Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 9 september 2015, nr. WJZ / 15109882, tot wijziging van de Regeling uitvoering GMO groenten en fruit

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

Gelet op:

artikelen 32 tot en met 36 en 152 tot en met 160 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (Pb L 347);

artikelen 19 tot en met 35, 50 tot en met 90, 96 tot en met 110, 113 tot en met 115, 117 tot en met 127 en 143 tot en met 148 van Verordening (EU) nr. 543/2011 van de Commissie van 7 juni 2011 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, wat de sectoren groenten en fruit en verwerkte groenten en fruit betreft (PBEU L 157);

artikelen 13, eerste lid, onderdeel b, 15 en 19, eerste lid, van de Landbouwwet;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling uitvoering GMO groenten en fruit wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 komt onderdeel bb te luiden:

bb. verkoper:

natuurlijke of rechtspersoon die door een producentenorganisatie is belast met de verkoop van producten van de leden van de producentenorganisatie waarvoor de producentenorganisatie is erkend;

B

Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid, onderdeel d, wordt ‘onderdeel c’ vervangen door: de onderdelen a tot en met c.

2. In het vierde lid wordt na ‘door een accountant’ ingevoegd: door middel van een COS 4400 onderzoek.

C

In artikel 22 wordt na ‘onderdeel c,’ ingevoegd: onder i, ii en iii,.

D

Artikel 34, derde lid, vervalt onder vernummering van het vierde tot en met zesde lid tot derde tot en met vijfde lid.

E

In artikel 35 wordt ‘bedoeld in in artikel 33, eerste lid’ vervangen door: bedoeld in artikel 33.

F

In artikel 37, tweede lid, onderdeel b, wordt na ‘rapportage’ ingevoegd: naar aanleiding van een COS 4400 onderzoek.

G

In artikel 42, derde lid, wordt ‘31 januari’ vervangen door: 14 februari.

H

Artikel 43 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel a, wordt ‘artikel 154’ vervangen door: artikel 152.

2. In het eerste lid, onderdeel c, wordt na ‘artikel 33’ ingevoegd: , eerste lid, onderdeel e,.

3. In het derde lid wordt ‘artikel 33, tweede lid, onderdelen b tot en met d en h’ vervangen door: artikel 33, derde lid, onderdelen b tot en met d en h.

4. In het vierde lid, wordt artikel 33, ‘tweede lid, onderdelen g en h’ vervangen door: artikel 33, derde lid, onderdelen f en g.

I

Na artikel 43 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 43a

Een operationeel programma dat wordt ingediend in 2015 heeft, in afwijking van artikel 33, eerste lid, van verordening 1308/2013, een maximale looptijd van 3 jaar.

J

In hoofdstuk 4, titel 2, afdeling 1, wordt na artikel 46 een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 46a

  • 1. Uitgaven als bedoeld in deze titel worden opgenomen in de steunaanvraag voor het uitvoeringsjaar waarin de activiteit wordt uitgevoerd en de uitgaven worden betaald, tenzij in titel 2 of 3 van dit hoofdstuk anders wordt bepaald.

  • 2. In afwijking van het eerste lid kunnen uitgaven als bedoeld in deze titel worden opgenomen in de steunaanvraag voor het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de uitgaven betaald worden indien:

    • a. de activiteit is uitgevoerd in het jaar waarvoor de steunaanvraag wordt ingediend, en

    • b. de uitgaven betaald zijn in de periode van 1 januari tot en met 14 februari van het jaar dat volgt op het jaar waarop de steunaanvraag betrekking heeft.

K

Artikel 50 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het derde lid, wordt na ‘operationeel programma’ ingevoegd: of een verzoek tot wijziging van een operationeel programma.

2. Na het derde lid wordt, onder vernummering van het vierde tot het vijfde lid, een lid ingevoegd, luidende:

  • 4. De verplichting opgenomen in het derde lid is slechts van toepassing op een verzoek tot wijziging van een operationeel programma voor zover hiermee functies worden opgevoerd die niet eerder in het operationeel programma waren opgenomen.

L

Artikel 51 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid komt de aanhef te luiden:

De producentenorganisatie houdt ter onderbouwing van de gewerkte uren, bedoeld in punt twee, onderdeel b, van bijlage IX van verordening 543/2011, een volledige urenadministratie bij die minimaal één keer per maand geparafeerd en gedateerd wordt door:

2. Na het eerste lid wordt, onder vernummering van het tweede tot en met het zesde lid tot het derde tot en met het zevende lid, een nieuw lid ingevoegd luidende:

  • 2. Op verzoek van de minister overlegt de producentenorganisatie de urenadministratie bedoeld in het eerste lid.

3. In het vijfde lid (nieuw), wordt telkens ‘het tweede lid’ vervangen door: het derde lid.

4. In het zevende lid (nieuw) wordt ‘dat bij de indiening van het operationeel programma’: vervangen door: dat ingevolge de goedkeuring van het operationeel programma of het verzoek tot wijziging daarvan.

M

In artikel 52, eerste lid, wordt na ‘personeelskosten’ ingevoegd: als bedoeld in artikel 47, onderdeel a,.

N

In artikel 53, eerste lid, onderdeel b wordt ‘en’ vervangen door: of.

O

Artikel 55 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid vervalt onder vernummering van het tweede en derde lid tot het eerste en tweede lid.

2. In het tweede lid (nieuw) wordt na ‘aan de hand van facturen of afleverbonnen aan’ ingevoegd: en verstrekt deze onverwijld aan de minister, indien de minister daar om verzoekt.

P

Artikel 59 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het derde lid, onderdeel a, wordt na ‘subsidiabel’ ingevoegd: indien zij zich bevinden op het erf en.

2. In het derde lid, onderdeel b, wordt na ‘boven een afstand van’ vervangen door: indien zij zich bevinden op een afstand van meer dan.

Q

In artikel 64, vierde lid, onderdelen a tot en met c, vervalt telkens ‘, onder meer,’.

R

Artikel 72 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, aanhef, wordt ‘bij de ontvangst van de eerste factuur’ vervangen door: de eerste keer dat een duurzaam productiemiddel in een steunaanvraag wordt opgenomen.

2. In het tweede lid wordt na onderdeel a, onder verlettering van de onderdelen b en c tot c en d, een onderdeel ingevoegd, luidende:

  • b. wordt het duurzaam productiemiddel niet eerder in een steunaanvraag opgenomen dan op het moment van ingebruikname van het duurzaam productiemiddel, en

3. In het tweede lid, onderdeel c (nieuw), wordt ‘jaarlijks’ vervangen door: per kwartaal.

4. Het tweede lid, onderdeel d vervalt.

S

Artikel 73 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding ’1.’ geplaatst

2. De volgende leden worden toegevoegd:

  • 2. Indien de duurzame productiemiddelen, bedoeld in het eerste lid, bestaan uit roerende zaken kunnen deze in maximaal 5 jaar ten laste van het actiefonds worden gebracht.

  • 3. Indien de duurzame productiemiddelen, bedoeld in het eerste lid, bestaan uit onroerende zaken kunnen deze in maximaal 10 jaar ten laste van het actiefonds worden gebracht.

T

In artikel 74 wordt na het derde lid een lid toegevoegd, luidende:

  • 4. Het derde lid is van overeenkomstige toepassing op investeringen die worden gehuurd of geleased.

U

In artikel 75, eerste lid, onderdeel b, onder 3°, wordt ‘of milieubescherming’ vervangen door: , milieubescherming of verbetering van de afzet.

V

Na artikel 75 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 75a

  • 1. Uitgaven voor investeringen in uitgangsmateriaal van rassen van meerjarige gewassen en licenties voor het gebruik van zaden en plantgoed van nieuwe rassen van meerjarige gewassen die zijn opgenomen in het operationeel programma van een producentenorganisatie zijn subsidiabel, indien de bedoelde rassen:

    • a. toegelaten zijn door de Stichting Nederlandse Algemene Kwaliteitsdienst voor de Tuinbouw;

    • b. ingeschreven staan in het Nederlandse rassenregister van de Raad voor de plantenrassen, of

    • c. ingeschreven staan bij een keuringsinstantie van een andere lidstaat.

  • 2. Op verzoek van de minister overlegt de producentenorganisatie voor de zaden en het plantgoed, bedoeld in het eerste lid, het plantenpaspoort, bedoeld in richtlijn 2000/29.

W

Artikel 77, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel b wordt na ‘projectplan’ ingevoegd: voorzien van een projectbegroting.

2. In onderdeel c wordt na ‘energiebalans’ ingevoegd: , waarin wordt vermeld wat de beginsituatie en de verwachte situatie is,.

X

Artikel 79 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a wordt na ‘investeringen’ ingevoegd: , met gebruikmaking van een door de minister beschikbaar gesteld model.

2. In onderdeel b wordt na ‘energiebalans’ ingevoegd: , met gebruikmaking van een door de minister beschikbaar gesteld model.

Y

Artikel 81 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘energiebesparende apparatuur’ vervangen door: een energiebesparende installatie.

2. In het tweede en derde lid wordt ‘de in het eerste lid bedoelde apparatuur’ telkens vervangen door: de in het eerste lid bedoelde installatie.

3. In het derde lid wordt ‘bij het indienen van de steunaanvraag’ vervangen door’ jaarlijks bij het indienen van de steunaanvraag, vanaf het jaar waarin de installatie een jaar in gebruik is,’ en wordt na ‘warmte’ ingevoegd: of elektriciteit.

4. In het vierde lid wordt ‘energiebesparende installaties’ vervangen door: een energiebesparende installatie, waarmee geen energie wordt opgewekt,.

Z

Artikel 82 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. Uitgaven voor investeringen in een energiebesparende installatie uitgevoerd door middel van een participatie in een samenwerkingsverband van agrarische bedrijven met energieclustering zijn, in afwijking van artikel 34, eerste lid van Verordening 1308/2013, subsidiabel voor 50%.

2. In het derde lid wordt ‘agrarisch samenwerkingsverband wordt de aarde’ vervangen door: samenwerkingsverband van agrarische bedrijven wordt de waarde.

3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 4. In afwijking van het derde lid, is het toegestaan om de uitgaven, bedoeld in het eerste lid voor investeringen in energiebesparende installaties, waarmee geen energie wordt opgewekt, in één keer ten laste van het actiefonds te brengen, indien de producentenorganisatie aan de minister aantoont dat de investering niet leidt tot het leveren van energie aan derden.

AA

Artikel 83, tweede lid, komt te luiden:

  • 2. De producentenorganisatie onderbouwt het in het eerste lid bedoelde verzoek met:

    • a. de offertes behorende bij de aanvraag;

    • b. een projectplan voorzien van een projectbegroting, en

    • c. een prognose van de verwachte verbetering of besparing per installatie, aan de hand van een technische specificatie van de leverancier of deskundige.

AB

Artikel 85, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In de aanhef, wordt ‘in bedrijf zijn gesteld’ vervangen door: in gebruik zijn genomen.

2. De onderdelen a en b komen te luiden:

  • a. het declaratieformulier installaties waterkwaliteit, waterbesparing, waterzuivering en fertigatie in de fruitteelt, met gebruikmaking van een door de minister vastgesteld model;

  • b. een overzicht van de bereikte verbetering of besparing per installatie, met gebruikmaking van een door de minister vastgesteld model, aan de hand van een vergelijking van:

    • een meting van de situatie voor de ingebruikname van de installatie, en

    • een meting van de gerealiseerde situatie na de ingebruikname van de installatie.

AC

Artikel 86 komt te luiden:

Artikel 86

Indien uitgaven voor investeringen in duurzame productiemiddelen op grond van titel 3 van dit hoofdstuk subsidiabel zijn wanneer een waterbesparing of energiebesparing van 25% wordt gerealiseerd, wordt de besparing berekend in het kader van en op het niveau van de actie.

AD

In artikel 89, tweede lid, komt ‘van het middelbaar beroepsonderwijs’ te vervallen.

AE

Na artikel 92 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 92a

  • 1. Uitgaven voor investeringen in uitgangsmateriaal voor rassen van eenjarige gewassen en licenties voor het gebruik van zaden en plantgoed van nieuwe rassen van eenjarige gewassen die zijn opgenomen in het operationeel programma van een producentenorganisatie zijn subsidiabel, indien de bedoelde rassen:

    • a. toegelaten zijn door de Stichting Nederlandse Algemene Kwaliteitsdienst voor de Tuinbouw;

    • b. ingeschreven staan in het Nederlandse rassenregister van de Raad voor de plantenrassen, of

    • c. ingeschreven staan bij een keuringsinstantie van een andere lidstaat.

  • 2. Op verzoek van de minister overlegt de producentenorganisatie voor de zaden en het plantgoed, bedoeld in het eerste lid, het plantenpaspoort, bedoelt in richtlijn 2000/29.

AF

Artikel 94 wordt als volgt gewijzigd:

1. In de aanhef van het eerste lid vervalt ‘het volledige investeringen betreft en’.

2. Na het eerste lid wordt, onder vernummering van het tweede en derde tot derde en vierde lid, een lid ingevoegd luidende:

  • 2. De in het eerste lid bedoelde uitgaven zijn slechts subsidiabel voor zover het uitgaven voor volledige investeringen betreft.

3. In het derde lid (nieuw) wordt ‘het eerste lid in koelapparatuur of conditioneringsapparatuur wordt verstaan de complete koelunit met toebehoren’ vervangen door: het tweede lid wordt verstaan een investering in een complete koelinstallatie met toebehoren.

4. In het vierde lid wordt ‘een cel en koelunit met toebehoren als twee afzonderlijke investeringen beschouwd’ vervangen door: worden de ruimte en de bijbehorende koelinstallatie met toebehoren als twee afzonderlijke investeringen beschouwd.

AG

Artikel 95 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel a, wordt ‘plantgoed;’ vervangen door: bomen en meerjarige planten, of.

2. In het eerste lid, vervalt onderdeel b, onder vernummering van onderdeel c tot onderdeel b.

3. In het eerste lid, onderdeel b (nieuw), wordt ’een nieuw in het operationeel programma op te nemen aanplant’ vervangen door: nieuw in het operationeel programma op te nemen bomen en meerjarige planten.

4. Het derde, vierde en zesde lid vervallen, onder vernummering van het vijfde lid tot het derde lid.

AH

Artikel 97 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid vervalt, alsmede de aanduiding ‘1.’ voor het eerste lid.

