Dossiercode:-1.811.31/0056
Burgemeester en wethouders van Gulpen-Wittem besluiten:
Definitief-verkeersbesluit te Eperweg BuBeKo ten behoeve instellen van:
- -
- -
Aanwijzing vrijliggende fiets/bromfietspad westzijde Eperweg (2 m)
- -
Aanwijzing vrijliggende combi voetpad (1 m)-fiets/bromfietspad (1½ m) oostzijde Eperweg
Burgemeester en Wethouders hebben besloten dat dit besluit volgens de uniforme openbare voorbereidingsprocedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) zal worden voorbereid. Op grond van artikel 18, eerste lid, onder d, van de Wegenverkeerswet 1994 zijn Burgemeester en Wethouders van Gulpen-Wittem bevoegd een verkeersbesluit te nemen.
Overwegingen van het besluit
Dat de betreffende weg in het Gemeentelijk Verkeer en Vervoerplan (GVVP) gecategoriseerd is als gemeentelijke gebiedsontsluitingsweg. Gezien de wegbreedte en –profiel conform het GVVP en de landelijke richtlijnen van Duurzaam Veilig dient de snelheid buiten de bebouwde kom verlaagd te worden naar 60 km/uur.
Dat de gemeenteraad unaniem heeft ingestemd met een snelheidsregime van 60 km/uur;
Dat in het verleden in het kader van het Uitvoeringsplan Toeristisch –recreatief verkeer Heuvelland in samenwerking met de provincie Limburg een plan is opgesteld waarbij gemeente werden gestimuleerd om het Heuvelland leefbaar te houden;
Dat dit verkeersbesluit kenbaar wordt gemaakt in ‘Heuvelland Aktueel’ en ‘Staatscourant’, vanaf 18 november 2015 en vervolgens 6 weken ter inzage wordt gelegd.
Artikel 15 van de Wegenverkeerswet 1994 bepaalt dat de plaatsing of verwijdering van de bij algemene maatregel van bestuur aangewezen verkeerstekens en onderborden voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd, geschiedt krachtens een verkeersbesluit en dat maatregelen op of aan de weg tot wijziging van de weg of tot het aanbrengen of verwijderen van voorzieningen ter regeling van het verkeer geschieden krachtens een verkeersbesluit, indien de maatregelen leiden tot een beperking of uitbreiding van het aantal categorieën weggebruikers dat van een weg of weggedeelte gebruik kan maken.
Artikel 12 van het BABW bepaalt dat de plaatsing van de borden A01 en A02, de borden G12a en G12b (bijlage 1 RVV 1990) moet geschieden krachtens een verkeersbesluit.
De borden A01 zone voor het 60 km/u gebied worden geplaatst op de:
Komgrenslokatie Eperweg te Mechelen en Epen;
De borden A02 zone worden op dezelfde locaties geplaatst aan de andere zijde van de weg.
De borden G12a voor verplicht fiets/bromfietspad worden geplaatst op de:
Eperweg ter hoogte van wegaansluitingen
De borden G12b voor einde verplicht fiets/bromfietspad worden geplaatst op de:
Eperweg ter hoogte van bebouwde komgrens Epen en Mechelen
De borden G7 voor verplicht voetpad worden geplaatst op de:
Eperweg ter hoogte van wegaansluitingen
Voetpad onderscheiden van de fietsstrook met minimaal een ononderbroken streep.
Gelet op het gebruik van genoemde wegen en de functie hiervan in het lokale en regionale wegennet, is een functie van Gebiedsontsluitingsweg (GOB) met een maximum snelheid van 60 km/u en de aanleg van vrijliggende fiets/bromfietspaden met eenzijdig voetpad buiten de bebouwde kom gerechtvaardigd. Binnen de uitgangspunten van een Duurzaam Veilig wegennet zijn hieraan een aantal inrichtingseisen gekoppeld die in het plan zijn verwerkt.
Het instellen van een 60 km/h zone te Eperweg buiten de bebouwde kom Epen-Mechelen.
Het instellen van deze zone past binnen de kaders zoals de gemeenteraad deze heeft gesteld in het GVVP gemeente Gulpen-Wittem.
Van de in artikel 2, eerste en tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994 genoemde belangen, liggen de volgende belangen ten grondslag aan dit besluit:
- 1.
het waarborgen van de bruikbaarheid van de weg.
- 2.
- 3.
Overeenkomstig artikel 24 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) is overleg gepleegd met de aangestelde verkeerscoördinator de heer J. Lemmens, van de politie Mergelland. Er is schriftelijk een positief advies afgegeven.
Het college heeft tijdens de collegevergadering van 8 september 2015 besloten om de uniforme openbare voorbereidingsprocedure van de afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) op de voorbereiding van dit besluit van toepassing te verklaren. Het besluit heeft ter inzage gelegen van 16 september 2015 tot en met 28 oktober 2015. Gedurende deze termijn is geen zienswijze ingediend.