TOELICHTING
I. Algemeen
1. Inleiding
Op 1 januari 2015 is de Regeling gegevenslevering openbare bibliotheekvoorzieningen
in werking getreden. Deze regeling stelt vast welke gegevens door openbare bibliotheekvoorzieningen
worden verleend aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (minister van
OCW) ten behoeve van de beleidsontwikkeling. Ook wordt geregeld op welk tijdstip en
op welke wijze de gegevens worden verleend. In de toelichting bij de Regeling gegevenslevering
openbare bibliotheekvoorzieningen is aangegeven dat de aan te leveren gegevens in
een later stadium aangevuld zullen worden. Met deze regeling is hier uitvoering aan
gegeven.
2. Doel van de gegevenslevering
De context waarin de openbare bibliotheek haar taken uitvoert, is de afgelopen jaren
sterk veranderd. Digitalisering, veranderingen in de tijdsbesteding en lokale bezuinigingen
leiden ertoe dat de bibliotheken zich moeten ontwikkelen en aanpassen. De minister
van OCW heeft een stelselverantwoordelijkheid voor het openbare bibliotheekwerk in
Nederland. Voor de vorming van beleid hieromtrent zijn gegevens van de bibliotheekorganisaties
noodzakelijk. Daarom rust de plicht op de bibliotheekorganisaties om jaarlijks gegevens
over de voorzieningen aan te leveren. De minister van OCW zal de gegevens van bibliotheken
gebruiken om de ontwikkelingen in het landschap te volgen en na te gaan of er geen
lacunes in het bibliotheekstelsel ontstaan. Ook vormen de gegevens een kwantitatieve
basis om de werking van de wet te monitoren en deze na vijf jaar te evalueren. Tevens
zullen de data beschikbaar worden gesteld aan de bibliotheken zelf zodat zij meer
inzicht krijgen in hun prestaties en zullen er afspraken worden gemaakt over het gebruik
van de gegevens door beleidsmakers en subsidiegevers, bijvoorbeeld ten behoeve van
onderlinge vergelijking van bibliotheekorganisaties.
3. Aanvulling van de aan te leveren gegevens
Aan de bibliotheekorganisaties worden verschillende soorten gegevens gevraagd. Het
gaat daarbij om kwantitatieve gegevens die vooral zien op de omvang van het openbare
bibliotheekwerk in Nederland en het gebruik daarvan.
In 2015 heeft een werkgroep bestaande uit het ministerie van OCW, Koninklijke Bibliotheek
(KB), gezamenlijke Provinciale Serviceorganisaties (SPN), Vereniging Openbare Bibliotheken
(VOB), Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Interprovinciaal Overleg (IPO) en
Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) zich gebogen over de ontwikkeling van de
gegevenslevering. De KB ontwikkelt, in samenspraak met de betrokken partijen, indicatoren
die een beeld kunnen geven van de volle breedte van het bibliotheekwerk. Het doel
is om deze zo te ontwikkelen, dat de data bruikbaar zijn voor de bibliotheken zelf,
beleidsmakers en subsidiegevers en dat de uitvoerings- en toezichtslasten minimaal
zijn, gegeven het doel van het beleid. De KB werkt eraan om het proces zoveel mogelijk
te automatiseren. Hieronder wordt per soort organisatie de aanvulling van de aan te
leveren gegevens toegelicht.
Lokale bibliotheken
De uitvraag aan de lokale bibliotheken betreft gegevens over aantallen organisaties
en locaties, omvang en samenstelling van de collectie, aantal uitleningen naar materiaalsoort
en genre, aantal bezoeken, aantal jeugd- en volwassen leden, aantal personeelsleden
en vrijwilligers en inkomsten en uitgaven. Deze regeling breidt dit uit met gegevens
over de invulling van de vijf wettelijke kernfuncties en de samenwerking met het onderwijs.
Koninklijke Bibliotheek
De KB levert alleen de gegevens die van toepassing zijn op de digitale bibliotheek.
Deze gegevens worden op dit moment niet uitgebreid. De digitale bibliotheek is echter
nog volop in ontwikkeling. De KB kan in samenspraak met de minister van OCW meer gegevens
aanleveren dan opgenomen in deze regeling indien dit nodig is om een compleet beeld
te geven van de omvang en activiteiten van de digitale bibliotheek.
Provinciale ondersteuningsinstellingen
De provinciale ondersteuningsinstellingen leveren vanaf 2017 gegevens met betrekking
tot hun rol en taken in de wet. Zij hebben twee specifieke taken met betrekking tot
interbibliothecair leenverkeer en innovatie in het fysieke domein. Daarbij leveren
zij hun bijdrage aan de algemene netwerktaken. Deze regeling voegt een bijlage toe
waarin de gegevens die de provinciale ondersteuningsinstellingen aanleveren zijn opgenomen.
Deze gegevens kunnen worden ingedeeld in de volgende categorieën: voorzieningen, interbibliothecair
leenverkeer, ontwikkeling van innovaties ten behoeve van lokale bibliotheken, functioneren
van het netwerk en baten en lasten.
4. Frequentie aanlevering van de gegevens
De genoemde organisaties leveren jaarlijks voor 1 mei de gegevens over het voorafgaande
jaar digitaal aan. Om de administratieve lasten te beperken kunnen op de website van
de KB gegevens worden genoemd die meerjaarlijks kunnen worden aangeleverd. Dit betreft
gegevens waarbij een jaarlijkse aanlevering voor een redelijk en volledig beeld niet
noodzakelijk is.
