Regeling van de Staatssecretaris van Financiën van 23 oktober 2015, nr. DB/2015/366M houdende regels voor het elektronische berichtenverkeer met de Belastingdienst (Regeling elektronisch berichtenverkeer Belastingdienst)

23 oktober 2015

Nr. DB2015/366M

Directoraat-Generaal voor Fiscale Zaken; Directie Directe Belastingen

De Staatssecretaris van Financiën,

Gelet op artikel 3a van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, artikel 7c van de Invorderingswet 1990, artikel 13 van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen en artikel 28 van de Wet op de loonbelasting 1964;

Besluit:

HOOFDSTUK 1 ELEKTRONISCH BERICHTENVERKEER

Artikel 1 Reikwijdte

Deze regeling geeft uitvoering aan artikel 3a, tweede en derde lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, artikel 7c, tweede en derde lid, van de Invorderingswet 1990 en artikel 13, tweede en derde lid, van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen.

Artikel 2 Van verplichting tot verzending berichten langs elektronische weg uitgezonderde groepen

Voor de volgende groepen kan het berichtenverkeer, bedoeld in de artikelen 3a van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, artikel 7c, van de Invorderingswet 1990 en artikel 13 van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen anders dan langs elektronische weg plaatsvinden:

  • a. belanghebbenden die de leeftijd van 14 jaar nog niet hebben bereikt;

  • b. nabestaanden van overleden belanghebbenden, voor zover het aangelegenheden betreft inzake de heffing of invordering van belastingen of inzake tegemoetkomingen op grond van inkomensafhankelijke regelingen van die belanghebbenden;

  • c. belanghebbenden:

    • 1°. die onder bewind zijn gesteld als bedoeld in artikel 431 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek;

    • 2°. voor wie een mentorschap is ingesteld als bedoeld in artikel 450 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek;

    • 3°. die onder curatele zijn gesteld als bedoeld in artikel 378 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek;

    • 4°. die in staat van faillissement verkeren als bedoeld in artikel 1 van de Faillissementswet en ten aanzien van wie een curator is aangesteld als bedoeld in artikel 68 van die wet; of

    • 5°. ten aanzien van wie een schuldsaneringsregeling is uitgesproken als bedoeld in artikel 284 van de Faillissementswet en een bewindvoerder is aangesteld als bedoeld in artikel 314 van die wet;

  • d. belanghebbenden:

    • 1°. die op grond van artikel 2.68 van de Wet basisregistratie personen als niet-ingezetene zijn ingeschreven in de basisregistratie personen;

    • 2°. die rechtspersoon zijn en in de administratie van de Belastingdienst zijn opgenomen met een vestigingsadres buiten Nederland;

  • e. belanghebbenden als bedoeld in artikel 33 van de Uitvoeringsregeling Algemene wet inzake rijksbelastingen 1994.

Artikel 3 De wijze waarop elektronisch berichtenverkeer plaatsvindt en van verplichting tot verzending langs elektronische weg uitgezonderde berichten

  • 1. De wijze waarop het elektronisch berichtenverkeer plaatsvindt en de berichten waarvoor het berichtenverkeer anders dan langs elektronische weg kan plaatsvinden zijn opgenomen in de bij deze regeling behorende bijlage.

  • 2. In afwijking van de bijlage kan de inspecteur een papieren aangiftebiljet uitreiken aan ondernemers indien de aangifte betrekking heeft op een gedeelte van een tijdvak.

HOOFDSTUK 2 WIJZIGING VAN ENIGE ANDERE REGELINGEN

Artikel 4 Wijziging van de Uitvoeringsregeling Algemene wet inzake rijksbelastingen 1994

De Uitvoeringsregeling Algemene wet inzake rijksbelastingen 1994 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 4a wordt als volgt gewijzigd:

1. De aanduiding ‘1.’ voor het eerste lid vervalt.

2. Het tweede lid vervalt.

B

Artikel 20 wordt als volgt gewijzigd:

1. De aanduiding ‘1.’ voor het eerste lid vervalt.

2. Het tweede, derde en vierde lid vervallen.

C

In artikel 21a wordt ‘het langs elektronische weg aanbieden’ vervangen door: het aanbieden.

