Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 24 oktober 2015, nr. WJZ/15135757, tot wijziging van de Regeling interventie

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

Gelet op:

Gedelegeerde verordening (EU) nr. 2015/1852 van de Commissie van 15 oktober 2015 tot opening van een tijdelijke buitengewone regeling voor de particuliere opslag van bepaalde soorten kaas en tot voorafgaande vaststelling van het steunbedrag (PbEU 2015, L 271);

artikelen 13, eerste lid, onderdeel b, 15 en 19, eerste lid van de Landbouwwet;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling interventie wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, onderdeel u, komt te luiden:

u. verordening 2015/1852:

Gedelegeerde verordening (EU) nr. 2015/1852 van de Commissie van 15 oktober 2015 tot opening van een tijdelijke buitengewone regeling voor de particuliere opslag van bepaalde soorten kaas en tot voorafgaande vaststelling van het steunbedrag (PbEU 2015, L 271);

B

In artikel 18, eerste lid, wordt ‘een aan de minister gericht telefaxbericht’ vervangen door: een aan de minister gericht bericht, met gebruikmaking van een door de minister beschikbaar gesteld middel.

C

Artikel 87m wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1’ geplaatst.

2. In het (nieuwe) eerste lid wordt ‘De Minister’ vervangen door: De minister.

3. In het (nieuwe) eerste lid wordt ‘Verordening 950/2014’ telkens vervangen door: verordening 2015/1852.

4. Na het (nieuwe) eerste lid wordt twee nieuwe leden toegevoegd, luidende:

  • 2. De aan Nederland toegekende maximale producthoeveelheid, bedoeld in artikel 1 van verordening 2015/1852, wordt verdeeld op basis van de volgorde van binnenkomst van de aanvragen, bedoeld in het eerste lid.

  • 3. Indien een aanvraag als bedoeld in het eerste lid niet volledig is, wordt deze niet in aanmerking genomen voor het verdelen van de maximale producthoeveelheid, bedoeld in het tweede lid, tot de aanvraag is aangevuld.

D

Artikel 87n wordt als volgt gewijzigd:

1. ‘artikel 87n’ wordt vervangen door: artikel 87m.

2. ‘de Minister’ wordt vervangen door: de minister.

3. ‘de Mnister’ wordt vervangen door: de minister.

4. ‘formulier’ wordt vervangen door: middel.

E

Artikel 87o wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste en tweede lid wordt ‘verordening 950/2014’ telkens vervangen door: verordening 2015/1852.

2. In het tweede lid wordt ‘De minimumouderdom van kaas’ vervangen door: De minimumouderdom van overige kazen.

F

Artikel 87p wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. In de administratie van het opslagpand is elke kaas traceerbaar en worden de gegevens, bedoeld in artikel 7, tweede lid, onderdelen a tot en met d en f, en derde lid, van verordening 2015/1852 alsmede het opslagpartijnummer van het opslagpand vastgelegd.

2. Het derde lid komt te luiden:

  • 3. Voor de toepassing van artikel 7, eerste lid, onderdeel d, van verordening 2015/1852 kan worden afgezien van het markeren van de individuele opgeslagen producten met de in dat artikellid bedoelde informatie, indien:

    • a. bij opslag op de pallets of boxpallets, per partij en per pallet of boxpallet, op een duidelijk zichtbare plaats een label wordt aangebracht waarop het opslagpartijnummer, het aantal verpakkingen op de pallet of boxpallet en de datum van fysieke inslag worden vermeld, en

    • b. de beheerder van het opslagpand een register bijhoudt waarin de gegevens bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel d, van verordening 2015/1852 worden opgenomen.

G

Artikel 87q wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid, aanhef, wordt ‘vrieshuizen’ vervangen door: opslagpanden.

2. In het tweede lid wordt, onder verlettering van onderdeel a en b tot b en c, een nieuw onderdeel ingevoegd, luidende:

  • a. beschikken over vriesfaciliteiten;

3. In het derde lid vervalt ‘of vrieshuis’ en wordt ‘de Minister’ vervangen door: de minister.

H

Artikel 87r wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste en vierde lid wordt ‘de Minister’ vervangen door: de minister.

