Regeling van de Minister van Infrastructuur en Milieu, van 9 november 2015, nr. IENM/BSK-2015/214891, tot wijziging van de Regeling monitoring kaderrichtlijn water

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op artikel 15 van het Besluit kwaliteitseisen en monitoring water 2009;

BESLUIT:

ARTIKEL I

De Regeling monitoring kaderrichtlijn water wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het begrip ‘Stowa-rapport’ met de daarbij behorende begripsomschrijving vervalt.

2. De volgende begrippen en de daarbij behorende begripsomschrijvingen worden in alfabetische volgorde toegevoegd:

Stowa-rapport voor natuurlijke watertypen:

rapport ‘Referenties en maatlatten voor natuurlijke watertypen voor de Kaderrichtlijn Water 2015–2021’, rapportnummer 2012-31, ISBN 978.90.5773.569.1, van de Stichting toegepast onderzoek waterbeheer, zoals gepubliceerd op: http://www.stowa.nl/;

Stowa-rapport voor sloten en kanalen:

rapport ‘Omschrijving MEP en maatlatten voor sloten en kanalen voor de Kaderrichtlijn Water 2015–2021’, rapportnummer 2012-34, ISBN 978.90.5773.571.4, van de Stichting toegepast onderzoek waterbeheer, zoals gepubliceerd op: http://www.stowa.nl/.

B

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. ‘Stowa-rapport’ wordt vervangen door: Stowa-rapport voor natuurlijke watertypen.

2. ‘het kwaliteitselement’ vervalt.

C

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In onderdeel a vervalt: het kwaliteitselement.

b. In onderdeel b wordt ‘Stowa-rapport’ vervangen door: Stowa-rapport voor natuurlijke watertypen.

2. Het derde lid wordt als volgt gewijzigd:

a. ‘Stowa-rapport’ wordt vervangen door: ‘Stowa-rapport voor natuurlijke watertypen’.

b. Aan het slot wordt een volzin toegevoegd, luidende:

Indien sprake is van een kunstmatig oppervlaktewaterlichaam kan voor de indeling daarvan tevens gebruik worden gemaakt van het Stowa-rapport voor sloten en kanalen.

D

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid vervalt: het kwaliteitselement.

2. In het derde lid wordt ‘Stowa-rapport’ vervangen door: Stowa-rapport voor natuurlijke watertypen.

E

De bijlage wordt vervangen door de bijlage die is opgenomen in de bijlage bij deze regeling.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

BIJLAGE, BEHORENDE BIJ DE REGELING TOT WIJZIGING VAN DE REGELING MONITORING KADERRICHTLIJN WATER

BIJLAGE, BEHORENDE BIJ ARTIKEL 3, EERSTE LID, ONDER A, EN ARTIKEL 4, TWEEDE LID, VAN DE REGELING MONITORING KADERRICHTLIJN WATER

Tabel Indicatoren voor de goede ecologische kwaliteit van oppervlaktewaterlichamen (specifieke verontreinigende stoffen)

Deze bijlage heeft betrekking op de monitoring van de kwaliteitselementen van de ecologische toestand, onderscheidenlijk het ecologische potentieel, die in bijlage V, paragraaf 1.1, bij de kaderrichtlijn water zijn opgenomen als ‘specifieke synthetische verontreinigende stoffen’ en ‘specifieke niet-synthetische verontreinigende stoffen’. De in de tabel opgenomen concentratiewaarden voor specifieke verontreinigende stoffen zijn vastgesteld overeenkomstig de procedure, die is beschreven in bijlage V, paragraaf 1.2.6, bij de kaderrichtlijn water, met dien verstande dat bij de toepassing van deze procedure tevens rekening is gehouden met de toxiciteit van chemische stoffen voor mensen en dieren via het aquatische milieu en de lijst van stoffen die is opgenomen in bijlage VIII bij de kaderrichtlijn water. De indeling van een oppervlaktewaterlichaam in een van de toestandsklassen waarin de ecologische toestand, onderscheidenlijk het ecologisch potentieel, is onderverdeeld vindt plaats overeenkomstig het monitoringsprogramma, aan de hand van de omschrijvingen die zijn opgenomen in bijlage V, paragraaf 1.2, de tabellen 1.2.1 tot en met 1.2.5, bij de kaderrichtlijn water.

Tabel Indicatoren voor de goede ecologische kwaliteit oppervlaktewaterlichamen (stoffen)

EG-nr

CAS

Stofnaam

Jaargemiddelde waarde van de concentratie voor landoppervlaktewateren

(µg/l)

Uitgedrukt als

Jaargemiddelde waarde van de concentratie voor andere oppervlaktewateren

(µg/l)

Uitgedrukt als

Maximaal aanvaardbare waarde van de concentratie voor landoppervlaktewateren

(µg/l)

Uitgedrukt als

Maximaal aanvaardbare waarde van de concentratie voor andere Oppervlaktewateren

[µg/l]

Uitgedrukt als

4

7440-38-2

Arseen (en anorganische verbindingen daarvan)

0,5

opgelost, AC correctie mogelijk

0,6

opgelost, AC correctie mogelijk

8

opgelost, AC correctie mogelijk

1,1

opgelost, AC correctie mogelijk

5

2642-71-9

Azinfos-ethyl

0,0011

totaal

0,00011

totaal

0,011

totaal

0,0011

totaal

6

86-50-0

Azinfos-methyl

0,0065

totaal

0,0013

totaal

0,014

totaal

0,0028

totaal

9

100-44-7

Benzylchloride (alfa-chloortolueen)

0,02

totaal

0,02

totaal

n.a.

 

n.a.

 

10

98-87-3

Benzylideenchloride (alfa,alfa-dichloortolueen)

0,0034

totaal

0,0034

totaal

n.a.

 

n.a.

