Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 18 augustus 2015, nr. WJZ/15081856, houdende wijziging van de Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten in verband met de uitvoering van Uitvoeringsbesluit 2015/749/EU en Uitvoeringsbesluit 2015/893/EU

De Staatssecretaris van Economische Zaken;

Gelet op uitvoeringsbesluit nr. 2015/893/EU van de Commissie van 9 juni 2015 betreffende maatregelen om het binnenbrengen en de verspreiding in de Unie van Anoplophora glabripennis (Motschulsky) te voorkomen (PbEU 2015, L 146), uitvoeringsbesluit 2015/749/EU van de Commissie van 7 mei 2015 tot intrekking van Beschikking 2007/410/EG tot vaststelling van maatregelen om het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van potato spindle tuber viroid (aardappelspoelknolviroïde) te voorkomen (PbEU 2015, L 119) en artikel 2, eerste lid, van de Plantenziektenwet;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 4, eerste lid, onderdeel e, vervalt.

B

Artikel 12h vervalt.

C

Na artikel 12i wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 12j

  • 1. Onverminderd artikel 1 wordt voor de toepassing van dit artikel verstaan onder:

    • a. het schadelijke organisme: Anoplophora glabripennis (Motschulsky);

    • b. gevoelige planten: voor opplant bestemde planten met een stamdiameter van tenminste 1 centimeter op het dikste punt, met uitzondering van zaden, van Acer spp., Aesculus spp., Alnus spp., Betula spp., Carpinus spp., Cercidiphyllum spp., Corylus spp., Fagus spp., Fraxinus spp., Koelreuteria spp., Platanus spp., Populus spp., Salix spp. Tilia spp. en Ulmus spp.;

    • c. uitvoeringsbesluit nr. 2015/893/EU: uitvoeringsbesluit nr. 2015/893/EU van de Commissie van 9 juni 2015 betreffende maatregelen om het binnenbrengen en de verspreiding in de Unie van Anoplophora glabripennis (Motschulsky) te voorkomen (PbEU 2015, L 146);

    • d. houten verpakkingsmateriaal: verpakkingsmateriaal, geheel of deels verkregen van de gevoelige planten;

    • e. hout: hout, geheel of deels verkregen van de gevoelige planten, dat voldoet aan artikel 1, onder b, van uitvoeringsbesluit nr. 2015/893/EU.

  • 2. Gevoelige planten afkomstig uit derde landen waarvan bekend is dat het schadelijke organisme er voorkomt, mogen slechts in de Europese Unie worden binnengebracht als:

    • a. zij voldoen aan de specifieke invoervoorschriften van bijlage II, rubriek 1, punt A, onder 1, bij uitvoeringsbesluit nr. 2015/893/EU, en

    • b. zij, onverminderd artikel 12, bij binnenkomst in de Europese Unie overeenkomstig bijlage II, rubriek 1, punt A, onder 2, bij uitvoeringsbesluit nr. 2015/893/EU worden geïnspecteerd op de aanwezigheid van het schadelijke organisme en geen tekenen van aanwezigheid van dat schadelijke organisme zijn gevonden.

  • 3. Hout afkomstig uit derde landen waarvan bekend is dat het schadelijke organisme er voorkomt, mag slechts in de Europese Unie worden binnengebracht als:

    • a. zij voldoet aan de specifieke invoervoorschriften van bijlage II, rubriek 1, punt B, onder 1 en 2, bij uitvoeringsbesluit nr. 2015/893/EU; en

    • b. zij, onverminderd artikel 12, bij binnenkomst in de Europese Unie overeenkomstig bijlage II, rubriek 1, punt B, onder 3, bij uitvoeringsbesluit nr. 2015/893/EU wordt geïnspecteerd op de aanwezigheid van het schadelijke organisme en geen tekenen van aanwezigheid van dat schadelijke organisme zijn gevonden.

