Besluit van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 23 januari 2015, nummer WBV 2015/1, houdende wijziging van de Vreemdelingencirculaire 2000

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

Gelet op de Vreemdelingenwet 2000, het Vreemdelingenbesluit 2000 en het Voorschrift Vreemdelingen 2000;

Besluit:

ARTIKEL I

De Vreemdelingencirculaire 2000 wordt als volgt gewijzigd:

A

Paragraaf C1/2.3 Vreemdelingencirculaire 2000 komt te luiden:

2.3 De algemene asielprocedure

De algemene asielprocedure

Het verloop van de algemene asielprocedure is geregeld in de artikelen 3.112 tot en met 3.115 Vb.

De IND behandelt een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene asielprocedure als geen tijdrovend onderzoek noodzakelijk is voor de beoordeling van de aanvraag.

Tijdrovend onderzoek is onderzoek waarbij de resultaten van het onderzoek niet tijdens de algemene asielprocedure verwacht worden.

De IND beoordeelt of de behandeling van de aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene asielprocedure of verlengde asielprocedure plaatsvindt, nadat in de algemene asielprocedure een nader gehoor van de vreemdeling is afgenomen en de IND de vreemdeling de dag erna in de gelegenheid heeft gesteld correcties en aanvullingen op het nader gehoor in te dienen.

Op deze regel zijn enkele uitzonderingen van toepassing, die zijn beschreven in paragraaf C1/2.4 Vc.

De algemene asielprocedure bij toepassing van artikel 3.118a Vb

Als er concrete aanwijzingen zijn dat de IND een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd moet afwijzen op grond van artikel 30, eerste lid, Vw, dan wordt de algemene asielprocedure als beschreven in artikel 3.118a Vb gevolgd.

Als ingevolge artikel 3.118a, eerste en tweede lid Vb het nader gehoor achterwege blijft, beoordeelt de IND of de behandeling van de aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene asielprocedure of verlengde asielprocedure plaatsvindt, nadat het eerste gehoor is afgenomen en de IND de vreemdeling in de gelegenheid heeft gesteld de dag erna correcties en aanvullingen op het eerste gehoor in te dienen.

Als de vreemdeling tijdens het eerste gehoor niet in de gelegenheid is gesteld om eventuele bezwaren tegen een afwijzing op grond van artikel 30, eerste lid, Vw, naar voren te brengen, laat de IND het nader gehoor niet achterwege (zie paragraaf C1/2.5 Vc onder Het nader gehoor). In die situatie doorloopt de vreemdeling de algemene asielprocedure zoals die is geregeld in de artikelen 3.112 tot en met 3.115 Vb.

De asielprocedure bij een tweede of volgende aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd

Artikel 3.118b Vb regelt het verloop van de asielprocedure als een tweede of volgende aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd wordt ingediend. De procedure als beschreven in artikel 3.118b, tweede lid, Vb wordt aangeduid als de ééndagstoets asiel.

Nadat het nader gehoor in de ééndagstoets asiel is afgenomen, kan de IND besluiten dat de (verdere) behandeling van de tweede of volgende aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd wordt voortgezet in de algemene asielprocedure of de verlengde asielprocedure. Artikel 3.118b, vierde, vijfde en zesde lid, Vb regelt het (verdere) verloop van de algemene asielprocedure in die situatie.

De vreemdeling die een tweede of volgende aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd wil indienen, stelt de IND conform artikel 3.118b, eerste lid, Vb, daarvan schriftelijk in kennis middels model M35-O. De vreemdeling geeft op model M35-O aan op grond van welke nieuwe feiten en omstandigheden de vreemdeling een tweede of volgende aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd wil indienen en voegt bewijsmiddelen als bijlage bij. De IND verstrekt de vreemdeling van bijgevoegde bewijsmiddelen een bewijs van ontvangst, waarin de ontvangen bewijsmiddelen staan benoemd. Voor wat betreft de teruggave van bewijsmiddelen door de IND zijn de beleidsregels in paragraaf C1/2.2 Vc onder het kopje onderzoek in de rust- en voorbereidingstermijn van overeenkomstige toepassing.

De IND start na ontvangst van model M35-O op basis van de daarmee verstrekte informatie en bewijsmiddelen met de voorbereiding van het onderzoek naar de inwilligbaarheid van de (nog in te dienen) aanvraag.

De IND vraagt de vreemdeling of diens gemachtigde in het kader van die voorbereiding om aanvullende informatie wanneer model M35-O niet volledig is ingevuld of de door de vreemdeling verstrekte informatie niet duidelijk is.

