|
|
a.ambtenaar van het samenwerkingsverband:
|
de door het bestuur aangewezen ambtenaar van het samenwerkingsverband, als bedoeld in artikel 232, vierde lid onder c, van de Gemeentewet respectievelijk artikel 124, vijfde lid onder c, van de Waterschapswet, bevoegd tot heffing of invordering van belastingen en tot uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken;
|
|
de door het bestuur aangewezen ambtenaar van het samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 232, vierde lid onder d, van de Gemeentewet respectievelijk artikel 124, vijfde lid onder d, van de Waterschapswet, dan wel als een belastingdeurwaarder aangewezen gerechtsdeurwaarder, bedoeld in de Gerechtsdeurwaarderswet;
|
|
de gemeentebelastingen en de waterschapbelastingen;
|
|
de verordeningen van de deelnemers tot heffing en invordering van belasting als bedoeld in artikel 216 van de Gemeentewet en artikel 110 van de Waterschapswet;
|
|
de colleges van burgemeester en wethouders van de deelnemende gemeenten, alsmede het college van dijkgraaf en hoogheemraden van het waterschap Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden;
|
|
|
|
de gemeenten Bunnik, De Bilt, Houten, Lopik, Nieuwegein, Utrecht en Zeist;
|
|
de rechtspersonen waartoe de colleges behoren, als bedoeld in artikel 1:1, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht;
|
|
de door het bestuur van het samenwerkingsverband benoemde secretaris, die tevens de bestuurder in de zin van Wet op de ondernemingsraden is;
|
|
Gedeputeerde staten van Utrecht;
|
j.gemeentelijke belastingen:
|
de belastingen die de gemeente heft en waarvan de heffing en invordering op grond van artikel 30 of 31 is overgedragen aan het samenwerkingsverband;
|
|
de door het bestuur aangewezen ambtenaar van het samenwerkingsverband, als bedoeld in artikel 232, vierde lid onder a, van de Gemeentewet respectievelijk artikel 124, vijfde lid onder a, van de Waterschapswet, bevoegd tot heffing van belastingen en tot uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken;
|
|
de door het bestuur aangewezen ambtenaar van het samenwerkingsverband, als bedoeld in artikel 232, vierde lid onder b, van de Gemeentewet respectievelijk artikel 124, vijfde lid onder b, van de Waterschapswet, bevoegd tot invordering van belastingen;
|
|
de door de vertegenwoordigende organen van de deelnemers vastgestelde regels als bedoeld in artikel 255, derde en vierde lid, van de Gemeentewet respectievelijk artikel 144, derde en vierde lid, van de Waterschapswet;
|
|
nadere regels ter uitvoering van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, van de Invorderingswet 1990 en van de belastingverordening;
|
|
de Gemeenschappelijke regeling Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht 2015;
|
|
het Reglement Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2008;
|
|
de bedrijfsvoeringsorganisatie Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschapUtrecht;
|
r.vertegenwoordigende organen:
|
de raden van de deelnemende gemeenten en het algemeen bestuur van het waterschap Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden;
|
|
de voorzitter van het bestuur van het samenwerkingsverband, en
|
t.waterschapsbelastingen:
|
de belastingen die het waterschap Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden heft als bedoeld in artikel 113 van de Waterschapswet.
|