2. Onderdeel a komt te luiden:

  • a. wat de gewassen en rassen van het aangeschafte plantgoed zijn;

AI

Artikel 99 wordt als volgt gewijzigd:

1. In de aanhef wordt na ‘indien het gaat om’ ingevoegd: investering in.

2. In onderdeel b wordt ‘, of’ vervangen door een puntkomma.

3. In onderdeel c wordt de punt vervangen door: , of.

4. Er wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • d. dockboards.

AJ

In hoofdstuk 4, titel 3, afdeling 1, paragraaf 1, wordt na artikel 101 een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 101a

Investeringen van de producentenorganisatie voor het ontwikkelen en verbeteren van systemen voor aanvoerprognoses en areaalenquêtes zijn subsidiabel.

AK

Artikel 103 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid komt onderdeel 1° te luiden:

  • het gewas en de geteelde rassen;

2. Het derde lid vervalt, onder vernummering van het vierde tot het derde lid.

AL

In artikel 104, onderdeel c, wordt ‘artikel artikel 94’ vervangen door; artikel 94.

AM

In artikel 108, vierde lid, wordt na ‘vastgesteld’ ingevoegd: tot een maximum van € 40 per m2.

AN

Artikel 109 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. Uitgaven van de producentenorganisatie in investeringen ten behoeve van optimalisatie van de productkwaliteit zijn subsidiabel indien:

    • a. het gaat om één volledige investering in fertigatie in het kader van precisiebemestingtechnieken die bestemd is voor besparing en het gereguleerd doseren van water en meststoffen aan gewassen in vollegrondsfruitteelt;

    • b. de besparing op het meststoffenverbruik door de producentenorganisatie is aangetoond, en

    • c. de investering niet leidt tot een hoger watergebruik.

2. In de aanhef van het tweede lid wordt ‘Precisiebemestingtechnieken als bedoeld in het eerste lid, zijn’ vervangen door: Onder investeringen in fertigatie als bedoeld in het eerste lid wordt verstaan.

3. In het tweede lid, onderdeel a, wordt na ‘waaronder’ ingevoegd: de waterpomp, verdeelleidingen en.

4. Na het tweede lid worden, onder vernummering van het derde tot het vijfde lid, twee leden ingevoegd, luidende:

  • 3. Druppelleidingen als bedoeld in het tweede lid, onderdeel a, zijn uitsluitend subsidiabel bij initiële investeringen.

  • 4. Investeringen in een waterafgiftesysteem als bedoeld in het tweede lid, onderdeel a, zijn niet subsidiabel indien het investeringen betreft in:

    • a. fertigatie in teeltsystemen los van de grond;

    • b. aanleg van een waterbron, of

    • c. afvoerleidingen naar het te fertigeren perceel.

AO

Artikel 110 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt na ‘meststoffenverbruik’ ingevoegd: en waterverbruik.

2. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. De berekening van de gerealiseerde besparing op het meststoffenverbruik, gemeten in kg, als gevolg van de investering als bedoeld in artikel 109, vindt plaats op basis van een vergelijking tussen:

    • a. het mineralenverbruik, volgens de mineralenregistratie, van het jaar voorafgaand aan het jaar van inbedrijfstelling van de investering, en

    • b. het mineralenverbruik, volgens de mineralenregistratie, gedurende het jaar:

      • i. van ingebruikname van de investering, of

      • ii. volgend op het jaar van ingebruikname, in geval van inbedrijfstelling tijdens het teeltseizoen.

3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. Het vaststellen van veranderingen in het waterverbruik en meststoffenverbruik, gemeten in m3, als gevolg van een investering als bedoeld in artikel 109, eerste lid, vindt plaats op basis van een vergelijking tussen:

    • a. het waterverbruik en meststoffenverbruik van het jaar voorafgaand aan het jaar van inbedrijfstelling van de investering, en

    • b. het waterverbruik en meststoffenverbruik gedurende het jaar:

      • i. ingebruikname van de investering, of

      • ii. volgend op het jaar van ingebruikname, in geval van inbedrijfstelling tijdens het teeltseizoen.

AP

Artikel 113 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het derde lid wordt ‘aan de hand van een vergelijking van de metingen voor uitvoering van de investering en één jaar na ingebruikname van de investering’ vervangen door: in mmol/l of mg/l, op basis van een vergelijking tussen metingen uitgevoerd voor ingebruikname van de investering en één jaar na ingebruikname van de investering.

2. In het vierde lid wordt ‘het moment voor de ingebruikname van de investering en het moment één jaar na ingebruikname van de investering’ vervangen door: metingen uitgevoerd voor ingebruikname van de investering en direct na inbedrijfstelling van de investering.

3. In het vijfde lid wordt ‘O2 gehalte’ vervangen door: O2 verzadiging.

4. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 6. Het vaststellen van veranderingen in het waterverbruik, gemeten in m³, als gevolg van een investering als bedoeld in artikel 111, eerste lid, vindt plaats op basis van een vergelijking tussen:

    • a. het waterverbruik van het jaar voorafgaand aan het jaar van inbedrijfstelling van de investering, en

    • b. het waterverbruik gedurende het jaar:

      • i. ingebruikname van de investering, of

      • ii. volgend op het jaar van ingebruikname, in geval van inbedrijfstelling tijdens het teeltseizoen.

AQ

Artikel 114 komt te luiden:

Artikel 114

Uitgaven van de producentenorganisatie voor investeringen ten behoeve van het behoud of de verbetering van productkwaliteit zijn subsidiabel indien het gaat om investeringen in:

  • a. sorteercentra,

  • b. verpakcentra,

  • c. distributiecentra,

  • d. verwerkingscentra, of

  • e. dockboards.

AR

Artikel 115 komt te luiden:

Artikel 115

  • 1. Uitgaven van de producentenorganisatie ten behoeve van investeringen gericht op verbetering of behoud van de productkwaliteit zijn subsidiabel indien het gaat om koeling en conditionering van producten voor korte bewaring.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde uitgaven zijn slechts subsidiabel voor zover het uitgaven voor volledige investeringen betreft.

  • 3. Onder uitgaven als bedoeld in het eerste lid, vallen onder meer de investeringen in:

    • a. koelcellen en koelhuizen;

    • b. koelinstallaties;

    • c. klimatisering of conditionering van sorteer- en expeditieruimten bestemd voor koude keten met inbegrip van conditioneringswanden en luchtgordijnen;

    • d. highspeed koeling;

    • e. ijskoeling;

    • f. hydrokoeling;

    • g. vacuümkoeling;

    • h. evacueerinstallaties ten behoeve van champignons;

    • i. energiebesparende installaties ten behoeve van koeling van producten, of

    • j. droogcellen.

  • 4. De uitgaven, bedoeld in het eerste lid, omvatten mede investeringen in de eerste aanschaf van meet- en regelapparatuur voor sturing.

  • 5. Onder een volledige investering als bedoeld in het tweede lid wordt verstaan een investering in een complete installatie gericht op verbetering of behoud van de productkwaliteit als bedoeld in het eerste lid.

  • 6. In geval van koelhuizen en koelcellen worden een cel en koelinstallatie met toebehoren als twee afzonderlijke investeringen beschouwd.

  • 7. Energiebesparende installaties ten behoeve van koeling wordt als een afzonderlijke investering beschouwd.

AS

Artikel 118 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1’ geplaatst.

2. De aanhef van het eerste lid komt te luiden:

Uitgaven van de producentenorganisatie voor investeringen in sorteer- en verpakkingslijnen in het kader van behoud en optimalisering van producten zijn subsidiabel indien het onder meer gaat om investeringen in:.

3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. Uitgaven als bedoeld in het eerste lid voor vervanging van onderdelen zijn niet subsidiabel.

AT

Artikel 119 wordt als volgt gewijzigd:

1. Na het derde lid wordt, onder vernummering van het vierde lid tot het vijfde lid, een lid ingevoegd, luidende:

  • 4. In het geval de uitgaven, bedoeld in het eerste lid, betrekking hebben op twee uitvoeringsjaren van het operationeel programma, zijn deze uitgaven, in afwijking van artikel 46a, eerste lid, subsidiabel in het jaar waarin zij aan de producentenorganisatie zijn gefactureerd.

2. In het vijfde lid (nieuw) wordt ‘uiterlijk’ vervangen door: jaarlijks.

AU

Artikel 120 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel a, wordt ‘en apparatuur’ vervangen door: , waaronder apparatuur.

2. In het vierde lid wordt na ‘investeringen in’ ingevoegd: aparte oogstsystemen en.

AV

Artikel 122 vervalt.

AW

Artikel 123 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid vervalt onderdeel a, onder verlettering van de onderdelen b tot en met e tot a tot en met d.

2. In het eerste lid, onderdeel b (nieuw), wordt ‘lorries’ vervangen door: wagens, waaronder oplaadpunten en batterijen.

3. In het eerste lid, onderdeel d (nieuw), vervalt ‘, indien de containers, bakken, dozen of Euro Pool System of eenmalig fust kisten bevestigd zijn op de oogsttransportwagens op de buisrails en deze in hun geheel worden overgebracht naar de sorteer- of verpakkingsinstallatie’.

4. In het tweede lid wordt ‘te sorteren of te verpakken producten in containers, bakken, dozen of kisten, waaronder het Euro Pool System fust, of eenmalig fust kisten zijn opgenomen van de lorries’ vervangen door: containers, bakken, dozen of kisten met te sorteren of te verpakken producten worden opgenomen van de wagens.

5. Het derde lid komt te luiden:

  • 3. Buisrailwagens die uitsluitend gebruikt worden om te oogsten zijn niet subsidiabel.

AX

In artikel 125, tweede lid, wordt ‘artikel 103 quinquies, eerste lid, verordening 1234/2007’ vervangen door: artikel 34, eerste lid, van verordening 1308/2013.

AY

Artikel 128 komt te luiden:

Artikel 128

Uitgaven van de producentenorganisatie voor benodigde hardware voor tracking en tracing systemen in het kader van voedselveiligheid bestemd voor de registratie van productherkomst, registratie van ziekten, plagen, middelen en meststoffen zijn:

  • a. voor 100% subsidiabel indien de producentenorganisatie kan aantonen dat de hardware uitsluitend bestemd is voor deze functionaliteiten;

  • b. voor 50% subsidiabel, in afwijking van artikel 34, eerste lid, van verordening 1308/2013, indien de producentenorganisatie niet kan aantonen dat de hardware uitsluitend bestemd is voor deze functionaliteiten.

AZ

Artikel 129 komt te luiden:

Artikel 129

Uitgaven van de producentenorganisatie voor benodigde hardware bestemd voor tracking en tracingsystemen, oogstkarren, weeginstallaties of kantelinstallaties in het kader van voedselveiligheid zijn, in afwijking van artikel 34, eerste lid, van verordening 1308/2013, voor maximaal 50% van de aanschafwaarde subsidiabel.

BA

Artikel 130, derde lid, komt te luiden:

  • 3. Voor de in het eerste lid bedoelde bakken, kisten, containers en boxen vindt jaarlijks per locatie de registratie van de voorraad plaats.

BB

Artikel 131, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. Uitgaven van de producentenorganisatie voor fustwasinstallaties in het kader van voedselveiligheid zijn subsidiabel, indien het fust bestemd is voor intern gebruik.

BC

Artikel 138 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. Uitgaven voor de materialen, bedoeld in het eerste lid, zijn niet subsidiabel.

BD

Artikel 140 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid vervalt ‘en externe diensten’ en wordt na ‘kwaliteitscontrolesystemen’ ingevoegd: , waaronder de productcontrole,.

2. Het tweede lid vervalt, onder vernummering van het derde lid tot tweede lid.

BE

In artikel 142, vierde lid, vervalt ‘als bedoeld in artikel 140, tweede lid,’.

BF

In artikel 144 wordt na ‘audits’ ingevoegd: van het Reglement Interne Kwaliteitscontrole door Stichting Kwaliteits-Controle-Bureau.

BG

Artikel 147 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘de minster’ vervangen door: de minister.

2. In het tweede lid, onderdeel c, wordt ‘, of’ vervangen door een puntkomma.

3. Onder vervanging van de punt aan het eind van onderdeel d door een puntkomma worden aan het tweede lid drie onderdelen toegevoegd, luidende:

  • e. begeleiding, audits en certificering van het residumonitoring systeem;

  • f. verstrekken van een residu certificaat of een voedselveiligheidscertificaat, of

  • g. ondersteuning en abonnementen in het geval van een chemische, microbiële of fysische calamiteit.

4. In het zesde lid wordt ‘het in de sector gangbare’ vervangen door: een in de sector gangbaar.

5. In het zevende lid, onderdeel a, vervalt ‘gecertificeerd’.

6. Na het zevende lid wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 8. Indien de uitgaven voor een analyse als bedoeld in het eerste lid aan een lid worden doorbelast als een sanctie voor een overtreding door dit lid, dan zijn deze uitgaven niet subsidiabel.

BH

In artikel 149, eerste lid, vervalt ‘voor zover de uitgaven gedurende het jaar 2014 zijn betaald’.

BI

Artikel 151 vervalt.

BJ

Artikel 153 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel c, wordt ‘, of’ vervangen door een puntkomma.

2. Na onderdeel d wordt, onder vervanging van de punt door ‘, of’, een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • e. dockboards.

BK

Artikel 154 komt te luiden:

Artikel 154

  • 1. Uitgaven van de producentenorganisatie ten behoeve van investeringen in de verbetering van de afzet zijn subsidiabel, indien het gaat om het koelen, conditioneren en diepvriezen van producten.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde uitgaven zijn slechts subsidiabel voor zover het uitgaven voor volledige investeringen betreft.

  • 3. Onder de uitgaven, bedoeld in het eerste lid, vallen onder meer de investeringen in:

    • a. koelhuizen;

    • b. koelcellen;

    • c. koelinstallaties met inbegrip van ULO installaties, DCS installaties en ozongenerators;

    • d. vriescellen met inbegrip van trafovoorzieningen;

    • e. klimatisering of conditionering van sorteer- en expeditieruimten bestemd voor koude keten met inbegrip van conditioneringswanden en luchtgordijnen;

    • f. vacuümkoeling;

    • g. ijskoeling;

    • h. hydrokoeling;

    • i. highspeedkoeling;

    • j. evacueerinstallaties ten behoeve van champignons, en

    • k. energiebesparende installaties ten behoeve van koeling van producten.

  • 4. De uitgaven, bedoeld in het eerste lid, omvatten mede investeringen in de eerste aanschaf van meet- en regelapparatuur voor sturing.

  • 5. Onder een volledige investering als bedoeld in het tweede lid in een koelinstallatie of conditioneringsinstallatie wordt verstaan de complete installatie met toebehoren.

  • 6. In geval van koelhuizen en koelcellen wordt een cel en een koelinstallatie met toebehoren als twee afzonderlijke investeringen beschouwd.

  • 7. Een energiebesparende installatie ten behoeve van koeling wordt als een afzonderlijke investering beschouwd.

BL

Artikel 155 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.

2. In het eerste lid wordt ‘ten behoeve’ vervangen door: ‘voor investeringen voor sorteer- en verpakkingslijnen in het kader’ en vervalt onderdeel a, onder verlettering van de onderdelen b tot en met l tot a tot en met k.

3. Er wordt een lid wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. De uitgaven, bedoeld in het eerste lid, voor vervanging van onderdelen zijn niet subsidiabel.

BM

Artikel 156 wordt als volgt gewijzigd:

1. Na het tweede lid wordt, onder vernummering van het derde tot en met vijfde lid tot vierde tot en met zesde lid, een lid ingevoegd, luidende:

  • 3. In het geval de uitgaven, bedoeld in het eerste lid, betrekking hebben op twee uitvoeringsjaren van het operationeel programma, zijn deze uitgaven, in afwijking van artikel 46a, eerste lid, subsidiabel in het jaar waarin zij aan de producentenorganisatie zijn gefactureerd.

2. In het vijfde lid (nieuw), aanhef, wordt ‘derde’ vervangen door: vierde.

3. Het zesde lid (nieuw) komt te luiden:

  • 6. De producentenorganisatie overlegt jaarlijks bij de indiening van de steunaanvraag aan de minister voor de uitgaven, bedoeld in het eerste lid:

    • a. een huurcontract, en

    • b. een registratie van de in- en uitslagkosten, bedoeld in het vijfde, onderdeel a, voor de uitgaven bedoeld in het eerste lid, onderdeel a.

BN

Artikel 157 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel a, wordt ‘en apparatuur’ vervangen door: , waaronder apparatuur,.

2. In het vierde lid wordt na ‘in’ ingevoegd: aparte oogstsystemen en.

BO

In artikel 159, eerste lid, onderdeel a, wordt na ‘fossiele brandstoffen’ ingevoegd: of energie ingekocht op het net.

BP

In artikel 160, tweede lid wordt na ‘installaties’ ingevoegd:, met uitzondering van uitgaven voor de fundering,.

BQ

Artikel 161 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding ’1.’ geplaatst.

2. In het eerste lid wordt na ‘brandstoffen’ ingevoegd: of op het net ingekochte energie.

3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. Uitgaven, bedoeld in het eerste lid, voor investeringen voor aansluitingen van het teeltbedrijf op een geothermische bron zijn subsidiabel voor:

    • a. 100% indien zij betrekking hebben op een aansluiting op het erf en tot op een afstand van 500 meter van de erfgrens, en

    • b. 50% indien zij betrekking hebben op een aansluiting vanaf 500 meter van de erfgrens, in afwijking van artikel 34 van verordening 1308/2013.

BR

In artikel 162 wordt ‘Glastuinbouwbedrijven’ vervangen door: ‘uitgaven ten behoeve van glastuinbouwbedrijven,’ en wordt na ‘brandstoffen’ ingevoegd: of op het net ingekochte energie.

BS

In artikel 163, eerste lid, wordt na ‘brandstoffen’ telkens ingevoegd: of op het net ingekochte energie.

BT

Artikel 164 komt te luiden:

Artikel 164

  • 1. Uitgaven van de producentenorganisatie voor investeringen in installaties en helofytenfilters in het kader van maatschappelijk verantwoord ondernemen ten behoeve van waterzuivering zijn subsidiabel:

    • a. indien de investering leidt tot een reductie van de emissie van afvalstoffen in het geloosde afvalwater van minder dan 25%, en

    • b. deze uitgaven de meerkosten van de bovenwettelijke zuivering ten opzichte van een standaardzuivering betreft

  • 2. De producentenorganisatie overlegt aan de minister bij de indiening van de steunaanvraag een opgave van de reductie, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a.

  • 3. De reductie, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, wordt vastgesteld aan de hand van een vergelijking van de metingen voor inbedrijfstelling van de investering en direct na inbedrijfstelling van de investering.

BU

Artikel 166 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel b, wordt ‘;’ vervangen door: , en.

2. In het eerste lid vervalt onderdeel c, onder verlettering van onderdeel d tot onderdeel c.

3. In het tweede lid, onderdeel a, onder 1˚, wordt voor ‘de’ ingevoegd: het gewas en.

4. Na het vierde lid wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 5. Bij de indiening van de jaarlijkse steunaanvraag overlegt de producentenorganisatie aan de minister een overzicht van de daadwerkelijk betaalde prijzen van de aangekochte licenties bedoeld in het eerste lid.

BV

Artikel 167 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het vierde lid wordt ‘is’ vervangen door: zijn.

2. In het zesde lid vervalt ‘een bestaand’.

BW

Artikel 168 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding ’1.’ geplaatst.

2. In het eerste lid wordt na ’warehouse management’ ingevoegd: als bedoeld in artikel 167, eerste lid.

3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. Bij de indiening van het operationeel programma overlegt de producentenorganisatie aan de minister:

    • a. een begroting van het aantal uren per taak of functie, en

    • b. een omschrijving van de taken en functies.

BX

Artikel 169 vervalt.

BY

In de aanhef van artikel 170 wordt ‘marketing en promotie’ vervangen door: reclame.

BZ

Artikel 171 vervalt.

CA

Artikel 172 wordt als volgt gewijzigd:

1. De aanhef van het eerste lid komt te luiden:

Uitgaven van de producentenorganisatie voor reclameactiviteiten en reclameartikelen voor producten waarvoor de producentenorganisatie is erkend, zijn subsidiabel als het gaat om uitgaven voor:

2. In het eerste lid, onderdeel b, vervalt het eerste subonderdeel, onder vernummering van het tweede en derde subonderdeel tot het eerste en tweede subonderdeel.

3. In het eerste lid, onderdeel b, wordt in het subonderdeel 1° (nieuw) ‘supermarkt’ vervangen door: producentenorganisatie.

4. In het eerste lid, onderdeel c, wordt na ‘etiketten’ ingevoegd: , steekkaarten of wikkels voor zover gebruikt bij tijdelijke acties.

5. In het derde lid wordt ‘promotieacties en promotieartikelen’ vervangen door: reclameacties en reclameartikelen.

CB

In artikel 173, eerste lid, en artikel 175 wordt ‘promotie’ telkens vervangen door: reclame als bedoeld in artikel 170.

CC

In artikel 177, tweede lid, onderdeel b, wordt ‘promotionele activiteiten’ vervangen door: reclameactiviteiten.

CD

In artikel 178 wordt ‘promotie-uitingen’ vervangen door: reclameactiviteiten.

CE

In artikel 180, tweede lid, wordt ‘promotie’ vervangen door: reclame.

CF

In artikel 181 vervalt ‘waarvoor de producentenorganisatie is erkend’.

CG

Artikel 186 komt te luiden

Artikel 186

  • 1. Bij de indiening of gedurende het uitvoeringsjaar van het operationeel programma wordt door de producentenorganisatie aan de minister een onderzoeksvoorstel of innovatie voorstel voorgelegd in geval van de uitgaven, bedoeld in deze afdeling.

  • 2. Het voorstel, bedoeld in het eerste lid, bevat, voor zover van toepassing, de volgende beschrijvingen:

    • a. naam project;

    • b. looptijd;

    • c. het soort gewas;

    • d. locatie van het onderzoek;

    • e. de probleemstelling;

    • f. doel van het project;

    • g. bestaande kennis zowel binnen als buiten de eigen organisatie;

    • h. plan van aanpak inhoudende opzet, werkwijze, eventueel fasering;

    • i. te bereiken resultaten;

    • j. plan voor kennisoverdracht onder de eigen leden van de producentenorganisatie of de gehele sector groenten en fruit;

    • k. naam uitvoerder(s);

    • l. begroting;

    • m. externe advisering, en

    • n. onderbouwing van de kosten met verwijzing naar overlegde offertes.

  • 3. De producentenorganisatie kan personeelskosten voor de eigen werkzaamheden van de leden in het kader van uitgaven als bedoeld in deze afdeling opvoeren voor maximaal 20% van de totale begroting van het onderzoek, exclusief investeringen en gebruikelijke teeltkosten, met een maximum op jaarbasis van in totaal 400 uur per lidbedrijf.

  • 4. In het kader van de personeelskosten, bedoeld in het derde lid, bevat een onderzoeksvoorstel als bedoeld in het tweede lid:

    • a. een onderbouwing van de personeelskosten;

    • b. een beschrijving van de uit te voeren werkzaamheden, en

    • c. een planning van het aantal uren per medewerker gedurende de looptijd van het onderzoek.

  • 5. Bij de indiening van de steunaanvraag overlegt de producentenorganisatie aan de minister een onderzoeksverslag voor het onderzoek dat op grond van deze afdeling wordt gesubsidieerd.

  • 6. Het onderzoeksverslag, bedoeld in het vijfde lid, bevat ten minste:

    • a. een beschrijving van de uitvoering en verloop van het onderzoek;

    • b. de bereikte resultaten;

    • c. een conclusie, en

    • d. een beschrijving van de uitvoering van kennisoverdracht.

CH

In artikel 192, tweede lid, wordt na ‘vallen’ ingevoegd: mede.

CI

In artikel 193, tweede lid, vervalt ‘subsidiabel’.

CJ

In artikel 197, onderdeel d, wordt ‘de vaststelling’ vervangen door: vaststelling.

CK

In artikel 198, eerste lid, wordt ‘de introductiefase van onderzoek ter verbetering van de productkwaliteit naar coating voor diffuus licht in de praktijk bij de paprika- en aubergineteelt’ vervangen door: praktijkonderzoek in de introductiefase van coating voor diffuus licht in de paprika- en aubergineteelt ter verbetering van de productkwaliteit.

CL

In artikel 202, eerste lid, wordt na ‘indien het’ ingevoegd: onder meer.

CM

In artikel 205, derde lid, wordt ‘producentorgaisatie’ vervangen door: producentenorganisatie.

CN

In artikel 206, tweede lid, onderdeel c, wordt ‘over’ vervangen door: op het gebied van.

CO

Artikel 207 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a wordt ‘aanvoernummer of nummer van het lid’ vervangen door: het aanvoernummer of lidnummer.

2. In onderdeel e, onder 3°, vervalt ‘per gewas’.

3. Na onderdeel e, wordt onder verlettering van onderdeel f en g tot onderdeel g en h, een onderdeel ingevoegd, luidende:

  • f. het extra aantal bezoeken;

4. Onderdeel g (nieuw) komt te luiden:

  • g. het totaalbedrag van de extra in rekening gebrachte kosten.

CP

In artikel 208, aanhef, wordt ‘bestemd voor’ vervangen door: in geval van.

CQ

In artikel 209, aanhef, wordt ‘bestemd voor’ vervangen door: in geval van.

CR

Artikel 211 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding ’1.’ geplaatst.

2. In het eerste lid wordt ‘bestemd voor’ vervangen door: in het geval van.

3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. Bij de indiening van de steunaanvraag verstrekt de producentenorganisatie in geval van de uitgaven, bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, per soort analyse, met gebruikmaking van een door de minister beschikbaar gesteld model, aan de minister:

    • a. de soort en naam van de analyse;

    • b. de naam van de leverancier;

    • c. het aantal deelnemende telers;

    • d. het aantal van de analyses;

    • e. een tarief voor de analyse, en

    • f. het totaalbedrag per analyse.

CS

Artikel 212 wordt als volgt gewijzigd:

1. In de aanhef van het eerste lid wordt ‘bestemd voor geïntegreerde productie betreffende kwaliteit en milieu’ vervangen door: in het geval van geïntegreerde productie die mede het kwaliteit en milieu betreffen.

2. In het tweede lid wordt ‘voor’ vervangen door: die betrekking hebben op’ en vervalt ‘, bedoeld in het eerste lid,’.

CT

In de aanhef van artikel 213, eerste lid, wordt ‘bestemd voor geïntegreerde productie of geïntegreerde plaagbestrijding betreffende kwaliteit en milieu’ vervangen door: in geval van geïntegreerde productie of geïntegreerde plaagbestrijding die mede kwaliteit en milieu betreffen.

CU

In de aanhef van artikel 214 wordt ‘bestemd voor geïntegreerde productie of geïntegreerde plaagbestrijding betreffende kwaliteit en milieu’ vervangen door: in geval van biologische productie, geïntegreerde productie of geïntegreerde plaagbestrijding die mede kwaliteit en milieu betreffen.

CV

In artikel 219, onderdeel c, wordt ‘bestemd voor het’ vervangen door ‘op het gebied van’ en wordt ‘het ter uitvoering van’ vervangen door: ter uitvoering van.

CW

Artikel 222 wordt als volgt gewijzigd:

1. In de aanhef wordt ‘aanbodplanning’ vervangen door: de verwerkende industrie.

2. Onderdeel d vervalt, onder verlettering van onderdeel e tot en met h tot onderdeel d tot en met g.

CX

In de aanhef van artikel 228, vierde lid, wordt ‘2014’ vervangen door: 2015.

CY

In artikel 230a wordt na het vijfde lid een lid toegevoegd, luidende:

  • 6. Afnemers van producten die op grond van het eerste lid uit de markt genomen zijn mogen geen vergoeding betalen voor het uit de markt genomen product.

CZ

Artikel 230b wordt als volgt gewijzigd:

1. In het vijfde lid, wordt na ‘meter’ ingevoegd: en een gewicht van meer dan 300 kg.

2. Na het vijfde lid wordt, onder vernummering van het zesde lid tot zevende lid, een lid ingevoegd, luidende:

  • 6. In afwijking van het vijfde lid worden de producten, bedoeld in artikel 230a, tweede lid, onderdeel a, k, en l, in elk geval niet aangeboden in verpakkingen van meer dan 25 kg.