5. Administratieve lasten
Onder administratieve lasten wordt verstaan: de kosten om te voldoen aan informatieverplichtingen
aan de overheid, voortvloeiend uit wet- en regelgeving van de overheid. Het gaat om
het verzamelen, bewerken, registreren, bewaren en ter beschikking stellen van informatie.
De kosten zijn berekend volgens het standaardkostenmodel (SKM) voor de administratieve
lasten, dat is opgesteld door het ministerie van Financiën. Hierbij dient vermeld
te worden dat het om een grove schatting gaat. Er is uitgegaan van het tarief dat
voor OCW-instellingen geldt, te weten 45 euro per uur. De toename van de administratieve
lasten wordt hieronder per soort organisatie uitgewerkt.
Lokale bibliotheken
De werkgroep bestaande uit het ministerie van OCW, KB, SPN, VOB, CBS, IPO en VNG heeft
geconcludeerd dat de huidige gegevens niet voldoende in beeld brengen wat de openbare
bibliotheek doet op het terrein van de vijf wettelijke functies en de samenwerking
met het onderwijs. Indicatoren om het aanbod en gebruik van de vijf functies van de
bibliotheek te meten zijn nog niet uitontwikkeld. Daarom worden indicatoren toegevoegd
die betrekking hebben op het totale aanbod dat door lokale bibliotheken wordt aangeboden,
waaronder de samenwerking met scholen en overige partners en de dienstverlening die
door de lokale bibliotheken wordt aangeboden ten aanzien van jeugd en volwassenen,
kunst en cultuur en zorg en welzijn. De KB zorgt dat de specifieke uitvragen die zij
gaan doen worden afgestemd met de eerdergenoemde werkgroep. De KB zal bij het verzamelen
van de gegevens zorgdragen voor het tijdig informeren van bibliotheken over de te
verzamelen gegevens en hen in 2016 en 2017 waar nodig hierbij ondersteunen. Gemiddeld
zal het verzamelen en aanleveren van de gegevens per organisatie toenemen met 20 uur
per jaar. Dit betekent een totale last van 162 bibliotheekorganisaties x 20 uur x
45 euro = 145.800 euro per jaar.
Koninklijke Bibliotheek
De indicatoren met betrekking tot de digitale bibliotheek worden niet uitgebreid.
De KB heeft dus met betrekking tot de eigen aanlevering niet te maken met een stijging
van administratieve lasten.
Provinciale ondersteuningsinstellingen
De SPN heeft in de eerdergenoemde werkgroep een voorstel gedaan met betrekking tot
de aan te leveren gegevens door provinciale ondersteuningsinstellingen. Gemiddeld
duurt het verzamelen en aanleveren van de gegevens per organisatie 20 uur per jaar.
Dit betekent een totale last van negen provinciale serviceorganisaties x 20 uur x
45 euro= 8.100 euro per jaar.
6. Uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid
De KB verzamelt als deel van haar stelseltaken de gegevens van zowel de fysieke en
digitale bibliotheek als de provinciale ondersteuningsinstellingen en zorgt voor de
doorlevering aan de minister van OCW. Dit past binnen de stelseltaken die de KB volgens
de Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen uitvoert. De KB acht de verzameling
en doorlevering van de gegevens uitvoerbaar. Bij het opstellen van de regeling is
ook gekeken naar de handhaafbaarheid. Omdat de gegevensverzameling uiteindelijk grotendeels
automatisch zal gaan zijn er geen bijzonderheden te melden met betrekking tot de handhaafbaarheid.
II. Artikelsgewijs
Artikel I, onderdelen A, B en C (wijziging van artikel 1, eerste lid, artikel 2, eerste
lid en artikel 3, eerste lid)
Deze wijziging maakt mogelijk dat gegevens in plaats van jaarlijks ook meerjaarlijks
kunnen worden aangeleverd. Voor de instelling die de gegevens aanlevert, blijkt uit
de website van de KB wanneer de gegevens aangeleverd dienen te worden.
Artikel I, onderdeel A (wijziging van artikel 1, tweede lid) en onderdeel E (wijziging
van bijlage I)
Aan de gegevens die aangeleverd worden door de lokale bibliotheken is de categorie
invulling van kernfuncties en dienstverlening toegevoegd.
Artikel I, onderdeel C (wijziging van artikel 3, tweede lid)
Aan de gegevens die aangeleverd worden door de provinciale instellingen zijn de categorieën
, ontwikkeling van innovaties ten behoeve van lokale bibliotheken, functioneren van
het netwerk en baten en lasten toegevoegd. De categorie overige ondersteuningsactiviteiten
is vervallen.
Artikel I, onderdeel D (wijziging van artikel 4, eerste lid)
Deze wijziging verduidelijkt dat de gegevens voor een bepaalde datum worden aangeleverd.
De datum waarvoor de gegevens moeten worden aangeleverd, blijft ongewijzigd.
Artikel I, onderdeel F (toevoegen van bijlage III)
Aan de regeling wordt een derde bijlage toegevoegd. Deze bijlage betreft een uitwerking
van de door provinciale ondersteuningsinstellingen aan te leveren gegevens.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
M. Bussemaker