De IND vraagt de vreemdeling of diens gemachtigde in het kader van die voorbereiding om (aanvullende) bewijsmiddelen als daar aanleiding toe bestaat.

De IND of de ambtenaar belast met de grensbewaking of met het toezicht op vreemdelingen mag na ontvangst van model M35-O een onderzoek starten. Paragraaf C1/2.2 Vc onder het kopje ‘Onderzoek in de rust- en voorbereidingstermijn’ is in dat geval van overeenkomstige toepassing.

De IND beslist na ontvangst van model M35-O en na overleg met de Raad voor Rechtsbijstand en het COA op welke datum de ééndagstoets asiel van de vreemdeling start.

De ééndagstoets asiel start nadat de vreemdeling de aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd heeft ingediend op een door de IND vastgesteld moment in aanmeldcentrum Den Bosch, Ter Apel of Zevenaar. De alleenstaande minderjarige vreemdeling dient de aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in op een door de IND vastgesteld moment in aanmeldcentrum Den Bosch.

De IND merkt de aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd die op een andere dan de hierboven beschreven wijze wordt ingediend aan als een onvolledige aanvraag. Een onvolledige aanvraag doet de termijnen van de asielprocedure niet aanvangen.

Als de vreemdeling zonder voorafgaande kennisgeving niet op zijn afspraak in het aanmeldcentrum verschijnt voor het indienen van zijn tweede of volgende aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, dan beëindigt de IND het rechtmatig verblijf van de vreemdeling.

De IND behandelt de tweede of volgende aanvraag om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene asielprocedure, als de vreemdeling op grond van artikel 3.118b, zevende lid, Vb, juncto artikel 3.50 VV is uitgezonderd van de ééndagstoets asiel. De vreemdeling geeft in dat geval te kennen een tweede of opvolgende aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te willen indienen op de wijze zoals bedoeld in paragraaf C1/2.1.

Beschikbaarheid tijdens de algemene asielprocedure

De IND verstrekt de vreemdeling met het oog op zijn beschikbaarheid tijdens de algemene asielprocedure (ook bij toepassing van artikel 3.118a Vb) of de ééndagstoets asiel een aanwijzing door middel van model M117-C, op de dag dat de behandeling van de aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd aanvangt in een aanmeldcentrum. De IND licht de aanwijzing mondeling toe.

De IND beoordeelt op verzoek van de vreemdeling of de beschikbaarheid van de vreemdeling tijdens de algemene asielprocedure (ook bij toepassing van artikel 3.118a Vb) of tijdens de ééndagstoets asiel nog nodig is. De beschikbaarheid van de vreemdeling is niet meer nodig als geen processtappen in aanwezigheid van de vreemdeling meer plaatsvinden.

Het niet nakomen van de aanwijzingen

De IND brengt in afwijking van de paragraaf C1/2.6 Vc een voornemen uit tot afwijzing van de aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd als de vreemdeling zich niet gehouden heeft aan de aanwijzingen uit het model M117-C. De IND concludeert dat de vreemdeling geen belang stelt in het onderzoek naar de aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De IND betrekt bij het voornemen:

  • artikel 31 lid 2, aanhef en onder b, Vw;

  • de verklaringen uit het nader gehoor, als het nader gehoor heeft plaatsgevonden voor het vertrek van de vreemdeling.

De IND wijst de aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd van de vreemdeling die zich vóór het uitbrengen van het besluit opnieuw meldt bij het aanmeldcentrum, af als:

  • de IND de vreemdeling eerder een nader gehoor heeft afgenomen;

  • de resterende termijn in algemene asielprocedure niet toereikend is voor de vreemdeling om een zienswijze uit te brengen; en

  • de IND een verzoek van de vreemdeling om de termijnen van de algemene asielprocedure te verlengen, niet heeft gehonoreerd (zie paragraaf C1/2.3 Vc Termijnen in de algemene asielprocedure).

De IND verlengt, gelijktijdig met de intrekking van het voornemen, de termijnen van de algemene asielprocedure als:

  • een vreemdeling zich vóór het brengen van het besluit opnieuw meldt bij het aanmeldcentrum; en de IND de vreemdeling nog geen nader gehoor heeft afgenomen (zie verder paragraaf C1/2.3 Vc Verlenging van de algemene asielprocedure).

