Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 11 september 2015, nr. WJZ/15105512, houdende wijziging van de Regeling handhaving en overige zaken Wet dieren in verband met de invoering van een bestuurlijke boete voor het verbod op vervoer van andere dan aangewezen dieren ten behoeve van een circus of ander optreden

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

Gelet op artikel 2.2, tweede lid, Besluit handhaving en overige zaken Wet dieren;

Besluit:

ARTIKEL I

In de bijlage bij de Regeling handhaving en overige zaken Wet dieren wordt, na de rij die betrekking heeft op artikel 4.12 van het Besluit houders van dieren, de volgende rij ingevoegd:

Artikel 4.14, tweede lid

2

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 11 september 2015

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma

TOELICHTING

In artikel 4.14 van het Besluit houders van dieren is een verbod opgenomen op deelname met andere dan aangewezen dieren aan een circus of ander optreden en op vervoer van die dieren ten behoeve van een circus of ander optreden. Met onderhavige regeling is de hoogte van de bestuurlijke boete vastgesteld voor overtreding van het verbod op het vervoeren van dieren die niet aangewezen zijn in bijlage IV van het Besluit houders van dieren.

De Minister van Economische Zaken kan op grond van artikel 8.7 van de Wet dieren een bestuurlijke boete opleggen aan een overtreder. In artikel 8.6 van de Wet dieren is opgenomen welke artikelen van de Wet dieren bestuurlijk beboetbaar zijn. Het verbod om dieren te mogen vervoeren ten behoeve van een circus of ander optreden is gebaseerd op artikel 2.5 van de Wet dieren. Regelgeving gebaseerd op artikel 2.5 is bestuurlijk beboetbaar. Het verbod op het deelnemen aan een circus of andere optreden met andere dan aangewezen dieren is gebaseerd op artikel 2.16 van de Wet dieren. Dat artikel is niet bestuurlijk beboetbaar.

Met de mogelijkheid tot oplegging van een bestuurlijke boete wordt een bijdrage geleverd aan een slagvaardige en efficiënte handhaving van het verbod op het vervoeren van dieren ten behoeve van een circus of ander optreden. Met de bestuurlijke boete kan een lik-op-stukbeleid worden gevoerd en kan snel worden gereageerd op overtredingen.

De hoogte van de bestuurlijke boete wordt vastgesteld op grond van hoofdstuk 1 van het Besluit handhaving en overige zaken Wet dieren. Dat besluit bevat een systeem met vaste boetes, onderverdeeld in vijf categorieën die oplopen in hoogte: € 500, € 1.500, € 2.500, € 5.000 en € 10.000. Het boetebedrag dat bij de betreffende boetecategorie hoort, wordt verhoogd of verlaagd als sprake is van een overtreding met geringe of juist ernstige gevolgen, recidive door de overtreder of indien de overtreding door een particulier is begaan. Bij de werking van het boetestelsel is uitgebreid stilgestaan in de nota van toelichting bij dat besluit; daar zij naar verwezen.

Met onderhavige regeling is overtreding van artikel 4.14, tweede lid, van Besluit houders van dieren ingedeeld in boetecategorie 2. Dit betreft een bedrag van € 1.500. Deze indeling sluit aan bij de categorie-indeling, zoals beschreven in de nota van toelichting bij het Besluit handhaving en overige zaken Wet dieren. Overtredingen met betrekking tot vervoer van andere dieren zijn ook in deze categorie ingedeeld.

Regeldruk

Het vaststellen van de hoogte van de bestuurlijke boete heeft geen effect op de regeldruk. Deze regeling bevat voor het overige geen nieuwe informatieverplichtingen en heeft derhalve geen gevolgen voor de administratieve lasten, toezichtlasten of nalevingskosten.

Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Daarmee wordt afgeweken van het kabinetsbeleid met betrekking tot de vaste verandermomenten voor regelgeving. Reden hiervoor is dat op 15 september artikel 4.14 van het Besluit houders van dieren in werking treedt en het gewenst is om ook voorafgaand aan het eerstvolgende verandermoment in het geval van overtreding van het vervoersverbod een bestuurlijke boete op te kunnen leggen.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma

Naar boven