Regeling van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 25 september 2015, nr. 685909, tot wijziging van de Uitvoeringsregeling kansspelheffing

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

Gelet op artikel 33f, derde lid, van de Wet op de kansspelen en artikel 6a van het Kansspelenbesluit;

Besluit:

ARTIKEL I

De Uitvoeringsregeling kansspelheffing wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel i door een puntkomma, worden twee onderdelen toegevoegd, luidende:

j. aangifteformulier:

aangifteformulier als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van deze regeling;

k. raad van bestuur:

raad van bestuur van de kansspelautoriteit, bedoeld in artikel 33a van de wet.

B

Artikelen 5 en 6 komen te luiden:

Artikel 5

  • 1. Het uitnodigen tot het doen van aangifte geschiedt door het toezenden van een aangifteformulier of door het toezenden van een verwijzing naar het webadres waarop het aangifteformulier beschikbaar is gesteld.

  • 2. Uit het aangifteformulier blijkt in ieder geval:

    • a. de wijze van het doen van aangifte;

    • b. een omschrijving van de gevraagde gegevens of bescheiden;

    • c. de termijn, bedoeld in artikel 6, eerste lid, waarbinnen aangifte moet worden gedaan.

  • 3. Het aangifteformulier of de verwijzing naar het webadres waarop het aangifteformulier beschikbaar is gesteld, kunnen langs elektronische weg worden toegezonden.

Artikel 6

  • 1. De aangifte wordt gedaan binnen zes weken na toezending van het aangifteformulier of de verwijzing naar het webadres waarop het aangifteformulier beschikbaar is gesteld, tenzij de raad van bestuur onder door hem te stellen voorwaarden uitstel heeft verleend van het doen van aangifte.

  • 2. Indien het aangifteformulier of de verwijzing naar het webadres waarop het aangifteformulier beschikbaar is gesteld, langs elektronische weg is toegezonden, wordt de aangifte gedaan door de gevraagde gegevens of bescheiden langs elektronische weg toe te zenden, tenzij de raad van bestuur onder door hem te stellen voorwaarden toestaat de aangifte op andere wijze toe te zenden.

C

Hoofdstuk 4 komt te luiden:

HOOFDSTUK 4. GRONDSLAG

Artikel 8

Deze regeling berust op artikel 33f, derde lid, van de Wet op de kansspelen en artikel 6a van het Kansspelenbesluit.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, K.H.D.M. Dijkhoff

TOELICHTING

Met de onderhavige regeling worden wijzigingen in de Uitvoeringsregeling kansspelheffing doorgevoerd in verband met het ter beschikking stellen van een aangifteformulier in plaats van het voorheen aangeduide aangiftebiljet. De kansspelautoriteit kan dit aangifteformulier, net als voorheen het aangiftebiljet, per brief of per mail toezenden. Thans wordt in aanvulling hierop geregeld dat de kansspelautoriteit kan opteren om het aangifteformulier beschikbaar te stellen op een webadres waarbij zij tot het doen van aangifte kan uitnodigen door een brief of een mail toe te zenden waarin een verwijzing is opgenomen naar het betreffende webadres.

Met de wijziging van de Uitvoeringsregeling kansspelheffing wordt tevens invulling gegeven aan artikel 33f, derde lid, van de Wet op de kansspelen met betrekking tot de termijn waarbinnen de aangifte dient plaats te vinden. Deze termijn wordt gesteld op zes weken. Deze termijn sluit aan bij de termijn die de kansspelautoriteit tot op heden heeft gehanteerd bij het uitnodigen tot het doen van aangifte. Indien de aangifte, na de uitnodiging daartoe, niet wordt gedaan, kan de kansspelautoriteit ingevolge artikel 33f, vierde lid, van de Wet op de kansspelen een schatting doen van de gegevens die voor de vaststelling van de heffing van belang zijn. De kansspelautoriteit kan bij uitzondering uitstel verlenen van het doen van aangifte en toestaan dat de aangifte op een andere wijze wordt gedaan. Zij stelt hieromtrent nadere voorwaarden.

De Uitvoeringsregeling kansspelheffing wordt tevens gewijzigd in verband met artikel 33f van de Wet op de kansspelen, dat met de inwerkingtreding van de wet Overige fiscale maatregelen 2013 (Stb. 2012, 669) is gewijzigd. De wijziging van laatstgenoemd artikel hield verband met de notie dat het fiscale heffings- en invorderingsregime, zoals neergelegd in de Algemene wet inzake rijksbelastingen en de Invorderingswet 1990, minder geschikt wordt geacht voor de bestemmingsheffing die per 2012 is ingevoerd in verband met de in dat jaar opgerichte kansspelautoriteit. Deze bestemmingsheffing betreft de kansspelheffing, bedoeld in artikel 33e, eerste lid, van de Wet op de kansspelen, en deze omhelst een niet-fiscale bestuursrechtelijke geldschuld die thans overeenkomstig de bepalingen van titel 4.4 van de Algemene wet bestuursrecht omtrent bestuursrechtelijke geldschulden kan worden gevorderd en geïnd.

De Uitvoeringsregeling kansspelheffing berustte voorheen mede op de artikelen 6, 8, 13 en 67 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en artikel 67 van de Invorderingswet 1990. Deze artikelen gelden gelet op voornoemde wet Overige fiscale maatregelen 2013 niet meer als bepalingen waarop de Uitvoeringsregeling berust. Teneinde de huidige grondslagbepalingen van de regeling te verduidelijken wordt Hoofdstuk 4 van de Uitvoeringsregeling daarom vervangen. De bepalingen die in voornoemd hoofdstuk waren opgenomen zijn overbodig geworden, aangezien het de verstrekking van gegevens aan de Belastingdienst betrof met doorbreking van de geheimhoudingsplicht, bedoeld in artikel 67, eerste lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en artikel 67, eerste lid, van de Invorderingswet 1990. Deze artikelen zijn ingevolge de wet Overige fiscale maatregelen 2013 niet meer van toepassing op de kansspelautoriteit. Met voornoemde wet is de grondslag voor gegevensverwerking (waaronder gegevensverstrekking) thans geregeld in artikel 33g in de Wet op de kansspelen.

De onderhavige wijzigingsregeling treedt op korte termijn in werking om de kansspelautoriteit in staat te stellen haar werkwijze omtrent het doen uitnodigen tot aangifte, voor zover dat nodig is, tijdig aan te passen. Daarbij is getracht om zo veel mogelijk aan te sluiten bij de datum van 1 oktober 2015, een vast verandermoment voor lagere regelgeving.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, K.H.D.M. Dijkhoff

Naar boven