegd tot het nemen van besluiten
over en het vaststellen en ondertekenen van stukken die betrekking hebben op de voorlopige
buiteninvorderingstelling van vorderingen op derden, de definitieve buiteninvorderingstelling
van vorderingen op derden en de kwijtschelding van vorderingen op derden van ten hoogste
€ 1.000.000,–.
ARTIKEL III
Het Besluit mandaat, volmacht en machtiging Dienst Uitvoering Onderwijs Wet- en regelgeving
inburgering wordt ingetrokken.
ARTIKEL IV
-
1. Deze regeling treedt, met uitzondering van artikel III, in werking met ingang van
de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, en
werkt terug tot en met 1 september 2015.
-
2. Artikel III treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van
de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, en werkt terug tot en met 1 januari 2013.
Den Haag, 13 november 2015
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
L.F. Asscher
TOELICHTING
De wijzigingsregeling regelt dat in het Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit
SZW 2009 het grensbedrag van de secretaris-generaal om besluiten te nemen met betrekking
tot de voorlopige en definitieve buiteninvorderingstelling en kwijtschelding van vorderingen
op derden is verhoogd naar vorderingen van ten hoogste € 1.000.000,– (dit was € 500.000,–).
Ook is het grensbedrag van bewindspersonen om besluiten te nemen met betrekking tot
de definitieve buiteninvorderingstelling en kwijtschelding van vorderingen op derden
verhoogd naar vorderingen van meer dan € 1.000.000,– (dit was € 500.000,–). Verder
is gewijzigd dat de bevoegdheid ten aanzien van de voorlopige buiteninvorderingstelling
van vorderingen op derden van meer dan € 1.000.000,– niet kan worden doorverleend
aan anderen dan de secretaris-generaal, de plaatsvervangend secretaris-generaal, de
directeur-generaal Participatie en Inkomenswaarborg, de directeur-generaal Werk en
de inspecteur-generaal Sociale Zaken en Werkgelegenheid (dit was € 500.000,–).
Het Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit secretaris-generaal SZW 2009 is gewijzigd,
zodat de directeur Financieel Economische Zaken bevoegd is tot het nemen van besluiten
over en het vaststellen en ondertekenen van stukken die betrekking hebben op de voorlopige
buiteninvorderingstelling van vorderingen op derden, de definitieve buiteninvorderingstelling
van vorderingen op derden en de kwijtschelding van vorderingen op derden van ten hoogste
€ 1.000.000,–.
De verhoogde bedragen zijn in lijn met de Regeling kwijtschelding en buiteninvorderingstelling
2014 van het ministerie van Financiën en het instemmingsbedrag van de Minister van
Financiën.
Het Besluit mandaat, volmacht en machtiging Dienst Uitvoering Onderwijs Wet- en regelgeving
inburgering uit 2009 wordt met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2013 ingetrokken.
Door een omissie is deze regeling niet ingetrokken in het (reeds ingetrokken) Besluit
mandaat, volmacht en machtiging Dienst Uitvoering Onderwijs Wet- en regelgeving inburgering
2013.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
L.F. Asscher