 

19

106-47-8

4-Chlooraniline

0,22

totaal

0,057

totaal

1,2

totaal

0,12

totaal

49,

50,

51

683-18-1,

818-08-6,

1002-53-5

Dibutyltin (kation)

0,13

totaal

0,09

totaal

0,28

totaal

0,21

totaal

65

78-87-5

1,2-Dichloorpropaan

280

totaal

28

totaal

1.300

totaal

130

totaal

69

15165-67-0

Dichloorprop-P

1,0

totaal

0,13

totaal

7,6

totaal

0,76

totaal

73

60-51-5

Dimethoaat

0,07

totaal

0,07

totaal

0,7

totaal

0,7

totaal

79

100-41-4

Ethylbenzeen

65

totaal

10

totaal

220

totaal

22

totaal

80

122-14-5

Fenitrothion

0,009

totaal

n.a.

 

n.a.

 

n.a.

 

81

55-38-9

Fenthion

0,003

totaal

n.a.

 

n.a.

 

n.a.

 

88

330-55-2

Linuron

0,17

totaal

n.a.

 

0,29

totaal

n.a.

 

89

121-75-5

Malathion

0,013

totaal

n.a.

 

n.a.

 

n.a.

 

90

94-74-6

MCPA

1,4

totaal

0,14

totaal

15

totaal

1,5

totaal

91

93-65-2

Mecoprop-P

18

totaal

1,8

totaal

160

totaal

16

totaal

94

7786-34-7

Mevinfos

0,00017

totaal

0,000017

totaal

0,017

totaal

0,0017

totaal

95

1746-81-2

Monolinuron

0,15

totaal

n.a.

 

0,15

totaal

n.a.

 

97

1113-02-6

Omethoate

1,2

totaal

n.a.

 

n.a.

 

n.a.

 

–99

56-55-3

Benz(a)anthraceen

0,00064

totaal

0,00027

totaal

0,28

totaal

0,012

totaal

     

3 µg/kg

concentratie in biota

3 µg/kg

concentratie in biota

       

–99

218-01-9

Chryseen

0,0029

totaal

0,0014

totaal

0,17

totaal

0,008

totaal

     

30 µg/kg

concentratie in biota

30 µg/kg

concentratie in biota

       

–99

85-01-8

Fenantreen

1,2

totaal

1,1

totaal

7,2

totaal

6,7

totaal

100

56-38-2

Parathion

0,005

totaal

n.a.

 

n.a.

 

n.a.

 

–100

298-00-0

Parathion-methyl

0,011

totaal

n.a.

 

n.a.

 

n.a.

 

105

1698-60-8

Pyrazon (Chloridazon)

27

totaal

n.a.

 

190

 

n.a.

 

113

24017-47-8

Triazophos

0,001

totaal

0,0001

 

0,02

 

0,002

totaal

114

126-73-8

Tributylfosfaat

66

totaal

6,6

 

170

 

17

totaal

116

52-68-6

Trichloorfon

0,001

totaal

n.a.

 

n.a.

 

n.a.

 

125 – 127

900-95-8,

639-58-7,

76-87-9

Trifenyltinacetaat,

Trifenyltinchloride, Trifenyltinhydroxide

0,00024

totaal trifenyltin

0,00023

totaal trifenyltin

0,49

totaal trifenyltin

0,47

totaal

129

108-38-3

Xylenen

17

totaal; geldt voor de som van de isomeren

1,7

totaal; geldt voor de som van de isomeren

244

totaal; geldt voor de som van de isomeren

49

totaal; geldt voor de som van de isomeren

132

25057-89-0

Bentazon

73

totaal

7,3

totaal

450

totaal

45

totaal

A

7440-32-6

Titaan

20

opgelost, AC correctie mogelijk

n.a.

 

n.a.

 

n.a.

 

B

7440-42-8

Borium

180

opgelost, AC correctie mogelijk

n.a.

 

450

opgelost, AC correctie mogelijk

n.a.

 

C

7440-61-1

Uranium

0,17

opgelost, AC correctie mogelijk

n.a.

 

8,6

opgelost, AC correctie mogelijk

n.a.

 

D

13494-80-9

Tellurium

100

opgelost, AC correctie mogelijk

n.a.

 

n.a.

 

n.a.

 

E

7440-22-4

Zilver

0,01

opgelost, AC correctie mogelijk

0,081

opgelost, AC correctie mogelijk

(zie noot 1)

0,01

opgelost, AC correctie mogelijk

0,081

opgelost, AC correctie mogelijk

(zie noot 1)

F

556-67-2

Octamethylcyclotetrasiloxaan

0,2

totaal

0,044

totaal

n.a.

 

n.a.

 
     

7,9 mg/kg

concentratie in biota

7,9 mg/kg

concentratie in biota

       
 

71751-41-2

Abamectine

0,001

totaal

0,0000035

totaal

0,018

totaal

0,0009

totaal

 

14798-03-9

Ammonium-N

0,304

(zie noot 2)

 

n.a.

 

0,608

(zie noot 2)

 

n.a.

 
 

7440-36-0

Antimoon

5,6

opgelost, geen AC correctie mogelijk

n.a.

 

200

opgelost, AC correctie mogelijk

n.a.

 
 

7440-39-3

Barium

73

opgelost, geen AC correctie mogelijk

n.a.

 

148

opgelost, AC correctie mogelijk

n.a.

 
 

7440-41-7

Beryllium

0,08

opgelost, AC correctie mogelijk

n.a.

 

0,813

opgelost, AC correctie mogelijk

n.a.

 
 

133-06-2

Captan

0,34

totaal

n.a.

 

0,34

totaal

n.a.

 
 

10605-21-7

Carbendazim

0,6

totaal

n.a.

 

0,6

totaal

n.a.

 
 

101-21-3

Chloorprofam

4,0

totaal

0,8

totaal

43

totaal

4,3

totaal

 

15545-48-9

Chloortoluron

0,4

totaal

0,04

totaal

2,3

 

0,23

totaal

 

7440-47-3

Chroom

3,4

som van chroom(III) en chroom(VI); opgelost, AC correctie mogelijk

0,6

som van chroom(III) en chroom(VI); opgelost, AC correctie mogelijk

n.a.

