Wet milieubeheer
Burgemeester en wethouders van Olst-Wijhe maken als bevoegd gezag, gelet op artikel
7:17, lid 4 van de Wet milieubeheer het volgende bekend:
Op 9 juli 2014 is voor het bedrijf van G.P.J. van Oosterhout in de gemeente Olst-Wijhe,
een aanmeldingsnotitie voor de beoordeling van de noodzaak tot het opstellen van een
milieueffectrapport krachtens de Wet milieubeheer ingediend voor een pluimveehouderij
aan de Boerlestraat 9/9a te Wijhe.
Het voornemen van de ondernemer is om de pluimveehouderij te wijzigen. De veranderingen
hebben onder meer betrekking op het uitbreiden van het aantal vleeskuikens. Er worden
drie pluimveestallen gesloopt en twee nieuwe pluimveestallen gebouwd. In beide nieuwe
stallen worden 42.000 vleeskuikens gehuisvest.
In totaal zullen er binnen de inrichting 195.524 vleeskuikens en 9 fokstieren worden
gehouden.
Deze activiteit is onderworpen aan een m.e.r.-beoordelingsplicht door het bevoegd
gezag ingevolge het Besluit milieueffectrapportage 1994 (gewijzigd 7 mei 1999, 16 augustus
2006 en 1 april 2011) jo. artikel 7.16 van de Wet milieubeheer.
Burgemeester en wethouders van Olst-Wijhe hebben op 27 januari 2015 besloten dat door
G.P.J. van Oosterhout geen milieueffectrapport hoeft te worden opgesteld, voordat
door hen een definitieve beslissing wordt genomen op een aanvraag om een vergunning
ingevolge de Wet milieubeheer voor de voorgenomen activiteit.
Volgens burgemeester en wethouders van Olst-Wijhe leidt de voorgenomen activiteit,
gezien de omstandigheden waaronder zij wordt ondernomen, niet tot belangrijke nadelige
gevolgen voor het milieu.
Inzage
Het besluit en de relevante stukken liggen tijdens openingstijden van 12 februari
2015 tot en met 25 maart 2015 ter inzage bij de publieksbalie van het gemeentehuis,
locatie Wijhe. Buiten openingstijden kan dit op afspraak.
Het besluit betreft een procedure ter voorbereiding van het besluit op de aanvraag
om een milieuvergunning. Conform artikel 6:3 van de Algemene wet bestuursrecht is
tegen deze beslissing geen bezwaar of beroep mogelijk, tenzij deze beslissing de belanghebbende,
los van het voor te bereiden besluit, rechtstreeks in zijn belang treft.