Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 2 september 2015, kenmerk 784038-138239-MEVA, houdende wijziging van de Subsidieregeling stageplaatsen zorg II in verband met een aanpassing van de definitie van stageplaats

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op de artikelen 3 en 5 van de Kaderwet VWS-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Subsidieregeling stageplaatsen zorg II wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 1, onderdeel d, onder 1°, komt te luiden:

  • 1°. de praktijkuren van de deelnemer in het kader van de beroepspraktijkvorming, bedoeld in artikel 7.2.8 van de Wet Educatie en beroepsonderwijs, voor een zorgopleiding als bedoeld in onderdeel c, onder 1° en 2°, bij een voor de opleiding van de deelnemer bevoegd leerbedrijf, als bedoeld in artikel 4.1.2, onderdeel b, van het Uitvoeringsbesluit WEB;

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 augustus 2015.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers

TOELICHTING

De Subsidieregeling stageplaatsen zorg II (hierna: Subsidieregeling) voorziet in de verstrekking van subsidies aan zorgaanbieders voor het realiseren van stageplaatsen voor bepaalde opleidingen.

Met de onderhavige wijzigingsregeling is de definitie van stageplaats aangepast. Deze kleine aanpassing beoogt duidelijkheidshalve te expliciteren dat een stageaanbieder – om voor subsidie voor zijn stageplaatsen in aanmerking te komen – als leerbedrijf erkend moet zijn voor zorgopleidingen waar zijn gerealiseerde stageplaatsen betrekking op hebben.

Het begrip ‘stageplaats’ is gedefinieerd in artikel 1, onderdeel d, onder 1° en 2°, van de Subsidieregeling. De aanpassing van de definitie ziet op het deel onder 1°, dat bestaat uit een drietal elementen. De definitie is geherformuleerd door de volgorde van de elementen te veranderen en de woordgroep ‘bij een voor de opleiding van de deelnemer bevoegd’ in te voegen.

Op basis van de Subsidieregeling wordt subsidie verstrekt voor stageplaatsen in het kader van beroepspraktijkvorming, voor de in de Subsidieregeling genoemde zorgopleidingen, bij bevoegde en dus erkende leerbedrijven. Met de toevoeging ‘bij een voor de opleiding van de deelnemer bevoegd’ wordt benadrukt dat een stageaanbieder, om voor een gerealiseerde stageplaats in aanmerking te komen voor subsidie, een voor de opleiding van de stagiair erkend leerbedrijf moet zijn, als bedoeld in artikel 4.1.2, onderdeel b, van het Uitvoeringsbesluit WEB.

Bij de uitvoering van de Subsidieregeling is gebleken dat niet eenduidig is uitgelegd dat de status van erkend leerbedrijf relatie dient te hebben met de opleiding. Om subsidie voor een gerealiseerde stageplaats te verkrijgen dient een stageaanbieder erkend te zijn als leerbedrijf voor de specifieke opleiding van de stagiair. Dit is altijd een impliciet vereiste geweest. Om elk mogelijk misverstand hierover uit te sluiten, is dit vereiste met de hierboven toegelichte aanpassing expliciet in de Subsidieregeling opgenomen.

Inwerkingtreding

Aangezien de onderhavige wijziging ook betrekking heeft op het studiejaar 2015/2016, treedt de regeling, in afwijking van de vaste verandermomenten voor ministeriële regelingen (VVM) onmiddellijk in werking en werkt terug tot de aanvang van het studiejaar 2015/2016 (artikel II). Het betreft hier een aanpassing ter verheldering van een reeds bestaande bepaling. De regeling kan derhalve (voor het studiejaar 2015-2016) met terugwerkende kracht in werking treden.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers

Naar boven