D

Artikel 24a vervalt.

Artikel 5 Wijziging van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2011

In de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2011 wordt artikel 7.6 als volgt gewijzigd:

1. Het eerste en tweede lid vervallen onder vernummering van het derde en vierde lid tot eerste en tweede lid.

2. In het eerste lid (nieuw) wordt in de eerste volzin ‘De eerstedagsmelding’ vervangen door ‘De eerstedagsmelding, bedoeld in artikel 28, eerste lid, onderdeel g, van de wet,’. Voorts vervalt de tweede volzin.

3. In het tweede lid (nieuw) wordt ‘De vorige leden zijn niet van toepassing’ vervangen door: De eerstedagsmelding, bedoeld in het eerste lid, hoeft niet te worden gedaan.

HOOFDSTUK 3 SLOTBEPALINGEN

Artikel 6 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 november 2015.

Artikel 7 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling elektronisch berichtenverkeer Belastingdienst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Financiën, E. Wiebes

BIJLAGE BEHORENDE BIJ DE REGELING ELEKTRONISCH BERICHTENVERKEER BELASTINGDIENST

wet

onderdeel

omschrijving

niet uitsluitend digitaal

wel uitsluitend digitaal

voorziening

authenticatiemiddel

Algemene wet inzake rijksbelastingen

Artikel 5b

verzoek aanmerken ANBI

beschikking aanmerken ANBI

x

     
 

Artikel 6, eerste lid

aangiftebrief inkomstenbelasting (IB)

x

     
 

Artikel 6, eerste lid

aangiftebrief omzetbelasting (OB)

x

     
 

Artikel 6, eerste lid

aangiftebrief vennootschapsbelasting (Vpb)

x

     
 

Artikel 6, tweede lid

verzoek om uitnodiging tot het doen van aangifte

x

     
 

Artikel 8, eerste lid, jo. artikel 9, eerste lid

aangifte IB niet-winst

x

     
 

idem

aangifte IB winst

 

x

SBR/Digipoort

Belastingdienst advanced programming interface (BAPI)

MijnBelastingdienst Ondernemers

PKI Overheid services certificaat

BAPI-certificaat

Door Belastingdienst verstrekte gebruikersnaam en wachtwoord

 

idem

aangifte Vpb

 

x

SBR/Digipoort

BAPI

MijnBelastingdienst Ondernemers

PKI Overheid services certificaat

BAPI-certificaat

Door Belastingdienst verstrekte gebruikersnaam en wachtwoord

 

Artikel 8, eerste lid, jo. artikel 10, eerste lid

aangifte loonbelasting

 

x

SBR/Digipoort

BAPI

File oriented service (FOS)

MijnBelastingdienst Ondernemers

PKI Overheid services certificaat

BAPI-certificaat

PKI Overheid services certificaat

Door Belastingdienst verstrekte gebruikersnaam en wachtwoord

 

idem

aangifte OB

 

x

SBR/Digipoort

MijnBelastingdienst Ondernemers

PKI Overheid services certificaat

Door Belastingdienst verstrekte gebruikersnaam en wachtwoord

 

Artikel 8, eerste lid

aangifte voor alle andere belastingmiddelen

x

     
 

Artikel 9, tweede lid

verzoek om uitstel aangifte (alle aanslagbelastingen)

verlening uitstel

x

     
 

Artikel 9, derde lid

aanmaning tot het doen van aangifte (alle aanslagbelastingen)

x

     
 

Artikel 10, derde lid

verzoek om uitstel (alle aangiftebelastingen)

verlening uitstel

x

     
 

Artikel 10a

informatieplicht (alle middelen)

x

     
 

Artikel 12

beschikking geen aanslag (alle aanslagbelastingen)

x

     
 