Termijnen in de algemene asielprocedure (ook bij toepassing van artikel 3.118a Vb) en de ééndagstoets asiel

Het Vreemdelingenbesluit bevat diverse procedurele bepalingen waarin is vastgelegd welke handelingen de IND dan wel de vreemdeling op een dag verrichten. Onder een dag wordt verstaan een kalenderdag die loopt van 0.00 uur tot 24.00 uur.

Voor de termijnen van de algemene asielprocedure (ook bij toepassing van artikel 3.118a Vb) tellen op grond van artikel 3.42 VV de dagen gedurende het weekend en blokdagen mee.

Anders dan in de algemene asielprocedure, tellen de dagen gedurende het weekend en blokdagen niet mee voor de termijnen van de ééndagstoets asiel. Wanneer de behandeling van de tweede of volgende aanvraag op grond van artikel 3.118b, vierde lid Vb wordt voortgezet in de algemene asielprocedure tellen de dagen gedurende het weekend en blokdagen wel mee.

De termijnen als bedoeld in artikel 3.110 Vb, 3.112 tot en met 3.115 Vb en 3.118a, tweede tot en met vijfde lid, Vb en 3.118b tweede, vierde en zesde lid, Vb, zijn bindend voor de IND en de vreemdeling.

De IND behandelt de aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de verlengde asielprocedure, als de IND de termijnen van de algemene asielprocedure (bij toepassing van artikel 3.118a Vb) heeft overschreden.

De IND behandelt de aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene asielprocedure (bij toepassing van artikel 3.118a Vb), als de vreemdeling de termijnen van de algemene asielprocedure heeft overschreden.

De IND behandelt de opvolgende aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de procedure als beschreven in artikel 3.118b, vierde lid, Vb, als het voornemen tot afwijzing niet conform artikel 3.118b tweede lid onder c, Vb, op de eerste dag aan de vreemdeling is toegezonden of uitgereikt.

Als de vreemdeling de termijnen als beschreven in artikel 3.118b, tweede lid Vb overschrijdt, behandelt de IND de opvolgende aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de procedure als beschreven in artikel 3.118b, tweede lid Vb, tenzij deze termijnoverschrijding de vreemdeling niet toegerekend kan worden.

Verlenging van de algemene asielprocedure

De IND maakt terughoudend gebruik van de mogelijkheid in artikel 3.115 lid 1 Vb, om de termijnen van de algemene asielprocedure te verlengen.

De IND houdt bij verlenging van de termijnen van de algemene asielprocedure de gebruikelijke volgorde van processtappen binnen de algemene asielprocedure aan.

De IND kan besluiten de eerdere processtappen van de algemene asielprocedure opnieuw uit te voeren, als de vreemdeling zijn verklaringen op essentiële onderdelen wijzigt of aanvult.

De IND mag de termijnen in de algemene asielprocedure meerdere keren verlengen, zolang de IND het besluit op de aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd uiterlijk op de veertiende dag uitreikt aan de vreemdeling.

De IND past deze beleidsregels bij verlenging van de termijnen op grond van artikel 3.118a, derde lid, Vb en artikel 3.118b, vijfde lid, Vb overeenkomstig toe, met dien verstande dat de IND de beschikking uiterlijk op de twaalfde dag uitreikt.

Niet toerekenbare termijnoverschrijding

De IND kan de termijnen van de algemene asielprocedure in ieder geval verlengen op grond van artikel 3.115 lid 1, aanhef en onder a of b, Vb, als:

  • een tolk onverwacht ziek wordt en er, ondanks inspanningen van de IND en de Raad voor Rechtsbijstand, geen andere tolk beschikbaar is;

  • de vreemdeling een bezoek moet brengen aan een dokter in het kader van curatieve zorg;

  • de vreemdeling aan wie op grond van artikel 6 of 59 Vw de vrijheid is ontnomen voor de rechtbank moet verschijnen;

  • de vreemdeling die tijdens de rust- en voorbereidingstermijn geen toestemming heeft verleend voor een medisch advies, alsnog een medisch advies als bedoeld in artikel 3.109 lid 5 Vb krijgt;

  • de IND alsnog een nader gehoor moet houden met de vreemdeling, die zich niet heeft gehouden aan de aanwijzingen in model M117-C (zie verder paragraaf C1/2.3 Vc Beschikbaarheid tijdens de algemene asielprocedure).

De vreemdeling dient het verzoek om verlenging van de termijnen van de algemene asielprocedure schriftelijk bij de IND in, onder vermelding van de redenen van het verzoek.

Als de IND besluit het verzoek van de vreemdeling om verlenging van de termijnen van de algemene asielprocedure niet te honoreren, krijgt de vreemdeling mondeling bericht van de IND.

