Regeling van de Minister van Veiligheid en Justitie van 26 oktober 2015, nr. 688802, houdende wijziging van het Besluit vaststelling model landelijk insigne buitengewoon opsporingsambtenaar

De Minister van Veiligheid en Justitie,

Gelet op artikel 26a van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar en artikel 15b van de Auteurswet;

Besluit:

ARTIKEL I

Na artikel 4 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 4a

  • 1. De Staat der Nederlanden (Ministerie van Veiligheid en Justitie) maakt ten aanzien van het auteursrecht op het in artikel 2 en 3 van dit besluit omschreven insigne een voorbehoud als bedoeld in artikel 15b van de Auteurswet.

  • 2. Een afbeelding van het insigne zoals geregistreerd bij het Benelux Merkenbureau onder inschrijvingsnummer 0817662 wordt als bijlage bij deze regeling opgenomen.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting en de bijlage in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 26 oktober 2015

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur

BIJLAGE

TOELICHTING

Ingevolge artikel 26 van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar dient de buitengewone opsporingsambtenaar (hierna: boa) op een duidelijk zichtbare plek een insigne te dragen waarvan het model door de minister van Veiligheid en Justitie is vastgesteld. Met het insigne is beoogd de herkenbaarheid van de boa, die veelvuldig met het publiek in aanraking komt, te vergroten.

In het Besluit vaststelling model landelijk insigne buitengewoon opsporingsambtenaar is het beeldmerk nauwkeurig omschreven en bepaald dat dit beeldmerk als stoffen of metalen insigne kan worden uitgevoerd. Werkgevers kunnen voor hun boa’s een insigne bestellen bij de Dienst Justis. Daardoor krijgt deze dienst inzicht in de dragers van de boa-insignes en wordt misbruik moeilijker gemaakt.

Met deze wijziging van het besluit wordt een voorbehoud als bedoeld in artikel 15b van de Auteurswet gemaakt ter bescherming van het insigne. Dit houdt in dat zonder toestemming van de auteursrechthebbende geen enkele onderneming het logo mag gebruiken. Een voorbehoud kan misbruik weliswaar niet voorkomen, maar geeft een (juridische) basis om eventueel op te treden. Een dergelijk voorbehoud is bijvoorbeeld ook gemaakt ten aanzien van het logo van de Nederlandse politie (Voorbehoud auteursrecht logo Nederlandse politie) en het Rijkslogo (Regeling voorbehouden auteursrecht beeldmerk en huisstijl herkenbare Rijksoverheid). Daarnaast wordt er een afbeelding van het insigne bij het besluit als bijlage opgenomen.

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur

Naar boven