2. Na het eerste lid wordt, onder vernummering van het tweede en derde lid tot derde en vierde lid, een nieuw lid ingevoegd, luidende:

  • 2. Toestemming als bedoeld in het eerste lid wordt aangevraagd bij de minister, met gebruikmaking van een door de minister beschikbaar gesteld middel.

3. In het derde lid (nieuw) vervalt ‘op aanvraag’.

I

Artikel 87s wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste en tweede lid wordt ‘de Minister’ telkens vervangen door: de minister.

2. In het eerste lid wordt ‘De houder van het opslagpand of het vrieshuis’ vervangen door: De contractant of de beheerder van het opslagpand.

3. In het tweede lid wordt ‘formulier’ vervangen door: middel.

J

In artikel 87t wordt ‘artikel 87h’ vervangen door: artikel 87u.

K

Artikel 87u, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. Degene die kaas in het kader van dit hoofdstuk opslaat verstrekt aan de minister, met gebruikmaking van een door de minister beschikbaar gesteld middel, een opgave van de ingeslagen hoeveelheden.

L

Artikel 87v wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, vervalt ‘of het vrieshuis’.

2. Het tweede lid komt als volgt te luiden:

  • 2. Het in het eerste lid bedoelde inslagbewijs bevat in ieder geval:

    • a. de gegevens bedoeld in artikel 7, tweede lid, van verordening 2015/1852;

    • b. het opslagpartijnummer, en

    • c. het productiepartijnummer of in voorkomend geval de productiepartijnummers.

M

Artikel 87x wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘artikel 8, derde lid, van Verordening 950/2014’ vervangen door: artikel 9, derde lid, van verordening 2015/1852.

2. In het tweede lid wordt ‘formulier’ vervangen door: middel.

3. In het tweede lid en vierde lid wordt ‘de Minister’ telkens vervangen door: de minister.

4. In het derde lid wordt ‘aanvraag om betaling van steun als bedoeld in artikel 11, eerste lid, van Verordening 950/2014’ vervangen door: betalingsaanvraag als bedoeld in artikel 12, eerste lid, van verordening 2015/1852.

N

Artikel 87y vervalt.

O

Artikel 87z wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste en tweede lid wordt ‘de Minister’ telkens vervangen door: de minister.

2. In het eerste lid wordt ‘artikel 10. eerste lid, van Verordening 950/2014’ vervangen door: artikel 11, eerste lid, van verordening 2015/1852.

3. In het tweede lid wordt ‘conform een bij de Minister op te vragen formulier’ vervangen door: met gebruikmaking van een door de minister beschikbaar gesteld middel.

P

Na artikel 87z wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 87aa

  • 1. Wanneer de maximale producthoeveelheid die aan Nederland is toegewezen in de bijlage van verordening 2015/1852 is uitgeput beëindigt de minister de mogelijkheid om steunaanvragen als bedoeld in artikel 4, eerste lid, van verordening 2015/1852 in te dienen met ingang van het moment waarop het plafond is bereikt.

  • 2. Na de beëindiging, bedoeld in het eerste lid, ingediende steunaanvragen komen niet meer in aanmerking voor steun als bedoeld in artikel 1 van verordening 2015/1852.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 19 oktober 2015.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 24 oktober 2015

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma

TOELICHTING

I. Algemeen

§ 1 Aanleiding

In heel 2014 en in de eerste helft van 2015 is de mondiale vraag naar melk en zuivelproducten in het algemeen gedaald. Dit was met name het gevolg van de afnemende invoer in China, 's werelds grootste importeur van zuivelproducten. Bovendien heeft de Russische regering op 25 juni 2015 bekendgemaakt dat het verbod op de invoer van landbouwproducten en levensmiddelen uit de Europese Unie met een jaar wordt verlengd, tot en met 6 augustus 2016.