Artikel 13 jo. artikel 24a van de Uitvoeringsregeling AWR 1994

verzoek om voorlopige aanslag IB winst en Vpb

 

x

SBR/Digipoort

MijnBelastingdienst Ondernemers

PKI Overheid services certificaat

Door Belastingdienst verstrekte gebruikersnaam en wachtwoord

 

Artikelen 11, 13, 14 en 15

aanslag, voorlopige aanslag, verzoek om voorlopige aanslag, beschikking inzake verrekening (alle belastingmiddelen)

x

     
 

Artikel 16

navorderingsaanslagen (alle aanslagbelastingen)

x

     
 

Artikel 20

naheffingsaanslag (alle aangiftebelastingen)

x

     
 

Artikel 21k

alle berichten in verband met de aanpassing van een inkomensgegeven als bedoeld in artikel 21

x

     
 

Artikel 24a jo. artikel 6:4 Awb

alle berichten in verband met bezwaar

beslissingen op bezwaar betreffende alle aanslagen en voor bezwaar vatbare beschikkingen

x

     
 

Artikel 32 en artikel 33, eerste lid

berichten in verband met de richtige heffing

x

     
 

Artikelen 47, 48, 53

alle berichten in verband met het voldoen aan de verplichtingen tot informatieverstrekking

x

     
 

Artikel 52, zevende lid

kostenbeschikking

x

     
 

Artikel 52a

informatiebeschikking

x

     
 

Artikel 63

alle berichten in verband met de toepassing van de hardheidsclausule

x

     
 

hoofdstuk VIIIA, afdeling 2 jo. titel 5.4 Awb

alle berichten in verband met het opleggen van bestuurlijke boeten (alle middelen)

x

     
 

Artikel 76

alle berichten in verband met het opleggen van een strafbeschikking

x

     

Invorderingswet 1990

 

alle berichten in verband met de verrekening, betaling en invordering van belastingen

x

     

Wet internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen

 

alle berichten

x

     

Wet inkomstenbelasting 2001

 

alle verzoeken voor zover niet gedaan bij de aangifte, en de afgegeven voor bezwaar vatbare beschikkingen

x

     
   

alle voor bezwaar vatbare beschikkingen houdende vaststellingen, voor zover geen onderdeel van de aanslag

x

     
   

alle voor bezwaar vatbare beschikkingen houdende herziening en beslissingen tot algehele toewijzing van verzoeken om herziening

x

     

Wet op de vennootschapsbelasting 1969

 

alle verzoeken voor zover niet gedaan bij de aangifte, en de op grond daarvan in voorkomend geval afgegeven voor bezwaar vatbare beschikkingen

x

     
   

alle voor bezwaar vatbare beschikkingen houdende vaststellingen, voor zover geen onderdeel van de aanslag, alsmede de intrekking daarvan

x

     
   

alle herzieningen van voor bezwaar vatbare beschikkingen en vaststellingen

x

     

Wet op de loonbelasting 1964

Artikel 28

eerstedagsmelding

 

x

SBR/Digipoort

BAPI

FOS

MijnBelastingdienst Ondernemers

PKI Overheid services certificaat

BAPI-certificaat

PKI Overheid services certificaat

Door Belastingdienst verstrekte gebruikersnaam en wachtwoord

   

alle overige verzoeken, verklaringen mededelingen en meldingen voor zover niet gedaan bij de aangifte, en de op grond daarvan in voorkomend geval afgegeven voor bezwaar vatbare beschikkingen

x

     
   

alle voor bezwaar vatbare beschikkingen houdende vaststellingen en verklaringen, alsmede de intrekking daarvan

x

     

Wet op de omzetbelasting 1968

 

alle verzoeken en meldingen voor zover niet gedaan bij de aangifte, en de op grond daarvan in voorkomend geval afgegeven voor bezwaar vatbare beschikkingen

x

     

