Besluit van de Staatsecretaris van Veiligheid en Justitie van 27 augustus 2015, nummer WBV 2015/13, houdende wijziging van de Vreemdelingencirculaire 2000

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

Gelet op de Vreemdelingenwet 2000, het Vreemdelingenbesluit 2000 en het Voorschrift Vreemdelingen 2000;

Besluit:

ARTIKEL I

De Vreemdelingencirculaire 2000 wordt als volgt gewijzigd:

A

Paragraaf C7/8 Vreemdelingencirculaire 2000 komt te luiden:

8 Het asielbeleid ten aanzien van China

8.1 Besluitmoratorium

Ten aanzien van Oeigoeren afkomstig uit China geldt een besluit in de zin van artikel 43, eerste lid, Vw.

8.2 Artikel 1F Vluchtelingenverdrag

Geen bijzonderheden.

8.3 Vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag
8.3.1 Groepsvervolging in de zin van paragraaf C2/3.2 Vc

Geen bijzonderheden.

8.3.2 Risicogroepen in de zin van paragraaf C2/3.2 Vc

Geen bijzonderheden.

8.3.3 Tibetanen die te maken kunnen hebben met repressie

Tibetanen kunnen te maken hebben met repressie in China, als zij:

  • a. als advocaat, politiek activist of blogger actief zijn geweest;

  • b. verdacht worden van separatistische sympathieën;

  • c. steun hebben betuigd aan de dalai lama in China, of daarvan verdacht worden;

  • d. te maken hebben gehad met religieuze activiteiten die door de overheid worden gezien als uitingen van politieke onvrede of streven naar onafhankelijkheid; of

  • e. om andere redenen de negatieve aandacht van de Chinese autoriteiten hebben getrokken dan wel zullen trekken en de overheid deze zien als uitingen van politieke onvrede of streven naar onafhankelijkheid.

De IND verleent een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder a, Vw aan de vreemdeling uit Tibet die aannemelijk maakt dat hij tot een of meerdere van deze groepen behoort.

8.4 Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, onder b, Vw
8.4.1 Uitzonderlijke situatie in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc

Geen bijzonderheden.

8.4.2 Systematische blootstelling in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc

Geen bijzonderheden.

8.4.3 Kwetsbare minderheidsgroepen in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc

Geen bijzonderheden.

8.4.4 Vreemdelingen die illegaal China zijn uitgereisd

De IND verleent een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, Vw aan de vreemdeling uit Tibet die aannemelijk heeft gemaakt dat hij illegaal China is uitgereisd.

8.5 Bescherming
8.5.1 Bescherming door autoriteiten en/of internationale organisaties in de zin van paragraaf C2/3.4 Vc

Geen bijzonderheden.

8.5.2 Vlucht- en vestigingsalternatief in de zin van paragraaf C2/3.4 Vc

Geen bijzonderheden.

8.6 Adequate opvang alleenstaande minderjarige vreemdelingen

In China is adequate opvang in de zin van paragraaf B8/6 Vc.

8.7 Vertrekmoratorium

Ten aanzien van Oeigoeren afkomstig uit China geldt een besluit in de zin van artikel 45, vierde lid, Vw.

8.8 Bijzonderheden

Geen bijzonderheden.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal (met de toelichting) in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 27 augustus 2015

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, voor deze, de directeur-generaal Vreemdelingenzaken, J.C. Goet

TOELICHTING

ALGEMEEN

Op 1 juli 2015 heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan over asielaanvragen van Oeigoeren afkomstig uit China. De Afdeling oordeelt dat er sprake is van nieuwe informatie die duidt op een gewijzigde situatie, met name een verscherpte aandacht van de Chinese autoriteiten voor Oeigoeren. De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie heeft per brief van 10 augustus 2015 de Voorzitter van de Tweede Kamer over de gevolgen van deze uitspraak geïnformeerd.

Het ministerie van Buitenlandse Zaken heeft een thematisch ambtsbericht over Tibetanen en Oeigoeren aangekondigd dat nog voor het eind van het jaar moet verschijnen.

In afwachting van het aangekondigde thematisch ambtsbericht wordt een besluit- en vertrekmoratorium voor Oeigoeren afkomstig uit China ingesteld, voor de duur van een jaar. Het besluit- en vertrekmoratorium is ingesteld bij ministerieel besluit van gelijke datum als dit WBV, en is gepubliceerd in de Staatscourant.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, voor deze, de directeur-generaal Vreemdelingenzaken, J.C. Goet

Naar boven