Besluit tot 43e wijziging Regeling Regio Rivierenland
Logo Tiel
De raad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeenten Buren, Culemborg, Geldermalsen, Lingewaal, Maasdriel, Neder-Betuwe, Neerijnen, Tiel, Zaltbommel en West Maas en Waal, ieder voor zover het zijn bevoegdheid betreft;
 
gelezen de brief van het Dagelijks Bestuur van de Regio Rivierenland van 24 juni 2015;
 
overwegende dat het Algemeen Bestuur van de Regio Rivierenland op 24 juni 2015 heeft besloten om de deelnemende gemeenten voor te stellen de Regeling Regio Rivierenland te wijzigen met betrekking tot aspecten als gevolg van de vernieuwde bestuursstructuur, de wijzigingen in de Wet gemeenschappelijke regelingen en de afsplitsing van Avri;
 
gelet op de Wet gemeenschappelijke regelingen, de Gemeentewet en de Regeling Regio Rivierenland, zoals deze luidt na de 42e wijziging:
besluiten:
tot vaststelling van de 43e wijziging van de Regeling Regio Rivierenland, luidende als volgt:
Artikel I
A
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
In het eerste lid vervallen de onderdelen f, g, h, i en k
In het tweede lid vervallen de onderdelen f, g, h en i.
B
Artikel 2, eerste lid, komt te luiden als volgt:
Er is een openbaar lichaam, genaamd Regio Rivierenland.
C
Artikel 3, tweede lid, komt te luiden als volgt:
  • 2.
    Het Algemeen Bestuur is bevoegd commissies als bedoeld in artikel 24, eerste en tweede lid, en 25, eerste lid, van de wet in te stellen.
D
Artikel 5, eerste lid, wordt gewijzigd als volgt:
Onderdeel a vervalt.
E
Artikel 7 wordt gewijzigd als volgt:
De leden 1 en 2 komen te luiden:
  • 1.
    Ten behoeve van de uitvoering van de in artikel 5, eerste lid, onderdeel b, genoemde taken komen aan het bestuur van het openbaar lichaam alle bevoegdheden tot regeling en bestuur toe als die daarvoor bij of krachtens enig wettelijk voorschrift aan de gemeentebesturen zijn of worden toegekend, met dien verstande dat aan het bestuur van het openbaar lichaam niet de bevoegdheid wordt overgedragen belastingen of rechten te heffen
  • 2.
    De bestuursorganen van de gemeenten oefenen hun bevoegdheden tot regeling en bestuur niet uit ten aanzien van gemeentelijke taken, genoemd in artikel 5, eerste lid, onderdeel b.
     
De leden drie en vier vervallen.
F
Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:
  • a.
    Voor de tekst wordt de aanduiding 1. geplaatst;
  • b.
    Er wordt een lid toegevoegd dat luidt als volgt:
  • 2.
    Voor ieder lid wordt een plaatsvervanger aangewezen, met dien verstande dat voor de plaatsvervanger van het gemeenschappelijk lid als bedoeld in artikel 14 het bepaalde in het tweede lid van dat artikel van toepassing is.
G
Artikel 9, derde lid, wordt als volgt gewijzigd:
De slotzin komt te luiden als volgt:
Het gemeenschappelijk lid komt een stem toe.
H
Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:
De aanduiding 1. voor het eerste lid vervalt.
Het tweede lid vervalt.
I
Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:
De leden een, twee en drie komen te luiden als volgt:
  • 1.
    Het aantal leden van het Dagelijks Bestuur bedraagt tenminste drie, onverminderd het bepaalde in artikel 14, derde lid, van de wet.
  • 2.
    De leden van het Algemene Bestuur benoemen de leden van het Dagelijks Bestuur uit hun midden.
  • 3.
    De aanwijzing van de leden van het Dagelijks Bestuur geschiedt in de eerste vergadering van het Algemeen Bestuur in zijn nieuwe samenstelling.
J
Artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:
Het tweede lid komt te luiden als volgt:
  • 2.
    Door het Algemeen Bestuur wordt uit de overige leden van het Dagelijks Bestuur, als bedoeld in artikel 13, tweede lid, een plaatsvervangend voorzitter benoemd.
K
Artikel 15 wordt als volgt gewijzigd:
Het zesde lid komt te luiden als volgt:
  • 6.
    het bepaalde in het eerste tot en met vijfde lid is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de voorzitter en de bestuurscommissies als bedoel in artikel 3, tweede lid.
Het zevende lid vervalt.
L
Artikel 21 komt te luiden als volgt:
Artikel 21 Secretaris
  • 1.
    Het Dagelijks Bestuur besluit omtrent benoeming, schorsing en ontslag van de secretaris. Deze wordt bij verhindering of ontstentenis vervangen door een door het Dagelijks Bestuur aan te wijzen ambtenaar van het openbaar lichaam.
  • 2.
    De secretaris staat het Algemeen Bestuur, het Dagelijks Bestuur, de voorzitter en, indien deze zijn ingesteld, de bestuurscommissies als bedoel in artikel 3, tweede lid, bij alles wat de hen opgedragen taak aangaat, terzijde.
  • 3.
    Door de secretaris worden alle stukken, die van het Algemeen en het Dagelijks Bestuur uitgaan mede ondertekend.
  • 4.
    Het Dagelijks Bestuur kan voor de secretaris een instructie vaststellen, gehoord het Algemeen Bestuur.
M
Artikel 22 wordt als volgt gewijzigd.
Het tweede lid vervalt.
Het derde lid komt te luiden:
  • 3.
    Het Dagelijks Bestuur kan voor de in het eerste lid genoemde functionarissen een instructie vaststellen.
N
Artikel 23, eerste lid, komt te luiden als volgt:
  • 1.
    Het Dagelijks Bestuur beslist over de benoeming, schorsing en ontslag van de overige ambtenaren van het openbaar lichaam.
O
Artikel 24 komt te luiden als volgt:
Artikel 24
Het Dagelijks Bestuur regelt overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 125 en 134 van de Ambtenarenwet de rechtspositie van de secretaris en de overige personeelsleden van het openbaar lichaam.
P
Artikel 24a vervalt.
Q
Hoofdstuk XI wordt als volgt gewijzigd:
 
De artikelen 25 en 26 vervallen.
 
