Beschikking, houdende ontheffing voor het beroepsmatig uitvoeren van vluchten met het onbemande luchtvaartuigsysteem DJI Inspire 1 zonder BVL, geluidscertificaat en BVB door VPRI Luchtfilm Producties (bedrijfsontheffing UAS VPRI Luchtfilm Producties)

Datum: 2 november 2015

Nummer: ILT-2015/69001

DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Defensie;

Gelezen het verzoek van VPRI Luchtfilm Producties, aanvraag ontvangen op 26 juni 2015, contactpersoon de heer P. Roelofs, tel. 0181 – 40 79 89:, e-mail: info@vpri.nl;

Gezien het gegeven dat:

  • een op afstand bestuurd luchtvaartuig (RPA) voorrang moet verlenen aan al het andere luchtverkeer; dat dit mogelijk is door binnen zichtafstand van de piloot te blijven en naast de piloot nog een waarnemer te verplichten;

  • de aanvraag voor een bedrijfsontheffing is gedaan vóór 1 juli 2015 en is beoordeeld volgens de procedures en eisen die toen golden;

  • het verboden is om beroepsmatig deel te nemen aan het luchtverkeer met een op afstand bestuurd luchtvaartuig zonder dat het bedrijf beschikt over een ROC, de piloot beschikt over een RPA-L en het toestel is voorzien van een bewijs van inschrijving en een speciaal bewijs van luchtwaardigheid, tenzij hiervoor ontheffing is verleend of men voldoet aan de eisen die ná 30 juni 2015 gelden;

  • VPRI Luchtfilm Producties voldoende kennis en ervaring heeft om op verantwoorde wijze een vlucht uit te voeren met haar RPA;

  • de piloot van VPRI Luchtfilm Producties beschikt over een door het NLR afgegeven grondschoolcertificaat;

  • de piloot van VPRI Luchtfilm Producties beschikt over een positief advies voor de test ‘flight and emergency handling assessment’ van het NLR;

  • VPRI Luchtfilm Producties beschikt over een goedgekeurd operationeel handboek waarin de verantwoordelijkheden en procedures zijn vastgelegd;

  • voor het op afstand bestuurde luchtvaartuig van het type DJI Inspire 1 (registratie PH-1HT) een Design and Construction Certificate is afgegeven door EuroUSC;

  • de piloot van VPRI Luchtfilm Producties geslaagd is voor de praktijktoets plus;

Gelet op de artikelen 2.1, vierde lid, 3.21 en 5.5, derde lid, van de Wet luchtvaart;

BESLUIT:

Artikel 1

  • 1. Aan VPRI Luchtfilm Producties wordt ontheffing verleend van de verbodsbepalingen van de artikelen 3.8, eerste lid, onderdeel b, en 3.19a, eerste lid, onderdeel b, van de Wet luchtvaart om beroepsmatig (aerial work: aerial Film and Photography) deel te nemen aan het luchtverkeer met:

    • a. een licht onbemand luchtvaartuig, type DJI Inspire 1, met nationaliteits- en inschrijvingskenmerk PH-1HT, zonder dat het luchtvaartuig is voorzien van een geldig bewijs van luchtwaardigheid en geluidscertificaat of

    • b. een licht onbemand luchtvaartuig van dezelfde categorie en klasse (rotorcraft (H) mtom 0 < 25 kg) met een bewijs van inschrijving (BvI) en een speciaal bewijs van luchtwaardigheid (S-BvL).

  • 2. Aan de heer P. Roelofs van VPRI Luchtfilm Producties wordt ontheffing verleend van het verbod, genoemd in artikel 2.1, eerste lid, van de Wet luchtvaart voor het beroepsmatig maken van vluchten met het in het eerste lid genoemde lichte onbemande luchtvaartuig zonder in het bezit te zijn van een geldig bewijs van bevoegdheid (RPA-L: VLOS, VFR daylight; rotorcraft (H) mtom 0 < 25 kg; unpopulated area; non EU; non ICAO).