Wet op de accijns

 

alle berichten in verband met de heffing en voldoening van accijns bij uitslag

x

     
   

alle verzoeken en meldingen voor zover niet gedaan bij de aangifte en de op grond daarvan in voorkomend geval afgegeven voor bezwaar vatbare beschikkingen

x

     

Wet op de verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken

 

alle berichten in verband met de heffing en voldoening van verbruiksbelasting op alcoholvrije dranken

x

     

Successiewet 1956

 

alle berichten in verband met de heffing van erf- en schenkbelasting

x

     

Wet op belastingen van rechtsverkeer

 

alle berichten in verband met de heffing van overdrachts- en assurantiebelasting

x

     

Wet op de dividendbelasting 1965

 

alle berichten in verband met de heffing van dividendbelasting

x

     

Wet belastingen op milieugrondslag

 

alle berichten in verband met de heffing van de belasting op leidingwater, de afvalstoffenbelasting, de belasting op kolen en de energiebelasting

x

     

Wet op de kansspelbelasting

 

alle berichten in verband met de heffing van de kansspelbelasting

x

     

Wet maatregelen woningmarkt 2014 II

 

aangifte verhuurderheffing

 

x

particulieren:

elektronisch formulier op www.belastingdienst.nl

ondernemers:

MijnBelastingdienst Ondernemers

n.v.t.

Door Belastingdienst verstrekte gebruikersnaam en wachtwoord

Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994

 

alle berichten in verband met de heffing van de motorrijtuigenbelasting

x

     

Wet op de belasting van personenauto’s en motorrijwielen 1992

Artikel 14 jo. artikel 3a Uitvoeringsbesluit belasting van personenauto’s en motorrijwielen 1992

vrijstelling voor kortstondig gebruik

 

x

elektronisch formulier op www.belastingdienst.nl

n.v.t.

   

alle overige berichten in verband met de heffing en de teruggaaf van de belasting op personenauto’s en motorrijwielen

x

     

Wet belasting zware motorrijtuigen

Artikel 11

aangifte voor de heffing van de belasting zware motorrijtuigen

 

x

elektronisch formulier op www.belastingdienst.nl en vervolgens via Eurovignet

portaal: https://secure.eurovignet.nl; bij de op www.belastingdienst.nl vermelde aangiftepunten langs de snelweg

n.v.t.

Euroklantnummer en wachtwoord

 

Artikelen 14 en 14a

verzoek om teruggaaf belasting zware motorrijtuigen

x

     

Natuurschoonwet 1928

Artikelen 2 en 3

beschikkingen aanmerking onroerende zaak als landgoed

x

     

Mijnbouwwet

 

alle berichten inzake de heffing van oppervlakterecht, cijns en winstaandeel

x

     

Wet inrichting landelijk gebied

Artikel 91

alle berichten inzake de heffing van de omgeslagen kosten

       

Waterwet

Artikel 7.10

alle berichten in verband met de heffing en invordering van de verontreinigingsheffing Rijkswateren

x

     

Wet financiering sociale verzekeringen

Artikel 40

beschikking eigenrisicodrager intrekken beschikking eigenrisicodrager

x

     

Zorgverzekeringswet

hoofdstuk 5, paragraaf 5.2 en 5.3

alle berichten in verband met de heffing en invordering van de inkomensafhankelijke bijdrage

x

     

Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen

Artikel 14

beschikkingen inzake de toekenning van een tegemoetkoming vanaf berekeningsjaar 2012, voor zover gegeven na 20 november 2015

 

x

Berichtenbox MijnOverheid

DigiD

 

Artikel 16

beschikkingen inzake de verlening van een voorschot op een tegemoetkoming vanaf berekeningsjaar 2012, voor zover gegeven na 20 november 2015

 

x

Berichtenbox MijnOverheid

DigiD

   

alle overige berichten in verband met de toekenning, herziening, verrekening, uitbetaling en terugvordering van een tegemoetkoming of van een voorschot op de tegemoetkoming

x

     

