Mededeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van 30 januari 2015, nr. IENM/BSK-2015/12260, houdende mededeling van de uitvoering van Verordening (EU) 540/2014 van het Europees parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende het geluidsniveau van motorvoertuigen en vervangende geluidsdempingssystemen, en tot wijziging van Richtlijn 2007/46/EG en tot intrekking van Richtlijn 70/157/EEG (PbEU 2014, L158) en Verordening (EU) 2015/45 van de Commissie van 14 januari 2015 tot wijziging van Richtlijn 2007/46/EG van het Europees parlement en de Raad en Verordening (EG) nr. 692/2008 van de Commissie wat betreft innoverende technologieën ter beperking van de CO2-emissies van lichte bedrijfsvoertuigen (PbEU 2015, L9)

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

deelt overeenkomstig aanwijzing 339 van de Aanwijzingen voor de regelgeving mede dat voor de uitvoering van Verordening (EU) 540/2014 van het Europees parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende het geluidsniveau van motorvoertuigen en vervangende geluidsdempingssystemen, en tot wijziging van Richtlijn 2007/46/EG en tot intrekking van Richtlijn 70/157/EEG (PbEU 2014, L158) (hierna: verordening 540/2014) en voor de uitvoering van Verordening (EU) 2015/45 van de Commissie van 14 januari 2015 tot wijziging van Richtlijn 2007/46/EG van het Europees parlement en de Raad en Verordening (EG) nr. 692/2008 van de Commissie wat betreft innoverende technologieën ter beperking van de CO2-emissies van lichte bedrijfsvoertuigen (PbEU 2015, L9) (hierna: verordening 2015/45), geen nieuwe regelgeving tot stand hoeft te worden gebracht.

Onderstaande transponeringstabellen geeft aan op welke wijze uitvoering wordt gegeven aan verordening 540/2014 en verordening 2015/45.

Transponeringstabel verordening 540/2014

Bepaling die uitvoering behoeft[1]	Bestaande nationale regelingen door middel waarvan reeds aan de te implementeren bindende EU-rechtshandeling wordt voldaan	Datum waarop bepaling van toepassing wordt
Artikel 4, eerste lid	Artikel 21, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994, in samenhang met de artikelen 3.1, 3.2 en 3.6 van de Regeling voertuigen, in samenhang de Kaderrichtlijn[2], in samenhang met verordening 540/2014.	Bepaling wordt van toepassing op 1 juli 2016. In bijlage III bij verordening 540/2014 staan verschillende data voor de toepassingsfases.
Artikel 4, tweede lid, eerste alinea	Artikel 21, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994, in samenhang met artikel 3.9, eerste lid, onder c, van de Regeling voertuigen, in samenhang met de Kaderrichtlijn, in samenhang met verordening 540/2014.	Bepaling wordt van toepassing op 1 juli 2016.
Artikel 4, tweede lid, tweede alinea	Artikel 21, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994, in samenhang met artikel 3.9, eerste lid, onder c, van de Regeling voertuigen, in samenhang met de Kaderrichtlijn, in samenhang met richtlijn 70/157/EEG[3] en met verordening 540/2014.	Bepaling wordt van toepassing op 1 juli 2016. In bijlage III bij verordening 540/2014 staan verschillende data voor de toepassingsfases.
Artikel 4, derde lid	Geldigheid certificaten van overeenstemming: artikel 34, eerste lid, in samenhang met het derde lid, van de Wegenverkeerswet 1994 in samenhang met artikel 4.1 van de Regeling voertuigen, in samenhang met de Kaderrichtlijn, in samenhang met verordening 540/2014. Verbod op verkoop en in het verkeer brengen nieuwe voertuigen die niet aan 540/2014 voldoen: artikel 34, eerste lid, in samenhang met het derde lid, van de Wegenverkeerswet 1994 in samenhang met artikel 4.1 van de Regeling voertuigen in samenhang met de Kaderrichtlijn, in samenhang met verordening 540/2014. Verbod op registratie nieuwe voertuigen die niet aan 540/2014 voldoen: artikel 48, tweede lid, in samenhang met artikel 42 van de Wegenverkeerswet 1994.	Bepaling wordt van toepassing op 1 juli 2016. In bijlage III bij verordening 540/2014 staan verschillende data voor de toepassingsfases.
Artikel 4, vierde lid, eerste alinea	Artikel 21, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994, in samenhang met artikel 3.9, eerste lid, onder c, en artikel 4.2, in samenhang met artikel 4.1, van de Regeling voertuigen, in samenhang met de Kaderrichtlijn, in samenhang met verordening 540/2014 (a contrario redenering).	Bepaling wordt van toepassing op 1 juli 2016.
Artikel 4, vierde lid, tweede alinea	Artikel 21, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994, in samenhang met artikel 3.9, eerste lid, onder c, en artikel 4.2, in samenhang met artikel 4.1, van de Regeling voertuigen, in samenhang met de Kaderrichtlijn, in samenhang met richtlijn 70/157/EEG en met verordening 540/2014 (a contrario redenering).	Bepaling wordt van toepassing op 1 juli 2016. In bijlage III bij verordening 540/2014 staan verschillende data voor de toepassingsfases.
Artikel 12	Wordt uitgevoerd middels de dynamische verwijzingen naar de Kaderrichtlijn in de Regeling voertuigen, met name in de hoofdstukken 3 en 4.	1 juli 2016
Artikel 14	Richtlijn 70/157/EEG wordt met ingang van 1 juli 2027 ingetrokken. Aangezien dit pas over 11 jaar van toepassing wordt, zal deze bepaling ten behoeve van de efficiëntie nu niet worden uitgevoerd.	1 juli 2027