  • 4. Gevoelige planten, van oorsprong afkomstig uit een overeenkomstig artikel 7 van uitvoeringsbesluit nr. 2015/893/EU afgebakend gebied, mogen slechts worden vervoerd als zij voldoen aan de voorwaarden van bijlage II, rubriek 2, punt A, onder 1, bij uitvoeringsbesluit nr. 2015/893/EU.

  • 5. Gevoelige planten die in een overeenkomstig artikel 7 van uitvoeringsbesluit nr. 2015/893/EU afgebakend gebied zijn binnengebracht, mogen slechts worden vervoerd als zij voldoen aan de voorwaarden van bijlage II, rubriek 2, punt A, onder 2, bij uitvoeringsbesluit nr. 2015/893/EU.

  • 6. Gevoelige planten afkomstig uit derde landen waarvan bekend is dat het schadelijke organisme er voorkomt, mogen slechts binnen de Europese Unie worden vervoerd als zij voldoen aan de voorwaarden van bijlage II, rubriek 2, punt A, onder 3, bij uitvoeringsbesluit nr. 2015/893/EU.

  • 7. Hout, van oorsprong afkomstig uit een overeenkomstig artikel 7 van uitvoeringsbesluit nr. 2015/893/EU afgebakend gebied, mag slechts worden vervoerd als het voldoet aan de voorwaarden van bijlage II, rubriek 2, punt B, onder 1 tot en met 3, bij uitvoeringsbesluit nr. 2015/893/EU.

  • 8. Hout dat zijn natuurlijke ronde oppervlak geheel of gedeeltelijk heeft behouden en dat in een overeenkomstig artikel 7 van uitvoeringsbesluit nr. 2015/893/EU afgebakend gebied is binnengebracht, mag slechts worden vervoerd als zij voldoet aan de voorwaarden van bijlage II, rubriek 2, punt B, onder 1 en 3, bij uitvoeringsbesluit nr. 2015/893/EU.

  • 9. Houten verpakkingsmateriaal, van oorsprong afkomstig uit een overeenkomstig artikel 7 van uitvoeringsbesluit nr. 2015/893/EU afgebakend gebied, mag slechts worden vervoerd als het voldoet aan de voorwaarden van bijlage II, rubriek 2, punt C, bij uitvoeringsbesluit nr. 2015/893/EU.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 18 augustus 2015

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma

TOELICHTING

I. ALGEMEEN

1. Doel en aanleiding

Met deze wijziging van de Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten wordt uitvoering gegeven aan twee Uitvoeringsbesluiten van de Commissie van de Europese Unie: het Uitvoeringsbesluit 2015/749 van de Commissie van 7 mei 2015 tot intrekking van Beschikking 2007/410/EG tot vaststelling van maatregelen om het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van potato spindle tuber viroid (aardappelspoelknolviroïde) te voorkomen (PbEU 2015, L 119) (hierna: Uitvoeringsbesluit 2015/749/EU) en het Uitvoeringsbesluit 2015/893 van de Commissie van 9 juni 2015 betreffende maatregelen om het binnenbrengen en de verspreiding in de Unie van Anoplophora glabripennis (Motschulsky) te voorkomen (PbEU 2015, L 146) (hierna: Uitvoeringsbesluit 2015/893/EU).

2. Uitvoeringsbesluit 2015/749/EU (intrekking Beschikking 2007/410/EG over potato spindle tuber viroid)

Met dit Uitvoeringsbesluit worden de maatregelen zoals beschreven in Beschikking 2007/410/EG opgeheven. Deze maatregelen moesten het binnenbrengen en verspreiden van potato spindle tuber viroid (PSTVd) in de Europese Unie voorkomen door eisen te stellen aan de import van planten van het geslacht Brugmansia Pers. spp. en de soort Solanum jasminiodes Paxton bestemd voor opplant, met inbegrip van zaad uit landen buiten de Europese Unie.

