Kennisgeving van de voorkeursaanpak MIRT-verkenning Zandhonger Oosterschelde

De Minister van Infrastructuur en Milieu geeft, in overeenstemming met de Staatssecretaris van Economische Zaken, kennis van de voorkeursaanpak van de MIRT-verkenning Zandhonger Oosterschelde conform de structuurvisie, plan-milieueffectrapportage (Plan-MER) en de maatschappelijke kosten- en batenanalyse (MKBA). Op het bestuurlijk overleg MIRT Zeeland van 13 november 2014 is ingestemd met deze voorkeursaanpak. De Tweede Kamer is hierover, tezamen met de uitkomsten van de andere bestuurlijke overleggen MIRT, geïnformeerd bij brief van 17 november 2014.

Van 19 november tot en met 30 december 2013 heeft eenieder de gelegenheid gekregen zienswijzen in te dienen op de ontwerpstukken van de MIRT-verkenning Oosterschelde. In de Nota van Antwoord zijn de zienswijzen en de reactie hierop opgenomen. Tegen de besluitvorming is geen beroep mogelijk.

Achtergrondinformatie

Door de aanleg van de Oosterscheldekering zijn de getijdenstromen in de Oosterschelde afgenomen. De geulen zijn daardoor te ruim bemeten en de getijstroom is niet sterk genoeg meer om intergetijdengebieden (platen, slikken en schorren) die tijdens stormen zijn afgekalfd, weer op te bouwen met zand en slib. Dit verschijnsel staat bekend als de zandhonger van de Oosterschelde.

De zandhonger vormt een bedreiging voor de langetermijnwaterveiligheid en voor de natuur-, de landschaps- en de recreatiewaarde van het gebied.

Voorkeursaanpak

Rijkswaterstaat heeft in opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu en het Ministerie van Economische Zaken een MIRT-verkenning uitgevoerd naar de meest effectieve maatregelen voor de aanpak van de zandhonger in de Oosterschelde. De uitkomst is dat de effecten van de zandhonger bestreden kunnen worden met het suppleren van zand op intergetijdengebieden.

Voor de korte termijn is de aanpak van de Roggenplaat het meest urgent, omdat door de zandhonger de oppervlakte en hoogte van deze plaat snel afnemen. De aanpak van andere locaties is pas vanaf 2025 aan de orde. De voorkeursaanpak houdt in dat wordt gestart met het suppleren van de Roggenplaat. De andere locaties worden ondergebracht in het bredere MIRT-onderzoek Integrale veiligheid Oosterschelde, dat op grond van het Deltaprogramma in 2015 wordt gestart.

Waar kunt u de stukken inzien?

Plan-MER, MKBA, MIRT-verkenning Zandhonger Oosterschelde/Structuurvisie en Nota van Antwoord zijn te downloaden van www.platformparticipatie.nl en van www.ruimtelijkeplannen.nl (met planidentificatienummer NL.IMRO.0000.IMsv13ZandhOScheld-3000). De brief van de Minister van Infrastructuur en Milieu aan de Tweede Kamer over de resultaten van het bestuurlijk overleg MIRT vindt u op www.tweedekamer.nl/kamerstukken, documentnummer 2014D42197.

U kunt papieren versies van de stukken van 3 februari tot en met 27 februari 2015 inzien bij het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Plesmanweg 1-6 in Den Haag, bij het Ministerie van Economische Zaken, Bezuidenhoutseweg 73 in Den Haag en bij Rijkswaterstaat Zee en Delta in Middelburg, Poelendaelesingel 18 en Rijswijk, Lange Kleiweg 34.

Vragen

Voor vragen over de procedure kunt u terecht bij de directie Participatie, telefoon 070 456 89 99. Voor inhoudelijke vragen kunt u bellen met Michael de Bruijn, Omgevingsmanager bij Rijkswaterstaat Zee en Delta, telefoon 06 51 99 04 26 of mailen naar michael.de.bruijn@rws.nl.

Naar boven