Deze ontwikkelingen hebben geleid tot een verstoring van de marktsituatie vanwege een forse onbalans tussen vraag en aanbod. Als gevolg daarvan zijn de prijzen van rauwe melk en zuivelproducten in de Europese Unie verder achteruitgegaan. Het is waarschijnlijk dat deze neerwaartse druk zal aanhouden en voor veel landbouwers, die kasstroom- en liquiditeitsmoeilijkheden ondervinden, onhoudbare niveaus zal bereiken. De gemiddelde prijzen van de Unie voor de belangrijkste kazen waren in 2015 met 17% gedaald.

Op grond van de artikelen 11, eerste lid, onderdelen d en e, en 17, eerste lid, onderdelen f en g, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (hierna Verordening 1308/2013) kan de Europese Commissie openbare interventie en particuliere opslag openstellen voor boter en mageremelkpoeder.

De in het kader van verordening 1308/2013 beschikbare marktinterventiemaatregelen voor kaas zijn echter beperkt tot kaas met een geografische aanduiding. Hoewel er wel kazen met een geografische aanduiding zijn die gevolgen ondervinden van de daling van de vraag naar kaas, maken deze slechts een minimaal deel uit van het hele assortiment kazen dat wordt getroffen door de daling van de vraag naar kaas.

Om deze reden heeft de Europese Commissie besloten gebruik te maken van haar bevoegdheden op grond van artikel 219, eerste lid, van Verordening 1308/2013 om uitzonderlijke maatregelen te treffen ter bestrijding van marktverstoring. Op 15 oktober 2015 heeft de Europese Commissie dan ook de particuliere opslag voor kaas opnieuw opengesteld (Gedelegeerde verordening (EU) nr. 2015/1852 van de Commissie van 15 oktober 2015 tot opening van een tijdelijke buitengewone regeling voor de particuliere opslag van bepaalde soorten kaas en tot voorafgaande vaststelling van het steunbedrag, hierna verordening 2015/1852, (PbEU 2015, L 271).

§ 2 Verordening 2015/1852

De Europese Commissie heeft de nieuwe opstelling van de particuliere opslag voor kaas opnieuw op dezelfde wijze vormgegeven als de eerste openstelling van de particuliere opslag voor kaas in 2014 (Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 950/2014 van de Commissie van 4 september 2014 tot opening van een tijdelijke buitengewone regeling voor de particuliere opslag van bepaalde soorten kaas en tot voorafgaande vaststelling van het steunbedrag (PbEU 2014, L 265), hierna: verordening 950/2014).

Verordening 2015/1852 wijkt desalniettemin echter op met name de volgende onderdelen af van verordening 950/2014:

  • In artikel 1 van verordening 2015/1852 is gekozen voor het toekennen van een maximale producthoeveelheid per lidstaat (bijlage bij verordening 2015/1852), in plaats van een hoeveelheid voor de gehele Europese Unie. De maximale producthoeveelheid per lidstaat is vastgesteld op basis van de kaasproductie van de lidstaten. Aan Nederland is een hoeveelheid van 8.156 ton toegekend.

  • Kaas moet worden opgeslagen in de lidstaat waar hij geproduceerd wordt (artikel 3, tweede lid, onderdeel e, van verordening 2015/1852). Dit om te voorkomen dat handelaren uit een andere lidstaat de aan een lidstaat toegekende maximale producthoeveelheid uitputten.

  • Lidstaten worden verplicht een systeem op te zetten waarmee zij, aan de hand van objectieve en niet-discriminerende criteria, borgen dat de aan de lidstaat toegekend maximale producthoeveelheid niet wordt overschreden (artikel 14 van verordening 2015/1852).

  • In het geval lidstaten de aan hen toegekende maximale producthoeveelheid niet ten volle benutten is na drie maanden voorzien in een herverdeling van ongebruikte hoeveelheden over lidstaten die aangeven meer gebruik te willen maken van de regeling (artikel 15 van verordening 2015/1852.