 

n.a.

 
 

52918-63-5

Deltamethrin

0,0000031

totaal

n.a.

 

0,00031

totaal

n.a.

 
 

333-41-5

Diazinon

0,037

totaal

n.a.

 

n.a.

 

n.a.

 
 

163515-14-8

Dimethanamid-P

0,13

totaal

n.a.

 

1,6

totaal

n.a.

 
 

66230-04-4

Esfenvaleraat

0,0001

totaal

n.a.

 

0,00085

totaal

n.a.

 
 

22224-92-6

Fenamiphos

0,012

totaal

n.a.

 

0,027

totaal

n.a.

 
 

72490-01-8

Fenoxycarb

0,0003

totaal

n.a.

 

0,026

totaal

n.a.

 
 

23560-59-0

Heptenofos

0,002

totaal

0,0002

totaal

0,02

totaal

0,002

totaal

 

138261-41-3

Imidacloprid

0,0083

totaal

0,00083

totaal

0,2

totaal

0,02

totaal

 

91465-08-6

Lambda-cyhalothrin

0,00002

totaal

n.a.

 

0,00047

totaal

n.a.

 
 

74223-64-6

Metsulfuron-methyl

0,01

totaal

n.a.

 

0,03

totaal

n.a.

 
 

7440-48-4

Kobalt

0,2

opgelost, geen AC correctie mogelijk

n.a.

 

1,36

opgelost, AC correctie mogelijk

0,21

opgelost, AC correctie mogelijk

 

7440-50-8

Koper

2,4

(zie noot 3)

opgelost, geen AC correctie mogelijk

1,1

opgelost, AC correctie mogelijk

n.a.

 

n.a.

 
 

67129-08-2

Metazachloor

0,08

totaal

0,008

 

0,48

totaal

0,048

totaal

 

18691-97-9

Methabenzthiazuron

1,8

totaal

n.a.

 

n.a.

 

n.a.

 
 

51218-45-2

Metolachloor

0,4

totaal; waarde is van toepassing op S-metolachloor en het racemisch mengsel

n.a.

 

2,1

totaal; waarde is van toepassing op S-metolachloor en het racemisch mengsel

n.a.

 
 

7439-98-7

Molybdeen

136

opgelost, geen AC correctie mogelijk

n.a.

 

340

opgelost, AC correctie mogelijk

n.a.

 
 

23103-98-2

Pirimicarb

0,09

totaal

n.a.

 

1,8

totaal

n.a.

 
 

29232-93-7

Pirimifos-methyl

0,0005

totaal

n.a.

 

0,0016

totaal

n.a.

 
 

114-26-1

Propoxur

0,01

totaal

n.a.

 

n.a.

 

n.a.

 
 

96489-71-3

Pyridaben

0,0017

totaal

0,00094

totaal

0,0062

totaal

0,0012

totaal (=opgelost)

 

95737-68-1

Pyriproxyfen

0,00003

totaal

n.a.

 

0,026

totaal

n.a.

 
 

7782-49-2

Selenium

0,052

opgelost, geen AC correctie mogelijk

n.a.

 

24,6

opgelost, AC correctie mogelijk

2,6

opgelost, AC correctie mogelijk

 

83121-18-0

Teflubenzuron

0,0012

totaal

n.a.

 

0,0017

totaal

n.a.

 
 

5915-41-3

Terbutylazine

0,2

totaal

n.a.

 

1,3

totaal

n.a.

 
 

7440-28-0

Thallium

0,05

opgelost, geen AC correctie mogelijk

n.a.

 

0,76

opgelost, AC correctie mogelijk

0,34

 
 

7440-31-5

Tin

0,6

opgelost, AC correctie mogelijk

n.a.

 

36

opgelost, AC correctie mogelijk

n.a.

 
 

57018-04-9

Tolclofos-methyl

1,2

totaal

n.a.

 

7,1

 

n.a.

 
 

7440-62-2

Vanadium

3,5

opgelost, AC correctie mogelijk

n.a.

 

n.a.

 

n.a.

 
 

7440-66-6

Zink

7,8

(zie noot 3)

opgelost, AC correctie mogelijk

3

opgelost, AC correctie mogelijk

15,6

opgelost, AC correctie mogelijk

n.a.

 

1 Deze waarde geldt bij saliniteit van 34‰, overeenkomend met de saliniteit in de Noordzee. Bij toetsing wordt rekening gehouden met de actuele saliniteit in het waterlichaam.

2 Deze waarde is uitgedrukt in mg N (NH4-N + NH3-N)/l, en geldt bij een pH van 7,7 en een temperatuur van 15° C. In het monitoringsprogramma wordt bepaald dat bij toetsing van de resultaten van de monitoring een correctie wordt toegepast, waarbij rekening wordt gehouden met de actuele pH en temperatuur.

3 Bij toetsing van de resultaten van de monitoring kan een correctie worden toegepast, waarbij rekening wordt gehouden met waterkwaliteitsparameters die de biologische beschikbaarheid van metalen beïnvloeden.

TOELICHTING

1. Aanleiding voor deze regeling

De Regeling monitoring kaderrichtlijn water bevat nadere regels ter implementatie van de Europese waterrichtlijnen (de kaderrichtlijn water, de grondwaterrichtlijn en de richtlijn prioritaire stoffen) die betrekking hebben op de monitoring van de waterkwaliteit, of, in termen van de kaderrichtlijn water, de watertoestand van waterlichamen. De regels hebben vooral betrekking op de (water)toestand van oppervlaktewaterlichamen. De toestand van een oppervlaktewaterlichaam is onderverdeeld in de chemische toestand en de ecologische toestand. De ecologische toestand is verder onderverdeeld in de biologische toestand en eisen ten aanzien van hydromorfologie, algemene fysische-chemie en specifieke verontreinigende stoffen1. De ecologische toestand is nog verder onderverdeeld in kwaliteitselementen. De toestand waarin het slechtste kwaliteitselement van de chemische of ecologische toestand zich bevindt, is bepalend voor de indeling in een toestandsklasse van het waterlichaam als geheel.