Algemene wet bestuursrecht

Artikel 2:1, tweede lid

verzoek om schriftelijke machtiging

x

     
 

Artikel 2:2

alle berichten in verband met het weigeren van bijstand of vertegenwoordiging

x

     
 

Artikel 2:3, tweede lid

terugzending van niet voor de Belastingdienst bestemde berichten

x

     
 

paragraaf 4.1.3.2

alle berichten inzake dwangsom bij niet tijdig beslissen

x

     
 

Artikel 6:4

alle berichten in verband met bezwaar en beslissing op bezwaar betreffende beschikkingen inzake toekenning van een tegemoetkoming of van een voorschot op de tegemoetkoming op grond van de Awir

x

     
 

Artikelen 6:5 en 6:6

weigeren bericht en aanbieden herstel van vormverzuim

x

     
 

Artikel 6:14

ontvangstbevestiging bezwaarschrift be

x

     
 

Artikel 7:7

verslag van horen bij bezwaar

x

     
 

Artikel 7:15

alle berichten in verband met toekenning van proceskostenvergoeding

x

     
 

Artikel 8:90, tweede lid

verzoek om nadeelscompensatie

x

     
 

titel 9.1

alle berichten in verband met klachtbehandeling

x

     

Burgerlijk Wetboek

Boek 6

alle berichten in verband met de vordering en toekenning van schadevergoeding

x

     
 

Boek 7, titel 15

vaststellingsovereenkomst en alle berichten in verband met de totstandkoming daarvan

x

     

Wet openbaarheid van bestuur

 

alle berichten in verband met verzoeken tot openbaarmaking

x

     

Wet bescherming persoonsgegevens

Artikelen 33 en 34

alle berichten in verband met informatieverstrekking over verwerking van persoonsgegevens van belastingplichtigen of toeslaggerechtigden

x

     
 

Artikel 35

verzoeken van belastingplichtigen of toeslaggerechtigden inzake de inzage, aanvulling of verbetering van over hen verwerkte persoonsgegevens

x

     

TOELICHTING

I Algemeen

Op grond van de Wet elektronisch berichtenverkeer Belastingdienst zal op termijn alle berichtenverkeer tussen belanghebbenden en de Belastingdienst uitsluitend nog elektronisch gaan plaatsvinden. In de formele wetten voor de belastingen, toeslagen en de invordering zijn bepalingen opgenomen die het juridische kader scheppen voor het gefaseerd invoeren van volledig elektronisch berichtenverkeer. Daartoe is voorzien in twee delegatiegrondslagen. De eerste maakt het mogelijk te bepalen op welke wijze het elektronisch berichtenverkeer plaatsvindt. Op basis van de tweede kunnen berichten en groepen van belasting- of inhoudingsplichtigen, belanghebbenden en belastingschuldigen worden aangewezen waarvoor, alsmede omstandigheden waaronder, het berichtenverkeer kan plaatsvinden anders dan langs elektronische weg. Dit omdat niet voor alle berichten en doelgroepen het uitsluitend digitaal communiceren direct mogelijk is. Met deze delegatiegrondslagen wordt een beheerst ingroeipad mogelijk gemaakt en voorgeschreven welke beschikbare kanalen voor elektronisch verkeer bestaan. In deze regeling wordt dit uitgewerkt.

II Artikelsgewijs

Artikel 2

In artikel 2 van deze regeling wordt een aantal groepen personen van verplicht elektronisch berichtenverkeer uitgezonderd. Dit betekent dat de mogelijkheid van papieren berichtenverkeer voor deze groepen onverkort van kracht blijft. Omdat deze regeling invulling geeft aan delegatiegrondslagen in zowel de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen als de Invorderingswet 1990, wordt in deze regeling gesproken van belanghebbende. Die term omvat belastingplichtigen, belastingschuldigen en toeslaggerechtigden.

