Provincie Zuid-Holland, gemeente Nieuwkoop, provincialeweg N231
Logo Zuid-Holland
Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland nemen een verkeersbesluit voor het instellen van een inhaalverbod op de hoofdrijbaan van de provinciale weg N231 van kilometer 13,4 tot kilometer 16,4, waarbij het inhalen van landbouwvoertuigen en brommobielen blijft toegestaan, in de gemeente Nieuwkoop.
Aanleiding
De provinciale weg N231 (Achterweg - Blokland) vormt een verbinding tussen het buitengebied van de gemeente Nieuwkoop richting Aalsmeer. Het wegtraject tussen de rotonde Achterweg-Oude Spoorbaan en de bebouwde kom van Vrouwenakker, is de weg vormgegeven als een hoofrijbaan met één rijstrook per richting, gescheiden door een onderbroken dubbele as-markering. De toegestane snelheid op het traject is 80 kilometer per uur. Aan de westzijde van de weg is een in twee richtingen bereden (brom-)fietspad aanwezig. Een parallelweg voor landbouwverkeer ontbreekt. Op de hoofdrijbaan zijn landbouwverkeer en brommobielen toegestaan. Langs het traject liggen diverse percelen die direct aansluiten op de hoofdrijbaan.
Op de N231 is groot onderhoud gepland in 2017. Naar aanleiding van deze plannen is een verkenning uitgevoerd naar eventuele knelpunten op het traject. Tijdens de verkenning is naar voren gekomen dat de N231 tussen kilometer 13,4 tot 16,4 kilometer door omwonenden als onveilig wordt ervaren. De genoemde onveiligheid ontstaat ten gevolge van het inhaalgedrag op de hoofdrijbaan in combinatie met de vele uitritten en enkele bochten in het wegtraject.
Omdat de vormgeving van de weg niet geschikt is voor veelvuldig inhalen, willen de Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland op het betreffende traject een inhaalverbod instellen, waarbij het inhalen van landbouwverkeer en brommobielen blijft toegestaan. Op deze wijze wordt het oponthoud voor het snelverkeer beperkt. De maatregel wordt uitgevoerd door middel van verkeersborden F01 van het RVV 1990 (verbod voor motorvoertuigen om elkaar onderling in te halen) met onderborden die aangeven dat het inhalen van tractoren en brommobielen is toegestaan. Als wegbeheerder van de N231 is de provincie Zuid-Holland verplicht om voor het instellen van het inhaalverbod een verkeersbesluit te nemen.
Juridisch Kader
Dit besluit wordt genomen conform:
  • artikel 2, lid 1, onder a Wegenverkeerswet 1994;
  • artikel 15, Wegenverkeerswet 1994;
  • artikel 18, lid 1, onder b, Wegenverkeerswet 1994;
  • artikel 12 van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer;
Procedure totstandkoming
Tijdens de procedure heeft overleg plaatsgevonden met de door de korpschef van de nationale politie daartoe gemachtigde verkeersadviseur. Deze heeft positief geadviseerd.
Motivering
Uit het oogpunt van:
  • a.
    het verzekeren van de veiligheid op de weg;
  • b.
    het beschermen van de weggebruikers en passagiers;
is het gewenst om een inhaalverbod in te stellen tussen kilometer 13,4 en kilometer 16,4. Het instellen van een inhaalverbod is een verbetering van de verkeersveiligheid, omdat de kans op frontale ongevallen door ongewenste inhaalmanoeuvres afneemt.
Belangenafweging
Door het inhaalverbod neemt de verkeersveiligheid toe, zoals toegelicht in de motivering. De doorstroming op het wegvak zal echter minder worden. Door de aanwezigheid van uitritten moet het verkeer wachten op afslaand verkeer, omdat er geen mogelijkheid meer is deze in te halen. De licht verminderde doorstroming op de N231 weegt echter niet op tegen de winst in verkeersveiligheid.
Besluit
Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland nemen voor de provinciale weg N231 in de gemeente Nieuwkoop het volgende besluit:
I.door het plaatsen van verkeersborden model F01 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990, met onderborden “inhalen tractoren en brommobielen toegestaan”, een verbod in te stellen voor motorvoertuigen om elkaar onderling in te halen, uitgezonderd het inhalen van landbouwvoertuigen en brommobielen.
 
Instellen bezwaar
Belanghebbenden kunnen tegen dit besluit bezwaar maken bij Gedeputeerde Staten binnen zes weken na de datum van de bekendmaking. Het bezwaar dient te worden gericht aan Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, t.a.v. het Awb-secretariaat, Postbus 90602, 2509 LP Den Haag. Het bezwaarschrift moet ondertekend zijn en ten minste bevatten:
  • de naam en het adres van de indiener;
  • de dagtekening;
  • een omschrijving van (het gedeelte van) het besluit waartegen bezwaar wordt gemaakt;
  • de gronden van het bezwaar (de motivering).
Aan de behandeling van het bezwaarschrift zijn voor de indiener geen kosten verbonden. Vanwege de eis van schriftelijkheid die de Awb stelt, is het niet mogelijk om via e-mail bezwaar te maken. Hoofdstuk 6 (algemene bepalingen over bezwaar) en de afdelingen 7.1 en 7.2 (bijzondere bepalingen over bezwaar) van de Algemene wet bestuursrecht zijn van toepassing.
Krachtens artikel 6:16 van de Algemene wet bestuursrecht schorst het bezwaar de werking van dit besluit niet. Gelet hierop kan - als tegen dit besluit bezwaar wordt aangetekend - ingevolge artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht bij de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag, sector Bestuursrecht, Postbus 20302, 2500 EH Den Haag (bezoekadres: Prins Clauslaan 60 te Den Haag), een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening worden ingediend.
Wij verzoeken u een kopie van dit verzoek om een voorlopige voorziening toe te zenden aan: Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, Postbus 90602, 2509 LP Den Haag.
Gebruikte afkortingen
RVV = Regelement Verkeersregels en Verkeerstekens
Awb = Algemene wet bestuursrecht
Naar boven