ARTIKEL I
De Regeling erkenning werkplaatsen boordcomputer taxi wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 5 komt te luiden:
Artikel 5
De Dienst Wegverkeer kent aan de erkenninghouder toegangscodes toe voor datacommunicatie
met deze dienst.
B
In het opschrift van Hoofdstuk 3, § 3, vervalt ‘melden,’.
C
Artikel 17 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid vervalt.
2. Het tweede en derde lid worden vernummerd tot eerste en tweede lid.
3. In het eerste lid (nieuw) vervalt ‘direct na de in het eerste lid bedoelde melding’.
4. In het tweede lid (nieuw) vervalt ‘en tweede’.
D
In artikel 19, tweede lid, wordt ‘tweede lid’ vervangen door: eerste lid.
E
Artikel 20 komt te luiden:
Artikel 20
De Dienst Wegverkeer houdt toezicht op de naleving van hoofdstuk 3.
G
Artikel 24 komt te luiden:
Artikel 24
Indien een reeds erkend bedrijf wordt voortgezet door een andere natuurlijke persoon
of rechtspersoon, worden sancties, opgelegd ingevolge artikel 22, beschouwd als te
zijn opgelegd aan deze natuurlijke persoon of rechtspersoon.
ARTIKEL II
Artikel 33, eerste lid, onderdeel b, van de Regeling specificaties en typegoedkeuring
boordcomputer taxi wordt vervangen door:
ARTIKEL III
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2016.
TOELICHTING
Algemeen
Inleiding
Deze regeling strekt tot vereenvoudiging van de Regeling erkenning werkplaatsen boordcomputer
taxi. Tot op heden was het verplicht voor erkende werkplaatsen om werkzaamheden aan
de boordcomputer taxi (hierna: bct) te melden aan de Dienst Wegverkeer (hierna: RDW).
Aan de hand van deze melding voerde de RDW steekproefsgewijze controles uit. De verplichting
tot het doen van deze melding, die in de praktijk ‘afmelding’ wordt genoemd, vervalt.
Voorts strekt deze regeling tot vereenvoudiging van de procedure ter verkrijging van
een typegoedkeuring.
De redenen waarom melding van werkzaamheden in een werkplaats kan vervallen, zijn
tweeërlei.
Ten eerste is de noodzaak niet langer aanwezig. Vanaf het moment dat er bct’s beschikbaar
kwamen, bestonden de werkzaamheden hoofdzakelijk uit activering daarvan. Vóór 1 juli
2014 moesten alle straattaxi’s zijn voorzien van een geactiveerde bct. Voor contractvervoer
gold de datum van 1 februari 2015. Om tegemoet te komen aan de aanschafkosten van
de bct bestond een subsidieregeling, die activering voor genoemde data als voorwaarde
stelde om voor subsidie in aanmerking te komen. De melding diende ter controle op
de tijdige activering en op het voldoen aan de voorwaarde van de subsidieregeling.
De data zijn inmiddels verstreken en de subsidieregeling is geëxpireerd.
De tweede reden waarom melding van werkzaamheden met betrekking tot bct’s kan vervallen,
is dat het aantal activeringen drastisch is verminderd nu in principe alle taxi’s
zijn voorzien van een geactiveerde bct. De thans in werkplaatsen verrichte werkzaamheden
bestaan nu voornamelijk uit installatie van software-updates. Sinds 1 april 2015 gelden
er nieuwe eisen aan de software, waarmee het uiterlijk met ingang van 1 juli 2016
mogelijk moet worden om deze in de meeste gevallen op afstand te kunnen downloaden,
waardoor dit niet meer in een werkplaats hoeft te gebeuren. Naar verwachting zal dan
jaarlijks slechts van circa 10% van het totale aantal taxi’s, zijnde circa 3.000 voertuigen,
een bct in een werkplaats ge(her)activeerd moeten worden. Hierbij valt dan vooral
te denken aan reparatie, installatie van een nieuwe bct, overzetting van een bct naar
een ander voertuig en software-updates waarvoor kalibratie nodig is. Vanwege het relatief
incidentele karakter van deze handelingen vindt een vermindering van het aantal werkplaatsen
plaats. Bovengenoemde ontwikkelingen leiden ertoe dat de RDW uiteindelijk voor een
kleine doelgroep een kosteninefficiënt datacommunicatie-, informatie- en toezichtsysteem
zou moeten onderhouden en beheren.
Op de vereenvoudiging van de procedure ter verkrijging van een typegoedkeuring wordt
in de artikelsgewijze toelichting ingegaan.