In onderdeel a wordt een uitzondering gemaakt voor kinderen onder de 14 jaar. Zij hebben in het algemeen nog geen actief contact met de overheid. Er bestaat geen noodzaak voor de verwerking van hun gegevens ten behoeve van het in stand houden van een MijnOverheidaccount met Berichtenbox. Daarin zouden zij de elektronische berichten van de Belastingdienst moeten ontvangen.

In onderdeel b wordt een uitzondering gemaakt voor nabestaanden van overledenen. Voor deze groep geldt dat nog geen mogelijkheid bestaat om elektronisch de bevoegdheid van een van de erfgenamen om namens de anderen op te treden, of van een executeur testamentair om namens de erven op te treden, te verifiëren.

In onderdeel c wordt een uitzondering gemaakt voor categorieën personen die niet zelfstandig zaken doen met de Belastingdienst. De vertegenwoordiger neemt die taak waar. Het betreft belanghebbenden die onder bewind zijn gesteld als bedoeld in artikel 431 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, die onder curatele zijn gesteld als bedoeld in artikel 378 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek of voor wie een mentorschap is ingesteld als bedoeld in artikel 450 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek. Ook geldt een uitzondering voor de belanghebbende die in staat van faillissement verkeert als bedoeld in artikel 1 van de Faillissementswet en ten aanzien van wie een curator is aangesteld als bedoeld in artikel 68 van die wet of ten aanzien van wie een schuldsaneringsregeling is uitgesproken als bedoeld in artikel 284 van de Faillissementswet en een bewindvoerder is aangesteld als bedoeld in artikel 314 van die wet. Als onderdeel van de generieke digitale infrastructuur, die door de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Economische Zaken wordt beheerd voor het realiseren van de digitale overheid, zullen voorzieningen worden ontwikkeld die (gemachtigden van) nabestaanden en de genoemde wettelijke vertegenwoordigers in staat stellen digitaal over alle gegevens te beschikken die voor een goede behartiging van de zaken van de belastingplichtigen en toeslaggerechtigden die zij vertegenwoordigen nodig zijn. Zolang deze voorzieningen nog niet (volledig) beschikbaar zijn, worden deze groepen uitgezonderd.

In onderdeel d worden natuurlijke personen en rechtspersonen met een buitenlands woon- of vestigingsadres uitgesloten. Bij natuurlijke personen gaat het om diegenen die als niet-ingezetene zijn ingeschreven in de basisregistratie personen (BRP). Niet-ingezetenen beschikken beschikken enkel over een Digid indien zij in Nederland hebben gewoond en in de BRP stonden ingeschreven en hun inloggegevens voor DigiD hebben meegenomen naar het buitenland. Zij beschikken daardoor vooralsnog in beperkte mate over een DigiD. De waarborgen bij het proces van inschrijving in de BRP en toekenning van een DigiD laten dat op dit moment niet toe. Personen die in de klantregistratie van de Belastingdienst (die direct is afgeleid van de BRP) vermeld staan met een buitenlands woonadres zullen daarom voorlopig worden uitgezonderd van verplicht digitaal berichtenverkeer. Een vergelijkbare situatie geldt voor in het buitenland gevestigde in Nederland belastingplichtige rechtspersonen. Voor die rechtspersonen ontbreken op dit moment de voorzieningen om volledig digitaal zaken met de Belastingdienst af te handelen. Zodra voldoende mogelijkheden beschikbaar zijn voor betrouwbare authenticatie van deze groepen zullen deze rechtspersonen onder het verplichte elektronische berichtenverkeer worden gebracht.

