Regeling van de Minister van Buitenlandse Zaken van 23 januari 2015, nr. MinBuZa.2015.19674, houdende beperkende maatregelen in verband met de situatie in Jemen (Sanctieregeling Jemen 2015)

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Financiën en de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking;

Gelet op Verordening 1352/2014 van de Raad van de Europese Unie van 18 december 2014 betreffende beperkende maatregelen in verband met de situatie in Jemen (Pb L 365);

Gelet op artikel 2, tweede lid, en artikel 3 van de Sanctiewet 1977;

Besluit:

Artikel 1

  • 1. Het is verboden te handelen in strijd met artikel 2, artikel 9, eerste lid, en artikel 10 van Verordening 1352/2014 van de Raad van de Europese Unie van 18 december 2014 betreffende beperkende maatregelen in verband met de situatie in Jemen (Pb L 365).

  • 2. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, geldt niet in gevallen waarin artikel 4, artikel 5, artikel 6, artikel 7 of artikel 8 van Verordening 1352/2014 van toepassing is.

Artikel 2

  • 1. De bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 4, artikel 5, artikel 6, artikel 7, artikel 8, eerste lid, en artikel 9, eerste lid, van Verordening 1352/2014 is de Minister van Financiën voor zover het betreft de vrijgave of beschikbaarstelling van tegoeden of informatie van financiële aard.

  • 2. De bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 4, artikel 5, artikel 6, artikel 7 en artikel 9, eerste lid, van Verordening 1352/2014 is de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking voor zover het betreft de vrijgave of beschikbaarstelling van economische middelen of informatie anders dan van financiële aard.

Artikel 3

Deze regeling wordt aangehaald als: Sanctieregeling Jemen 2015.

Artikel 4

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders

TOELICHTING

Overeenkomstig Resolutie 2140 (2014) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties van 26 februari 2014 zijn door de Raad van de Europese Unie beperkingen inzake het binnenkomen of doorreizen en het bevriezen van tegoeden en economische middelen vastgesteld1. Deze beperkende maatregelen zijn van toepassing op natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten en lichamen waarvoor door het Sanctiecomité, bedoeld in punt 19 van Resolutie 2140 (2014), is vastgesteld dat zij handelingen verrichten of handelingen steunen die de vrede, de stabiliteit of de veiligheid van Jemen ondermijnen.

De onderhavige regeling strekt tot implementatie van de met het oog op deze bevriezingsmaatregelen vastgestelde Verordening 1352/2014.

In een bijlage bij de verordening zijn de personalia vermeld van personen op wie de sancties van toepassing zijn.

Van de bevriezingsmaatregel kan de Minister van Financiën of, voor zover het betreft economische middelen de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, ontheffing verlenen teneinde te voorzien in de primaire levensbehoeften of voor het doen van buitengewone uitgaven. Voorts voorziet artikel 7 van de verordening in de mogelijkheid om bevroren tegoeden of economische middelen vrij te geven voor uitgaven die verband houden met verplichtingen die dateren van voordat de bevriezingsmaatregel van toepassing werd.

De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders


X Noot
1

Besluit 2014/932/GBVB van de Raad van 18 december 2014 betreffende beperkende maatregelen in verband met de situatie in Jemen (Pb L 365) en Verordening 1352/2014 van de Raad van de Europese Unie van 18 december 2014 betreffende beperkende maatregelen in verband met de situatie in Jemen (Pb L 365)

Naar boven