Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 27 september 2015, nr. PO/B&S/796502, houdende regels voor het vaststellen van de bedragen voor de materiële instandhouding primair onderwijs in Caribisch Nederland voor het jaar 2016 (Regeling vaststelling bedragen materiële instandhouding primair onderwijs BES 2016)

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op artikel 97, vierde en vijfde, en artikel 98, eerste lid, van de Wet primair onderwijs BES;

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

minister:

Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;

school:

school als bedoeld in artikel 1 van de wet;

wet:

Wet primair onderwijs BES.

Artikel 2. Bedrag per school

Het bedrag, bedoeld in artikel 97, derde lid, onder a, van de wet wordt vastgesteld op USD 60.120,–.

Artikel 3. Bedrag per leerling

Het bedrag, bedoeld in artikel 97, derde lid, onder c, van de wet wordt vastgesteld op USD 651,30 per leerling.

Artikel 4. Aanvullende bekostiging in verband met het prijspeil voor Sint Eustatius en Saba

  • 1. Het bevoegd gezag van de basisscholen op Sint Eustatius en Saba ontvangt per basisschool aanvullende bekostiging in verband met het prijspeil.

  • 2. De bekostiging bedoeld in het eerste lid bedraagt 16 procent van de voor een school berekende bekostiging op grond van de artikelen 2 en 3.

Artikel 5. Aanvullende bekostiging in verband met geïsoleerde ligging

  • 1. Indien in een openbaar lichaam slechts één school is gevestigd ontvangt het bevoegd gezag van die school aanvullende bekostiging.

  • 2. De bekostiging bedoeld in het eerste lid bedraagt USD 100.200,–.

Artikel 6. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2016.

Artikel 7. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling vaststelling bedragen materiële instandhouding primair onderwijs BES 2016.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. Dekker

TOELICHTING

Inleiding

De scholen voor basisonderwijs in Caribisch Nederland ontvangen naast de bekostiging voor het personeel een bekostiging voor de materiële instandhouding (mi-bekostiging). De mi-bekostiging is een kalenderjaarbekostiging, in de vorm van een lumpsumbedrag. Dit bedrag is samengesteld uit een bedrag per school en een bedrag per leerling. Grondslag voor de berekening is het aantal leerlingen op 1 oktober voorafgaand aan het kalenderjaar waarvoor de bekostiging is bedoeld. De mi-bekostiging heeft betrekking op:

  • onderhoud;

  • energie- en waterverbruik;

  • middelen (waaronder mede wordt verstaan lesmateriaal);

  • administratie, beheer en bestuur;

  • schoonmaken;

  • publiekrechtelijke heffingen.

Wijzigingen ten opzichte van voorgaande schooljaren

In mei 2015 is de bekostiging Primair Onderwijs CN geëvalueerd en is de bekostigingssystematiek PO CN aangepast. De aanpassingen die effect hebben op de materiële instandhouding treden in werking met ingang van het kalenderjaar 2016. Vanaf 2016 wordt de materiële instandhouding opgebouwd uit een bedrag per school en een bedrag per leerling (reguliere bekostiging). Daarnaast doen zich bijzondere ontwikkelingen in het basisonderwijs voor die aanleiding geven tot toekenning van aanvullende bekostiging. Deze ontwikkelingen verschillen per eiland. De overgangsbudgetten komen hiermee te vervallen.

Prijspeil

Om rekening te houden met het verschil in prijspeil op de eilanden ontvangt het bevoegd gezag van de basisscholen op Sint Eustatius en Saba per basisschool aanvullende bekostiging van 16 procent van de voor een school berekende bekostiging.

Geïsoleerde ligging

Indien in een openbaar lichaam één school is gevestigd, dan ontvangt deze school aanvullende bekostiging van USD 100.000,- voor de geïsoleerde ligging. Dit in verband met de kwetsbaarheid voor de continuïteit die wordt veroorzaakt door de geïsoleerde ligging.

Handhaving en uitvoering

Op basis van de uitvoeringstoets van DUO is gebleken dat DUO geen uitvoerings- en handhavingsproblemen voorziet.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. Dekker

Naar boven