De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
Gelet op de artikelen 3 en 5 van de Kaderwet VWS-subsidies;
ARTIKEL I
A
Bijlage 1. Instellingen komt te luiden:
| |
Naam
|
Plaats
|
|
1.
|
Curium, Academisch centrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie
|
Leiden
|
|
2.
|
Mutsaersstichting
|
Venlo
|
|
3.
|
Jeugdhulp Friesland
|
Leeuwarden
|
|
4.
|
Juzt
|
Breda
|
|
5.
|
Dekker & Dooyeweerd
|
Ede
|
|
6.
|
Dyslexiezorg Noord-Nederland DZNN
|
Joure
|
|
7.
|
Heldring en Ambulatorium
|
Zetten
|
|
8.
|
MOC ’t Kabouterhuis
|
Amsterdam
|
|
9.
|
Orthopedagogische Praktijk Ermelo
|
Ermelo
|
|
10.
|
Praktijk Rigtering B.V
|
Arnhem
|
|
11.
|
Praktijk voor leer- en gedragsadviezen
|
Hilversum
|
|
12.
|
Rebis
|
Oeffelt
|
|
13.
|
Jarabee
|
Hengeloo
|
|
14.
|
Centraal Nederland landelijke protestants-christelijke SBD
|
Nunspeet
|
B
Bijlage 2. Subsidiebedrag per opleidingsplaats in fte komt te luiden:
BIJLAGE 2 SUBSIDIEBEDRAG PER OPLEIDINGSPLAATS PER FTE
|
nr.
|
zorgopleiding
|
Subsidiebedrag per opleidingsplaats
|
|
1.
|
Gezondheidszorgpsycholoog in ggz
|
€ 29.300
|
|
2.
|
Klinisch psycholoog in ggz
|
€ 35.700
|
|
3.
|
Psychiater in ggz
|
€ 48.300
|
|
4.
|
Psychotherapeut in ggz
|
€ 48.300
|
| |
|
|
| |
Prijspeil 2015
|
|
ARTIKEL II
Artikel I, onderdeel A, treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 6 oktober
2014.
Artikel I, onderdeel B, treedt in werking met ingang van 1 oktober 2015.
TOELICHTING
Deze subsidieregeling stelt regels omtrent de verstrekking van subsidies voor de financiering
van opleidingsplaatsen voor de opleiding tot gezondheidszorg psycholoog, psychiater,
psychotherapeut en klinisch psycholoog in een jeugd geestelijke gezondheidszorg (ggz)-instelling
die uitsluitend zorg biedt aan jeugdigen tot 18 jaar.
In de praktijk is gebleken dat in bijlage 1 niet alle aanbieders waren opgesomd die
zich per 1 januari 2015 op kinder- en jeugdpsychiatrie (jeugd tot 18 jaar) richten
en welke aanbieders per 1 januari 2015 niet langer meer in aanmerking komen voor de
beschikbaarheidfinanciering op grond van de Wet Marktordening Gezondheidszorg (WMG).
Dit betekent dat de instellingen die opleidingsplekken toebedeeld hebben gekregen
in het betreffende verdeelplan of het verdeelplan van vorige jaren, noch een beschikbaarheidbijdrage
kunnen aanvragen, noch voor een subsidie op grond van deze subsidieregeling in aanmerking
kunnen komen.
Tot 1 januari 2015 verliep de financiering van bovenvermelde opleidingen door middel
van een beschikbaarheidbijdrage op grond van het Besluit beschikbaarheidbijdrage WMG.
Met de inwerkingtreding van de Jeugdwet wordt de jeugd ggz niet langer vanuit de Zorgverzekeringwet
(Zvw) gefinancierd. De bekostiging van de jeugd ggz komt als gevolg van de totstandkoming
van de Jeugdwet onder de verantwoordelijkheid van de gemeenten.
De Jeugdwet trad met ingang van 2015 in werking en verklaart de WMG en daarmee ook
het Besluit beschikbaarheidbijdrage WMG niet van toepassing op jeugdhulpaanbieders.
In de Jeugdwet is voor de hulpverlening voor jongeren met psychische problemen en
stoornissen (jeugd-ggz) een leeftijdsgrens van 18 jaar gesteld. Het gevolg is dat
aanbieders die zich per 1 januari 2015 alléén op kinder- en jeugdpsychiatrie (jeugd
tot 18 jaar) richten, niet meer in aanmerking komen voor een beschikbaarheidfinanciering
op grond van de WMG voor opleidingsplaatsen voor de bovenvermelde opleidingen in de
ggz. Jeugdhulpaanbieders verloren op dat moment dus de grondslag voor een beschikbaarheidbijdrage
voor hun opleidingsplaatsen, omdat zij niet meer in aanmerking komen voor beschikbaarheidfinanciering
ex WMG.
Met de toedeling van de jeugd ggz naar de gemeenten is niet beoogd om ook een eind
te maken aan de financiering van deze opleidingen. Het verstrekken van een beschikbaarheidbijdrage
is gekoppeld aan (opleiding tot) zorg als omschreven bij of krachtens de Zvw of de
Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). De onderhavige Subsidieregeling strekt
er toe te waarborgen dat de financiering van genoemde opleidingen gecontinueerd kan
worden.
Met de uitbreiding van bijlage I worden de ontbrekende aanbieders in de limitatieve
lijst aangevuld. Deze aanvulling strekt er toe te waarborgen dat de financiering van
de in de subsidieregeling genoemde opleidingsplaatsen gecontinueerd kan worden, ook
bij die instellingen die niet langer in aanmerking komen voor beschikbaarheidfinanciering.
De inwerkingtreding van dit artikel is met terugwerkende kracht vanaf 6 oktober 2014;
de datum van de initiële subsidieregeling. De terugwerkende kracht is nodig, omdat
de jeugd ggz‑instellingen die nu zijn opgenomen in nieuwe bijlage 1, nu al zijn opgenomen
in het verdeelplan 2015 of al opleidingen verzorgen. Wanneer de subsidieregeling met
terugwerkende kracht in werking treedt kunnen deze instellingen, die nu een aanvraag
hebben ingediend bij de Nederlandse Zorg Autoriteit (NZa) en daarop een afwijzende
vaststellingbeschikking zullen verkrijgen, een aanvraag bij het ministerie van VWS
doen om dan alsnog in aanmerking te komen voor de financiering van hun (gerealiseerde)
opleidingsplaatsen.
De wijziging van bijlage 2 betreft een actualisatie van de bijlage. In de bijlage
staan de subsidiebedragen die per gerealiseerde voltijdse opleidingsplaats worden
verstrekt. Deze bedragen zijn gewijzigd in verband met de ontwikkeling van het prijspeil
of de ontwikkeling in de arbeidsvoorwaarden.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers