Voorlopige voorziening tegemoetkoming inkomensderving als gevolg van ophoging AOW-leeftijd

15 september 2015

Nr. BS/2015017552

De Minister van Defensie,

Gelet op artikel 26 van het Inkomstenbesluit Militairen en artikel 62 van het Inkomstenbesluit Burgerlijke ambtenaren Defensie;

Besluit:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

AOW-hiaat:

een periode van een, twee of drie maanden gedurende welke een gewezen defensiemedewerker na het bereiken van de leeftijd van 65 jaar geen aanspraak had op een AOW-uitkering;

belanghebbende:

de gewezen militair ambtenaar of gewezen burgerlijk ambtenaar Defensie in het genot van een ten laste van Defensie komende uitkering in verband met leeftijdsontslag, arbeidsongeschiktheid of overtolligheid die eindigt op de leeftijd van 65 jaar;

gewezen defensiemedewerker:

een gewezen militair ambtenaar of gewezen burgerlijk ambtenaar defensie die op of na 1 januari 2013 maar vóór het inwerkingtreden van deze regeling de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt.

Artikel 2 Tegemoetkoming

  • 1. De belanghebbende die de leeftijd van 65 jaar bereikt waardoor zijn uitkering eindigt heeft tot het bereiken van de voor hem geldende AOW leeftijd, aanspraak op een maandelijkse tegemoetkoming.

  • 2. De tegemoetkoming is gelijk aan de bruto AOW-uitkering die voor belanghebbende volgens de Algemene Ouderdomswet in de desbetreffende maand gegolden zou hebben indien daarop aanspraak zou hebben bestaan, inclusief de inkomensondersteuning AOW en de maandelijkse opbouw vakantiegeld. Een korting op grond van artikel 13 Algemene Ouderdomswet wordt hierbij buiten beschouwing gelaten.

Artikel 3 Overgangsuitkering

  • 1. De gewezen defensiemedewerker voor wie een AOW-hiaat gold heeft aanspraak op een overgangsuitkering.

  • 2. De overgangsuitkering is gelijk aan de gederfde AOW-uitkering zoals omschreven in artikel 2, tweede lid over de periode van het AOW-hiaat.

  • 3. Het al of niet gebruik gemaakt hebben van de AOW overbrugging in de ABP-regeling, de versleepregeling op grond van artikel 17.6.3, achtste lid van het ABP-reglement, of de overbruggingsuitkering van de Sociale Verzekeringsbank heeft geen invloed op de hoogte van de overgangsuitkering.

  • 4. Indien de gewezen defensiemedewerker op grond van een rechterlijke uitspraak aanspraak verkrijgt op een schadevergoeding, op welke wijze dan ook, ter zake van een AOW hiaat wordt de overgangsuitkering in voorkomend geval niet uitgekeerd, teruggevorderd of daarop in mindering gebracht.

Artikel 4 Inwerkingtreden

Deze regeling treedt in werking op 1 oktober 2015.

Artikel 5 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Voorlopige voorziening tegemoetkoming inkomensderving als gevolg van ophoging AOW-leeftijd

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert

TOELICHTING

In het eerste deelakkoord arbeidsvoorwaarden is ten aanzien van het AOW-gat afgesproken dat Defensie en de Centrales voor de medewerkers die met de negatieve gevolgen van het ontbreken van AOW worden geconfronteerd, binnen de totale aan de arbeidsvoorwaarden gerelateerde budgetten, vóór 1 oktober 2015 een voorziening zullen treffen.

Op 9 juli is overeenstemming bereikt over de inhoud en het niveau van de voorziening. Omdat de voorziening op 1 oktober 2015 moet ingaan heeft deze een voorlopig karakter, aangezien definitieve regeling tot stand zal komen in het kader van een volledig arbeidsvoorwaardenakkoord.

De voorziening heeft de vorm van een voorlopige regeling die strekt tot een tegemoetkoming in de inkomensschade die belanghebbenden lijden door het eindigen, bij het bereiken van de leeftijd van 65 jaar, van hun uitkering terwijl voor hen de AOW nog niet ingaat. Voor de gewezen defensiemedewerkers die de leeftijd van 65 jaar hebben bereikt op of na 1 januari 2013, het begin van het ophogen van de AOW-leeftijd, maar vóór het inwerkingtreden van deze regeling geldt dat zij op dezelfde voet een overgangsuitkering voor de geleden inkomensschade zullen ontvangen.

Het gaat bij de belanghebbenden om de gewezen militaire ambtenaren of gewezen burgerlijke ambtenaren defensie die een uitkering ontvangen wegens leeftijdsontslag, arbeidsongeschiktheid of overtolligheid die eindigt bij het bereiken van de leeftijd van 65 jaar. Om tegemoet te komen in de inkomensschade die zij lijden doordat zij op dat moment nog geen aanspraak hebben op AOW, ontvangen zij van Defensie maandelijks totdat zij de AOW-gerechtigde leeftijd bereiken een tegemoetkoming die gelijk is aan de bruto AOW-uitkering, inclusief de inkomensondersteuning AOW en de opbouw van het vakantiegeld. Korting wegens een of meerdere jaren buiten Nederland woonachtig te zijn geweest (artikel 13 AOW) wordt buiten beschouwing gelaten.

Gelet hierop zijn geen belanghebbende in de zin van deze voorziening zij voor wie de mogelijkheid bestaat om na de leeftijd van 65 jaar bij Defensie door te werken tot aan de AOW gerechtigde leeftijd of voor wie de ten laste van Defensie komende uitkering niet eindigt.

Degenen die na 1 januari 2013, het tijdstip dat de ophoging van de AOW leeftijd begon, maar vóór de datum van inwerkingtreden van deze regeling zijn geconfronteerd met een AOW-hiaat van 1, 2 of 3 maanden krijgen een tegemoetkoming in de vorm van een overgangsuitkering gerelateerd aan het door hen gederfde AOW-bedrag.

Zowel de tegemoetkoming als de overgangsuitkering worden bruto uitgekeerd, dat wil zeggen, het nominale bedrag. Fiscale en overige effecten worden niet gecompenseerd.

Het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP) voert deze regeling uit.

Naar boven