De Europese Commissie heeft echter geconstateerd dat ondanks de maatregelen vastgesteld in Beschikking 2007/410/EG in de Unie PSTVd op de planten, die onder dit besluit vallen, verspreid is. Dit is gebleken uit de officiële onderzoeken die de lidstaten op grond van dit besluit moeten uitvoeren. Omdat de vastgestelde maatregelen niet toereikend zijn en er geen fytosanitaire risico’s zijn die dergelijke maatregelen rechtvaardigen, heeft de Commissie besloten Beschikking 2007/410/EG in te trekken. Artikel 4, eerste lid, onderdeel e, en artikel 12h van de Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten komen daarom te vervallen (zie artikel I onder A en B).

3. Uitvoeringsbesluit 2015/893/EU (voorkomen van binnenbrengen en verspreiden Anoplophora glabripennis (Motschulsky))

Dit Uitvoeringsbesluit betreft maatregelen ter voorkoming van het binnenbrengen en verspreiden van Anoplophora glabripennis (Motschulsky) (Aziatische boktor). Deze boktor is een schadelijk organisme opgenomen in bijlage I, deel A, rubriek I, onder a), punt 4.1 bij de Richtlijn 2000/29/EU van de Raad 8 mei 2000 betreffende beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en plantaardige producten schadelijke organismen ((PbEG 2000, L 169) (hierna: de Fytorichtlijn).

Aangezien door enkele lidstaten, waaronder Nederland, steeds vaker uitbraken en gevallen van dit schadelijk organisme worden gemeld heeft de Commissie besloten tot maatregelen.

Gezien de gelijkenis van de Aziatische boktor met Anoplophora chinensis (Forster) (Oost-Aziatische boktor), waarvoor de Commissie in 2012 maatregelen heeft vastgesteld, worden nu overeenkomstige maatregelen genomen voor de Aziatische boktor.

De maatregelen zijn van toepassing op in het Uitvoeringsbesluit nader omschreven gevoelige planten bestemd voor opplant met een stamdiameter van tenminste 1 centimeter op het dikste punt, met uitzondering van zaden. Zij zijn eveneens van toepassing op hout en houten verpakkingsmateriaal geheel of gedeeltelijk verkregen van deze gevoelige planten.

Aan de invoer in de Europese Unie van bedoelde gevoelige planten en het hout verkregen van deze gevoelige planten afkomstig uit derde landen waarvan bekend is dat de Aziatische boktor daar voorkomt, worden specifieke voorwaarden gesteld beschreven in bijlage II, rubriek 1, punten A en B. Bedoelde planten en het daarvan afkomstige hout moeten voorzien zijn van een certificaat met in de rubriek ‘aanvullende verklaring’ gegevens over o.a. de plaats van herkomst (ziektevrije gebieden) en gegevens over de vereiste controles door de nationale plantenziektekundige dienst van het land van herkomst. Hout moet daarnaast van bast zijn ontdaan en een specifieke warmtebehandeling hebben ondergaan.

Tevens moeten deze planten en het hout op de plaats van binnenkomst of bestemming in de Europese Unie worden geïnspecteerd op (tekenen van) de aanwezigheid van de Aziatische boktor door de verantwoordelijke officiële instantie (voor Nederland de Nederlandse Voedsel- en Waren Autoriteit).

Het Uitvoeringsbesluit geeft in bijlage II, rubriek 2 onder de punten A en B voorwaarden voor het vervoer binnen de Europese Unie van bedoelde gevoelige planten of het daarvan afkomstige hout die afkomstig zijn uit afgebakende gebieden als gevolg van besmetting) of binnengebracht in dergelijke gebieden. Deze planten en het hout moeten vergezeld gaan van een plantenpaspoort opgesteld en afgegeven overeenkomstig Richtlijn 92/105/EEG van de Commissie van 3 december 1992 tot een zekere mate van standaardisering van plantenpaspoorten voor het verkeer van bepaalde planten, plantaardige produkten en andere materialen in de Gemeenschap, en tot vaststelling van nadere regels voor de afgifte van deze paspoorten en van de voorwaarden en nadere regels voor de vervanging ervan (PbEG 1993, L 4).