Artikel 27,eerste lid, komt te luiden als volgt:
  • 1.
    Het bepaalde in artikel 35, eerste, derde en vierde lid van de wet is niet van toepassing op af- en overschrijvingen op de posten van de begroting, alsmede op andere ontwerpwijzigingen voor zover daaruit geen verhoging van de gemeentelijke bijdragen voortvloeit.
     
Artikel 28, zesde lid, komt te luiden als volgt:
  • 6.
    De gemeenten betalen bij wijze van voorschot, op basis van kwartaalnota's telkens één vierde gedeelte van de voor dat jaar geraamde bijdrage.
     
Artikel 29 wordt gewijzigd als volgt
Het eerste lid, komt te luiden::
  • 1.
    Van de inkomsten en uitgaven van het openbaar lichaam wordt door het Dagelijks Bestuur over het dienstjaar aan het Algemeen Bestuur verantwoording gedaan. Het Dagelijks Bestuur voegt daarbij het verslag van het onderzoek naar de deugdelijkheid van de rekening, ingesteld door de krachtens artikel 213, tweede lid van de Gemeentewet aangewezen deskundigen.
     
Het tweede lid, komt te luiden:
  • 2.
    De in het eerste lid bedoelde stukken worden aan het Algemeen Bestuur en aan de raden van de gemeenten toegezonden voor 15 april van het jaar dat volgt op het dienstjaar waarop zij betrekking hebben.
     
Aan artikel 29 wordt een lid toegevoegd dat luidt als volgt:
  • 3.
    De raden kunnen bij het Dagelijks Bestuur hun zienswijze over de voorlopige jaarrekening naar voren brengen. Het Dagelijks Bestuur voegt de commentaren waarin deze zienswijze is vervat bij de jaarrekening, zoals deze aan het Algemeen Bestuur wordt aangeboden ter vaststelling.
     
Artikel 30, vijfde lid, komt te luiden als volgt:
  • 5.
    Voor de berekening van de bijdrage als bedoeld in het voorgaande lid wordt, rekening houdend met inkomsten uit anderen hoofde, uitgegaan van de inwoneraantallen die in de begroting van het betreffende dienstjaar zijn opgenomen. Voor de vaststelling van de aantallen inwoners worden aangehouden de door het Centraal Bureau voor de Statistiek openbaar gemaakte bevolkingscijfers.
R
Artikel 34 komt te luiden als volgt:
Artikel 34 Toetreding
  • 1.
    Toetreding tot de regeling door een of meer bestuursorganen van een andere gemeente kan plaatsvinden op verzoek van en bij gelijkluidend besluit van die bestuursorganen, elk voor zover het hun bevoegdheden betreft.
  • 2.
    Het Algemeen Bestuur kan de toetreding afhankelijk stellen van de voldoening aan bepaalde voorwaarden.
  • 3.
    Voor de totstandkoming van het besluit omtrent de voorwaarden waaronder toetreding kan plaatsvinden van het Algemeen Bestuur als bedoeld in het vorige lid is een meerderheid van tweederde van het aantal uitgebrachte stemmen vereist.
  • 4.
    De toetreding gaat in op de eerste dag van de maand volgend op die waarin het Algemeen Bestuur heeft bewilligd in het in het eerste lid bedoelde verzoek, tenzij door het Algemeen Bestuur in overeenstemming met de toetredende gemeente een andere datum van toetreding wordt vastgesteld.
S
Hoofdstuk XIV wordt gewijzigd als volgt:
De artikelen 38, 39 en 40 vervallen.
T
Artikel 41 komt te luiden als volgt:
Artikel 41 Inzending en bekendmaking regeling
De gemeente Tiel draagt zorg voor de toezending en bekendmaking van deze regeling als bedoeld in artikel 26, eerste en tweede lid, van de wet.
Artikel II Inwerkingtreding
  • a.
    Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2016, onverminderd het bepaalde in artikel 26, tweede lid, van de wet.
  • b.
    In afwijking van het onder a bepaalde, treedt onderdeel I van artikel I in werking de dag na bekendmaking van dit besluit in de Staatscourant, als bedoeld in artikel 26, tweede lid, van de wet.
  • c.
    In afwijking van het onder a bepaalde, treden de onderdelen A, D, E. P en S van artikel I in werking op het moment van inwerkingtreding van de Gemeenschappelijke regeling Avri, met dien verstande dat inwerkingtreding niet eerder plaatsvindt dan 1 januari 2016.
     
Aldus besloten door
de raad van de gemeente………………………… in zijn vergadering van ……………………
de griffier, de voorzitter,
het college van de gemeente……………………...in zijn vergadering van ……………………..
de secretaris, de voorzitter,
de burgemeester van de gemeente………………op…………………………………..
Naar boven