In onderdeel e is een uitzondering opgenomen voor leden van diplomatieke vertegenwoordigingen die fiscale privileges genieten. Deze personen zijn op grond van de internationale regels voor diplomatiek personeel (met name het Verdrag van Wenen) niet gehouden zich in te schrijven in de basisregistratie personen (BRP). In de Wet basisregistratie personen is daarom een uitzondering voor deze personen opgenomen. Omdat deze personen niet in de BRP staan, kunnen zij ook geen DigiD aanvragen, omdat de gegevens van de aanvrager bij aanvraag van een DigiD worden geverifieerd aan de hand van de inschrijving in de BRP. Hoewel sommige personen in deze groep ervoor kiezen zich wel in te schrijven in de BRP (en daarom over een DigiD (kunnen) beschikken) is het desalniettemin noodzakelijk deze hele groep uit te zonderen van uitsluitend elektronisch berichtenverkeer. Deze personen kunnen immers niet worden verplicht tot inschrijving in de BRP en tot het aanvragen van een DigiD.

Artikel 3

In het eerste lid van artikel 3 van deze regeling worden de wijze waarop het elektronische berichtenverkeer plaatsvindt en de berichten waarvoor het berichtenverkeer niet verplicht langs elektronische weg plaatsvindt geregeld. Dit wordt nader uitgewerkt in de bijlage bij de regeling. Om te kunnen aangeven welke digitale voorzieningen beschikbaar zijn voor berichten die uitsluitend digitaal worden uitgewisseld (de wijze waarop het elektronisch berichtenverkeer plaatsvindt) zijn in de bijlage niet alleen de uitgezonderde berichten opgenomen, maar ook de berichten die uitsluitend digitaal worden uitgewisseld. De uitzondering van bepaalde berichtsoorten geschiedt enerzijds op basis van de beschikbaarheid en stabiliteit van de daarvoor benodigde voorzieningen. Anderzijds speelt ook de geschiktheid van berichten als zodanig een rol bij de overstap naar uitsluitend digitaal berichtenverkeer. Voor dwangbevelen gelden bijvoorbeeld zodanige procedurevoorschriften dat uitsluitend elektronische verzending voorlopig niet tot de mogelijkheden behoort. Voor een gedeelte van het berichtenverkeer zijn de processen en voorzieningen op dit moment gereed en zal worden omgeschakeld naar uitsluitend digitaal berichtenverkeer. Voor een groot aantal berichtenstromen bestaat nog geen volledig digitaal afhandelingsproces of geschikte dienstverleningsvoorziening (bijvoorbeeld een portaal of geschikte authenticatiemiddelen). Het aantal uitzonderingen op het verplichte elektronische berichtenverkeer is daardoor op dit moment aanzienlijk. Om die reden is ervoor gekozen om in de bijlage zo veel mogelijk te werken met categorieën uitgezonderde berichten. Deze worden omschreven aan de hand van de in de desbetreffende heffingswetten gebruikte terminologie. Om te zorgen dat alle mogelijke berichten binnen een categorie vallen, wordt de formulering ‘in verband met’ gebruikt. Een categorie omvat daarmee – naast de in de wetten in formele zin opgenomen berichten – ook ambtshalve berichten en berichten die benoemd zijn in gedelegeerde regelgeving onder een heffingswet. Met het oog op gewenning van de burger aan het elektronische berichtenverkeer wordt voorlopig voor iedere nieuwe berichtenstroom die verplicht digitaal wordt, een gewenningsperiode van twee jaar gehanteerd. Gedurende die periode worden de berichten zowel per post (de officiële bekendmaking) als via de Berichtenbox (bij wijze van kopiebericht als dienstverlening) verzonden. Voor berichten die gericht zijn aan de Belastingdienst blijft de mogelijkheid bestaan om deze op papier te verzenden.

Onder de regeling omtrent de wijze waarop het elektronisch berichtenverkeer plaatsvindt, valt ook de authenticatie. Het gaat dan om de wijze waarop bij het inloggen in bijvoorbeeld MijnBelastingdienst of MijnOverheid de identiteit van de betrokken personen wordt vastgesteld. Om invulling te geven aan de eisen van betrouwbaarheid en vertrouwelijkheid die de artikelen 2:14 en 2:15 van de Algemene wet bestuursrecht daaraan stellen, is in de bijlage tevens per genoemde voorziening voor elektronisch berichtenverkeer aangegeven met welk middel de authenticatie geschiedt. Met de ontwikkeling van het stelsel Idensys (zoals aangekondigd door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties1) zullen de komende jaren meer authenticatiemiddelen beschikbaar komen voor gebruik bij de overheid. Op het moment dat die beschikbaar zijn, zullen deze worden toegevoegd aan de bijlage bij deze regeling.