De IND motiveert in het voornemen of in het besluit op de aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, waarom geen aanleiding bestaat om de verlenging van de termijnen van de algemene asielprocedure toe te staan.

Nader onderzoek naar de identiteit of nationaliteit van de vreemdeling

De IND kan de termijnen van de algemene asielprocedure in ieder geval verlengen op grond van artikel 3.115 lid 1, aanhef en onder c Vb, als:

  • de vreemdeling tijdens de algemene asielprocedure een andere identiteit of nationaliteit opgeeft dan tijdens de rust- en voorbereidingstermijn;

  • er op basis van het eerste of het nader gehoor van de vreemdeling twijfels rijzen over de leeftijd die de vreemdeling heeft opgegeven en er aanleiding bestaat om een leeftijdsonderzoek aan de vreemdeling aan te bieden (zie paragraaf C1/3 Vc);

  • er tijdens de algemene asielprocedure (alsnog) reis- of identiteitsdocumenten door de vreemdeling worden overgelegd en de IND van oordeel is dat nader onderzoek naar deze documenten moet plaatsvinden.

Essentiële wijziging of aanvulling van eerder afgelegde verklaringen

De IND kan de termijnen van de algemene asielprocedure verlengen op grond van artikel 3.115 lid 1, aanhef en onder d, Vb, als de IND door de gewijzigde verklaringen van de vreemdeling:

  • de aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd opnieuw moet beoordelen;

  • de vreemdeling opnieuw een eerste of nader gehoor moet afnemen;

  • zonder verlenging van de termijnen van de algemene asielprocedure de aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet kan afwijzen op grond van de omstandigheid dat het asielrelaas van de vreemdeling ongeloofwaardig wordt geacht.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 2 februari 2015.

Dit besluit zal (met de toelichting) in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 23 januari 2015

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, voor deze, de directeur-generaal Vreemdelingenzaken, J.C. Goet

TOELICHTING

ALGEMEEN

Op 2 februari 2015 treedt de honderddrieëndertigste wijziging van het Voorschrift Vreemdelingen 2000 in werking. In artikel 3.42 VV is geregeld dat voor de termijnen van de algemene asielprocedure ook de dagen in het weekend en zogenoemde blokdagen (aan algemeen erkende feestdagen gelijkgestelde dagen) meetellen. Alleen algemeen erkende feestdagen tellen voor de termijnen van de algemene asielprocedure niet mee. Deze weekendopenstelling heeft alleen gevolgen voor de zogenaamde land-aanmeldcentra. Op aanmeldcentrum Schiphol (365 dagen per jaar operationeel) blijft de praktijk ongewijzigd.

In 2014 kreeg Nederland te maken met een forse stijging van het aantal asielaanvragen. Deze verhoogde asielinstroom plaatst de vreemdelingenketen voor grote uitdagingen qua capaciteit. In 2014 is al een veelheid aan maatregelen getroffen om deze situatie het hoofd te bieden. Deze maatregelen zijn onder meer gericht op uitbreiding van de benodigde capaciteit (opvangplekken, personeel, tolken, voorzieningen als gebouwen, hoorkamers et cetera) en een efficiëntere inrichting van de werkprocessen. Per 2 februari 2015 wordt daar de weekendopenstelling aan toegevoegd. Doel van deze maatregel is om de wachttijden voor asielzoekers in de rust- en voorbereidingstermijn en in de verlengde asielprocedure te reduceren en om effectiever gebruik te kunnen maken van de beschikbare tolkencapaciteit.

Deze maatregel treedt in werking met ingang van 2 februari 2015. Dit betekent dat het weekend van 7 en 8 februari 2015 het eerste weekend is waarin de termijnen van de algemene asielprocedure doortellen. Deze beleidswijziging is van toepassing op alle asielaanvragen die op dat moment worden behandeld in de algemene asielprocedure, ongeacht de datum waarop de aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd is ingediend.

ARTIKELSGEWIJS

A

Op grond van artikel 3.42 VV tellen voor de termijnen van de algemene asielprocedure ook de dagen in het weekend en zogenoemde blokdagen mee. Alleen algemeen erkende feestdagen tellen voor de termijnen van de algemene asielprocedure niet mee. De weekenden, feestdagen en blokdagen tellen echter niet mee voor de termijnen van de ééndagstoets asiel als bedoeld in artikel 3.118b Vb. Op dit punt is de tekst van de Vreemdelingencirculaire verduidelijkt.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, voor deze, de directeur-generaal Vreemdelingenzaken, J.C. Goet

Naar boven