Wijziging van het besluit telefoonkaarten en abonnementen

28 september 2015

nr. BLKB 2015/1158M

Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen

De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

Dit besluit wijzigt het besluit van 25 januari 2013, nr. BLKB 2013/82M (Stcrt. 2452). De wijziging betreft onderdeel 1.1, onderdeel 2.1 en onderdeel 4 van vorengenoemd besluit. In onderdeel 1.1 zijn de definities van een contentdienst en een multi-purpose en single purpose telefoonkaart of abonnement verduidelijkt. Ook is de definitie van een telecommunicatiedienst enigszins aangepast. In onderdeel 2.1 wordt de verkoop van een single-purpose telefoonkaart niet langer aangemerkt als een vooruitbetaling voor te verrichten telecommunicatiediensten, maar als het verrichten van een telecommunicatiedienst. In de 1e alinea van onderdeel 4 wordt ook een single-purpose abonnement niet langer aangemerkt als een vooruitbetaling voor te verrichten telecommunicatiediensten, maar als het verrichten van een telecommunicatiedienst. Daarnaast wordt in de 2e alinea van onderdeel 4 verduidelijkt wanneer sprake is van een multi-purpose telefoonabonnement.

ARTIKEL I

Het besluit van 25 januari 2013, nr. BLKB 2013/82M (Stcrt. 2452), wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan onderdeel 1 wordt een alinea toegevoegd, luidende:

Dit besluit werd gewijzigd bij besluit van 28 september 2015, nr. BLKB 2015/1158M. De wijziging betreft onderdeel 1.1, onderdeel 2.1 en onderdeel 4 van het besluit van 25 januari 2013, nr. BLKB 2013/82M (Stcrt. 2452). In onderdeel 1.1 zijn de definities van een contentdienst en een multi-purpose en single-purpose telefoonkaart of abonnement verduidelijkt. Ook is de definitie van een telecommunicatiedienst enigszins aangepast. In onderdeel 2.1 wordt de verkoop van een single-purpose telefoonkaart niet langer aangemerkt als een vooruitbetaling voor te verrichten telecommunicatiediensten, maar als het verrichten van een telecommunicatiedienst. In de 1e alinea van onderdeel 4 wordt ook een single-purpose abonnement niet langer aangemerkt als een vooruitbetaling voor te verrichten telecommunicatiediensten, maar als het verrichten van een telecommunicatiedienst. Daarnaast wordt in de 2e alinea van onderdeel 4 verduidelijkt wanneer sprake is van een multi-purpose telefoonabonnement.

B

Onderdeel 1.1 komt te luiden:

1.1 Gebruikte begrippen en afkortingen

btw:

omzetbelasting;

contentdienst:

door een telecombedrijf of derde verrichte prestatie – anders dan een telecommunicatiedienst – die via het internet of mobiele telecommunicatie wordt geleverd, bijvoorbeeld een informatiedienst, spelletje, of ringtone;

HvJ:

Hof van Justitie van de Europese Unie;

multi-purpose telefoonkaart of abonnement:

een telefoonkaart of abonnement waarbij op het moment van verkoop van de kaart of ingang van het abonnement vaststaat dat de kaart of het abonnement daadwerkelijk kan worden gebruikt voor de betaling van zowel de afzonderlijke telecommunicatiedienst(en) als voor de betaling van andersoortige prestaties (bijvoorbeeld contentdiensten) en waarbij op het moment van verkoop van de kaart of ingang van het abonnement de verschuldigde btw over de te verrichten prestaties niet kan worden bepaald;

single-purpose telefoonkaart of abonnement:

een telefoonkaart of abonnement die/dat nagenoeg uitsluitend kan worden gebruikt voor telecommunicatiediensten;

telecombedrijf:

aanbieder van telecommunicatiediensten; hieronder wordt niet alleen verstaan een ondernemer die beschikt over een vast of mobiel telefoonnetwerk, maar ook een ondernemer die, zonder zelf over een dergelijk netwerk te beschikken, bij de exploitanten van dergelijke netwerken telecommunicatiecapaciteit of gebruiksrechten op deze netwerken verwerft en deze op eigen naam en voor eigen rekening aanbiedt aan eindafnemers (de zogenoemde Mobile Virtual Netwerk Operators (MVNO’s));

telecommunicatiedienst:

zie artikel 2a, eerste lid, onderdeel r, van de Wet op de omzetbelasting 1968 en artikel 6bis van de Uitvoeringsverordening (EU) nr. 282/2011 van de Raad van 15 maart 2011 houdende vaststelling van maatregelen ter uitvoering van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB L 77 van 23.3.2011, blz. 1);

telefoonkaart:

een kaart waarmee de afnemer een (bel)tegoed bij een telecombedrijf kan activeren of kan opwaarderen. Het (bel)tegoed heeft een bepaalde geldswaarde. Het begrip telefoonkaart moet ruim worden uitgelegd. Hieronder valt niet alleen een fysieke of elektronische telefoonkaart, maar iedere andere vorm van vastlegging van een van te voren betaald (bel)tegoed zoals een kassabon met daarop een bepaalde code, zogenoemde scratchkaarten, of het opwaarderen van het (bel)tegoed via de telefoon of internet;

wet:

Wet op de omzetbelasting 1968.