De onderhavige wijziging van de Regeling monitoring kaderrichtlijn water omvat allereerst een actualisering van de verwijzing naar het zogenaamde Stowa-rapport, waarin voor de onderscheiden kwaliteitselementen de ecologische toestand van oppervlaktewaterlichamen is geoperationaliseerd. Van dit Stowa-rapport is, met inachtneming van de intercalibratiebeschikking van de Europese Commissie2, namelijk een nieuwe versie3 vastgesteld. Bovendien is er voor sloten en kanalen een nieuw, afzonderlijk, Stowa-rapport4 vastgesteld. Het eerstbedoelde rapport heeft betrekking op natuurlijke wateren en wordt hier aangeduid als ‘Stowa-rapport voor natuurlijke watertypen’, het laatstbedoelde rapport betreft bepaalde typen kunstmatige wateren en wordt hier aangeduid als ‘Stowa-rapport voor sloten en kanalen’.

Daarnaast omvat de wijziging een geactualiseerde bijlage bij de regeling, die betrekking heeft op de specifieke chemische stoffen, als onderdeel van de ecologische toestand van oppervlaktewaterlichamen.

Bij de opstelling van de waterplannen voor de periode van 22 december 2015 tot 22 december 2021 is al rekening gehouden met de nieuwe Stowa-rapporten en de geactualiseerde bijlage bij de Regeling monitoring kaderrichtlijn water.

Beide wijzigingen worden hierna toegelicht.

2. De Stowa-rapporten

Het Stowa5-rapport voor natuurlijke watertypen vervult een belangrijke functie bij de operationalisering van de goede ecologische toestand van een natuurlijk oppervlaktewaterlichaam, die is omschreven in bijlage V (de tabellen 1.2.1 tot en met 1.2.4) bij de kaderrichtlijn water. De omschrijvingen van de verschillende kwaliteitselementen die in de richtlijn zijn onderscheiden (in bijlage V, paragraaf 1.1) en die tezamen de goede ecologische toestand (GET) van een natuurlijk oppervlaktewaterlichaam omvatten, zijn te globaal om op basis van de monitoringsresultaten te kunnen vaststellen of een natuurlijk oppervlaktewaterlichaam voor een bepaald element in de goede ecologische toestand verkeert. Daarom geeft het Stowa-rapport voor natuurlijke watertypen voor de onderscheiden typen natuurlijk oppervlaktewater die in Nederland voorkomen, voor de onderscheiden kwaliteitselementen, uitgezonderd de specifieke chemische stoffen, monitoringsindicatoren. Deze indicatoren geven preciezer aan wanneer voor de verschillende kwaliteitselementen onder normale omstandigheden sprake is van een goede toestand.

Het Stowa-rapport voor natuurlijke watertypen geeft tevens karakteriseringen van de verschillende typen natuurlijk oppervlaktewater die in Nederland voorkomen. Met behulp van die karakteriseringen kan een oppervlaktewaterlichaam worden ingedeeld in het type natuurlijk oppervlaktewater waartoe het behoort.

Het Stowa-rapport voor natuurlijke watertypen geeft tevens aan in welke andere toestandsklasse een natuurlijk oppervlaktewaterlichaam moet worden ingedeeld, indien het blijkens de monitoringsresultaten voor een kwaliteitselement niet in de goede toestand verkeert. De kaderrichtlijn water onderscheidt voor de ecologische toestand van oppervlaktewaterlichamen vijf toestandsklassen.

De monitoringsindicatoren voor de verschillende kwaliteitselementen van de goede ecologische toestand hebben betrekking op natuurlijke oppervlaktewaterlichamen. Er zijn in Nederland echter maar zeer weinig natuurlijke waterlichamen. Verreweg de meeste oppervlaktewaterlichamen zijn in de waterplannen op grond van de Waterwet aangemerkt als een sterk veranderd of kunstmatig oppervlaktewaterlichaam, voor rijkswateren het beheerplan voor de rijkswateren en voor regionale wateren het provinciale waterplan. In dat geval moet het waterlichaam voldoen aan de vereisten voor een goed ecologisch potentieel (GEP). Het Stowa-rapport voor natuurlijke watertypen kan worden gebruikt als vertrekpunt voor de vaststelling van monitoringsindicatoren voor een goed ecologisch potentieel. Deze indicatoren hebben eenzelfde vorm als de indicatoren voor de ecologische toestand van een vergelijkbaar watertype, maar hebben een andere waarde. De indicatoren voor een goed ecologisch potentieel worden voor elk waterlichaam opgenomen in het desbetreffende waterplan, voor rijkswateren het beheerplan voor de rijkswateren en voor regionale wateren het provinciale waterplan.

Voor kunstmatige waterlichamen die als sloot of kanaal moeten worden gekwalificeerd, kan hierbij het Stowa-rapport voor sloten en kanalen worden toegepast. Het Stowa-rapport voor sloten en kanalen heeft betrekking op bepaalde typen kunstmatige wateren. Dergelijke wateren vertonen vaak weinig gelijkenis met natuurlijke watertypen, zodat het dan niet voor de hand ligt om het Stowa-rapport voor natuurlijke watertypen toe te passen. Zo hebben sloten en kanalen een geheel eigen ecologie, met soortenlijsten die duidelijk anders zijn dan die voor natuurlijke meren en rivieren. Daarom is hiervoor een afzonderlijk rapport vastgesteld. Het Stowa-rapport voor sloten en kanalen geldt niet voor sterk veranderde waterlichamen en ook niet voor andere kunstmatige waterlichamen dan sloten en kanalen, zoals zandwinputten, brakke watertypen en zeer grote rijkskanalen. Voor die typen wateren kunnen wel vergelijkbare natuurlijke watertypen worden gevonden, zodat hiervoor wel van het Stowa-rapport voor natuurlijke watertypen gebruik kan worden gemaakt.