DA

In artikel 230g, derde lid, wordt ‘na 1 oktober 2012’ vervangen door: na 1 oktober 2013.

DB

In artikel 231, tweede lid, vervalt ‘, medewerkers van leden’.

DC

Artikel 239 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt na ‘het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen te verminderen’ ingevoegd: of te voorkomen.

2. In het tweede lid vervalt onderdeel c, onder verlettering van onderdeel d tot en met g tot c tot en met f.

3. In het vijfde lid wordt ‘bedoeld in het eerste lid, onderdeel e’ vervangen door: bedoeld in het tweede lid, onderdeel d.

DD

In artikel 240, tweede lid, wordt ‘in voorkomende gevallen van een betrokken teeltbedrijf een meerjarige spuitregistratie opvragen’ vervangen door:

van een betrokken teeltbedrijf een meerjarige spuitregistratie opvragen ter vergelijking van:

  • a. het gewasbeschermingsmiddelenverbruik in het jaar voorafgaand aan het jaar van inbedrijfstelling van de investering, en

  • b. het gewasbeschermingsmiddelenverbruik gedurende het jaar:

    • i. van ingebruikname van de investering, of

    • ii. volgend op het jaar van ingebruikname, in geval van inbedrijfstelling tijdens het teeltseizoen.

DE

In de artikelen 243, 244, 245, 248 en 249 wordt na ‘brandstoffen’ telkens ingevoegd: of energie ingekocht op het net.

DF

Artikel 251 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel c, onder 2°, wordt ‘waterzuiveringsinstallaties’ vervangen door: installaties.

2. Na het tweede lid wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. Het vaststellen van waterbesparing, gemeten in m³, als gevolg van een investering als bedoeld in het eerste lid, vindt plaats op basis van een vergelijking tussen:

    • a. het waterverbruik van het jaar voorafgaand aan het jaar van inbedrijfstelling van de investering, en

    • b. het waterverbruik gedurende het jaar:

      • i. na ingebruikname van de investering, of

      • ii. volgend op het jaar van ingebruikname, in geval van inbedrijfstelling tijdens het teeltseizoen.

DG

In artikel 252, tweede lid, wordt ‘het waterverbruik’ vervangen door: de emissie van afvalstoffen in het geloosde afvalwater.

DH

In artikel 255 wordt na het tweede lid een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. Voor compost als bedoeld in het eerste lid, zijn de aan de hand van offertes of facturen te onderbouwen meerkosten ten opzichte van gangbare compost subsidiabel.

DI

In artikel 256, eerste lid, wordt ‘toon’ vervangen door: toont.

DJ

In artikel 257, tweede lid, wordt ‘verzoek’ vervangen door: verzoekt.

DK

Artikel 258 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt ‘middel’ vervangen door: model.

2. Na het tweede lid wordt een lid toegevoegd:

  • 3. De vergelijking, bedoeld in het tweede lid, wordt gemaakt per ras en per leverancier.

DL

In Hoofdstuk 4, Titel 3, afdeling 7, paragraaf 4 ‘Uitgaven voor overige acties ten behoeve van geïntegreerde productie’ wordt na het opschrift een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 259a

Op grond van artikel 58, vierde lid, van verordening 543/2011 zijn in afwijking van dat artikellid de werkelijke kosten van milieuacties, anders dan de verwerving van vaste activa, subsidiabel indien de producentenorganisatie in haar operationeel programma onderbouwt dat het, gezien de hoogte van de werkelijk uit de milieuactie voortvloeiende kosten, nodig is om rekening te houden met de specifieke omstandigheden van de milieuactie.

DM

Artikel 260 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘rassen zaad’ vervangen door: zaden van rassen.

2. Het tweede lid vervalt, onder vernummering van het derde lid en vierde lid tot tweede en derde lid.

3. Het derde lid (nieuw) komt luiden:

  • 3. De producentenorganisatie beschikt over de afleverbonnen of plantenpaspoorten van zaden als bedoeld in het eerste lid.

DN

Artikel 261 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. De producentenorganisatie onderbouwt bij de indiening van de steunaanvraag, met gebruikmaking van een door de minister beschikbaar gesteld model, de meerkosten, bedoeld in het eerste lid, door middel van een vergelijking tussen de kosten van de belangrijkste standaardrassen en het ras met de extra resistentie, bedoel in artikel 260, eerste lid.

2. Het derde lid komt te luiden:

  • 3. De vergelijking, bedoeld in het tweede lid, wordt gemaakt per ras en per leverancier.

3. In het vijfde lid vervalt ‘of plantenpaspoorten’.

DO

Artikel 262 vervalt.

DP

In artikel 263 vervalt het tweede lid, alsmede de aanduiding ‘1.’ voor het eerste lid.

DQ

Artikel 264, tweede lid, komt te luiden:

  • 2. De onderverdeling van rassen in tariefgroepen vindt plaats op basis van het rassenregister van de Raad voor de Plantenrassen.

DR

In artikel 265, derde lid, vervalt ‘of plantenpaspoorten’.

DS

In artikel 266 vervalt het tweede lid, alsmede de aanduiding ‘1.’ voor het eerste lid.

DT

Artikel 267, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In de aanhef wordt ‘de volgende uitgaven zijn’ vervangen door: zijn de volgende uitgaven.

2. In onderdeel a wordt ‘champignonnencellen’ vervangen door: champignoncellen.

DU

In artikel 269 vervalt het eerste lid, alsmede de aanduiding ‘2.’ voor het tweede lid.

DV

In Hoofdstuk 4, Titel 3, afdeling 7, paragraaf 5 ‘Uitgaven voor acties om afvalproductie te verminderen en afvalbeheer te verbeteren’ wordt na het opschrift een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 271a

Op grond van artikel 58, vierde lid, van verordening 543/2011 zijn in afwijking van dat artikellid de werkelijke kosten van milieuacties, anders dan de verwerving van vaste activa, subsidiabel indien de producentenorganisatie in haar operationeel programma onderbouwt dat het, gezien de hoogte van de werkelijk uit de milieuactie voortvloeiende kosten, nodig is om rekening te houden met de specifieke omstandigheden van de milieuactie.

DW

Artikel 272 komt te luiden:

Artikel 272

  • 1. Uitgaven voor de meerkosten van biologisch afbreekbaar folie bestemd voor onkruidbestrijding ten opzichte van kunststoffolie zijn subsidiabel.

  • 2. De meerkosten, bedoeld in het eerste lid, worden door de producentenorganisatie bij het indienen van de steunaanvraag aangetoond aan de hand van offertes en facturen.

DX

Artikel 275 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid, onderdeel d, wordt ‘Hein’ vervangen door: Heijn.

2. In het derde lid, onderdeel a, wordt ‘, en’ vervangen door een puntkomma.

3. Onder vervanging van de punt aan het slot van het derde lid, onderdeel b, door ‘, en’, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • c. Milieukeur.

DY

In artikel 276 vervalt het tweede lid, alsmede de aanduiding ‘1.’ voor het eerste lid.

DZ

In Hoofdstuk 4, Titel 3, Afdeling 8, paragraaf 1 ‘Uitgaven ten behoeve van aankoop van vaste activa in duurzame of strategische investeringen’ wordt na het opschrift een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 281a

Uitgaven voor de juridische kosten en administratiekosten in verband met fusies of overnames van producentenorganisaties, alsmede juridische kosten en administratiekosten in verband met de oprichting van transnationale producentenorganisaties of transnationale unies van producentenorganisaties zijn subsidiabel.

EA

In artikel 282, tweede lid, wordt ‘organisation’ vervangen door: Association.

EB

Artikel 285a wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding ’1.’ geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. In afwijking van het eerste lid dient de producentenorganisatie een operationeel programma als bedoeld in artikel 63, eerste lid, van verordening 543/2011 in het jaar 2015 in voor 16 oktober 2015.

EC

Aan artikel 286 wordt na het derde lid een lid toegevoegd, luidende:

  • 4. In afwijking van het derde lid dient de producentenorganisatie een verzoek als bedoeld in het eerste lid in het jaar 2015 in voor 16 oktober 2015.

ED

Artikel 287 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het derde lid vervalt ‘als’.

2. In het vierde lid wordt ‘ondersteund’ vervangen door: ondersteunt.

EE

Artikel 288 wordt als volgt gewijzigd:

1. De aanduiding ‘1.’ voor de tekst vervalt.

2. In de aanhef wordt ‘in titel 3 van dit hoofdstuk’ vervangen door: in een goedgekeurd operationeel programma.

EF

Artikel 292 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a wordt ‘per 31 december van het jaar waarop de steunaanvraag betrekking heeft’ vervangen door: ‘per 1 januari van het jaar volgend op het jaar waarop de steunaanvraag betrekking heeft’ en wordt ‘, en’ vervangen door een puntkomma.

2. Na onderdeel a wordt, onder verlettering van onderdeel b tot onderdeel c, een onderdeel ingevoegd, luidende:

  • b. een overzicht van de leden die gedurende het jaar waarop de steunaanvraag betrekking heeft zijn uitgetreden, onder vermelding van de datum van uittreding, met gebruikmaking van een door de minister beschikbaar gesteld model, en

EG

Na artikel 295 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 295a

Indien een producentenorganisatie werkt met een administratie van dertien perioden wordt, voor de toepassing van de artikelen 293, 294 en 295, onder kwartaal verstaan één keer een tijdvak van vier perioden en drie keer een tijdvak van drie perioden.

EH

In artikel 297, tweede lid, onderdeel d, wordt ‘onderdeel d’ vervangen door: onderdeel c.

EI

In bijlage II, deel 1, onderdeel 14, wordt na ‘CV-ruimte’ ingevoegd: , indien daar subsidiabele machines worden geplaatst.

EJ

Bijlage IV en V vervallen.

ARTIKEL II

  • 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2016.

  • 2. Artikel I, onderdeel G, J, O, eerste lid, U, AT, eerste lid, BH, BM, eerste en tweede lid, DF en DY van deze regeling werken terug tot en met 1 januari 2014.

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 9 september 2015

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma

TOELICHTING

I. ALGEMEEN

1. Doel en aanleiding

Met deze wijziging van de Regeling uitvoering GMO groenten en fruit worden voornamelijk onvolkomenheden hersteld die zijn ontstaan bij het omzetten van de regelgeving van het voormalige Productschap Tuinbouw en worden reeds gestelde voorschriften verduidelijkt.

Voorts is met deze wijziging een aantal meer inhoudelijke aanpassingen gedaan. Zo is in een nieuw in te voegen artikel 43a (artikel I, onderdeel I) bepaald dat een operationeel programma dat wordt ingediend in 2015 een maximale looptijd van 3 jaar heeft. Voor deze beperking van de looptijd is gekozen omdat met ingang van 1 januari 2017 een nieuwe nationale strategie van toepassing zal zijn en het wenselijk is dat operationele programma’s zo snel mogelijk in overeenstemming gebracht worden met die nieuwe nationale strategie.

In artikel 73 (artikel I, onderdeel S) is, om de uitvoering van de regeling te vereenvoudigen, de maximale periode waarin duurzame productiemiddelen ter laste van het actiefonds kunnen worden gebracht, in overeenstemming met de termijnen in artikel 57, beperkt tot 5 jaar voor roerende zaken en 10 jaar voor onroerende zaken.

Er zijn twee nieuwe artikelen ingevoegd (artikel 75a en 92a, artikel I, onderdelen V en AE) waarin ten behoeve van vereenvoudiging en uniformering van de tekst van de regeling algemene bepalingen zijn opgenomen over toelating of inschrijving van (licenties van) zaden en plantgoed voor rassen van meerjarige en eenjarige gewassen. Deze bepalingen waren eerder verspreid over verschillende artikelen opgenomen in de regeling.

Daarnaast is in artikel 95, eerste lid, onderdeel b (artikel I, onderdeel AG) de mogelijkheid om uitgaven voor op bedrijven van leden opgekweekte planten met EU-steun te financieren geschrapt. Dit om het risico van misbruik van de regeling te verminderen.

In artikel 261, tweede lid (artikel I, onderdeel DN), is het forfaitaire tarief vervallen. Dit omdat het niet mogelijk is gebleken om voor rassen met een extra resistentie een nieuw forfaitair tarief vast te stellen.

In de artikelen 285a en 286 worden tot slot de data voor het indienen van operationele programma’s en wijzigingen daarop voor 2015 vastgesteld op 16 oktober 2015, waar dit normaal voor 1 oktober van het kalenderjaar behoort te geschieden.

De wijzigingen worden per artikel toegelicht in het artikelsgewijze deel van deze toelichting (deel II).

2. Regeldrukparagraaf

Deze regeling heeft effecten voor de regeldruk. Enerzijds is er sprake van een kleine verlichting van de regeldruk. Anderzijds vindt er een beperkte verzwaring van de regeldruk plaats.

Voor de producentenorganisaties zijn er geen consequenties voor administratieve en uitvoeringslasten, voorzover de wijzigingen het herstellen van onvolkomenheden en het nader verduidelijken van de reeds geldende voorschriften betreffen. Hierdoor wordt de situatie hersteld die gold vóór de inwerkingtreding van de Regeling uitvoering GMO groenten en fruit. De administratieve en uitvoeringslasten blijven gelijk. Ook het verschuiven van de datum voor indiening van operationele programma’s of wijzigingen daarop heeft geen gevolgen voor de administratieve en uitvoeringslasten.

Voor de inhoudelijke wijzigingen geldt het volgende:

In artikel 51 (artikel I, onderdeel L) vervalt de verplichting om alle bijgehouden urenadministraties te overleggen aan de minister. In plaats daarvan wordt een verplichting opgenomen om deze op diens verzoek aan de minister te overleggen. Deze wijziging brengt een kleine verlichting van de administratieve lasten met zich. Voor deze wijziging moest iedere producentenorganisatie (thans 12) bij het indienen van de steunaanvraag ter onderbouwing hiervan per opgevoerde medewerker een urenadministratie overleggen. Het gereed maken van deze administratie en het verzenden hiervan neemt circa 8 uur per steunaanvraag in beslag.

