Regeling van de Minister van Buitenlandse Zaken van 23 januari 2015, nr. MinBuZa.2015.19678, houdende wijziging van de Sanctieregeling inlijving Krim en Sebastopol 2014

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Handelende in overeenstemming met de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, de Minister van Financiën en de Minister van Infrastructuur en Milieu;

Gelet op Verordening (EU) nr. 1351/2014 van de Raad van de Europese Unie van 18 december 2014 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 692/2014 betreffende beperkende maatregelen naar aanleiding van de illegale inlijving van de Krim en Sebastopol (Pb L 365);

Gelet op artikel 2, tweede lid, en artikel 3 van de Sanctiewet 1977;

Besluit:

ARTIKEL I

De Sanctieregeling inlijving Krim en Sebastopol 2014 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 komt als volgt te luiden:

Artikel 1

  • 1. Het is verboden te handelen in strijd met artikel 2, artikel 2bis, eerste lid, artikel 2ter, eerste en tweede lid, artikel 2quater, eerste en derde lid, artikel 2quinquies, eerste en tweede lid, en artikel 4 van Verordening (EU) nr. 692/2014 van de Raad van de Europese Unie van 23 juni 2014 betreffende beperkende maatregelen, als antwoord op de illegale inlijving van de Krim en Sebastopol (Pb L 183).

  • 2. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing in gevallen waarin artikel 2bis, tweede of derde lid, artikel 2ter, derde of vierde lid, artikel 2quater, tweede lid, artikel 2quinquies, derde of vierde lid, artikel 2sexies, of artikel 3 van Verordening (EU) nr. 692/2014 van toepassing is.

B

Artikel 2 komt als volgt te luiden:

Artikel 2

  • 1. De bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 2bis, derde lid, van Verordening (EU) nr. 692/2014 is de Minister van Financiën. De bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 2ter, vierde lid, artikel 2sexies en artikel 3, onderdeel a, van Verordening (EU) nr. 692/2014 is de Minister van Financiën voor zover het betreft financiering, het verlenen van een financiële lening, financiële bijstand, een krediet, een verzekering, een herverzekering, het uitbreiden van een deelneming of het oprichten van een joint venture.

  • 2. De bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 2ter, vierde lid, artikel 2sexies en artikel 3, onderdeel a, van Verordening (EU) nr. 692/2014 is de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking voor zover het betreft het verlenen van technische bijstand, tussenhandeldiensten, bouwdiensten of ingenieursdiensten, dan wel een melding over de invoer van goederen.

  • 3. De bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 2quinquies, derde en vierde lid, is de Minister van Infrastructuur en Milieu.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders

TOELICHTING

De Raad van de Europese Unie heeft op 18 december 2014 Verordening (EU) nr. 1351/20141 vastgesteld. Deze verordening wijzigt Verordening (EU) nr. 692/20142 waarin, als antwoord op de illegale inlijving van de Krim en Sebastopol een aantal handelsbeperkende maatregelen waren opgenomen. Deze maatregelen betroffen een verbod op invoer van goederen die van oorsprong uit de Krim of Sebastopol afkomstig zijn, beperkingen aangaande het direct of indirect verstrekken van financiering of het verlenen van financiële bijstand, alsmede het sluiten van verzekeringen en herverzekeringen in verband met de invoer van vorenbedoelde goederen. Vervolgens zijn bij Verordening (EU) nr. 825/20143 aanvullende beperkende maatregelen vastgesteld, waaronder een verbod op investeringen met betrekking tot infrastructuur in de sectoren vervoer, telecommunicatie en energie alsmede de exploitatie van natuurlijke rijkdommen in de Krim en Sebastopol, en een uitvoerverbod van essentiële uitrusting en technologie met betrekking tot de sectoren vervoer, telecommunicatie en energie alsmede de exploitatie van natuurlijke rijkdommen in de Krim en Sebastopol.

Aangezien er nog geen einde is gekomen aan de illegale inlijving van de Krim en Sebastopol, is de Raad van de Europese Unie van oordeel dat extra maatregelen moeten worden genomen ter beperking van de handel met, en de investeringen in, de Krim en Sebastopol. In Verordening (EU) nr. 692/2014 wordt een verbod ingesteld op alle buitenlandse investeringen in de Krim en Sebastopol. Dit verbod behelst tevens een verbod op diensten die rechtstreeks verband houden met het investeringsverbod, alsmede toeristische activiteiten, inclusief in de maritieme sector en op diensten in de eerder genoemde sectoren vervoer, telecommunicatie, energie en de winning van olie, gas en minerale rijkdommen. Het bestaande uitvoerverbod op goederen en technologie in de sectoren vervoer, telecommunicatie, energie en de winning van olie, gas en minerale rijkdommen, wordt uitgebreid.

De wijziging van artikel 1, eerste lid, van de Sanctieregeling inlijving Krim en Sebastopol 2014 betreft een uitbreiding van de strafbaarstelling van de verbodsbepalingen opgenomen in Verordening (EU) nr. 692/2014. In de artikelen 2bis tot en met 2quater van de verordening is sprake van een uitbreiding of een verdieping van de beperkende maatregelen. In artikel 2quinquies is een nieuwe beperkende maatregel opgenomen.

Artikel 2bis, eerste lid, van Verordening (EU) nr. 692/2014 regelt een verbod op het verwerven of vergroten van een deelneming in vastgoed in, of in een entiteit gevestigd in, de Krim of Sebastopol. Verboden is tevens het verstrekken van, of het deelnemen aan, regelingen voor het verstrekken van leningen of kredieten, dan wel het verstrekken van een financiering aan een entiteit in de Krim of Sebastopol, met inbegrip van eigen vermogen. Het oprichten van een joint venture in de Krim of Sebastopol of met een entiteit in de Krim of Sebastopol, alsmede het verrichten van investeringsdiensten die gerelateerd zijn aan vorenbedoelde activiteiten, is verboden.

Artikel 2bis, tweede en derde lid, van de verordening geven de uitzonderingen op de beperkende maatregelen van dit artikel. Toegestaan is het rechtmatig handel drijven met entiteiten buiten de Krim of Sebastopol waarbij de investeringen niet zijn bedoeld voor entiteiten in de Krim of Sebastopol. Voorts laat het verbod onverlet dat verplichtingen worden nagekomen in geval de transactie strekt tot uitvoering van contracten die vóór 20 december 2014 zijn gesloten, dan wel verplichtingen uit aanvullende contracten die nodig zijn voor de uitvoering van die contracten, mits de activiteit tenminste 5 werkdagen voor de uitvoering bij de Minister van Financiën is gemeld.

Artikel 2ter, eerste lid, van de verordening regelt een verbod op verkoop, levering, overdracht en uitvoer aan natuurlijke en rechtspersonen in de Krim of Sebastopol, of voor gebruik in de Krim of Sebastopol, van goederen en technologie ten behoeve van de sectoren vervoer, telecommunicatie en energie, alsmede de prospectie, de exploitatie en de productie van olie, gas en minerale rijkdommen in de Krim en Sebastopol. Deze verplichting geldt voor verkoop, levering, overdracht en uitvoer vanaf het grondgebied van de EU, maar ook daarbuiten indien gebruik wordt gemaakt van de onder de rechtsmacht van de lidstaten vallende schepen of vliegtuigen. Dit volgt uit artikel 10 van Verordening (EU) nr. 692/2014.

De verboden goederen en technologie zijn opgenomen in bijlage II van Verordening (EU) nr. 692/2014. Het direct of indirect verlenen van technische bijstand of tussenhandeldiensten, financiering of financiële steun in verband met vorenbedoelde goederen en technologie is eveneens verboden (artikel 2ter, tweede lid).

Artikel 2ter, derde en vierde lid, geven de uitzonderingen op de beperkende maatregelen van dit artikel. De verbodsbepalingen uit artikel 2ter, eerste en tweede lid, laten de verplichtingen die tot 21 maart 2015 worden nagekomen en voortvloeien uit contracten die vóór 20 december 2014 zijn gesloten, dan wel verplichtingen uit aanvullende contracten die nodig zijn voor de uitvoering van die contracten, onverlet, mits de activiteit ten minste 5 werkdagen voor de uitvoering bij de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (inzake een goederentransactie, dan wel technische bijstand) of de Minister van Financiën (inzake een financiële transactie) wordt gemeld.

Artikel 2quater van de verordening regelt een verbod op het verstrekken van technische bijstand, tussenhandeldiensten, bouwdiensten of ingenieursdiensten die rechtstreeks verband houden met de infrastructuur in de Krim of Sebastopol en in de sectoren vervoer, telecommunicatie en energie alsmede de prospectie, de exploitatie en de productie van olie, gas en minerale rijkdommen. Artikel 2quater, tweede lid, geeft de uitzondering op het verbod. Het verbod uit artikel 2quater, eerste lid, laat de verplichtingen die tot 21 maart 2015 worden nagekomen en voortvloeien uit contracten die vóór 20 december 2014 zijn gesloten, dan wel verplichtingen uit aanvullende contracten die nodig zijn voor de uitvoering van die contracten, onverlet.

Het omzeilen van de verbodsbepalingen in artikel 2quater is eveneens verboden (artikel 2quater, derde lid).

In artikel 2quinquies, eerste lid, van de verordening is het verrichten van diensten die verband houden met toeristische activiteiten in de Krim of in Sebastopol verboden. Het is met name cruiseschepen verboden om de in bijlage III van Verordening (EU) nr. 692/2014 genoemde havens binnen te varen of aan te doen (artikel 2quinquies, tweede lid). Het binnenvaren in vorenbedoelde havens is in een noodgeval of om redenen van maritieme veiligheid toegestaan. De Minister van Infrastructuur en Milieu wordt binnen 5 werkdagen in kennis gesteld. Het verbod uit artikel 2quinquies, eerste en tweede lid, laat de verplichtingen die tot 21 maart 2015 worden nagekomen en voortvloeien uit contracten die vóór 20 december 2014 zijn gesloten, dan wel verplichtingen uit aanvullende contracten die nodig zijn voor de uitvoering van die contracten, onverlet, mits de Minister van Infrastructuur en Milieu binnen 5 werkdagen voorafgaand aan de uitvoering in kennis wordt gesteld. De hierboven genoemde meldingen aan de Minister van Infrastructuur en Milieu kunnen worden gericht aan het Kustwachtcentrum te Den Helder.

Artikel 2sexies, eerste lid, van de verordening regelt dat de bevoegde autoriteit, In Nederland de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking of de Minister van Financiën (afhankelijk van de transactie), onder voorwaarden, toestemming kan verlenen voor transacties met betrekking tot de in artikel 2bis, eerste lid, en artikel 2ter, tweede lid, bedoelde activiteiten, en met betrekking tot de in artikel 2ter, eerste lid, bedoelde goederen en technologie, mits de transactie:

  • a. noodzakelijk is voor officiële doeleinden van consulaire missies of internationale organisaties die gevestigd zijn in de Krim of Sebastopol,

  • b. betrekking heeft op projecten die dienend zijn aan ziekenhuizen, andere openbare zorginstellingen of aan openbare onderwijsinstellingen in de Krim of Sebastopol,

  • c. apparatuur of uitrusting voor medisch gebruik betreft, of

  • d. betrekking heeft op onderhoud van de veiligheid van bestaande infrastructuur (artikel 2sexies, tweede lid).

Artikel 2sexies, derde lid, van de verordening regelt dat, afhankelijk van de transactie, de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking of de Minister van Financiën, onder voorwaarden, toestemming kan verlenen voor transacties met betrekking tot de in artikel 2bis, eerste lid, en artikel 2ter, tweede lid, bedoelde activiteiten, tot de in artikel 2ter, eerste lid, bedoelde goederen en technologie, en tot de in artikel 2quater bedoelde diensten. De vorenbedoelde transacties dienen noodzakelijk te zijn ter bescherming van de gezondheid en veiligheid van de mens, de infrastructuur of het milieu. In noodgevallen mag de transactie zonder voorafgaande toestemming van eerder genoemde bevoegde autoriteiten plaatsvinden mits de transactie binnen 5 werkdagen na uitvoering wordt gemeld en een nadere motivering wordt verstrekt.

De wijziging van artikel 1, tweede lid, van de Sanctieregeling inlijving Krim en Sebastopol 2014 heeft betrekking op de uitzonderingen op de verboden.

Voor meer informatie over de beperkende maatregelen zij verwezen naar de website

www.rijksoverheid.nl/sancties.

Ten slotte kan worden gemeld dat de onderhavige regeling strekt tot naleving van een internationale verplichting en dat uit dien hoofde inwerkingtreding niet plaatsvindt conform de Vaste Verander Momenten-systematiek.

De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders


X Noot
1

Verordening (EU) nr. 1351/2014 van de Raad van de Europese Unie van 18 december 2014 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 692/2014 betreffende beperkende maatregelen naar aanleiding van de illegale inlijving van de Krim en Sebastopol (Pb L 365)

X Noot
2

Verordening (EU) nr. 692/2014 van de Raad van de Europese Unie van 23 juni 2014 betreffende beperkende maatregelen, als antwoord op de illegale inlijving van de Krim en Sebastopol (Pb L 183)

X Noot
3

Verordening (EU) nr. 825/2014 van de Raad van de Europese Unie van 30 juli 2014 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 692/2014 van de Raad betreffende beperkingen op de invoer in de Unie van goederen van oorsprong uit de Krim of Sebastopol, als antwoord op de illegale inlijving van de Krim en Sebastopol (Pb L 226)

Naar boven