Vervolgens wordt een kort overzicht gegeven van de punten waarop in het nieuwe Stowa-rapport voor natuurlijke watertypen ten opzichte van de vorige versie van het Stowa-rapport waarnaar in de Regeling monitoring kaderrichtlijn water werd verwezen, actualisatie heeft plaatsgevonden.

Het gaat vooral om verbeteringen die betrekking hebben op de doelafleiding en toestandsbepaling voor de tweede generatie waterplannen voor de periode 22 december 2015 – 22 december 2021. Deze verbetering zijn het resultaat van een evaluatie van het Stowa-rapport dat is gebruikt bij de opstelling van de eerste generatie waterplannen voor de periode 22 december 2009 – 22 december 2015, en verder harmonisatie met methoden die in andere lidstaten worden toegepast. De verbetering omvat vooral een grotere transparantie van het proces van doelafleiding (de GET) voor natuurlijke oppervlaktewaterlichamen en de reproduceerbaarheid en kwaliteit van de afgeleide GEP’s, die voor sterk veranderde en kunstmatige waterlichamen in de waterplannen zijn opgenomen. De verbeteringen betreffen met name de kwaliteitselementen fytoplankton in diepe meren, fytobenthos in enkele stromende wateren, macrofyten en vissen in stromende wateren en meren, macrofauna in rivieren met getijdeninvloed en in zwak brakke wateren en angiospermen, macrofauna en vissen in kust- en overgangswateren.

Rapporten en achtergronddocumenten zijn digitaal beschikbaar op de volgende internetsites:

3. Specifieke verontreinigende stoffen

Voor de specifieke chemische stoffen zijn de monitoringsindicatoren niet in de Stowa-rapporten opgenomen, maar in de bijlage bij de Regeling monitoring kaderrichtlijn water. Deze indicatoren zijn voor natuurlijke wateren en sterk veranderde en kunstmatige waterlichamen gelijk.

Dit wijzigingsbesluit omvat een geactualiseerde bijlage die voor de eerdere bijlage in de plaats komt.

Daarnaast is in de artikel 2, 3 en 4 een verduidelijking opgenomen. Daarin werd gesproken van ‘het kwaliteitselement’ specifieke chemische stoffen. De woorden ‘het kwaliteitselement’ worden geschrapt. Dit heeft te maken met de toepassing van het vereiste van ‘geen achteruitgang’. Dit vereiste moet per kwaliteitselement worden toegepast, zoals in de nota van toelichting bij het Bkmw 2009 al uiteen was gezet. De toestand van een waterlichaam wordt bepaald door het kwaliteitselement dat zich in de laagste toestandsklasse bevindt. Het vereiste van geen achteruitgang mag niet zo worden toegepast dat alle kwaliteitselementen die zich in betere toestandsklasse bevinden, zonder dat de indeling van het waterlichaam in een toestandsklasse daardoor zou veranderen, naar die laagste toestandsklasse achteruit mogen gaan. De monitoringsindicatoren moeten op dezelfde wijze worden toegepast. In de bijlage is een lijst van specifieke relevante stoffen opgenomen. Indien alle stoffen tezamen als één kwaliteitselement zouden worden aangemerkt, zouden alle stoffen achteruit mogen gaan naar de slechtste toestandsklasse waarin een van de chemische stoffen zich bevindt, omdat daardoor de indeling van het kwaliteitselement niet zou veranderen. Dat is uiteraard, om de redenen die in de nota van toelichting bij het Bkmw 2009 zijn uiteengezet en in het voorgaande zijn weergegeven, niet de bedoeling. In dit verband wordt ook verwezen naar het arrest van het Hof van Justitie van de EU van 1 juli 2015 in zaak C‑461/13, dat de weergegeven redenering bevestigt. Deze was ook al tot uitdrukking gebracht in het bestaande artikel 4, tweede lid, van de regeling, maar het leek gelet op artikel 16, tweede lid, van het Bkmw 2009 in combinatie met genoemd arrest raadzaam dit toch te verduidelijken. In die bepaling staat namelijk dat aan het vereiste van geen achteruitgang is voldaan indien voor een stof of kwaliteitselement waarvoor ingevolge dit besluit een milieukwaliteitswaarde geldt. Met het begrip ‘stof’ wordt gedoeld op een stof die onderdeel is van de chemische toestand, omdat specifieke chemische stoffen monitoringsindicatoren zijn waarvoor geen milieukwaliteitswaarde geldt. Daarom is het verwarrend de specifieke verontreinigende stoffen tezamen als een kwaliteitselement aan te duiden.

De nieuwe bijlage omvat ten opzichte van de vorige versie de volgende wijzigingen.

Minder stoffen

In de nieuwe bijlage staan minder stoffen dan in de vorige versie. Sommige stoffen zijn in 2013 toegevoegd aan de Europese richtlijn prioritaire stoffen en daardoor onderdeel geworden van de chemische toetstand, zoals dichloorvos, heptachloor en PCB’s. Van ruim 70 stoffen is geconstateerd dat ze niet meer relevant zijn voor het monitoren van de waterkwaliteit omdat ze al verschillende jaren niet of nauwelijks zijn aangetroffen en/of de concentraties ruimschoots lager is dan de waarden die in de vorige versie van de bijlage daarvoor waren aangegeven. Een uitgebreide motivering is te vinden in een rapport van het RIVM6.

Nieuwe waarden

Voor veel stoffen die in de nieuwe bijlage nog steeds voorkomen, zijn in de afgelopen jaren nieuwe waarden afgeleid. In de eerdere bijlage was er onvoldoende tijd om voor alle stoffen waarden af te leiden volgens de KRW-methodiek, waarbij gebruik is gemaakt van recente gegevens over giftigheid voor mens en milieu. De vroegere waarden voor het maximaal toelaatbaar risico (MTR) waren meestal alleen op directe giftigheid voor waterorganismen gebaseerd. Volgens de KRW-methodiek moet ook worden gekeken naar de risico’s voor visetende vogels, zoogdieren en mensen, die via het eten van vis kunnen worden blootgesteld. Deze routes worden meegenomen voor stoffen die zich ophopen in de voedselketen, kankerverwekkend zijn of de voortplanting beïnvloeden.

Naamsverandering

Voor een beperkt aantal stoffen is besloten de norm niet te herzien, maar wordt de bestaande MTR-waarde voortaan als jaargemiddelde waarde van de concentratie voor landoppervlaktewateren gehanteerd. Voor deze stoffen had investeren in de afleiding van nieuwe waarden geen prioriteit, bijvoorbeeld omdat er geen nieuwe gegevens zijn (bijvoorbeeld tellurium), of omdat is aangetoond dat de bestaande waarde voldoende bescherming biedt op grond van de Krw-methodiek (bijvoorbeeld diazinon, titaan). In een enkel geval (vanadium) kon een nieuwe waarde niet op tijd worden opgeleverd. De verwachting is dat in veel gevallen een nieuwe waarde getalsmatig niet veel van de eerdere waarde zal afwijken. De wijze van toetsing verschilt wel. Het MTR werd getoetst op basis van het 90ste percentiel van de meetgegevens, terwijl de Krw-methodiek uitgaat van een jaargemiddelde waarde van de concentratie. Het gaat om een beperkt aantal stoffen, namelijk enkele verboden bestrijdingsmiddelen en metalen.

Oude waarde, anders gepresenteerd

In de nieuwe bijlage zijn de waarden op een uniforme manier weergegeven. Dat wil zeggen dat de waarden voor organische stoffen staan vermeld als de totaalconcentratie in ongefiltreerde monsters, voor metalen als opgeloste concentratie na filtratie, exclusief de achtergrondconcentratie. In de eerdere versie van de bijlage was er onvoldoende tijd om voor alle stoffen waarden af te leiden volgens de KRW-methodiek. Bij de afleiding van nieuwe waarden is gebruik gemaakt van recente gegevens over giftigheid voor mens en milieu. Van sommige metalen de waarde als totaalconcentratie vermeld en was de achtergrond soms wel en soms niet in die waarde meegenomen. Voor een paar metalen (bijvoorbeeld vanadium) is daarom de oude waarde omgerekend naar een opgeloste concentratie waarin de achtergrond niet is meegenomen.

Metalen: wel of geen correctie voor de achtergrondconcentratie

Voor sommige metalen was in de eerdere bijlage opgenomen dat er bij toetsing een correctie voor de achtergrondconcentratie mocht worden uitgevoerd. Voor een aantal stoffen bleek dit niet terecht te zijn, omdat de waarde is gebaseerd op doorvergiftiging of visconsumptie. Bij de berekening van deze waarde is de achtergrondconcentratie al meegenomen. In de nieuwe bijlage is voor deze stoffen niet meer de optie geboden om de correctie achteraf toe te passen. Voor een paar stoffen (barium, beryllium, kobalt en thallium) kwam de herziene waarde op basis van doorvergiftiging of visconsumptie lager uit dan de huidige achtergrondconcentratie. Voor deze stoffen is een aangepaste waarde opgenomen.

In bijgaande tabel staat per stof aangegeven of de normen zijn veranderd en zo ja, wat de reden is.

EG-nr

CAS

Stofnaam

Wijzigingen ten opzichte van de eerdere regeling (hierna: MR 2010)

4

7440-38-2

Arseen (en anorganische verbindingen daarvan)

Nieuwe normen afgeleid.

5

2642-71-9

Azinfos-ethyl

Niet gewijzigd.

6

86-50-0

Azinfos-methyl

Niet gewijzigd.

9

100-44-7

Benzylchloride (alfa-chloortolueen)

Nieuwe normen afgeleid, afleiding MAC-MKE niet mogelijk.

10

98-87-3

Benzylideenchloride (alfa,alfa-dichloortolueen)

Nieuwe normen afgeleid, afleiding MAC-MKE niet mogelijk.

19

106-47-8

4-Chlooraniline

Niet gewijzigd.

49, 50, 51

683-18-1,

818-08-6,

1002-53-5

Dibutyltin (kation)

JG-MKN in MR 2010 gold voor de opgeloste concentratie, maar was ontrecht opgenomen als totaalconcentratie; de waarde is nu omgerekend naar totaalgehalte. MAC-MKE toegevoegd.

65

78-87-5

1,2-Dichloorpropaan

Niet gewijzigd.

69

15165-67-0

Dichloorprop-P

Niet gewijzigd.

73

60-51-5

Dimethoaat

Niet gewijzigd.

79

100-41-4

Ethylbenzeen

Nieuwe normen afgeleid.

80

122-14-5

Fenitrothion

Getalswaarde uit MR 2010 gehandhaafd als JG-MKE voor landoppervlaktewateren.

81

55-38-9

Fenthion

Getalswaarde uit MR 2010 gehandhaafd als JG-MKE voor landoppervlaktewateren.

88

330-55-2

Linuron

Nieuwe normen afgeleid voor landoppervlaktewateren.

89

121-75-5

Malathion

Getalswaarde uit MR 2010 gehandhaafd als JG-MKE voor landoppervlaktewateren.

90

94-74-6

MCPA

Niet gewijzigd.

91

93-65-2

Mecoprop-P

Naam gecorrigeerd.

94

7786-34-7

Mevinfos

CAS-nummer gecorrigeerd.

95

1746-81-2

Monolinuron

Niet gewijzigd.

97

1113-02-6

Omethoate

Getalswaarde uit MR 2010 gehandhaafd als JG-MKE voor landoppervlaktewateren.

–99

56-55-3

Benz(a)anthraceen

Nieuwe normen afgeleid.

–99

218-01-9

Chryseen

Nieuwe normen afgeleid.

–99

85-01-8

Fenantreen

Nieuwe normen afgeleid.

100

56-38-2

Parathion

Getalswaarde uit MR 2010 gehandhaafd als JG-MKE voor landoppervlaktewateren.

