Besluit van de Minister van Financiën van 6 november 2015 houdende het vaststellen van de gelijkwaardige inspanning van decentrale overheden

De Minister van Financiën,

Gelet op artikel 3 van de Wet houdbare overheidsfinanciën;

Handelende in overeenstemming met Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Onze Minister van Infrastructuur en Milieu;

Besluit:

Artikel 1 (enig artikel)

Het collectieve aandeel van de decentrale overheden voor het EMU-saldo, zoals bedoeld in artikel 3, tweede lid van de wet, wordt voor het jaar 2016 vastgesteld op –0,4% bbp.

Dit besluit wordt met de toelichting in de Staatscourant geplaatst.

De Minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem

TOELICHTING

Maandag 14 september 2015 heeft het bestuurlijk overleg financiële verhouding met de vertegenwoordigers van de decentrale overheden plaatsgevonden. Afgesproken is de EMU tekort norm voor 2016 vast te stellen op –0,4 procent van het bruto binnenlands product (bbp). Daarnaast is de ambitie uitgesproken dat het collectieve aandeel gezamenlijk niet groter wordt dan –0,2% bbp voor het jaar 2016. Beide afspraken zijn conform het Financieel Akkoord 2013–2017. Tevens is in het bestuurlijk overleg overeengekomen de EMU tekort norm niet verder uit te splitsen naar overheidslaag.

Naar boven