Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 4 februari 2015, kenmerk 711992- 132141-WJZ, houdende wijziging van de Kaderregeling VWS-subsidiesin verband met de introductie van de mogelijkheid tot subsidieverstrekking na afloop van de te subsidiëren activiteiten

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op de artikelen 3 en 5 van de Kaderwet VWS-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Kaderregeling VWS-subsidies wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 6 wordt onder vernummering van het derde en vierde lid tot vierde en vijfde lid een lid ingevoegd, luidende:

  • 3. Het tweede lid geldt niet voor aan jeugdhulporganisaties te verstrekken subsidies ten behoeve van bijzondere kosten die in het kader van de transitie van de jeugdhulp naar gemeenten als gevolg van de inwerkingtreding van de Jeugdwet gemaakt worden.

B

Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst van artikel 16 wordt de aanduiding ‘1’ geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. De verplichting, bedoeld in het eerste lid, geldt niet voor aanvragen van een subsidie als bedoeld in artikel 6, derde lid.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 oktober 2014.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers

TOELICHTING

Op 1 januari 2015 is de Jeugdwet in werking getreden. In verband hiermee zijn de Beleidsregels subsidieverstrekking bijzondere transitiekosten Jeugdwet (hierna Beleidsregels) tot stand gekomen. Op grond van deze Beleidsregels kunnen aan jeugdhulporganisaties subsidies worden verstrekt voor de met de transitie samenhangende extra kosten.

Op de verstrekking van die subsidies is de Kaderregeling VWS-subsidies van toepassing. Die regeling bevat alle algemene subsidieregels die in acht moeten worden genomen bij de subsidieverlening.

Voor subsidies op grond van de Kaderregeling VWS-subsidies geldt (onder meer) als regel dat deze worden verstrekt voorafgaand aan de periode waarop zij betrekking hebben. Dit geldt zowel voor de project- als voor de instellingssubsidies. Een uitzondering op deze regel is gemaakt voor subsidies die minder dan € 25.000 bedragen. Deze worden achteraf verstrekt en doorgaans ook meteen, dat wil zeggen zonder voorafgaande verlening, vastgesteld. Dit blijkt uit artikel 6 voor de projectsubsidies en artikel 7 voor de instellingssubsidies.

De Kaderregeling VWS-subsidies kent derhalve niet de mogelijkheid om voor een achterliggend tijdvak subsidie te verstrekken anders dan voor subsidies van minder dan € 25.000.

De Beleidsregels zijn op 1 oktober 2014 in werking getreden. Vanaf dat moment konden subsidies worden aangevraagd. Naar nu blijkt zijn door het merendeel van de jeugdhulporganisaties in de aanloop van de op handen zijnde transitie ook reeds in 2014 bijzondere transitiekosten gemaakt. Gelet op de doelstelling van de Beleidsregels dienen ook deze, in 2014 gemaakte, kosten voor subsidie in aanmerking te kunnen komen.

Evenwel vormen de bepalingen die uitgaan van subsidieverstrekking ten behoeve van een toekomstig tijdvak, een beletsel om kosten uit 2014 voor subsidie aanmerking te laten komen. De artikel 6 en 7 staan achteraf subsidiëren niet toe.

De onderhavige wijziging strekt ertoe dit beletsel op te heffen. In artikel 6 is daarom nu geregeld dat de hoofdregel niet geldt in geval er sprake is van subsidies waarop de Beleidsregels zien. De uitzondering op de hoofdregel is zo geformuleerd dat deze uitzondering beperkt is tot uitsluitend die subsidies. De uitzondering is daarmee tevens van tijdelijke aard omdat de Beleidsregels vervallen met ingang van 1 januari 2018. Wijziging van artikel 7 is niet noodzakelijk omdat de Beleidsregels uitsluitend voorzien in projectsubsidies.

Naast artikel 6 is ook artikel 16, dat betrekking heeft op de aanvraag tot verlening van een projectsubsidie, aangepast. De wijziging houdt in dat de verplichting tot het indienen van een aanvraag vóór de aanvang van de subsidieperiode niet geldt voor die gevallen waarin achteraf subsidiëren aan de orde is.

Onderhavige wijziging heeft geen gevolgen voor de administratieve lasten aangezien het geen veranderingen teweegbrengt in het gangbare subsidieproces van aanvraag, verlening, bevoorschotting en vaststelling van de subsidie.

De onderhavige regeling heeft evenmin effecten in de sfeer van financiële risico’s. Het is van meet af aan de bedoeling van de Beleidsregels geweest ook de bijzondere kosten die gemaakt zijn in de aanloop van de transitie te subsidiëren. In dit verband merk ik op dat kosten die door jeugdhulporganisaties gemaakt zijn in nog verder in het verleden liggende jaren in principe buiten de reikwijdte van de Beleidsregels vallen en derhalve niet subsidiabel zijn.

In het controleprotocol zal specifiek aandacht worden geschonken aan het risico van dubbele financiering.

Aan deze wijzigingsregeling is terugwerkende kracht verleend tot 1 oktober 2014, zijnde de datum van inwerkingtreding van de Beleidsregels.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers

Naar boven