–100

298-00-0

Parathion-methyl

Getalswaarde uit MR 2010 gehandhaafd als JG-MKE voor landoppervlaktewateren.

105

1698-60-8

Pyrazon (Chloridazon)

Niet gewijzigd.

113

24017-47-8

Triazophos

Niet gewijzigd.

114

126-73-8

Tributylfosfaat

Nieuwe normen afgeleid.

116

52-68-6

Trichloorfon

Getalswaarde uit MR 2010 gehandhaafd als JG-MKE voor landoppervlaktewateren.

125 – 127

900-95-8, 639-58-7, 76-87-9

Trifenyltinacetaat,

Trifenyltinchloride,

Trifenyltinhydroxide

Nieuwe normen afgeleid.

129

108-38-3,

Xylenen

Nieuwe normen afgeleid.

132

25057-89-0

Bentazon

Niet gewijzigd.

A

7440-32-6

Titaan

Getalswaarde uit MR 2010 gehandhaafd als JG-MKE voor landoppervlaktewateren.

B

7440-42-8

Borium

Nieuwe normen afgeleid.

C

7440-61-1

Uranium

Nieuwe normen afgeleid.

D

13494-80-9

Tellurium

Getalswaarde uit MR 2010 gehandhaafd als JG-MKE voor landoppervlaktewateren.

E

7440-22-4

Zilver

Nieuwe normen afgeleid.

F

556-67-2

Octamethylcyclotetrasiloxaan

Nieuwe normen afgeleid.

 

71751-41-2

Abamectine

Niet gewijzigd.

 

14798-03-9

Ammonium-N

Niet gewijzigd.

 

7440-36-0

Antimoon

Nieuwe normen afgeleid.

 

7440-39-3

Barium

In MR 2010 stond dat de JG-MKE mocht worden gecorrigeerd voor de achtergrondconcentratie. Dit was niet correct omdat de norm was gebaseerd op consumptie van vis. Deze norm is lager dan de achtergrondconcentratie. De norm voor directe ecotoxiciteit wordt onvoldoende beschermend geacht voor mensen en predatoren, daarom geldt de achtergrondconcentratie als JG-MKE. MAC-MKE niet gewijzigd.

 

7440-41-7

Beryllium

In MR 2010 stond dat de JG-MKE mocht worden gecorrigeerd voor de achtergrondconcentratie. Dit was niet correct omdat de norm was gebaseerd op humane visconsumptie. De norm voor directe ecotoxiciteit wordt voldoende beschermend geacht voor mensen en predatoren. Hierbij is wel een correctie voor de achtergrond mogelijk. MAC-MKE niet gewijzigd.

 

133-06-2

Captan

Niet gewijzigd.

 

10605-21-7

Carbendazim

Niet gewijzigd.

 

101-21-3

Chloorprofam

Nieuwe normen afgeleid.

 

15545-48-9

Chloortoluron

Niet gewijzigd.

 

7440-47-3

Chroom

Voetnoot is uitgebreid

 

52918-63-5

Deltamethrin

Niet gewijzigd.

 

333-41-5

Diazinon

Getalswaarde uit MR 2010 gehandhaafd als JG-MKE voor landoppervlaktewateren.

 

163515-14-8

Dimethanamid-P

Niet gewijzigd.

 

66230-04-4

Esfenvaleraat

Niet gewijzigd.

 

22224-92-6

Fenamiphos

Niet gewijzigd.

 

72490-01-8

Fenoxycarb

Niet gewijzigd.

 

23560-59-0

Heptenofos

Niet gewijzigd.

 

138261-41-3

Imidacloprid

Nieuwe normen afgeleid, MAC-MKE voor landoppervlaktewateren gelijk gebleven.

 

91465-08-6

Lambda-cyhalothrin

Niet gewijzigd.

 

74223-64-6

Metsulfuron-methyl

Niet gewijzigd.

 

7440-48-4

Kobalt

In MR 2010 stond dat de norm mocht worden gecorrigeerd voor de achtergrondconcentratie. Dit was niet correct omdat de norm was gebaseerd op consumptie van vis. Deze norm is lager dan de achtergrondconcentratie. De norm voor directe ecotoxiciteit wordt onvoldoende beschermend geacht voor mensen en predatoren, daarom geldt de achtergrondconcentratie als JG-MKE. MAC-MKE niet gewijzigd.

 

7440-50-8

Koper

Nieuwe normen afgeleid.

 

67129-08-2

Metazachloor

Nieuwe normen afgeleid.

 

18691-97-9

Methabenzthiazuron

Getalswaarde uit MR 2010 gehandhaafd als JG-MKE voor landoppervlaktewateren.

 

51218-45-2

Metolachloor

Nieuwe normen afgeleid.

 

7439-98-7

Molybdeen

In MR 2010 stond dat de norm mocht worden gecorrigeerd voor de achtergrondconcentratie. Dit was niet correct, de voetnoot is aangepast.

 

23103-98-2

Pirimicarb

Nieuwe norm afgeleid, getalswaarde JG-MKE voor landoppervlaktewateren is gelijk aan oude MTR

 

29232-93-7

Pirimifos-methyl

Niet gewijzigd.

 

114-26-1

Propoxur

Getalswaarde uit MR 2010 gehandhaafd als JG-MKE voor landoppervlaktewateren.

 

96489-71-3

Pyridaben

Niet gewijzigd.

 

95737-68-1

Pyriproxyfen

Niet gewijzigd.

 

7782-49-2

Selenium

In MR 2010 stond dat de norm mocht worden gecorrigeerd voor de achtergrondconcentratie. Dit was niet correct, voetnoot is aangepast.

 

83121-18-0

Teflubenzuron

Niet gewijzigd.

 

5915-41-3

Terbutylazine

Nieuwe normen afgeleid.