  • 3. VPRI Luchtfilm Producties mag ook gebruikmaken van RPA-piloten die in het bezit zijn van een RPA-L en door VPRI Luchtfilm Producties zijn geïnstrueerd om te werken volgens het operationele handboek van VPRI Luchtfilm Producties.

  • 4. VPRI Luchtfilm Producties fungeert bij de voorbereiding en uitvoering van de vluchten als exploitant van het in het eerste lid genoemde lichte onbemande luchtvaartuig.

Artikel 2

Aan deze ontheffing zijn de volgende voorschriften en beperkingen verbonden:

  • a. VPRI Luchtfilm Producties mag met het in artikel 1, eerste lid, genoemde op afstand bestuurde luchtvaartuig vluchten uitvoeren in de Amsterdam FIR tot een maximale hoogte van 120 meter boven de grond of het water (400 ft AGL);

  • b. de vluchten vinden plaats binnen de daglichtperiode zoals gepubliceerd in het AIP Netherlands GEN 2.7;

  • c. de vluchten worden uitgevoerd in klasse G-luchtruim bij een vliegzicht van ten minste 1,5 kilometer en vrij van bewolking;

  • d. de horizontale afstand tussen het RPA en mensen, aaneengesloten bebouwing en in gebruik zijnde autosnelwegen, autowegen of wegen waar een maximale snelheid van 80 kilometer per uur of meer geldt, bedraagt ten minste 150 meter;

  • e. onverminderd onderdeel d bedraagt de horizontale afstand tot vaartuigen, voertuigen, kunstwerken en spoorlijnen minimaal 50 meter;

  • f. de horizontale afstand tot industrie- en havengebieden bedraagt ten minste 50 meter;

  • g. constructies (zoals windmolens) en gebouwen die onder zeggenschap vallen van de exploitant van het RPA, mogen tot 50 meter worden benaderd onder voorwaarde dat het RPA op minstens 150 meter van mensen en 50 m van in gebruik zijnde vaartuigen en voertuigen blijft;

  • h. het lichte onbemande luchtvaartuig blijft binnen het gezichtsveld/Visual Line of Sight (VLOS) van de piloot;

    VLOS wil in ieder geval zeggen dat de afstand van het luchtvaartuig tot de piloot die het externe besturingsstation bedient, maximaal 500 meter en de vlieghoogte maximaal 120 meter boven de grond of het water (400 ft AGL) bedraagt;

  • i. VPRI Luchtfilm Producties voert de vluchten uit volgens een goedgekeurd operationeel handboek;

  • j. VPRI Luchtfilm Producties maakt voor iedere vlucht:

    • 1°. een operationeel plan;

    • 2°. een risicoanalyse, en bewaart deze minimaal tot de eerstvolgende audit;

  • k. VPRI Luchtfilm Producties coördineert vluchten in militaire laagvlieggebieden of in de buurt van militaire laagvliegroutes met:

    • 1°. het Operatie- en Coördinatiecentrum (OCC) van het Defensie Helikopter Commando voor laagvlieggebieden met de aanduiding ‘GLV’, met uitzondering van GLV XI (zie punt 3) (e-mail: p56503@mindef.nl, tel.: 0161 – 29 67 70);

    • 2°. de Koninklijke Militaire School Luchtmacht van de vliegbasis Woens-drecht voor de militaire laagvliegroute VO (e-mail: kmsl.ops.emvo@mindef.nl);

    • 3°. het Defensie Helikopter Commando (DHC), Bureau Operaties De Kooy, tel.: 0223 – 65 85 53 (e-mail: DHC.currentops.860sq@mindef.nl) voor het militaire laagvlieggebied GLV XI (Wieringermeerpolder), en voert deze vluchten pas uit nadat toestemming van de desbetreffende instantie is verkregen;

  • l. VPRI Luchtfilm Producties voert geen vluchten uit binnen een afstand van 3 nautische mijlen van de laagvliegroute Link 10 op maandag tot en met donderdag;