Als gevolg van deze wijziging hoeft een producentenorganisatie de urenadministratie niet meer standaard te overleggen bij iedere steunaanvraag, maar slechts indien de minister hier om verzoekt. In overeenstemming met de in artikel 106, tweede lid, van verordening 543/2011 voorgeschreven minimale controle-intensiteit zal de minister hier in minimaal 30% van de gevallen om verzoeken. Dit betekent dat jaarlijks bij minimaal 4 van de 12 erkende producentenorganisaties de urenadministratie zal worden opgevraagd, de overige 8 producentenorganisaties moeten de administratie in dat jaar wel beschikbaar houden, maar hoeven deze niet te overleggen. Dit levert een lastenverlichting op van circa 64 uur van een administratieve medewerker (8 uur maal 8 producentenorganisaties). Tegen een uurtarief van € 37 er uur brengt deze wijziging derhalve een lastenverlichting van circa € 2.368 met zich.

In artikel 261 (artikel I, onderdeel DN) is het forfaitaire tarief voor rassen met een extra resistentie geschrapt. Dit heeft tot gevolg dat het slechts nog mogelijk is om de uitgaven voor de rassen bedoeld in artikel 260, eerste lid, op basis van daadwerkelijk gemaakte kosten ten laste van het actiefonds te brengen. Dit brengt een verzwaring van de administratieve lasten met zich.

Voor ieder ras met een extra resistentie waarvoor steun wordt aangevraagd moet door de producentenorganisatie berekend worden wat de meerkosten van deze rassen zijn ten opzichte van rassen zonder deze extra resistentie en wat de meeropbrengsten zijn van deze rassen ten opzichte van rassen zonder deze extra resistentie. Dit levert naar verwachting een verzwaring van de administratieve lasten met circa 8 uur per ingezet ras op.

Gemiddeld neemt een producentenorganisatie circa 5 verschillende rassen met extra resistentie op in een operationeel programma. Per producentenorganisatie levert dit derhalve een gemiddelde lastenverzwaring van 40 uur op. Nederland kent op het moment 12 erkende producenteorganisaties. Deze wijziging levert derhalve naar verwachting een lastenverzwaring van circa 480 uur van een administratieve medewerker op. Tegen een uurtarief van € 37 per uur brengt deze wijziging derhalve een lastenverzwaring van circa € 17.760 met zich.

3. Inwerkingtreding (Artikel II)

De regeling treedt, in overeenstemming met het kabinetsbeleid inzake de vaste verandermomenten voor regelgeving, in werking op 1 januari 2016.

Voor een aantal onderdelen is aan deze wijzigingsregeling terugwerkende kracht verleend(artikel II, tweede lid). Dit is nodig opdat producentenorganisaties de steunaanvragen voor het jaar 2014 op correcte wijze kunnen indienen. Het betreft bepalingen waarin fouten worden hersteld die zijn gemaakt bij het overnemen van de regelgeving van het Productschap Tuinbouw. Door aan deze bepalingen terugwerkende kracht te verlenen worden aanmerkelijke publieke nadelen voorkomen.

II. ARTIKELEN

Artikel I, onderdeel A

In artikel 1, onderdeel bb, waren twee beschrijvingen opgenomen van het begrip ‘verkoper’. Met deze wijziging is een van deze beschrijvingen vervallen, omdat die beschrijving inhoudelijk niets toevoegde ten opzichte van de tweede beschrijving.

Artikel I, onderdeel B

Uit de wijziging van artikel 13, tweede lid, volgt dat de bevindingen uit de onderdelen a tot en met c met elkaar vergeleken moeten worden om de producentenorganisatie in staat te stellen zich een gedegen oordeel te vormen over de naleving van de leveringsplicht door haar leden.

In het vierde lid is nader verduidelijkt welk type onderzoek er door de accountant moet worden uitgevoerd. De bedoeling van het door de accountant uitgevoerde onderzoek is dat het door de teler verstrekte overzicht inzake hun productie en de in- en verkoop van producten bevestigd wordt door een accountant door middel van een COS 4400 onderzoek.

Beide wijzigingen betreffen het herstel van omissies bij het overnemen van de regelgeving van het Productschap Tuinbouw.

Artikel I, onderdeel C

Bij de aanpassing van de Regeling uitvoering GMO groenten en fruit is de verwijzing naar artikel 152, eerste lid, onderdeel c, van verordening 1308/2013 onvoldoende nauwkeurig overgenomen. Hierdoor werd abusievelijk bepaald dat door producentenorganisaties alle doelstellingen genoemd in artikel 152, eerste lid, onderdeel c, van verordening 1308/2013 moeten worden nagestreefd.

Met deze wijziging is het aantal doelstellingen dat door de producentenorganisatie blijkens haar statuten moet worden nageleefd, zoals beoogt, teruggebracht tot de doelstellingen genoemd in artikel 152, eerste lid, onderdeel c, onder i, ii en iii, van verordening 1308/2013.

Artikel I, onderdeel D

Met het vervallen van het derde lid van artikel 34 is een tegenstrijdigheid met artikel 50, zesde lid, van verordening 543/2011 weggenomen.

Artikel I, onderdeel E

Met de wijziging van artikel 35 is een kennelijke verschrijving hersteld.

Artikel I, onderdeel F

In artikel 37, tweede lid, is verduidelijkt welk type onderzoek er door de accountant moet worden uitgevoerd. De bedoeling is dat met een door een accountant uitgevoerd COS 4400 onderzoek wordt bevestigd dat het door de teler verstrekte overzicht inzake zijn waarde afgezette productie bevestigd juist is. Dit wordt verduidelijkt door middel van deze wijziging.

Artikel I, onderdeel G

Met de wijziging van artikel 42, derde lid, is de datum in overeenstemming gebracht met artikel 46a, tweede lid, onderdeel b.

Artikel I, onderdeel H

In artikel 43 was abusievelijk een aantal onjuiste verwijzingen opgenomen. Met deze wijzigingen zijn deze onjuistheden gecorrigeerd.

Artikel I, onderdeel I

Op grond van artikel 33, eerste lid, van verordening 1308/2013 hebben operationele programma’s een looptijd van minimaal 3 en maximaal 5 jaar. Omdat met ingang van 1 januari 2017 een nieuwe nationale strategie van toepassing zal zijn en het wenselijk is dat operationele programma’s zo snel mogelijk in overeenstemming gebracht worden met de nieuwe nationale strategie is met deze wijziging de maximale looptijd voor operationele programma’s ingediend in 2015 beperkt tot 3 jaar.

Artikel I, onderdeel J

Met het invoegen van artikel 46a is verduidelijkt in welke steunaanvraag uitgaven moeten worden opgenomen. Uit artikel 69, derde lid, van verordening 543/2011 volgt dat slechts daadwerkelijk verrichte betalingen mogen worden opgenomen in een steunaanvraag. In het eerste lid is verduidelijkt dat betalingen die in enig jaar in een steunaanvraag worden opgenomen in beginsel betrekking moeten hebben op activiteiten die uitgevoerd zijn in het jaar waarop de steunaanvraag betrekking heeft en in dat jaar betaald zijn. Specifieke uitzonderingen op deze hoofdregel zijn gemaakt in titel 2 of 3 van dit hoofdstuk. Een voorbeeld hiervan is artikel 119.

Op grond van artikel 69, derde lid, van verordening 543/2011 is het, onder de in dat lid gestelde voorwaarden, mogelijk om uitgaven die nog niet daadwerkelijk gemaakt zijn in de steunaanvraag op te nemen. In het tweede lid van artikel 46a is verduidelijkt dat dit alleen mogelijk is indien de activiteit is uitgevoerd in het jaar waarop de steunaanvraag betrekking heeft en de betaling is verricht in de periode van 1 januari tot en met 14 februari van het jaar volgend op het jaar waarop de steunaanvraag betrekking heeft.

Deze voorschriften waren abusievelijk niet overgenomen uit de regelgeving van het Productschap Tuinbouw. Deze omissie is met deze wijziging hersteld.

Artikel I, onderdeel K

Een functieprofiel als bedoeld in artikel 50, derde lid, hoeft gedurende de looptijd van het operationele programma slechts één maal te worden overlegd.

Artikel I, onderdeel L

In het eerste lid en het nieuwe tweede lid van artikel 51 is, met oog op een reductie van de administratieve en uitvoeringslasten van de regeling, de verplichting om alle bijgehouden urenadministraties te overleggen aan de minister vervangen door een verplichting om deze bij te houden en op verzoek van de minister aan de minister te overleggen.

Ingevolge artikel 32, eerste lid, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 908/2014 van de Commissie van 6 augustus 2014 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad, wat betreft betaalorganen en andere instanties, financieel beheer, goedkeuring van de rekeningen, voorschriften inzake controles, zekerheden en transparantie (hierna: verordening 908/2014) geldt voor bewijsstukken betreffende de door het Europees Landbouw Garantie Fonds gefinancierde uitgaven een bewaarplicht. Deze bewaarplicht duurt tot ten minste drie jaar na het jaar waarin de Europese Commissie de rekeningen over het betrokken begrotingsjaar overeenkomstig artikel 51 van Verordening (EU) Nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 (hierna: verordening 1306/2013) van de Raad heeft goedgekeurd. In het geval er sprake is van onregelmatigheden, nalatigheid of een conformiteitsprocedure als bedoeld in artikel 52 van verordening 1306/2013 geldt op grond van artikel 32, derde en vierde lid, van verordening 908/2014 een afwijkende (langere) bewaartermijn. In Nederland geldt op grond van de Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en de fiscale wetgeving voor rechtspersonen een minimale bewaartermijn van 7 jaar. In specifieke gevallen kan de fiscale bewaartermijn echter langer bedragen. Voor de informatie die van toepassing op de fiscale bewaartermijn in een specifieke situatie wordt rechtspersonen geadviseerd de Belastingdienst te raadplegen.

In het vijfde lid is een onjuiste verwijzing naar het tweede lid aangepast naar een verwijzing naar het vierde lid.

In de tekst van het zevende lid is ter verduidelijking de indiening van het operationeel programma vervangen door de goedkeuring van het operationeel programma of de wijziging daarvan.

Artikel I, onderdeel M

In artikel 52, eerste lid, is ter verduidelijking een verwijzing ingevoegd naar artikel 47, onderdeel a. Dit artikel is alleen van toepassing op personeel van de producentenorganisatie.

Artikel I, onderdeel N

De opsomming van maatregelen in artikel 53, eerste lid, onderdeel b, is alternatief bedoeld en niet cumulatief. Als gevolg van een kennelijke verschrijving werd deze intentie niet goed weer gegeven. Deze kennelijke verschrijving is met deze wijziging aangepast.

Artikel I, onderdeel O

Met de introductie van artikel 46a is de bepaling uit het eerste lid van artikel 55 overbodig geworden. In het tweede lid van artikel 55 is ter verduidelijking opgenomen dat de producentenorganisatie de afleverbonnen of facturen op verzoek onverwijld aan minister overlegt.

Artikel I, onderdeel P

In artikel 59, derde lid, onderdelen a en b, is ter verduidelijking de formulering van de tekst aangepast.

Artikel I, onderdeel Q

De toevoeging ‘onder meer’ in de onderdelen a tot en met c van het vierde lid van artikel 64 is geschrapt. Deze toevoeging was overbodig omdat in artikel 64, zesde lid, reeds voorzien is een afwijkingsbevoegdheid van de minister op grond waarvan meerdere wijze van registraties van bewerkt of voorbereid product kunnen worden toegestaan.

Artikel I, onderdeel R

In artikel 72, eerste lid, is, ter vereenvoudiging van de uitvoering van de regeling, een wijziging aangebracht in het moment van mededelen van de wijze waarop een duurzaam productiemiddel in de steunaanvraag wordt opgenomen.

In het tweede lid is ter verduidelijking een nieuw onderdeel b opgenomen waarin is bepaald dat een duurzaam productiemiddel niet eerder in de steunaanvraag wordt opgenomen dan het moment van ingebruikname daarvan. In onderdeel c, van het tweede lid is voorts ter vereenvoudiging van de berekening van afschrijvingen ‘jaarlijks’ vervangen door ‘per kwartaal’. Onderdeel d van het tweede lid is daarmee overbodig geworden en geschrapt.

Artikel I, onderdeel S

Teneinde de uitvoering van de regeling te vereenvoudigen is in artikel 73 de maximale periode waarin duurzame productiemiddelen ten laste van het actiefonds kunnen worden gebracht, overeenkomstig de termijnen van artikel 57, beperkt tot 5 jaar voor roerende zaken en 10 jaar voor onroerende zaken.

Artikel I, onderdeel T

Met de wijziging van artikel 74 is een voorschrift opgenomen dat abusievelijk niet was overgenomen uit de regelgeving van het Productschap Tuinbouw. Dit voorschrift beoogt te voorkomen dat de bepalingen van het derde lid, inzake tweedehands duurzame productiemiddelen, worden omzeild door middel van huur of lease.

Artikel I, onderdeel U

Met de wijziging van artikel 75, tweede lid, onderdeel b, onder 3°, is een voorschrift opgenomen dat abusievelijk niet was overgenomen uit de regelgeving van het Productschap Tuinbouw.

Artikel I, onderdeel V

In artikel 75a zijn algemene bepalingen opgenomen over toelating of inschrijving van (licenties van) zaden en plantgoed voor rassen van meerjarige gewassen. Deze bepalingen waren eerder opgenomen in de artikelen 95, derde lid, 103, derde lid, 260, tweede lid en 263, tweede lid.

Artikel I, onderdeel W

De aanpassingen in artikel 77, tweede lid, onderdelen b en c, beogen te verduidelijken wat er overgelegd moet worden bij het indienen van een verzoek tot het opnemen van uitgaven voor investeringen in installaties voor energiebesparende maatregelen in een operationeel programma.

Artikel I, onderdeel X

Ten behoeve van de uniforme aanlevering van de gegevens bedoeld in artikel 79 is het verplicht gebruik te maken van een door de minister een model voorgeschreven.

Artikel I, onderdeel Y

De wijziging van artikel 81, eerste lid, beoogt, ter verduidelijking, de terminologie te doen aansluiten op die van met dit artikellid samenhangende artikelen van de regeling. Voorts wordt een onjuiste verwijzing aangepast. In het derde lid is verduidelijkt vanaf welk moment jaarlijks moet worden aangetoond dat er geen energie geleverd is aan derden. Bovendien is in het derde lid een eerdere omissie hersteld door elektriciteit toe te voegen.