  • Om te garanderen dat alleen serieuze aanvragen worden ingediend in het kader van deze regeling wordt in artikel 4, zesde lid, onderdeel a, van verordening 2015/1852 een verplichting tot het stellen van een zekerheid van € 20 per ton opgenomen.

§ 3 Particuliere opslag voor kaas in de Regeling interventie

In de Regeling interventie is in 2014, ter uitvoering van verordening 950/2014, reeds een nieuw hoofdstuk (hoofdstuk 5b) opgenomen voor de particuliere opslag voor kaas. Dit onderdeel van de regeling interventie werd, nadat de eerste openstelling van de particuliere opslag voor kaas was afgewikkeld, niet langer gebruikt.

Omdat de nieuwe openstelling van de particuliere opslag voor kaas op grond van verordening 2015/1852 grotendeels identiek is aan de openstelling op grond van verordening 950/2014, is voor de nieuwe openstelling volstaan met het aanpassen van hoofdstuk 5b van de Regeling interventie aan de nieuwe verordening. Te dien einde zijn in de gehele Regeling interventie de verwijzingen naar verordening 950/2014 vervangen door verwijzingen naar verordening 2015/1852.

Voorts is een nieuw artikel 87aa (onderdeel P) geïntroduceerd waarin een systeem wordt opgezet ter bewaking van de uitputting van de aan Nederland toegewezen maximale producthoeveelheid. Wanneer de maximale aan Nederland toegewezen producthoeveelheid is bereikt, beëindigt de minister op grond van artikel 87aa, eerste lid, door middel van een besluit de mogelijkheid om steunaanvragen in te dienen in het kader van de particuliere opslag voor kaas. Dit besluit wordt gepubliceerd in de Staatscourant en de werking daarvan werkt terug tot het moment waarop het plafond feitelijk bereikt is. Het moment van het bereiken van het plafond wordt door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland direct gecommuniceerd op haar website.

Voorts is in artikel 87m (onderdeel C, vierde lid) opgenomen dat de aan Nederland toegekende maximale producthoeveelheid aan aanvragers wordt toegekend op volgorde van binnenkomst van de aanvraag. Ook is verduidelijkt dat een aanvraag alleen wordt meegeteld voor deze verdeling indien deze volledig is. Onvolledige aanvragen worden pas meegeteld vanaf het moment dat zij (volledig) zijn aangevuld.

Tot slot is van de gelegenheid gebruik gemaakt om enkele onjuistheden in hoofdstuk 5b van de regeling interventie te corrigeren, de formulering van een aantal artikelen te verduidelijken en een update door te voeren in artikel 18 van de Regeling interventie (de wijze waarop een zekerheid gesteld kan worden).

§ 4 Regeldruk

De verhoging van de regeldruk die gepaard gaat, met deze regeling wordt geraamd op circa € 73.300.

Naar verwachting zullen de fysieke inspanningen die gepaard gaan met de uitvoering van deze maatregelen nauwelijks verschillen van de situatie waarin kaas gewoon wordt opgeslagen. De verhoging van de regeldruk van deze regeling vloeit met name voort uit de administratieve verplichtingen die uit deze maatregelen voortvloeien.

De marktdeelnemers moeten eenmalig kennisnemen van de regelingen. Dit zal naar verwachting ongeveer 2,5 uur in beslag nemen. Naar verwachting zullen er circa 10 marktdeelnemers deelnemen per regeling. Tegen een uurtarief van € 37 per uur bedragen de administratieve lasten die hier mee gepaard gaan voor 10 marktdeelnemers € 925.

De regeldruk voor marktdeelnemers die per melding gepaard gaat met deze regeling wordt geraamd op € 69.375.

