Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 8 oktober 2015 met kenmerk 836791-141274-MEVA, houdende wijziging van de bijlage van de Subsidieregeling Opleidingen in een Jeugd GGZ-instelling 2015–2017

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op de artikelen 3 en 5 van de Kaderwet VWS-subsidies;

ARTIKEL I

A

Bijlage 1. Instellingen komt te luiden:

BIJLAGE 1. INSTELLINGEN

 

Naam

Plaats

1.

Curium, Academisch centrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie

Leiden

2.

Mutsaersstichting

Venlo

3.

Jeugdhulp Friesland

Leeuwarden

4.

Juzt

Breda

5.

Dekker & Dooyeweerd

Ede

6.

Dyslexiezorg Noord-Nederland DZNN

Joure

7.

Heldring en Ambulatorium

Zetten

8.

MOC ’t Kabouterhuis

Amsterdam

9.

Orthopedagogische Praktijk Ermelo

Ermelo

10.

Praktijk Rigtering B.V

Arnhem

11.

Praktijk voor leer- en gedragsadviezen

Hilversum

12.

Rebis

Oeffelt

13.

Jarabee

Hengeloo

14.

Centraal Nederland landelijke protestants-christelijke SBD

Nunspeet

B

Bijlage 2. Subsidiebedrag per opleidingsplaats in fte komt te luiden:

BIJLAGE 2 SUBSIDIEBEDRAG PER OPLEIDINGSPLAATS PER FTE

nr.

zorgopleiding

Subsidiebedrag per opleidingsplaats

1.

Gezondheidszorgpsycholoog in ggz

€ 29.300

2.

Klinisch psycholoog in ggz

€ 35.700

3.

Psychiater in ggz

€ 48.300

4.

Psychotherapeut in ggz

€ 48.300

     
 

Prijspeil 2015

 

ARTIKEL II

Artikel I, onderdeel A, treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 6 oktober 2014.

Artikel I, onderdeel B, treedt in werking met ingang van 1 oktober 2015.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers

TOELICHTING

Deze subsidieregeling stelt regels omtrent de verstrekking van subsidies voor de financiering van opleidingsplaatsen voor de opleiding tot gezondheidszorg psycholoog, psychiater, psychotherapeut en klinisch psycholoog in een jeugd geestelijke gezondheidszorg (ggz)-instelling die uitsluitend zorg biedt aan jeugdigen tot 18 jaar.

In de praktijk is gebleken dat in bijlage 1 niet alle aanbieders waren opgesomd die zich per 1 januari 2015 op kinder- en jeugdpsychiatrie (jeugd tot 18 jaar) richten en welke aanbieders per 1 januari 2015 niet langer meer in aanmerking komen voor de beschikbaarheidfinanciering op grond van de Wet Marktordening Gezondheidszorg (WMG). Dit betekent dat de instellingen die opleidingsplekken toebedeeld hebben gekregen in het betreffende verdeelplan of het verdeelplan van vorige jaren, noch een beschikbaarheidbijdrage kunnen aanvragen, noch voor een subsidie op grond van deze subsidieregeling in aanmerking kunnen komen.

Tot 1 januari 2015 verliep de financiering van bovenvermelde opleidingen door middel van een beschikbaarheidbijdrage op grond van het Besluit beschikbaarheidbijdrage WMG. Met de inwerkingtreding van de Jeugdwet wordt de jeugd ggz niet langer vanuit de Zorgverzekeringwet (Zvw) gefinancierd. De bekostiging van de jeugd ggz komt als gevolg van de totstandkoming van de Jeugdwet onder de verantwoordelijkheid van de gemeenten.

De Jeugdwet trad met ingang van 2015 in werking en verklaart de WMG en daarmee ook het Besluit beschikbaarheidbijdrage WMG niet van toepassing op jeugdhulpaanbieders.

In de Jeugdwet is voor de hulpverlening voor jongeren met psychische problemen en stoornissen (jeugd-ggz) een leeftijdsgrens van 18 jaar gesteld. Het gevolg is dat aanbieders die zich per 1 januari 2015 alléén op kinder- en jeugdpsychiatrie (jeugd tot 18 jaar) richten, niet meer in aanmerking komen voor een beschikbaarheidfinanciering op grond van de WMG voor opleidingsplaatsen voor de bovenvermelde opleidingen in de ggz. Jeugdhulpaanbieders verloren op dat moment dus de grondslag voor een beschikbaarheidbijdrage voor hun opleidingsplaatsen, omdat zij niet meer in aanmerking komen voor beschikbaarheidfinanciering ex WMG.

Met de toedeling van de jeugd ggz naar de gemeenten is niet beoogd om ook een eind te maken aan de financiering van deze opleidingen. Het verstrekken van een beschikbaarheidbijdrage is gekoppeld aan (opleiding tot) zorg als omschreven bij of krachtens de Zvw of de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). De onderhavige Subsidieregeling strekt er toe te waarborgen dat de financiering van genoemde opleidingen gecontinueerd kan worden.

Met de uitbreiding van bijlage I worden de ontbrekende aanbieders in de limitatieve lijst aangevuld. Deze aanvulling strekt er toe te waarborgen dat de financiering van de in de subsidieregeling genoemde opleidingsplaatsen gecontinueerd kan worden, ook bij die instellingen die niet langer in aanmerking komen voor beschikbaarheidfinanciering. De inwerkingtreding van dit artikel is met terugwerkende kracht vanaf 6 oktober 2014; de datum van de initiële subsidieregeling. De terugwerkende kracht is nodig, omdat de jeugd ggz‑instellingen die nu zijn opgenomen in nieuwe bijlage 1, nu al zijn opgenomen in het verdeelplan 2015 of al opleidingen verzorgen. Wanneer de subsidieregeling met terugwerkende kracht in werking treedt kunnen deze instellingen, die nu een aanvraag hebben ingediend bij de Nederlandse Zorg Autoriteit (NZa) en daarop een afwijzende vaststellingbeschikking zullen verkrijgen, een aanvraag bij het ministerie van VWS doen om dan alsnog in aanmerking te komen voor de financiering van hun (gerealiseerde) opleidingsplaatsen.

De wijziging van bijlage 2 betreft een actualisatie van de bijlage. In de bijlage staan de subsidiebedragen die per gerealiseerde voltijdse opleidingsplaats worden verstrekt. Deze bedragen zijn gewijzigd in verband met de ontwikkeling van het prijspeil of de ontwikkeling in de arbeidsvoorwaarden.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers

Naar boven