  • m. VPRI Luchtfilm Producties is ervoor verantwoordelijk dat de piloot altijd direct de koers en hoogte van het luchtvaartuig kan wijzigen, ook als bij normale vluchtuitvoering geen sprake is van manuele besturing van het onbemande luchtvaartuig;

  • n. VPRI Luchtfilm Producties wijst voor de desbetreffende vlucht een gezagvoerder aan onder wiens verantwoordelijkheid de vlucht wordt uitgevoerd; vóór de vlucht neemt de gezagvoerder kennis van alle gegevens en inlichtingen die voor de uitvoering van de vlucht van belang kunnen zijn;1

  • o. VPRI Luchtfilm Producties wijst naast de gezagvoerder en/of piloot2 voor de desbetreffende vlucht een waarnemer aan; het is de taak van de waarnemer om de gezagvoerder tijdens de vlucht te voorzien van informatie over de omgeving en de daarmee samenhangende botsingsrisico’s en zo nodig daaromtrent instructies te geven;

  • p. verzekering:

    • 1°. VPRI Luchtfilm Producties is verzekerd voor aansprakelijkheid bij ongevallen al dan niet resulterend in schade of letsel ten aanzien van derden;

    • 2°. VPRI Luchtfilm Producties voldoet ten minste aan de verzekeringseisen zoals deze zijn vastgelegd in Verordening (EG) nr. 785/2004 van het Europees parlement en de Raad van 21 april 2004, betreffende de verzekeringseisen voor luchtvervoerders en exploitanten van luchtvaartuigen;

  • q. VPRI Luchtfilm Producties stelt voor iedere vlucht ten minste één veilige positie voor het onbemande luchtvaartuig vast voor die gevallen waarbij de communicatie tussen het onbemande luchtvaartuig en het externe besturingsstation wordt verbroken;

  • r. VPRI Luchtfilm Producties stelt voor iedere vlucht een plan vast waaruit in ieder geval volgt dat de risico’s worden gemitigeerd van een mogelijke botsing met overig luchtverkeer dan wel mensenmenigten, constructies en gebouwen op de grond;

  • s. voorvalmeldingen:

    • 1°. VPRI Luchtfilm Producties meldt voorvallen en ernstige incidenten binnen 72 uur aan het Analyse Bureau Luchtvaartvoorvallen van de Inspectie Leefomgeving en Transport ingevolge de Regeling melding voorvallen in de burgerluchtvaart; zie www.ilent.nl onder ‘luchtvaartvoorval melden’ en www.ais-netherlands.nl voor AIC-B 02/10;

    • 2°. ongevallen (= met gewonde(n) of dode(n)) moeten (na de hulpverleningsoproep) direct worden gemeld aan:

      • a) de OVV (tel.: 0800 MELDOVV of 0800 – 63 53 688), en

      • b) de crisiscoördinator van ILT (tel.: 070 – 45 63 434);

    • 3°. incidenten worden binnen VPRI Luchtfilm Producties geadministreerd en beoordeeld en het management bekijkt of deze moeten leiden tot verbeteringen van de bedrijfsvoering, in ieder geval wanneer de incidenten betrekking hebben op de vluchtuitvoering;

  • t. VPRI Luchtfilm Producties meldt ten minste 24 uur voor de dag waarop een vlucht plaatsvindt dit voornemen schriftelijk of per e-mail aan de Minister van Infrastructuur en Milieu (meldingtug@ilent.nl) en aan de burgemeester van de gemeente waarin de desbetreffende vlucht plaatsvindt;

  • u. VPRI Luchtfilm Producties is ervoor verantwoordelijk dat voldoende voor de vluchtuitvoering met dit luchtvaartuig opgeleid, gekwalificeerd en vakkundig personeel wordt ingezet bij de lichte RPA-vluchtuitvoering;

  • v. personeel dat gemoeid is met de vluchtvoorbereiding of -uitvoering van het lichte RPA, werkt niet met het systeem, indien er sprake is van een omstandigheid waarbij vermoeidheid of een gevoel van niet fit zijn een gevaar voor de luchtwaardigheid of de vlucht zou kunnen opleveren;