 

7440-28-0

Thallium

In MR 2010 stond dat de norm mocht worden gecorrigeerd voor de achtergrondconcentratie. Dit was niet correct omdat de norm was gebaseerd op consumptie van vis. Deze norm is lager dan de achtergrondconcentratie. De norm voor directe ecotoxiciteit wordt onvoldoende beschermend geacht voor mensen en predatoren, daarom geldt de achtergrondconcentratie als JG-MKE. MAC-MKE niet gewijzigd.

 

7440-31-5

Tin

Niet gewijzigd.

 

57018-04-9

Tolclofos-methyl

Niet gewijzigd.

 

7440-62-2

Vanadium

Getalswaarde uit MR 2010 gehandhaafd als JG-MKE voor landoppervlaktewateren, maar omgerekend naar opgeloste concentratie zonder achtergrond.

 

7440-66-6

Zink

Niet gewijzigd.

4. Wettelijke grondslag

De wettelijke grondslag voor de onderhavige regeling is te vinden in artikel 15 van het Besluit kwaliteitseisen en monitoring water 2009 (Bkmw 2009). Op grond van die bepaling kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de onderdelen van het monitoringsprogramma die zijn vermeld in artikel 13, eerste lid, Bkmw 2009. Deze bepaling noemt onder meer de volgende onderdelen:

  • a. monitoring van de toestand van een waterlichaam, voor zover het stoffen en kwaliteitselementen betreft, die relevant zijn voor de toestand van het waterlichaam,

  • d. interpretatie en presentatie van de monitoringsresultaten,

  • e. indeling van een waterlichaam in een toestandsklasse, en

  • g. vaststelling van de toestandsklasse waarin een waterlichaam zich bevindt, per stof en kwaliteitselement.

De in deze wijzigingsregeling opgenomen regels hebben betrekking op de aangegeven onderdelen van het monitoringsprogramma.

Met de regeling wordt tevens uitvoering gegeven aan de definitie van het begrip ‘typen natuurlijk oppervlaktewaterlichaam’ in artikel 1, eerste lid, van het Bkmw 2009, waarin onder meer is bepaald dat de typespecifieke referentieomstandigheden voor Nederlandse oppervlaktewateren worden uitgewerkt in de ministeriële regeling op grond van artikel 15 en in het monitoringsprogramma. Vanwege de verwijzing naar artikel 15 is artikel 1 in de aanhef niet als wettelijke grondslag van de onderhavige wijzigingsregeling genoemd.

5. Inwerkingtreding

Bij de vaststelling van de datum van inwerkingtreding van dit besluit is afgeweken van de systematiek van de vaste verandermomenten (Aanwijzing voor de regelgeving 174, tweede lid) en minimuminvoeringstermijn (Aanwijzing voor de regelgeving 174, derde lid). Deze mogelijkheid van afwijking bestaat indien met de afwijkende inwerkingtredingsdatum, gelet op de doelgroep, aanmerkelijke ongewenste private of publieke voor- of nadelen worden voorkomen. Dat is hier het geval, omdat bij de opstelling van de nieuwe waterplannen voor de periode 22 december 2015 – 22 december 2021 al is gewerkt met de geactualiseerde wijzigingsregeling in plaats van de geldende versie van de Regeling monitoring kaderrichtlijn water. Daarom is het wenselijk dat de regeling voor de vaststelling en inwerkingtreding van de waterplannen in werking is getreden.

Gelijktijdige inwerkingtreding met het besluit tot wijziging van het Besluit kwaliteitseisen en monitoring water 2009 en het Waterbesluit, dat ook nog in 2015 in werking zal treden, is niet nodig, omdat dat besluit geen wettelijke grondslag voor de onderhavige wijzigingsregeling bevat en ook voor goede werking niet van deze regeling afhankelijk is.

DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus


X Noot
1

De specifieke verontreinigende (chemische) stoffen moeten worden onderscheiden van de prioritaire chemische stoffen, die als kwaliteitselementen van de chemische toestand van oppervlaktewaterlichamen zijn geselecteerd in de kaderrichtlijn water (bijlage X) en waarvoor Europese kwaliteitseisen zijn vastgesteld in de richtlijn prioritaire stoffen. De specifieke verontreinigende stoffen zijn genoemd in bijlage V.1.1, kaderrichtlijn water. Dit zijn stoffen die relevant zijn voor de betrokken lidstaat en die op nationaal niveau zijn geselecteerd en waarvoor ook op dat niveau kwaliteitseisen zijn vastgesteld.

X Noot
2

Beschikking van de Europese Commissie van 30 oktober 2008 tot vaststelling van de indelingswaarden voor de monitoringssystemen van de lidstaten die het resultaat zijn van de intercalibratie, overeenkomstig richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad (PbEU L 332).

X Noot
3

Het rapport ‘Referenties en maatlatten voor natuurlijke watertypen voor de kaderrichtlijn water 2015–2021’, rapportnummer 2012-31, ISBN 978.90.5773.569.1, van de Stichting toegepast onderzoek waterbeheer, zoals gepubliceerd op: http://www.stowa.nl/

X Noot
4

Het rapport ‘Omschrijving MEP en maatlatten voor sloten en kanalen voor de Kaderrichtlijn Water 2015–2021’ Stowa, rapportnummer 2012-34, ISBN 978.90.5773.571.4, van de Stichting toegepast onderzoek waterbeheer, zoals gepubliceerd op: http://www.stowa.nl/

X Noot
5

De Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer (Stowa) is het onderzoeksplatform van Nederlandse waterbeheerders. Deelnemers zijn alle beheerders van grondwater en oppervlaktewater in landelijk en stedelijk gebied, beheerders van installaties voor de zuivering van huishoudelijk afvalwater en beheerders van waterkeringen. Dat zijn alle waterschappen, hoogheemraadschappen en zuiveringsschappen en de provincies.

X Noot
6

Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), Specifieke verontreinigende en drinkwater relevante stoffen onder de Kaderrichtlijn water; Selectie van potentieel relevante stoffen voor Nederland, RIVM rapport 601714022/2012, juli 2012.

Naar boven