1 De bepalingen die niet in de transponeringstabel worden genoemd, behoeven naar hun aard geen uitvoering.

2 Richtlijn nr. 2007/46/EG van het Europees parlement en de Raad van 5 september 2007 tot vaststelling van een kader voor de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan en van systemen, onderdelen en technische eenheden die voor dergelijke voertuigen zijn bestemd (PbEU 2007, L263)

3 Richtlijn van de Raad van 6 februari 1970, nr. 70/157/EEG, inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de Lid-Staten betreffende het toegestane geluidsniveau en de uitlaatinrichtingen van motorvoertuigen (PbEG 1970, L42)

Transponeringstabel verordening 2015/45

Bepaling die uitvoering behoeft[4]	Bestaande nationale regelingen door middel waarvan reeds aan de te implementeren bindende EU-rechtshandeling wordt voldaan	Datum waarop bepaling van toepassing wordt
Artikel 1	Wijziging Bijlage I: artikel 22 van de Wegenverkeerswet 1994, in samenhang met 3.16 van de Regeling voertuigen, in samenhang met de Kaderrichtlijn. Wijziging Bijlage IX: Artikel 21, 22 en 25a van de Wegenverkeerswet 1994 in samenhang met de artikelen 3.1, 3.2 en 3.6 van de Regeling voertuigen, in samenhang met de Kaderrichtlijn.	Bepaling wordt van toepassing op 04 februari 2015.
Artikel 3	Eerste alinea: Artikel 21, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994, in samenhang met de artikelen 3.1, 3.2 en 3.6 van de Regeling voertuigen, in samenhang met Kaderrichtlijn, al dan niet in samenhang met samenhang met verordening (EG) nr. 715/2007[5], in samenhang met Verordening (EU) nr. 692/2008[6]. Tweede alinea: Artikel 21, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994, in samenhang met de artikelen 3.1, 3.2 en 3.6 van de Regeling voertuigen, in samenhang met de Kaderrichtlijn, in samenhang met: a. verordening 2015/45, of b. verordening (EG) nr. 715/2007, in samenhang met verordening 2015/45.	Eerste alinea wordt van toepassing op 04 februari 2015. Tweede alinea wordt van toepassing op 1 januari 2016.

4 De bepalingen die niet in de transponeringstabel worden genoemd, behoeven naar hun aard geen uitvoering.

5 Verordening (EG) nr. 715/2007 van het Europees parlement en de Raad van 20 juni 2007 betreffende de typegoedkeuring van motorvoertuigen met betrekking tot emissies van lichte personen- en bedrijfsvoertuigen (Euro 5 en Euro 6) en de toegang tot reparatie- en onderhoudsinformatie (PbEU 2007, L171)

6 Verordening (EU) nr. 692/2008 van 18 juli 2008 tot uitvoering en wijziging van Verordening (EG) nr. 715/2007 van het Europees parlement en de Raad betreffende de typegoedkeuring van motorvoertuigen met betrekking tot emissies van lichte personen- en bedrijfsvoertuigen (Euro 5 en Euro 6) en de toegang tot reparatie- en onderhoudsinformatie (PbEU 2008, L 199)

DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU, namens deze, DE HOOFDDIRECTEUR BESTUURLIJKE EN JURIDISCHE ZAKEN, H. Dekker