  • w. VPRI Luchtfilm Producties initieert uiterlijk 2 dagen vóór de vlucht plaatsvindt de publicatie van een NOTAM waarin de RPA-activiteit bekend wordt gemaakt, voor:

    • 1°. vluchten die plaatsvinden onder of in civiel gecontroleerd luchtruim, bij de Operationele Helpdesk LVNL, per e-mail ops_helpdesk@lvnl.nl;

    • 2°. vluchten die plaatsvinden onder of in militair gecontroleerd luchtruim, bij het AOCS NM, per e-mail AOCS.AIS@mindef.nl;

    indien een NOTAM is uitgegeven, maar de vlucht niet doorgaat, laat VPRI Luchtfilm Producties deze NOTAM intrekken;

  • x. om in aanmerking te komen voor de vergunningen in de vorm van een S-BVL, RPA-L en ROC:

    • 1°. moet het onbemande luchtvaartuig worden gebruikt en onderhouden volgens de aanwijzingen van de fabrikant(en);

    • 2°. moet iedere vlieger in de voorgaande 2 jaar ten minste 2 uur per jaar als gezagvoerder van het onbemande luchtvaartuig hebben gefunctioneerd op 6 verschillende dagen, waarbij in de laatste 90 dagen ten minste 3 vluchten zijn uitgevoerd;

    • 3°. moet VPRI Luchtfilm Producties een adequaat trainingsprogramma voor een opfriscursus en proeve van bekwaamheid hebben en gebruiken voor bestuurders van lichte onbemande luchtvaartuigen die niet meer aan de onder punt 2 genoemde ervaringseis voldoen;

    • 4°. moet zijn gewerkt in overeenstemming met deze beschikking en de van toepassing zijnde regels uit of gebaseerd op de Wet luchtvaart;

    • 5°. moet een audit hebben plaatsgevonden waarbij minimaal de volgende onderwerpen positief zijn getoetst:

      • a) werken conform het operationele handboek (inclusief de werking van het veiligheidsmanagementsysteem);

      • b) de logboeken en journaals;

      • c) de luchtwaardigheid van het gebruikte luchtvaartuig.

Artikel 3

VPRI Luchtfilm Producties levert uiterlijk 1 april 2016 een operationeel handboek aan de inspectie, waarin alle elementen uit het document ‘Checklist OM voor operators’ zijn verwerkt.

Artikel 4

Het handelen in strijd met deze beschikking is een strafbaar feit.

Artikel 5

Deze beschikking treedt in werking met ingang van 2 november 2015 en vervalt met ingang van 1 september 2016.

DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU, namens deze, DE SENIOR INSPECTEUR ILT/VERGUNNINGEN, A. Schurink-v.d. Klugt

Bezwaar

Tegen deze beschikking kunt u binnen een termijn van zes weken na dagtekening bezwaar indienen. Het bezwaar moet minimaal bevatten:

  • de naam en het adres van de indiener;

  • de dagtekening;

  • een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht;

  • de gronden van het bezwaar;

  • uw handtekening.

Het bezwaar kan onder vermelding van ‘bezwaar’ worden gestuurd naar het volgende adres:

Inspectie Leefomgeving en Transport

Postbus 16191

2500 BD Den Haag

Is er sprake van onverwijlde spoed? Dan kunt u de rechtbank van uw woonplaats verzoeken om een voorlopige voorziening te treffen.

Meer informatie over de voorlopige voorziening vindt u op www.rechtspraak.nl.


X Noot
1

Zoals weersomstandigheden en -verwachtingen, ter plaatse geldende luchtverkeersregels (o.a. zichtbaar via de VFR luchtvaartkaart Nederland en de luchtvaartgids www.ais-netherlands.nl) en eventuele bijzondere omstandigheden, bekendgemaakt in berichten aan luchtvarenden (NOTAMS).

X Noot
2

De gezagvoerder is degene die eindverantwoordelijk is voor de vluchtuitvoering.

Naar boven