Voorts wordt in ‘het vierde lid verduidelijkt dat de mogelijkheid om de uitgaven voor de investering in één keer ten laste van het fonds te brengen beperkt is tot de gevallen waarin het gaat om investeringen waarmee alleen energie wordt bespaard, en geen energie wordt opgewekt.

Artikel I, onderdeel Z

In het eerste lid van artikel 82 is de gehanteerde terminologie in overeenstemming gebracht met de in de rest van de regeling gehanteerde terminologie en wordt een onjuiste verwijzing aangepast. In het derde lid is ter verduidelijking de term ‘agrarisch samenwerkingsverband’ vervangen door ‘een samenwerkingsverband van agrarische bedrijven’ en is een kennelijke verschrijving gecorrigeerd.

Tot slot is een nieuw vierde lid toegevoegd waarin, in lijn met de in artikel 81, vierde lid, gehanteerde systematiek, de mogelijkheid om uitgaven voor de investering in één keer ten laste van het fonds te brengen beperkt is tot de gevallen waarin het gaat om investeringen waarmee alleen energie wordt bespaard, en geen energie wordt opgewekt.

Artikel I, onderdeel AA

Met de wijzigingen in het tweede lid van artikel 83 is verduidelijkt welke informatie de producentenorganisatie moet aanleveren ter onderbouwing van uitgaven voor investeringen in installaties voor verbeterde waterkwaliteit, waterbesparing of besparing op het mineralenverbruik.

Artikel I, onderdeel AB

Met de wijziging in het eerste lid, aanhef, van artikel 85 is de gehanteerde terminologie in overeenstemming gebracht met de rest van de regeling. Voorts is in het tweede lid, onderdeel a, de verwijzing naar het te gebruiken formulier in overeenstemming gebracht met de titel van het formulier en is in onderdeel b verduidelijkt wat de beginsituatie is.

Artikel I, onderdeel AC

Met de wijzigingen in artikel 86 is, in lijn met de uitleg die door de Europese Commissie gegeven wordt aan het berekenen van water- of energiebesparingen, verduidelijkt dat de besparing berekend moet worden op het niveau van de afzonderlijke investering of, zoals bijvoorbeeld in het geval van ‘Kas als energiebron’, een combinatie van een in het kader van een actie genoemde investeringen. Dit betekent dat een aardwarmte-investering op zichzelf een besparing van 25% moet opleveren, en niet slechts in combinatie met een andere energie-investeringsactie.

Artikel I, onderdeel AD

Met de wijziging van artikel 89, tweede lid, is, ter verduidelijking, de terminologie in overeenstemming gebracht met de rest van de regeling.

Artikel I, onderdeel AE

In artikel 92a zijn algemene bepalingen opgenomen over toelating of inschrijving van (licenties van) zaden en plantgoed voor rassen van eenjarige gewassen. Deze bepalingen waren eerder opgenomen in de artikelen 95, derde lid, 103, derde lid, 260, tweede lid en 263, tweede lid.

Artikel I, onderdeel AF

De formulering van artikel 94 is, ter verduidelijking, met deze wijziging in overeenstemming gebracht met de vergelijkbare artikelen 115 en 154.

Artikel I, onderdeel AG

Teneinde het risico van misbruik van de regeling te verminderen is de mogelijkheid om uitgaven voor op bedrijven van leden opgekweekte planten met EU steun te financieren (artikel 95, eerste lid, onderdeel b) geschrapt. In samenhang hiermee is tevens artikel 95, zesde lid, komen te vervallen.

Ook het derde en het vierde lid zijn vervallen. De inhoud van het derde lid is opgenomen in het nieuwe artikel 75a, eerste lid. Het vierde lid is geschrapt omdat dit geen toegevoegde waarde had ten opzichte van de voorschriften in artikel 75a, eerste lid.

De tekst van artikel 95 is op verschillende plaatsen verduidelijkt door naast plantgoed of planten ook bomen te noemen.

Artikel I, onderdeel AH

Ingevolge de wijziging van onderdeel a (voorheen eerste lid, onderdeel a) van artikel 97, wordt tevens informatie opgevraagd over de gewassen. Dit om een onderscheid mogelijk te maken tussen verschillende gewassen, omdat verscheidene rasnamen bij meerdere gewassen voorkomen.

In artikel 97 vervalt het tweede lid, omdat de inhoud van dit lid is opgenomen in de nieuwe artikelen 75a, tweede lid, en 92a, tweede lid.

Artikel I, onderdeel AI

Met de wijzigingen in artikel 99 is de formulering van artikel 99 in overeenstemming gebracht met de artikelen 114 en 153.

Artikel I, onderdeel AJ

Uitgaven voor investeringen voor het ontwikkelen en verbeteren van systemen voor aanvoerprognoses en areaalenquêtes waren abusievelijk niet subsidiabel gesteld in paragraaf 1 (Uitgaven ten behoeve van aankoop van vaste activa en andere vormen van verwerving van vaste activa), waar dit op grond van de regelgeving van het Productschap Tuinbouw wel subsidiabel was. Deze omissie is hersteld met deze wijziging.

Artikel I, onderdeel AK

Ingevolge de wijziging van artikel 103, tweede lid, onderdeel 1°, wordt tevens informatie opgevraagd over de gewassen. Dit om een onderscheid mogelijk te maken tussen verschillende gewassen, omdat verscheidene rasnamen bij meerdere gewassen voorkomen.

Het derde lid is geschrapt omdat de inhoud van deze bepaling is opgenomen in artikel 75a, tweede lid (voor meerjarige gewassen), en artikel 92a, tweede lid (voor eenjarige gewassen).

Artikel I, onderdeel AL

Met de wijziging van artikel 104, onderdeel c, is een kennelijke verschrijving gerepareerd.

Artikel I, onderdeel AM

Ingevolge artikel 108, vierde lid, zijn de subsidiabele uitgaven voor investeringen in overkappingen van kersen gemaximeerd op € 40 per m2.

Artikel I, onderdeel AN

Met de wijzigingen in artikel 109 is ter verduidelijking geëxpliciteerd dat er geen investeringen in nieuwe irrigatieinstallaties in het operationeel programma kunnen worden opgenomen die louter bedoeld zijn om het irrigeerbare areaal te vergroten. Dit omdat een vergroting van het irrigeerbare areaal leidt tot meer waterverbruik en meer meststoffenverbruik hetgeen niet in overeenstemming is met de doelstelling om dit verbruik te verminderen.

Artikel I, onderdeel AO

Met de wijzigingen in artikel 110 is beoogd te verduidelijken dat in het kader van investeringen bedoeld in artikel 109 (investering in fertigatie in het kader van precisiebemestingtechnieken die bestemd is voor besparing en het gereguleerd doseren van water en meststoffen aan gewassen in vollegrondsfruitteelt) zowel de besparing op het gebruik van water als meststoffen moet worden onderbouwd. In het tweede en derde lid is vervolgens verduidelijkt op welke wijze deze onderbouwing moet plaatsvinden.

Artikel I, onderdeel AP

Met de wijzigingen in artikel 113, eerste en vierde lid, is beoogd te verduidelijken wat er door de producentenorganisatie moet worden opgegeven. De wijziging in het vijfde lid betreft het herstel van een onjuistheid in de tekst. Het is niet gebruikelijk om te spreken over O2 gehalte, de juiste term is O2 verzadiging. Het zesde lid is toegevoegd teneinde te verduidelijken op welke wijze de verandering in het waterverbruik inzichtelijke moet worden gemaakt en aangetoond moet worden dat er geen sprake is van hoger waterverbruik.

Artikel I, onderdeel AQ

De formulering van artikel 114 is in overeenstemming gebracht met de formulering van de artikelen 99 en 153.

Artikel I, onderdeel AR

De formulering van artikel 115 is in overeenstemming gebracht met de formulering van vergelijkbare artikelen 94 en 154.

Artikel I, onderdeel AS

De wijzigingen in artikel 118 zijn bedoeld ter verduidelijking en vereenvoudiging van de tekst.

Artikel I, onderdeel AT

Met invoeging van het nieuwe vierde lid van artikel 119 is een uitzondering gemaakt op de regel opgenomen in artikel 46a (nieuw). Op grond van artikel 46a moeten uitgaven betrekking hebben op activiteiten die zijn uitgevoerd in het jaar waar de steunaanvraag betrekking op heeft. Voor de investeringen bedoeld in artikel 119 (het huren van koelcellen bestemd voor korte bewaring, droogcellen, of machines als bedoeld in artikel 118) geldt dat facturen, afhankelijk van de ingangsdatum van het huurcontract, bijvoorbeeld betrekking kunnen hebben op de periode september tot maart. Het splitsen van deze uitgaven over verschillende uitvoeringsjaren levert een gekunstelde situatie op, waarmee in strijd wordt gehandeld moet de boekhoudkundige voorschriften. Om dit te voorkomen is in het vierde lid een uitzondering gecreëerd.

In het nieuwe vijfde lid is ter verduidelijking het woord ‘uiterlijk’ vervangen door het woord ‘jaarlijks’.

Artikel I, onderdeel AU

In artikel 120, eerste lid, onderdeel a, is een kennelijke verschrijving hersteld. Investeringen in gecombineerde systemen, waar een oogstmachine een onderdeel van uit kan maken, zijn op grond van dit artikel wel subsidiabel, afzonderlijke oogstmachines zijn echter niet subsidiabel. Dit wordt expliciet verduidelijkt met de wijziging van het vierde lid.

Artikel I, onderdeel AV

Artikel 122 is vervallen omdat in de glastuinbouw investeringen in de pre-oogstfase alleen subsidiabel zijn in combinatie met energiebesparing.

Artikel I, onderdeel AW

In artikel 123, eerste lid, vervalt onderdeel a. Alle in de opsomming van het eerste lid genoemde investeringen zijn vormen van interne transportsystemen die met de sorteerlijn zijn geïntegreerd. Onderdeel a was daarmee overbodig.

Met de wijziging in het eerste lid, onderdeel b (nieuw), is de tekst verduidelijkt. Met de wijziging in het eerste lid, onderdeel d (nieuw), is een onjuistheid hersteld die is opgetreden bij het overnemen van de regelgeving van het Productschap Tuinbouw. Bij oogstwagens is er sprake van een verschillende mate van integratie, te weten: niet, deels of volledig. Alleen een volledig geïntegreerde oogstwagen of het deel van de oogstwagen dat deels is geïntegreerd met een sorteerinstallatie of een verpakkingslijn is subsidiabel. Het niet-geïntegreerd deel van een oogstwagen valt onder de pre-oogstfase en is niet subsidiabel.

In het tweede lid is het begrip geïntegreerd verduidelijkt. In het derde lid is voorts een extra verduidelijking gemaakt op het eerste lid, onderdeel b. Buisrailwagens is een type oogstwagen, maar dan een oogstwagen die op een buisrail in de kas blijft voor het oogsten zonder integratie met en transport naar de sorteerinstallatie.

Artikel I, onderdeel AX

In artikel 125, tweede lid, is een onjuiste verwijzing aangepast.

Artikel I, onderdeel AY

Met de wijziging van artikel 128 is verduidelijkt dat uitgaven voor hardware ten behoeve van tracking en tracing alleen volledig subsidiabel zijn indien dit gebeurt in het kader van voedselveiligheid en de producentenorganisatie kan aantonen dat de hardware bestemd is voor de registratie van productherkomst, registratie van ziekten, plagen, middelen en meststoffen.

Indien de producentenorganisatie niet kan aantonen dat hardware uitsluitend bestemd is voor deze functionaliteiten zijn de uitgaven voor deze activiteit nog steeds subsidiabel, maar slechts voor 50%. Dit voorschrift was reeds opgenomen in de regelgeving van het Productschap Tuinbouw, maar is abusievelijk niet overgenomen. Met deze wijziging is deze omissie hersteld.

Artikel I, onderdeel AZ

Met de toevoeging van ‘tracking en tracingsystemen’ in artikel 129 is een fout bij het overnemen van de regelgeving van het Productschap Tuinbouw hersteld. Tevens is een kennelijke verschrijving hersteld.

Artikel I, onderdeel BA

Met de wijziging van artikel 130, derde lid, is beoogd te verduidelijken dat de registratie bedoeld in artikel 130, derde lid, plaats moet vinden per locatie, ook wanneer de bakken, kisten, containers en boxen niet op meerdere locaties zijn geplaatst.

Artikel I, onderdeel BB

De wijziging van artikel 131, eerste lid, dient ter verduidelijking van de tekst van het lid.

Artikel I, onderdeel BC

Met de toevoeging van een tweede lid aan artikel 138 is verduidelijkt dat alleen de kosten die gemaakt worden voor de ontwikkeling van de materialen subsidiabel zijn, de kosten voor de materialen zelf zijn niet subsidiabel.

Artikel I, onderdeel BD

In het eerste lid van artikel 140 is ‘externe diensten’ geschrapt, omdat in artikel 141 reeds geregeld is dat uitgaven van de producentenorganisatie voor gekwalificeerde externe diensten bestemd voor productcontroles en begeleiding en audits van kwaliteitscontrolesystemen subsidiabel zijn. Met de wijziging van het tweede lid is beoogd te verduidelijken dat kwaliteitscontrolesystemen ook de productcontrole omvatten.

Het tweede lid van artikel 140 is geschrapt omdat de omschrijving van de subsidiabele kosten reeds voldoende wordt geregeld in artikel 142, derde lid.

Artikel I, onderdeel BE

In overeenstemming met de wijziging in artikel 140 vervalt ook in artikel 142, vierde lid, de verwijzing naar artikel 140, tweede lid.

Artikel I, onderdeel BF

Met de wijziging in artikel 144 is beoogd de tekst te verduidelijken.

Artikel I, onderdeel BG

De artikelen 147 en 151 betroffen dezelfde activiteiten en zijn daarom met elkaar geïntegreerd, om deze reden zijn aan het tweede lid drie onderdelen toegevoegd die eerder in artikel 151 geregeld waren.

