Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en wetenschap van 2 september 2015, kenmerk 758818, tot wijziging van een aantal regelingen in verband met de overgang van taken van de kenniscentra beroepsonderwijs bedrijfsleven naar de Samenwerkingsorganisatie beroepsonderwijs bedrijfsleven

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, handelend in overeenstemming met de Staatssecretaris van Economische Zaken en de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op de artikelen 2.5.3, tweede lid, 2.5.4, tweede lid, 2.5.5a, derde lid, 7.2.3, tweede lid, 7.2.4, tweede en zesde lid, 7.4.6, tweede lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs en de artikelen 2.3, eerste en derde lid, van het Besluit Wfsv;

Besluit:

ARTIKEL I

De bijlage bij de Regeling gegevensverstrekking persoonsgebonden nummer BVE 2009 wordt als volgt gewijzigd:

A

In tabel C komt de definitie van het gegeven bij leerbedrijf als volgt te luiden: De code van het leerbedrijf, waar de deelnemer de beroepspraktijkvorming zal volgen, volgt of heeft gevolgd.

B

In de toelichting op tabel C komt de omschrijving van leerbedrijf als volgt te luiden:

Leerbedrijf

De code van het leerbedrijf is aangegeven in het register code leerbedrijven mbo dat is te raadplegen op de site www.stagemarkt.nl.

Uitsluitend leerbedrijven met een gunstige beoordeling van de Samenwerkingsorganisatie beroepsonderwijs bedrijfsleven zijn bevoegd tot het verzorgen van de beroepspraktijkvorming. Op het moment dat een leerbedrijf wordt erkend als leerbedrijf in de zin van de Wet educatie beroepsonderwijs, wordt eenmalig de zogenoemde code leerbedrijf toegekend aan het leerbedrijf. Vervolgens verandert deze code niet, dus ook niet bij verhuizing.

ARTIKEL II

De Regeling jaarverslaggeving onderwijs wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, onderdeel a, wordt de zinsnede ‘, een bekostigd kenniscentrum als bedoeld in artikel 1.1.1, onder b1 van de Wet educatie en beroepsonderwijs’ geschrapt.

B

In artikel 3, onderdeel j, wordt de zinsnede ‘, een kenniscentrum als bedoeld in artikel 1.1.1, onder b1 van de Wet educatie en beroepsonderwijs’ geschrapt.

ARTIKEL III

In bijlage 4 bij de Regeling modeldiploma mbo komt de paragraaf ‘Extra informatie’ als volgt te luiden:

Extra Informatie

Instellingen hebben de mogelijkheid om extra informatie op het diploma te plaatsen. Hierbij kan worden gedacht aan de vermelding van bijvoorbeeld de leerweg en de naam van het leerbedrijf. Omwille van de herkenbaarheid van diploma’s is het van belang terughoudend te zijn bij het opnemen van extra informatie. Extra informatie kan ook altijd in een bijlage worden opgenomen.

ARTIKEL IV

De Regeling vaststelling kwalificatiedossiers 2015 wordt als volgt gewijzigd:

Na artikel 5 wordt een nieuw artikel 5a ingevoegd, luidende:

Artikel 5a

  • 1. Onverminderd het bepaalde in artikel 6.1.3, tweede lid, van de wet mag een instelling als bedoeld in artikel 1.3.2a of artikel 1.3.3 van de wet, de beroepsopleidingen verzorgen die zijn gericht op de kwalificaties die op 31 juli 2015 behoorden tot het werkgebied van het kenniscentrum beroepsonderwijs bedrijfsleven dat op die datum werkzaam was voor de specifieke bedrijfstak of groep van bedrijfstakken waarvoor de instelling opleidingen verzorgt en waarvoor door dat kenniscentrum al dan niet gezamenlijk met een ander kenniscentrum, kwalificatiedossiers zijn ingediend.

ARTIKEL V

De Regeling vaststelling model en toetsingskader kwalificatiedossiers 2015-2016 wordt als volgt gewijzigd:

A

In bijlage 1 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

waar in de bijlage een of meer kenniscentra genoemd worden als organisatie die kwalificatiedossiers en keuzedelen ontwikkelt of legitimeert, wordt die benaming steeds vervangen door: Samenwerkingsorganisatie beroepsonderwijs bedrijfsleven;

B

In bijlage 2 komt paragraaf 3 als volgt te luiden:

3. Onafhankelijke toetsing

De Samenwerkingsorganisatie beroepsonderwijs bedrijfsleven draagt zorg voor de onafhankelijke toetsing van de kwaliteit van de kwalificatiedossiers, de keuzedelen en de kwalificatiestructuur als geheel aan de hand van de toetsingscriteria uit het Toetsingskader. Het resultaat van deze onafhankelijke toetsing wordt toegevoegd aan de ter vaststelling aan de Minister aangeboden kwalificatiedossiers.

ARTIKEL VI

In bijlage 1 bij de Regeling certificaten groen beroepsonderwijs komt de paragraaf ‘Extra informatie’ als volgt te luiden:

Extra informatie

Instellingen hebben de mogelijkheid om extra informatie op het certificaat te plaatsen. Hierbij kan worden gedacht aan de vermelding van bijvoorbeeld de leerweg en de naam van het leerbedrijf. Omwille van de herkenbaarheid van certificaten is het van belang terughoudend te zijn bij het opnemen van extra informatie.

ARTIKEL VII

De Regeling Wfsv wordt als volgt gewijzigd:

In artikel 3.13, eerste lid, onderdeel b, vervalt ‘en mede ondertekend door het bestuur van het desbetreffende kenniscentrum beroepsonderwijs bedrijfsleven’.