Houten verpakkingsmateriaal van oorsprong uit afgebakende gebieden mag alleen binnen de Europese Unie vervoerd worden als het onder andere één van de goedgekeurde behandelingen ondergaan heeft die zijn omschreven in bijlage I bij internationale norm nr. 15 van de FAO voor fytosanitaire maatregelen inzake ‘Regulation of wood packaging material in international trade’ en voorzien is van het vereiste merkteken. In artikel I onder C (artikel 12j van de Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten) is in implementatie voorzien.

4. Regeldruk

Het opheffen van de maatregelen voor planten van het geslacht Brugmansia Pers. spp. en de soort Solanum jasminoides Paxton zoals beschreven in Beschikking 2007/410/EG leidt tot een zeer minimale reductie van de regeldruk, omdat bedoelde planten wanneer zij binnen de Europese Unie worden vervoerd niet meer voorzien hoeven te zijn van een plantenpaspoort.

Echter, bij import uit derde landen van genoemde planten blijft de reguliere inspectieplicht bestaan. Om die reden is de reductie zeer minimaal.

De maatregelen ter voorkoming van het binnenbrengen en verspreiden van Anoplophora glabripennis (Motschulsky) (Aziatische boktor) leiden tot beperkte regeldrukeffecten. Deze effecten houden verband met de plantenpaspoortplicht die verbonden is aan het vervoer van bedoelde planten en hout wat van deze planten afkomstig is binnen de Europese Unie. De regeldrukeffecten zijn echter beperkt omdat de plantenpaspoortplicht is ingebed in het bestaande inspectiesysteem. Bedrijven die geregistreerd staan en waarvan de keuringsdienst heeft vastgesteld dat zij aan de voorwaarden voldoen mogen zelf plantenpaspoorten afgeven voor plantenpaspoortplichtige planten die zij verhandelen. Gemiddeld bedragen de administratieve lasten voor het aanvragen, uitdraaien en aanbrengen van plantenpaspoorten zo’n € 500 à € 600,– per bedrijf per jaar. Het is niet mogelijk de toename van regeldrukeffecten voor de sector in kaart te brengen, omdat niet centraal wordt geregistreerd welke soorten planten op welke bedrijven worden geteeld en verhandeld.

Omdat het hier om de directe implementatie van een EU-Uitvoeringsbesluit gaat is een weging van alternatieven met minder gevolgen voor de regeldruk niet aan de orde.

5. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt gepubliceerd. Voor de uitvoering in regelgeving van de Europese besluiten wordt niet aangesloten bij een vast verandermoment, zoals opgenomen in het kabinetsbeleid inzake vaste verandermomenten (Kamerstukken II 2009/10, 29 515, nr.309). Het kabinetsbeleid biedt de mogelijkheid af te wijken van vaste verandermomenten indien nodig voor uitvoering of implementatie van Europese regelgeving.

II. TRANSPONERINGSTABEL

Uitvoeringsbesluit 2015/749/EU

Bepalingen ter uitvoering van het uitvoeringsbesluit

Artikel 1

Artikel I onder A en B (artikel 4, eerste lid, onderdeel e, en 12h Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten)

Artikel 2

Behoeft naar zijn aard geen uitvoering in regelgeving)

Uitvoeringsbesluit 2015/893/EU

 

Artikel 1

Artikel I (artikel 12j, lid 1, Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten)

Artikel 2

Artikel I (artikel 12j, lid 2, Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten)

Artikel 3

Artikel I (artikel 12j, lid 3, Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten)

Artikel 4

Artikel I (artikel 12j, leden 1, 2 en 3, Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten)

Artikel 5

Artikel I (artikel 12j, leden 7, 8 en 9, Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten)

Artikel 6

Is reeds geïmplementeerd in bestaande regelgeving (artikel 10 Plantenziektenwet)

Artikel 7

Is reeds geïmplementeerd in bestaande regelgeving (artikel 2 en 3 Plantenziektenwet)

Artikel 8

Behoeft naar zijn aard geen uitvoering in regelgeving

Artikel 9

Behoeft naar zijn aard geen uitvoering in regelgeving

Artikel 10

Behoeft naar zijn aard geen uitvoering in regelgeving

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma

Naar boven