In het tweede lid van artikel 3 wordt bepaald dat de inspecteur in afwijking van de bijlage bij deze regeling een papieren aangiftebiljet kan uitreiken aan ondernemers indien de aangifte betrekking heeft op een gedeelte van een tijdvak. Indien door een ondernemer aangifte moet worden gedaan over een gedeelte van een tijdvak is het soms nog niet mogelijk deze aangifte volledig digitaal te doen. Dit doet zich bijvoorbeeld voor bij de eerste aangifte omzetbelasting van een startende ondernemer. Deze bepaling continueert de uitzondering die tot nu toe was opgenomen in artikel 20, derde lid, van de Uitvoeringsregeling Algemene wet inzake rijksbelastingen 1994.

Met betrekking tot accijns wordt nog opgemerkt dat de onderhavige regeling geen wijziging aanbrengt in de formaliteiten bij heffing van accijns bij invoer, als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel d, van de Wet op de accijns. Die formaliteiten vloeien namelijk voort uit Europese regelgeving en zijn daarmee van een hogere orde dan nationale wettelijke bepalingen.

Artikel 4

Artikel 4 (artikelen 4a, 20, 21a en 24a van de Uitvoeringsregeling Algemene wet inzake rijksbelastingen 1994)

Op grond van de Wet elektronisch berichtenverkeer Belastingdienst vindt het berichtenverkeer tussen de belastingplichtige en de Belastingdienst uitsluitend nog elektronisch plaats, tenzij hierop in de bijlage bij deze regeling een uitzondering is gemaakt. In de artikelen 4a, tweede lid, 20, tweede, derde en vierde lid, 21a en 24a van de Uitvoeringsregeling Algemene wet inzake rijksbelastingen 1994 wordt uitgegaan van het uitgangspunt in het voormalige artikel 8, tweede lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen dat belastingaangiften op papier worden gedaan, tenzij bij ministeriële regeling is bepaald dat voor bepaalde belastingen of groepen van belastingplichtigen het doen van aangifte uitsluitend langs elektronische weg geschiedt. Omdat de Wet elektronisch berichtenverkeer Belastingdienst het verplicht elektronisch berichtenverkeer uitputtend regelt, kunnen deze bepalingen vervallen.

Artikel 5

Artikel 5 (artikel 7.6 van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2011)

Ingevolge artikel 7.6, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2011 dient de eerstedagsmelding langs elektronische weg te worden gedaan. Ingevolge het tweede lid van dat artikel geldt een uitzondering ingeval ontheffing tot het doen van elektronische aangifte is verleend. Omdat de Wet elektronisch berichtenverkeer Belastingdienst uitgaat van verplicht elektronisch berichtenverkeer en de eerstedagsmelding daarvan niet is uitgezonderd vervallen het eerste en tweede lid van genoemd artikel 7.6 en worden het derde en vierde lid van dat artikel vernummerd tot eerste en tweede lid. In dat kader wordt in de eerste volzin van het huidige derde lid een verwijzing aangepast aan het vervallen van het huidige eerste lid. De tweede volzin van het huidige derde lid vervalt, omdat hierin nog wordt uitgegaan van de mogelijkheid dat de eerstedagsmelding met een meldingsformulier wordt gedaan. Ten slotte wordt van de gelegenheid gebruikgemaakt om te verduidelijken dat de eerstedagsmelding niet hoeft te worden gedaan indien aan de voorwaarden van het huidige vierde lid wordt voldaan.

De Staatssecretaris van Financiën, E. Wiebes


X Noot
1

Kamerstukken II 2013/14, 26 643, nr. 299, 315 en 349.

Naar boven