ARTIKEL VIII

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 augustus 2015.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker

TOELICHTING

Op 1 augustus 2015 gaan de wettelijke taken van de kenniscentra beroepsonderwijs bedrijfsleven over naar de Samenwerkingsorganisatie beroepsonderwijs bedrijfsleven (SBB). De Wet educatie en beroepsonderwijs is daartoe gewijzigd (Stb. 2015, 170). Een aantal ministeriële regelingen moet daarom worden aangepast. Het kan daarbij gaan om het vervangen van ‘kenniscentra’ door SBB maar ook om het geheel schrappen van de verwijzing naar kenniscentra.

Deze regeling wijzigt een aantal regelingen op het terrein van OCW, EZ en SZW. Regelingen waarin de kenniscentra wel worden genoemd, maar waarvan de looptijd is verstreken of waaraan per 1 augustus 2015 geen nieuwe aanspraken meer kunnen worden ontleend, worden niet aangepast. Eventuele nog lopende aanspraken van of vorderingen op kenniscentra worden door de kenniscentra betrokken in de overdrachtsovereenkomsten die zij op grond van artikel V van genoemde wet sluiten met SBB. De Regeling aanwijzing adviserende organisatie kwalificatiestructuur en kwalificatiedossiers beroepsonderwijs is van rechtswege is vervallen omdat de wettelijke basis per 1 augustus 2015 is geschrapt.

Deze regeling leidt niet tot nieuwe administratieve lasten voor burgers, bedrijven en instellingen.

Artikel I

In tabel C van de bijlage bij de Regeling gegevensverstrekking persoonsgebonden nummer BVE 2009 wordt de omschrijving van ‘leerbedrijf’ aangepast. Instellingen kunnen de code leerbedrijven die gebruikt wordt bij de gegevensverstrekking ophalen in het register code leerbedrijven mbo, dat is te raadplegen op de site www.stagemarkt.nl. In de toelichting op tabel C van de bijlage bij de Regeling gegevensverstrekking persoonsgebonden nummer BVE 2009 wordt de verwijzing naar de kenniscentra vervangen door een verwijzing naar SBB.

Artikel II

In de Regeling jaarverslaggeving onderwijs worden de kenniscentra geschrapt. Voor SBB geldt dat de verslagverplichtingen worden opgenomen in de Regeling OCW-subsidies.

Artikel III

Deze wijziging van de Regeling modeldiploma mbo houdt in, dat op diploma’s niet meer de naam van een kenniscentrum als extra informatie kan worden vermeld.

Artikel IV

Als gevolg van de bovengenoemde wetswijziging moet voortaan bij regeling worden bepaald welke kwalificaties verzorgd mogen worden door vakinstellingen cq aoc’s. In de onderhavige wijziging van de Regeling vaststelling kwalificatiedossiers 2015 is dat als volgt uitgewerkt: vakinstellingen mogen vanaf 1 augustus 2015 die beroepsopleidingen verzorgen die gericht zijn op de kwalificaties die op 31 juli 2015 behoorden tot het werkgebied van het verwante kenniscentrum en waarvoor dat kenniscentrum kwalificatiedossiers had ingediend (alleen of gezamenlijk met een of meer andere kenniscentra). Aoc’s mogen beroepsopleidingen aanbieden gericht op kwalificaties waarvoor het kenniscentrum Aequor alleen of gezamenlijk met een ander kenniscentrum kwalificatiedossiers had ingediend. Dit wijkt niet af van de huidige situatie; ook de mogelijkheden die artikel 6.1.3, tweede lid, van de WEB biedt tot het verzorgen van aanpalende opleidingen veranderen niet.

Het is de bedoeling om bij de wijziging van genoemde regeling in verband met de herziening van de kwalificatiedossiers (voorjaar 2016) ook de bijlage 1 van die regeling aan te passen.

Artikel V

De Regeling vaststelling model en toetsingskader kwalificatiedossiers 2015-2016 ging nog uit van de ontwikkeling van kwalificatiedossiers en keuzedelen door de kenniscentra; die rol verdwijnt per 1 augustus 2015 en wordt overgenomen door SBB. In de regeling wordt waar van toepassing de zinsnede ‘kenniscentra’ vervangen door SBB.

Ook het toetsingsproces verandert. SBB ontwikkelt de kwalificatiedossiers maar moet zelf zorgdragen dat deze voldoen aan de eisen van het toetsingskader. SBB richt daarvoor binnen de organisatie een onafhankelijke toetsfunctie in. De beschrijving van het toetsproces (paragraaf 3 van bijlage 2) wordt daarom vervangen door een paragraaf waarin de zorgplicht van SBB wordt beschreven.

Artikel VI

Op certificaten groen beroepsonderwijs kan niet meer de naam van een kenniscentrum als extra informatie worden vermeld.

Artikel VII

In artikel 3.13, eerste lid onderdeel b, van de Regeling Wfsv wordt voor de vaststelling van het sectorpremiepercentage met de werknemer gelijkgesteld: de werknemer die beroepspraktijkvorming (bpv) volgt op de grondslag van een bpv-overeenkomst, mede ondertekend door het bestuur van het desbetreffende kenniscentrum beroepsonderwijs bedrijfsleven. De eis van mede ondertekening (de zogenaamde vierde handtekening) komt te vervallen nu die eis ook in de WEB niet meer gesteld wordt. Dit omdat ook artikel I, onderdeel NN, van de Wet van 27 juni 2008 inzake deregulering en administratieve lastenverlichting (DAL, Stb. 2008, 267) in werking treedt met ingang van 1 augustus 2015.

Artikel VIII

De regeling werkt terug tot en met 1 augustus 2015 (de datum waarop de in de eerste alinea van deze toelichting genoemde wet in werking is getreden).

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker

Naar boven