C

Onderdeel 2.1 komt te luiden:

2.1 Single-purpose telefoonkaarten

Bij single-purpose telefoonkaarten bestaat de telecommunicatiedienst van het telecombedrijf in het verlenen van het recht gebruik te maken van de infrastructuur (vgl. r.o. 34 en 35 HvJ 3 mei 2012, zaak C-520/10 (Lebara)). De maatstaf van heffing voor deze telecommunicatiedienst is hetgeen het telecombedrijf in rekening brengt/heeft ontvangen voor de door hem verkochte single-purpose telefoonkaart. Bij rechtstreekse verkoop door een telecombedrijf aan de klant zal dit veelal de nominale waarde van de telefoonkaart zijn. Als een afnemer het beltegoed van een single-purpose telefoonkaart niet (geheel) gebruikt leidt dit niet tot een recht op teruggaaf van btw.

D

Onderdeel 4 komt te luiden:

4. Verkoop abonnementen voor mobiel telefoon- en dataverkeer door telecombedrijf rechtstreeks aan de klant

Bij abonnementen voor mobiel telefoon- en dataverkeer betaalt de abonnee maandelijks een bedrag voor een bepaald aantal (maximum) belminuten/sms-berichten/internetdata. Het gaat hierbij om zogenoemde bundels voor bellen, sms-en en internetdata. Indien de abonnee meer belt, sms’t, of internetdata verbruikt dan zijn bundel omvat, moet hij bijbetalen. Bij dergelijke abonnementen bestaat de telecommunicatiedienst van het telecombedrijf in het verlenen van het recht gebruik te maken van de infrastructuur. Deze dienst wordt geacht te zijn verricht aan het einde van de abonnementsperiode waarop de betaling betrekking heeft (vgl. r.o. 51 HvJ 3 september 2015, zaak C-463/14 (Asparuhovo Lake Investment Company)). Bij deze single-purpose abonnementen bestaat geen recht op teruggaaf van de btw over niet gebruikt bel-/sms-/datategoed.

Er bestaan ook abonnementen voor mobiel telefoon- en dataverkeer waarmee naast telecommunicatiediensten nog andere prestaties, bijvoorbeeld contentdiensten, kunnen worden afgenomen zonder dat daarvoor door de abonnee hoeft te worden bijbetaald (althans zolang de limiet van het abonnement niet is overschreden). In de praktijk worden dergelijke abonnementen veelal ook onderverdeeld in afzonderlijke bundels voor bellen, sms-en en internetdata die elk een eigen (verkoop)prijs hebben. Deze abonnementen worden alleen als multi-purpose aangemerkt als op het moment van ingang van het abonnement vaststaat dat het daadwerkelijk kan worden gebruikt voor de betaling van zowel de afzonderlijke telecommunicatiedienst(en) als voor de betaling van andersoortige prestaties (bijvoorbeeld contentdiensten) en waarbij op het moment van ingang van het abonnement de verschuldigde btw over de te verrichten prestaties niet kan worden bepaald. Als andersoortige prestaties (zoals contentdiensten) buiten de bundel worden afgerekend waarbij wel via de bundel voor de telecommunicatiedienst wordt betaald, is geen sprake van een multi-purpose abonnement. Gebleken is dat op dit moment nagenoeg uitsluitend abonnementen worden verkocht waarbij de andersoortige prestaties (zoals contentdiensten) buiten de bundel worden afgerekend.

Uitgangspunt bij abonnementen die zijn onderverdeeld in afzonderlijke bundels voor bellen, sms-en en internetdata is dat van elke bundel moet worden beoordeeld of deze bundel als multi-purpose kan worden aangemerkt. In de praktijk blijken bijvoorbeeld de bundels voor sms-en en voor internetdata veelal single-purpose te zijn. In die gevallen is dus steeds btw verschuldigd over het hieraan toerekenbare abonnementsgeld zodra dit aan de klant wordt berekend/betaald.

Zoals hiervoor in paragraaf 2.2 beschreven, moet bij een multi-purpose abonnement het telecombedrijf en de contentleverancier/andere prestatieverrichter btw voldoen over de door hen verrichte diensten/prestaties op het moment dat de diensten/prestaties worden verricht. Over niet verbruikt tegoed is bij een multi-purpose abonnement geen btw verschuldigd.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit wordt in de Staatscourant gepubliceerd.

Den Haag, 28 september 2015

De Staatssecretaris van Financiën, namens deze, J. de Blieck Lid van het managementteam Belastingdienst

TOELICHTING

In artikel I, onderdeel A, wordt aan onderdeel 1 Inleiding een passage toegevoegd ter toelichting van de wijzigingen via dit besluit.

Artikel I, onderdeel B, vervangt onderdeel 1.1. Verduidelijkt zijn de definities van een contentdienst en een multi-purpose en single purpose telefoonkaart of abonnement. Ook is de definitie van een telecommunicatiedienst enigszins aangepast.

Artikel I, onderdeel C, vervangt onderdeel 2.1. De wijziging betreft dat de verkoop van een single-purpose telefoonkaart niet langer aangemerkt wordt als een vooruitbetaling voor te verrichten telecommunicatiediensten, maar als het verrichten van een telecommunicatiedienst.

Artikel I, onderdeel D, vervangt onderdeel 4. In de 1e alinea van onderdeel 4 wordt ook een single-purpose abonnement niet langer aangemerkt als een vooruitbetaling voor te verrichten telecommunicatiediensten, maar als het verrichten van een telecommunicatiedienst. Daarnaast wordt in de 2e alinea van onderdeel 4 verduidelijkt wanneer sprake is van een multi-purpose telefoonabonnement.

Artikel II regelt de datum van inwerkingtreding van de onderhavige wijzigingen. Deze datum wordt gesteld op de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst. Dit besluit is na de inwerkingtreding terstond uitgewerkt en bevat daarom geen vervalbepaling.

De Staatssecretaris van Financiën, namens deze, J. de Blieck Lid van het managementteam Belastingdienst

Naar boven