De wijziging in het zesde lid komt tegemoet aan het feit dat er in de sector meerdere gangbare pakketten zijn. In het zevende lid is het vereiste dat het residu monitoringsplan gecertificeerd moet zijn geschrapt, dit omdat er geen certificering voor deze plannen bestaat.

Aan artikel 147 is een nieuw achtste lid toegevoegd. Dit lid was eerder opgenomen in artikel 151, onderdeel b. Artikel 151 is echter, vanwege de overlap met artikel 147, komen te vervallen, de verplichting uit onderdeel b is echter gehandhaafd en opgenomen in artikel 147.

Artikel I, onderdeel BH

In artikel 149, eerste lid, is het vereiste dat de uitgaven gedurende het jaar 2014 betaald moeten zijn, geschrapt. Dit vereiste hing samen met de praktijk van het werken met voorschotnota’s en is inmiddels overbodig geworden.

Artikel I, onderdeel BI

De artikelen 147 en 151 betroffen dezelfde activiteiten en zijn daarom met elkaar geïntegreerd in artikel 147. Hierdoor is artikel 151 vervallen.

Artikel I, onderdeel BJ

Met de wijzigingen in artikel 153 is een omissie hersteld die is opgetreden bij het omzetten van de regelgeving van het Productschap Tuinbouw.

Artikel I, onderdeel BK

De formulering van artikel 154 is met deze wijziging op verschillende punten in overeenstemming gebracht met de vergelijkbare artikelen 94 en 115.

Artikel I, onderdeel BL

Met de wijzigingen in artikel 155 is beoogd de tekst van het artikel verder te verduidelijken.

Artikel I, onderdeel BM

Met invoeging van het nieuwe derde lid van artikel 156 is een uitzondering gemaakt op de regel opgenomen in artikel 46a. Op grond van artikel 46a moeten uitgaven betrekking hebben op activiteiten die zijn uitgevoerd in het jaar waar de steunaanvraag betrekking op heeft. Voor de investeringen bedoeld in artikel 156 (het huren van koelcellen, koelhuizen of machines als bedoeld in artikel 155) geldt dat facturen, afhankelijk van de ingangsdatum van het huurcontract, bijvoorbeeld betrekking kunnen hebben op de periode september tot maart. Dit heeft tot gevolg dat de factuur op grond van artikel 46a over twee uitvoeringsjaren verdeeld zou moeten worden en opgenomen zou moeten worden in twee verschillende steunaanvragen. Het splitsen van deze uitgaven over verschillende uitvoeringsjaren levert een gekunstelde situatie op, waarmee in strijd wordt gehandeld moet de boekhoudkundige voorschriften. Om dit te voorkomen is een uitzondering gecreëerd.

In het nieuwe vijfde lid en zesde lid is een aantal wijzigingen doorgevoerd ter verduidelijking van de tekst, is een kennelijke verschrijving hersteld en heeft een vernummering plaatsgevonden.

Artikel I, onderdeel BN

In artikel 157, eerste lid, onderdeel a, is een kennelijke verschrijving hersteld. Investeringen in gecombineerde systemen, waar een oogstmachine een onderdeel van uit kan maken, zijn op grond van dit artikel wel subsidiabel, afzonderlijke oogstmachines zijn echter niet subsidiabel. Dit is expliciet verduidelijkt met de wijziging van het vierde lid.

Artikel I, onderdeel BO

In artikel 159, eerste lid onderdeel a, is energie ingekocht op het net toegevoegd, omdat ook een besparing op energie (ook groene energie) ingekocht op het net milieuwinsten oplevert.

Artikel I, onderdeel BP

Met de wijziging in artikel 160, tweede lid, is verduidelijkt dat uitgaven voor de fundering van een warmte-krachtkoppeling installatie niet uitgesloten zijn. Dit omdat uitgaven voor een fundering een essentieel onderdeel zijn bij investeringen in warmte-krachtkoppeling installaties en gezien de aard van de installatie bijzondere eisen worden gesteld aan de fundering.

Artikel I, onderdeel BQ

In het eerste lid, dat overeenkomst met de oude tekst van artikel 161, is ter verduidelijking op het net ingekochte energie toegevoegd.

Als gevolg van de toevoeging van het tweede lid zijn de uitgaven van de producentenorganisatie voor investeringen voor aansluitingen van het teeltbedrijf op een geothermische bron voor 100% aangemerkt als subsidiabele kosten indien deze geothermische bron gelegen is op het erf of tot 500 meter vanaf de erfgrens. Indien de geothermische bron gelegen is op meer dan 500 meter vanaf de erfgrens zijn de kosten voor de aansluiting vanaf 500 meter vanaf de erfgrens slechts voor 50% subsidiabel. Dit in afwijking van artikel 34, eerste lid, van verordening 1308/2013, waarin wordt bepaald dat alle daadwerkelijk gedane uitgaven subsidiabele kosten vormen.

Dat kosten in aanmerking komen voor EU steun wil overigens niet zeggen dat voor deze kosten 100% steun van de Europese Unie kan worden ontvangen. In artikel 34, eerste lid, van verordening 1308/2013wordt immers eveneens bepaald dat:

  • de financiële steun van de Europese Unie gelijk is aan het bedrag aan het bedrag van de in artikel 32, lid 1, onder a, van verordening 1308/2013, bedoelde financiële bijdragen die daadwerkelijk betaald zijn, en

  • beperkt is tot 50% van de daadwerkelijk gedane uitgaven.

Artikel I, onderdeel BR

In artikel 162 zijn twee wijzigingen aangebracht. Ten aanzien van de uitzondering voor glastuinbouwbedrijven is verduidelijkt dat het gaat om uitgaven ten behoeve van glastuinbouwbedrijven. Daarnaast is ter verduidelijking op het net ingekochte energie toegevoegd, omdat ook een besparing op energie (ook groene energie) ingekocht op het net milieuwinsten oplevert.

Artikel I, onderdeel BS

In het eerste lid van artikel 163 wordt ter verduidelijking steeds op het net ingekochte energie toegevoegd, omdat ook een besparing op energie (ook groene energie) ingekocht op het net milieuwinsten oplevert.

Artikel I, onderdeel BT

Met de wijziging van artikel 164 is beoogd te verduidelijken dat alleen uitgaven ten behoeve van waterzuivering die leiden tot een emissiereductie van minder dan 25% subsidiabel zijn in het kader van deze maatregel. Indien met deze activiteit een emissiereductie van meer dan 25% wordt bereikt, is deze activiteit subsidiabel onder afdeling 7 (milieuacties, artikel 252).

Met de toevoeging van de nieuwe leden 2 en 3 wordt de verantwoordingssystematiek van dit artikel in overeenstemming gebracht met die van artikel 252.

Artikel I, onderdeel BU

Omdat het niet mogelijk is om bij het indienen van het operationele programma inzage te geven in de daadwerkelijk betaalde prijzen voor zaad of plantgoed vervalt onderdeel c in het eerste lid van artikel 166. In plaats daarvan is in het nieuwe vijfde lid een verplichting opgenomen om jaarlijks bij indiening van de steunaanvraag een overzicht van de daadwerkelijk voor licenties van zaad en plantgoed betaalde prijzen te overleggen.

Artikel I, onderdeel BV

Met de wijziging van artikel 167 worden een aantal kennelijke verschrijvingen gecorrigeerd.

Artikel I, onderdeel BW

In het eerste lid van artikel 168 is ter verduidelijking een verwijzing naar artikel 167, eerste lid, ingevoegd. Na het eerste lid is een nieuw tweede lid ingevoegd waarin de verplichtingen die gelden op grond van artikel 48, tweede lid, 50, derde lid, 51, zesde lid, en 89 nader zijn geconcretiseerd voor de activiteit warehouse management. Dit in verband met de complexiteit van de activiteit.

Artikel I, onderdeel BX

Artikel 169 is geschrapt omdat deze voorwaarde reeds is opgenomen in artikel 167, achtste lid.

Artikel I, onderdeel BY

In bijlage IX van verordening 543/2011 wordt in plaats van over ‘reclame’ gesproken over ‘marketing en promotie’. Met de wijziging in artikel 170 is de formulering van dit artikel in overeenstemming gebracht met de formulering van bijlage IX van verordening 543/2011, dit om te voorkomen dat in de uitvoeringsregeling afwijkende terminologie wordt gehanteerd ten opzichte van verordening 543/2011.

Artikel I, onderdeel BZ

Artikel 171 vervalt omdat de uitgaven die dit artikel subsidiabel stelde reeds subsidiabel zijn op grond van artikel 170, 172 en 173.

Artikel I, onderdeel CA

Met de vervanging van ‘promotie’ door ‘reclame’ in het eerste lid is de formulering van artikel 173 in overeenstemming gebracht met de formulering van punt 15 in bijlage IX van verordening 543/2011. De toevoeging steekkaarten en wikkel is verplaats van het eerste lid, aanhef, naar het eerste lid, onderdeel c, omdat dit beter past in de systematiek van het artikel. In onderdeel b vervalt het eerste subonderdeel. Dit omdat het voorschrift overbodig is. Het aantonen van gemaakte kosten wordt reeds op grond van artikel 69 van verordening 543/2011 verplicht gesteld. In onderdeel b is in het nieuwe subonderdeel 1° ‘supermarkt’ vervangen door producentenorganisatie, hiermee wordt een kennelijke onjuistheid hersteld.

Artikel I, onderdeel CB

Met de vervanging van ‘promotie’ door ‘reclame’ is de formulering van artikel 173, eerste lid, en 175 in overeenstemming gebracht met de formulering van punt 15 in bijlage IX van verordening 543/2011, dit om te voorkomen dat in de uitvoeringsregeling afwijkende terminologie is gehanteerd ten opzichte van verordening 543/2011.

Artikel I, onderdeel CC

Met de vervanging van ‘promotionele activiteiten’ door ‘reclame activiteiten is de formulering van artikel 177 in overeenstemming gebracht met de formulering van bijlage IX van verordening 543/2011.’

Artikel I, onderdeel CD

Met de vervanging van ‘promotie-uitingen’ door ‘reclame activiteiten is de formulering van artikel 178 in overeenstemming gebracht met de formulering van bijlage IX van verordening 543/2011, dit om te voorkomen dat in de uitvoeringsregeling afwijkende terminologie wordt gehanteerd ten opzichte van verordening 543/2011.

Artikel I, onderdeel CE

Met de vervanging van ‘promotie’ door ‘reclame is de formulering van artikel 180, tweede lid, in overeenstemming gebracht met de formulering van bijlage IX van verordening 543/2011, dit om te voorkomen dat in de uitvoeringsregeling afwijkende terminologie wordt gehanteerd ten opzichte van verordening 543/2011.

Artikel I, onderdeel CF

Met de wijziging van artikel 181 is de tekst van het artikel verduidelijkt.

Artikel I, onderdeel CG

In het eerste en derde lid van artikel 186 zijn enkele verduidelijkingen doorgevoerd. In het derde lid is tevens een onjuistheid hersteld door ‘medewerkers van leden’ te schrappen.

Ter verduidelijking van wat er ten minste verwacht wordt van een onderzoeksverslag is een nieuw zesde lid opgenomen waarin wordt aangegeven wat er minimaal moet worden opgenomen in het onderzoeksverslag.

Artikel I, onderdeel CH

Met de wijziging in artikel 192, tweede lid, is een onjuistheid hersteld die abusievelijk is ontstaan bij het omzetten van de regelgeving van het Productschap Tuinbouw.

Artikel I, onderdelen CI en CJ

Met de wijziging van artikel 193, tweede lid, en 197, onderdeel d, zijn kennelijke verschrijvingen hersteld.

Artikel I, onderdeel CK

Met de wijziging in artikel 198, eerste lid, is beoogd de tekst van het lid te verduidelijken.

Artikel I, onderdeel CL

Met de wijziging in artikel 202, eerste lid, is een onjuistheid hersteld die abusievelijk is ontstaan bij het omzetten van de regelgeving van het Productschap Tuinbouw.

Artikel I, onderdeel CM

Met de wijziging van artikel 205, derde lid, is een kennelijke verschrijving hersteld.

Artikel I, onderdeel CN

Met de wijziging in artikel 206, tweede lid, onderdeel c, is beoogd de tekst van het lid te verduidelijken.

Artikel I, onderdeel CO

Met de wijziging van artikel 207, onderdeel a, is beoogd de tekst te verduidelijken. In onderdeel e, onder 3°, vervalt het gewas omdat specificatie per gewas niet noodzakelijk is. Met de toevoeging van het nieuwe onderdeel f is een onjuistheid hersteld die abusievelijk is ontstaan bij het omzetten van de regelgeving van het Productschap Tuinbouw.

De formulering van onderdeel g is ten behoeve van verduidelijking vereenvoudigd.

Artikel I, onderdelen CP en CQ

Met de wijzigingen in artikel 208, aanhef, en 209, aanhef, is beoogd de tekst van de artikelen te verduidelijken.

Artikel I, onderdeel CR

Met de wijziging in het eerste lid van artikel 211 is beoogd de tekst te verduidelijking. Het nieuw toegevoegde tweede lid dient, analoog aan artikel 213, tweede lid, ter verduidelijking van de informatie die door de producentenorganisatie bij de indiening van de steunaanvraag moet worden verstrekt.

Artikel I, onderdeel CS, CT, CU en CV

Met de wijzigingen in artikel 212, de aanhef van het eerste lid van artikel 213, de aanhef van artikel 214 en artikel 219, onderdeel c, is beoogd de tekst te verduidelijken.

Artikel I, onderdeel CW

Met de wijzigingen in artikel 222 is een onjuistheid gecorrigeerd.

Artikel I, onderdeel CX

Artikel 228, vierde lid, maakt duidelijk voor welke gewassen in het jaar 2015 crisisacties mogelijk zijn op grond van dit artikel en welke niet.

Artikel I, onderdeel CY

Met de wijziging in artikel 230a is beoogd te voorkomen dat er handelsstromen van interventieproduct ontstaan.

Artikel I, onderdeel CZ

Met de wijziging in artikel 230b, vijfde lid, en de toevoeging van het nieuwe zesde lid is beoogd de controle op de naleving van de kwaliteitseisen te faciliteren.