Administratieve lasten en bedrijfseffecten
Afschaffing van de meldplicht betekent voor de taxiondernemers een verlichting van
de (administratieve) lasten. Tot nu toe zijn ondernemers verplicht de installatie,
reparatie, (her)activering van de BCT en installatie van alle software-updates in
door de RDW erkende werkplaatsen uit te (laten) voeren. Voor zover de ondernemers
niet zelf over werkplaatsen beschikken, worden de meldingskosten, € 5,50 per handeling,
aan hen doorberekend. Het afschaffen van de meldingsplicht levert een incidentele
en structurele besparing van kosten op voor taxiondernemers.
Nadat alle bct’s uiterlijk 1 juli 2016 voorzien zijn van software die voldoet aan
de aangepaste regeling specificaties, hoeven alleen updates die van invloed zijn op
de kalibratie van de bct uitgevoerd te worden in de werkplaats. Naar verwachting zullen
alle taxi’s gemiddeld jaarlijks nog eenmaal naar de werkplaats moeten voor installatie,
reparatie, (her)activering van de bct of installatie van software. De structurele kosten die hierdoor jaarlijks worden bespaard door het afschaffen van de meldingsplicht
bedragen € 330.000,–.
Consultatie
De lastenvermindering die het gevolg is van deze regeling, is door betrokken brancheorganisaties
positief ontvangen. De consultatie van deze organisaties heeft verder niet tot wijzigingen
geleid.
Handhaafbaarheid en uitvoerbaarheid
De regeling is door de ILT en de RDW getoetst op handhaafbaarheid en uitvoerbaarheid,
en door beide instanties handhaafbaar en uitvoerbaar bevonden. De toets door de RDW
heeft geleid tot enkele tekstverbeteringen.
Artikelsgewijs
Artikel I
Onderdelen A tot en met D (artikel 5, opschrift Hoofdstuk 3, paragraaf 3, en artikelen
17 en 19)
In artikel 17 is de meldplicht geschrapt en dientengevolge ook de verplichting om
de daarmee gepaard gaande instructies van de RDW op te volgen. Dientengevolge hoeft
de in artikel 5 genoemde toegangscode niet langer betrekking te hebben op melding
en hoeft melding ook niet meer in het opschrift van de paragraaf voor te komen.
Wel dienen andere instructies nog te worden opgevolgd inzake melding aan de RDW van
gegevens die nodig zijn voor het toezicht op de naleving van de erkenningsvoorschriften.
Vanwege de vernummering van de leden van artikel 17 is de verwijzing in artikel 19,
tweede lid, aangepast.
Onderdelen E tot en met G (artikelen 20, 21 en 24)
Zoals hierboven reeds is opgemerkt, vervalt met het vervallen van de meldingsplicht
ook het systeem van steekproefsgewijze controles. Wel zal de RDW toezicht blijven
houden op de naleving van de erkenningsvoorschriften door de werkplaatsen, maar kan
dit verder naar eigen inzicht inrichten. Dit is verder uitgewerkt in de Toezichtbeleidsbrief
RDW die aan de erkenninghouder wordt verstrekt.
Met het vervallen van de steekproefsgewijze controles vervalt ook het systeem van
straf- en bonuspunten, het zogenoemde cusum-systeem. Wel blijft de RDW de mogelijkheid
houden om erkenningen te schorsen of in te trekken. Ook dit is in genoemde beleidsbrief
verder uitgewerkt.
Artikel II
De Regeling specificaties en typegoedkeuring boordcomputer taxi eist typegoedkeuring
van de bct door RDW, voordat de fabrikant de bct op de markt mag brengen.
Om de typegoedkeuring te kunnen aanvragen dient de fabrikant te beschikken over een
certificaat dat is afgegeven door TÜV Rheinland, dat daartoe de bevoegdheid uitoefent
namens de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst. Voordat een aanvraag van een
certificaat in behandeling kan worden genomen, dient een testrapport beschikbaar te
zijn van een instelling die is geaccrediteerd voor het uitvoeren van Common Criteria
evaluaties. In feite is daarmee sprake van een dubbele controle.
Bij een evaluatie door een bij het Common Criteria Recognition Agreement aangesloten
laboratorium kan worden vastgesteld of er bezwaar is om een Common Criteria-certificaat
te verlenen. Evaluatierapporten waaruit blijkt dat er opmerkingen zijn ten aanzien
van het product waarvoor het certificaat wordt aangevraagd, worden door RDW niet in
behandeling genomen.
Daar TÜV Rheinland in het kader van zijn bevoegdheden reeds toezicht houdt op het
functioneren van geaccrediteerde laboratoria, wordt controle op de veiligheid van
de bct reeds voldoende gegarandeerd. De controle door TÜV Rheinland per aanvraag,
die daardoor slechts een formele handeling is en die in de praktijk kostbaar en tijdsintensief
is gebleken, kan daarom vervallen.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,
W.J. Mansveld