Per melding bedragen de administratieve verplichtingen naar verwachting circa 1 uur. Er worden gedurende de periode van openstelling circa 750 meldingen verwacht voor deze opslagregeling. Tegen een uurtarief van € 37 levert dit een verwacht totaal van € 37 per melding op, derhalve totaal € 27.750. De opslagpanden voeren reeds een uitvoerige administratie. De aanvullende administratie die moet worden gevoerd voor deelname aan particuliere opslag is verwaarloosbaar. Wel kost het begeleiden van controles ter plaatse de opslaghouder tijd. Nadat de producten zijn ingeslagen vindt er een 100% controle plaats. Gedurende de opslag vindt er steekproefsgewijs een controle plaats. De helft van de contracten wordt bij uitslag gecontroleerd. De controles zijn grotendeels administratief van aard. Een gedeelte van de producten wordt fysiek bekeken en bemonsterd. Om het tijdsbeslag te beperken worden zoveel mogelijk aanvragen of contracten gelijktijdig gecontroleerd. Naar verwachting bedragen de administratieve lasten hiervan 1,5 uur per aangemelde partij, of wel € 55,50 per partij, totaal € 41.625.

Op basis van de ervaringen met vergelijkbare interventiemaatregelen van de particuliere opslag voor boter en de openstelling van de particuliere opslag voor kaas in 2014 wordt verwacht dat in ca. 1% van de gevallen bezwaar en beroep zal worden aangetekend. Naar verwachting zal het voeren van deze procedures gemiddeld circa 4 uur in beslag nemen. Tegen een tarief van € 100 per uur bedragen de administratieve lasten die gepaard gaan met het voeren van deze procedures circa € 3.000.

De Regeling interventie is een nationale regeling ter uitvoering van Europese regelgeving.

§ 5 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, werkt terug tot en met 19 oktober 2015. Met deze datum wordt aansluiting gezocht bij de datum van inwerkingtreding van verordening 2015/1852.

II. Artikelsgewijs

Artikel I, onderdelen A, C, derde lid, E, eerste lid, M, eerste en vierde lid en O, tweede lid

In de artikelen 1, onderdeel u, 87m, eerste lid, 87o, eerste en tweede lid, 87x, eerste en derde lid, en 87z, eerste lid zijn telkens de verwijzingen naar verordening 950/2014 vervangen door verwijzingen naar verordening 2015/1852.

Artikel I, onderdeel B

In artikel 18, eerste lid, van de Regeling interventie wordt bepaald op welke wijze een zekerheid kan worden gesteld. In dit lid werd nog bepaald dat dit kon door middel van een bericht per telefax. In de huidige tijd is het niet alleen mogelijk om een dergelijk bericht per telefax te verzenden, maar kan dit bijvoorbeeld tevens via het internet of per e-mail. Om deze reden is de formulering van artikel 18, eerste lid aangepast en wordt slechts nog voorgeschreven dat een bericht aan de minister met gebruikmaking van een door de minister ter beschikking gesteld middel wordt verzonden.

Artikel I, onderdelen C, tweede lid, D, G, derde lid, H, eerste lid, I, eerste lid, J, K, M, tweede en derde lid, en O, eerste en derde lid

In de artikelen 87m, eerste lid, 87n, 87r, eerste en vierde lid, 87s, eerste en tweede lid, 87t, 87u, eerste lid, 87x, tweede en vierde lid, 87y en 87z zijn een aantal kleine inhoudelijke en wetstechnische onjuistheden die abusievelijk in de regeling geslopen waren gecorrigeerd. Ook is de term ‘formulier’ vervangen door het technisch meer neutrale begrip ‘middel'.

Artikel I, onderdelen E, tweede lid, F, G eerste en tweede lid, H, tweede en derde lid, I, tweede lid, en L

In de artikelen 87o, tweede lid, 87p, 87q, 87r, tweede en derde lid, 97s, eerste lid, 87v en artikel 87y heeft een herformulering van de tekst plaats gevonden ter verduidelijking van de tekst.

Artikel I, onderdeel N

Artikel 87y komt te vervallen. Dit artikel bevatte een overbodige nadere nationale invulling van de Europese verordening.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma

Naar boven