Artikel I, onderdeel DA

Omdat jonge aanplant van appel- en perenbomen, dat wil zeggen aanplant jonger dan 2 jaar, voor een te geringe productie zorgt, worden uitgaven voor het groen oogsten en niet oogsten voor dergelijke planten uitgesloten van financiering. In artikel 230g, derde lid, wordt de datum waarna de aanplant van appelbomen en perenbomen niet langer als subsidiabel wordt aangemerkt, aangepast van ‘1 oktober 2012’ naar ‘1 oktober 2013’. Hiermee geldt voor nieuwe uitgaven wederom een termijn van twee jaar alvorens aangeplante appel- en perenbomen subsidiabel zijn.

Artikel I, onderdeel DB

Ingevolge de wijziging van artikel 231, tweede lid, komen uitgaven voor uren van medewerkers van leden voor het bijwonen van bijeenkomsten niet langer in aanmerking voor steun.

Artikel I, onderdeel DC

In artikel 239, eerste lid, wordt het voorkomen van het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen toegevoegd. Als gevolg van deze aanpassing kan ook voor biologische teelt gebruik worden gemaakt van deze investeringen om ziektes en plagen te voorkomen. Deze wijziging betreft het herstellen van een omissie bij het overnemen van de regelgeving van het Productschap Tuinbouw. In het tweede lid vervalt onderdeel c omdat thermische apparatuur vanwege het hoge energieverbruik nadelig is voor het milieu. In het vijfde lid is een kennelijke verschrijving hersteld.

Artikel I, onderdeel DD

Met de wijziging van artikel 240, tweede lid, is verduidelijkt wat er van een producentenorganisatie verwacht wordt bij het bijhouden van een spuitregistratie. Door de spuitregistraties van meerdere jaren met elkaar te vergelijken kan worden aangetoond en onderbouwd dat een investering in emissiebeperkende gewasbeschermingsapparatuur effectief is geweest.

Artikel I, onderdeel DE

Aan artikel 243, 244, 245, 248 en 249 is naast energieverbruik uit fossiele brandstoffen oog energieverbruik uit energie ingekocht op het net ingevoegd. Dit omdat het doel van de maatregel een energiebesparing is. Ook een besparing op ingekochte energie brengt een energiebesparing met zich.

Artikel I, onderdeel DF

Met de wijziging in artikel 251, eerste lid, onderdeel c, onder 2°, is een onjuistheid hersteld. Het begrip installatie was niet juist overgenomen uit de regelgeving van het Productschap Tuinbouw. Met de toevoeging van het derde lid wordt verduidelijkt op welke wijze waterbesparing inzichtelijk moet worden gemaakt.

Artikel I, onderdeel DG

In artikel 252, tweede lid, werd abusievelijk waterverbruik genoemd in plaats van emissie van afvalstoffen. Deze onjuistheid is met deze wijziging aangepast.

Artikel I, onderdeel DH

In artikel 255 is ter verduidelijking een derde lid toegevoegd waarin bepaald wordt dat voor compost alleen de meerkosten subsidiabel zijn en op welke wijze deze onderbouwd moeten worden.

Artikel I, onderdelen DI, DJ en DK

In artikel 256, eerste lid, 257, tweede lid, en 258, tweede lid zijn een aantal kennelijke verschrijvingen gecorrigeerd. Aan artikel 258 is bovendien een nieuw lid toegevoegd, waarin wordt verduidelijkt op welke wijze de vergelijking bedoeld in artikel 258, tweede lid, gemaakt moet worden.

Artikel I, onderdeel DL

De verplichting die is opgenomen in artikel 254 voor afdeling 7, paragraaf 3, is tevens van toepassing op paragraaf 4. Om deze reden is artikel 259a ingevoegd.

Artikel I, onderdeel DM

In artikel 260, eerste lid, is ter verduidelijking de formulering van de tekst aangepast. Het tweede lid is vervallen omdat de inhoud van dit lid is opgenomen in artikel 75a, eerste lid (voor meerjarig gewassen), en artikel 92a, eerste lid (voor eenjarige gewassen). Ook het vierde lid is om deze reden vervallen. In het nieuwe derde lid is de verplichting uit het vervallen artikel 262, tweede lid opgenomen.

Artikel I, onderdeel DN

Artikel 261 is op een aantal punten aangepast. Het forfaitaire tarief van het tweede lid is vervallen. Als gevolg hiervan is het slechts nog mogelijk om de uitgaven voor de rassen bedoeld in artikel 260, eerste lid, op basis van daadwerkelijk gemaakte kosten ten laste van het actiefonds te brengen. Hiertoe is het tweede lid aangepast. Het derde lid is aangepast om te verduidelijken op welke wijze de vergelijking ten behoeve van de onderbouwing van de daadwerkelijk gemaakte meerkosten te verduidelijken. In het vijfde lid is de verplichting om een plantenpaspoort te overleggen geschrapt. Deze verplichting verdwijnt niet, maar is thans opgenomen in de artikelen 75a, tweede lid, en 92a, tweede lid.

Artikel I, onderdeel DO

Artikel 262 vervalt omdat de bepaling uit het eerste lid van artikel 262 thans opgenomen is in het artikel 261, tweede lid, en de bepaling uit het derde lid deels (afleverbonnen) reeds opgenomen is in artikel 260, vijfde lid, en deels (plantenpaspoort) in artikelen 75a, tweede lid, en 92a, tweede lid.

Artikel I, onderdeel DP

Het tweede lid van artikel 263 vervalt omdat de inhoud van deze bepaling is opgenomen in artikel 75a, eerste lid (voor meerjarig gewassen), en artikel 92a, eerste lid (voor eenjarige gewassen).

Artikel I, onderdeel DQ

Met de wijziging van artikel 264, tweede lid, is de verwijzing naar tabel IV vervangen door een verwijzing naar het rassenregister van de Raad voor de Plantenrassen. Dit omdat de toelating van rassen en raseigenschappen voortdurend aan wijziging onderhevig zijn. Het is niet mogelijk om tabel IV daar doorlopend op aan te passen. Bovendien is dit overbodig omdat toelating van rassen en raseigenschappen altijd via het rassenregister van de Raad voor de Plantenrassen te raadplegen zijn. Teneinde onduidelijkheid over onderverdeling van rassen weg te nemen vervalt tabel IV en de verwijzing naar deze tabel in artikel 264 en is deze vervangen door een verwijzing naar het rassenregister van de Raad voor de Plantenrassen.

Artikel I, onderdeel DR

De uitgaven voor middelen voor biologische of geïntegreerde gewasbescherming en het voorkomen van ziekten en plagen bedoeld in artikel 166, eerste lid, onderdelen b, c en d zijn subsidiabel indien deze middelen zijn toegelaten op grond van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden. De middelen die zijn toegelaten op grond van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden kunnen wijzigen, om deze reden is de lijst die is opgenomen in bijlage V mogelijk niet uitputtend of bevat middelen die inmiddels niet meer zijn toegelaten. Teneinde onduidelijkheid over de subsidiabiliteit van uitgaven voor gewasbeschermingsmiddelen weg te nemen is tabel V en de verwijzing naar deze tabel in artikel 266 vervallen.

Artikel I, onderdeel DS

In artikel 265 vervalt het derde lid. De inhoud van deze bepaling is opgenomen inde nieuwe artikelen 75a, tweede lid, en 92a, tweede lid.

Artikel I, onderdeel DT

In artikel 267, tweede lid, zijn twee kennelijke verschrijvingen gecorrigeerd.

Artikel I, onderdeel DU

De verplichting, opgenomen in artikel 269, eerste lid, vervalt omdat deze verplichting in de praktijk niet goed uitvoerbaar blijkt. Dit omdat de inzet van middelen afhankelijk is van ziekte- en plagendruk en deze vooraf niet bekend is.

Artikel I, onderdeel DV

De verplichting die is opgenomen in artikel 254 voor afdeling 7, paragraaf 3, is tevens van toepassing op paragraaf 5. Om deze reden wordt artikel 271a ingevoegd.

Artikel I, onderdeel DW

In artikel 272 is verduidelijkt dat slechts de meerkosten van biologisch afbreekbaar folie ten opzichte van kunststoffolie subsidiabel zijn. Tevens wordt een tweede lid toegevoegd waarin wordt aangegeven op welke wijze deze meerkosten door de producentenorganisatie moeten worden aangetoond.

Artikel I, onderdeel DX

In artikel 275, tweede lid, onderdeel d, is een kennelijke verschrijving gecorrigeerd. Aan het derde lid is een onderdeel toegevoegd. Met de toevoeging van Milieukeur is de opsomming in overeenstemming gebracht met artikel 134, tweede lid 2, onderdeel m, en artikel 275, tweede lid, onderdeel c.

Artikel I, onderdeel DY

De verplichting voor producentenorganisaties, om bij indiening van het operationeel programma aan te tonen dat de producentenorganisatie noch haar aangesloten leden subsidie op grond van de Regeling subsidie voedselkwaliteit-biologische landbouw hebben ontvangen, komt te vervallen. Dit omdat op dit punt door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland aan de hand van de eigen gegevens kan worden gecontroleerd. Dit laat onverlet dat cumulatie van steun in het kader van deze regeling en subsidie op grond van de Regeling subsidie voedselkwaliteit-biologische landbouw voor dezelfde uitgaven op grond van artikel 305 niet is toegestaan.

Artikel I, onderdeel DZ

Bij de omzetting van de regelgeving van het Productschap Tuinbouw naar deze regeling is abusievelijk nagelaten de juridische kosten en administratiekosten in verband met fusies of overnames van producentenorganisaties en de juridische kosten en administratiekosten in verband met de oprichting van transnationale producentenorganisaties of transnationale unies van producentenorganisaties op te nemen als subsidiabele uitgaven. Deze omissie is met deze wijziging hersteld.

Artikel I, onderdeel EA

In artikel 282, tweede lid, is een kennelijke verschrijving gecorrigeerd.

Artikel I, onderdeel EB

Op grond van artikel 63, eerste lid, van verordening 543/2011 dient een producentenorganisatie een operationeel programma uiterlijk op 15 september in, maar is het de lidstaat toegestaan deze termijn te verlengen. Daarbij geldt als randvoorwaarde dat de lidstaat, op grond van artikel 64, tweede lid van verordening 543/2011, uiterlijk op 15 december een besluit ten aanzien van het ingediende verzoek tot goedkeuring meldt aan de betrokken producentenorganisaties. Om naar behoren gemotiveerde redenen kan de bevoegde autoriteit van de lidstaat haar besluit over de operationele programma’s en actiefondsen evenwel nemen uiterlijk op 20 januari na de datum waarop deze zijn ingediend.

De termijn voor het indienen van een operationeel programma is met de wijziging van artikel 285a voor het jaar 2015 op 16 oktober gesteld.

Artikel I, onderdeel EC

Op grond van artikel 65, eerste lid, van verordening 543/2011 dient een producentenorganisatie een verzoek tot wijziging van een operationeel programma uiterlijk op 15 september in, maar is het de lidstaat toegestaan deze termijn te verlengen. Daarbij geldt als randvoorwaarde dat de lidstaat, op grond van artikel 65, tweede lid van verordening 543/2011, uiterlijk op 15 december een besluit ten aanzien van het ingediende verzoek tot wijziging meldt aan de betrokken producentenorganisaties. Om naar behoren gemotiveerde redenen kan de bevoegde autoriteit van de lidstaat haar besluit over de operationele programma’s en actiefondsen evenwel nemen uiterlijk op 20 januari na de datum waarop deze zijn ingediend.

De termijn voor het indienen van een verzoek tot wijziging van een operationeel programma is met deze wijziging van artikel 286 voor het jaar 2015 op 16 oktober gesteld.

Artikel I, onderdeel ED

In artikel 287 zijn twee kennelijke verschrijvingen gecorrigeerd.

Artikel I, onderdeel EE

Met de wijziging in artikel 288 is beoogd de tekst te verduidelijken. Het doel van dit artikel is om, overeenkomstig artikel 66, vierde lid, van verordening 543/2011, over- of onderschrijdingen ten aanzien van subactiviteiten die reeds zijn opgenomen in een goedgekeurd operationeel programma niet aan te merken wijzigingen van operationele programma’s waarvoor voorafgaande goedkeuring vereist is door de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat.

Artikel I, onderdeel EF

Met de wijziging van artikel 292 is beoogd een meer nauwkeurig beeld te krijgen van de leden die een producentenorganisatie had in het jaar waarvoor de steunaanvraag wordt ingediend en de wijziging die in dat jaar in het ledenbestand hebben plaatsgevonden.

Artikel I, onderdeel EG

Met de toevoeging van artikel 295a wordt, overeenkomstig de praktijk bij verschillende producentenorganisaties, mogelijk gemaakt dat met dertien boekhoudkundige perioden gewerkt wordt.

Artikel I, onderdeel EH

In artikel 297 wordt een kennelijke verschrijving gecorrigeerd.

Artikel I, onderdeel EI

Met de wijziging in bijlage II is beoogd dat er machinekamers of CV-ruimtes gesubsidieerd worden die slechts gebruikt worden voor opslag van niet subsidiabele machines.

Artikel I, onderdeel EJ

Bijlage IV vervalt omdat de toelating van rassen en raseigenschappen voortdurend aan wijziging onderhevig zijn. Het is niet mogelijk om tabel IV daar doorlopend op aan te passen. Bovendien is dit overbodig omdat toelating van rassen en raseigenschappen altijd via het rassenregister van de Raad voor de Plantenrassen te raadplegen zijn. Teneinde onduidelijkheid over onderverdeling van rassen weg te nemen vervalt tabel IV en de verwijzing naar deze tabel in artikel 264 en is vervangen door een verwijzing in artikel 264, tweede lid, naar het rassenregister van de Raad voor de Plantenrassen.

De uitgaven voor middelen voor biologische of geïntegreerde gewasbescherming en het voorkomen van ziekten en plagen bedoeld in artikel 166, eerste lid, onderdelen b, c en d zijn subsidiabel indien deze middelen zijn toegelaten op grond van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden. De middelen die zijn toegelaten op grond van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden kunnen wijzigen, om deze reden is de lijst die was opgenomen in bijlage V mogelijk niet uitputtend of bevat deze middelen die inmiddels niet meer zijn toegelaten. Teneinde onduidelijkheid over de subsidiabiliteit van uitgaven voor gewasbeschermingsmiddelen weg te nemen vervalt tabel V en de verwijzing naar deze tabel in artikel 266.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma

Naar boven