Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 27 oktober 2015, houdende aanpassing van de subsidiebedragen van de Wet financiering politieke partijen voor het jaar 2015

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op de artikelen 8, vijfde lid, en 43, onderdeel e, van de Wet financiering politieke partijen;

Besluit:

ARTIKEL I

Artikel 8 van de Wet financiering politieke partijen wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In onderdeel a wordt ‘€ 175.563’ vervangen door ‘€ 173.240,82’, wordt ‘€ 50.921’ vervangen door ‘€ 50.247,81’ en wordt ‘€ 1.922.318’ vervangen door: € 1.896.891,33.

b. In onderdeel b wordt ‘€ 123.306’ vervangen door ‘€ 121.675,08’ en wordt ‘€ 12.674’ vervangen door: € 12.506,55.

2. In het tweede lid wordt ‘€ 494.282’ vervangen door: € 487.744,42.

3. In het derde lid wordt ‘€ 622.712’ vervangen door ‘€ 623.833’ en wordt ‘€ 896.098’ vervangen door € 897.711.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2016 en werkt terug tot en met 1 januari 2015.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk

NOTA VAN TOELICHTING

Ingevolge artikel 8, vijfde lid, van de Wet financiering politieke partijen worden de bedragen, genoemd in artikel 8, eerste, tweede en derde lid, jaarlijks met ingang van 1 januari bij ministeriële regeling gewijzigd, overeenkomstig de voor de rijksbegroting gehanteerde loon- en prijsbijstelling en afgerond op het naastbij gelegen gehele getal. Het betreffen de subsidiebedragen voor een politieke partij (het basisbedrag, het bedrag per zetel, en het bedrag per verenigingslid) en, indien van toepassing, voor het politiek-wetenschappelijk instituut, de politieke jongerenorganisatie en de instelling voor buitenlandse activiteiten van die partij.

Ingevolge artikel 43, aanhef en onder e, van de Wet financiering politieke partijen worden de bedragen, genoemd in artikel 8, eerste lid, onderdelen a, b en c, en tweede lid, ten behoeve van kalenderjaar 2015, na toepassing van artikel 8, vijfde lid, nader gewijzigd door het resultaat van de berekening per 1 januari 2015 te verlagen met 1,5%.

Bijgaand besluit strekt ertoe om op de in artikel 8, eerste, tweede en derde lid, van de Wet financiering politieke partijen genoemde bedragen zowel bovenbedoelde subsidiekorting over 2015 toe te passen als de loon- en prijsbijstelling over dat jaar. Het gewogen percentage loon- en prijsbijstelling voor de in artikel 8 genoemde bedragen over 2015 bedraagt 0,18%.

Het besluit kan nu pas worden genomen, omdat niet eerder over het jaar 2015 bekend was hoe hoog de toe te passen loon- en prijsbijstelling zou zijn. Nu dat bekend is, kunnen de bedragen worden aangepast met ingang van 1 januari 2015. De terugwerkende kracht is niet bezwaarlijk, omdat politieke partijen hierop is gewezen bij de subsidietoewijzing zodat zij daar rekening mee hebben kunnen houden.

Het voorstel heeft geen effecten voor de regeldruk, omdat het enkel een indexering betreft.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk

Naar boven