Architectenbureaus

Fonds 2015/2018

Verbindendverklaring gewijzigde CAO-bepalingen

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Besluit van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 20 februari 2015 tot wijziging van het besluit tot algemeen verbindendverklaring van bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst inzake Fonds Architectenbureaus

UAW Nr. 11634

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

Gelezen het verzoek van Stichting Fonds Architectenbureaus namens partijen bij bovengenoemde collectieve arbeidsovereenkomst, strekkende tot algemeen verbindendverklaring van gewijzigde bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst;

Partij(en) ter ener zijde: Koninklijke Maatschappij ter bevordering der Bouwkunst Bond van Nederlandse Architecten (BNA);

Partij(en) ter andere zijde: CNV Dienstenbond, FNV Bondgenoten en De Unie.

Gelet op de artikelen 2, 4 en 5 van de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten;

Besluit:

Dictum I

Het besluit tot algemeen verbindendverklaring van bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst inzake Fonds Architectenbureaus1 wordt met inachtneming van dictum II als volgt gewijzigd:

A

De onder dictum I opgenomen bepalingen worden als volgt gewijzigd:

Artikel 7 komt te luiden:

‘Artikel 7 Bijdragen

De werkgever is aan SFA per werknemer per kalenderjaar een bijdrage verschuldigd van € 50,00. De bijdrage wordt jaarlijks vastgesteld. Indien op 1 december van enig jaar geen besluit is genomen over herziening van de werkgeversbijdrage voor het daarop volgende kalenderjaar, blijft de geldende werkgeversbijdrage van kracht.’

BIJLAGE II Reglement van de Stichting Fonds Architectenbureaus

Artikel 2, lid 1 komt te luiden:

‘Artikel 2 Hoogte der bijdragen

  • 1. De werkgever is aan de SFA per werknemer per kalenderjaar een bijdrage verschuldigd. Voor 2015 is de bijdrage vastgesteld op € 50,00 per werknemer inclusief indexatie. De bijdrage wordt jaarlijks geïndexeerd.Indien op 1 december van enig jaar geen besluit is genomen over herziening van de werkgeversbijdrage voor het daarop volgende kalenderjaar, blijft de geldende werkgeversbijdrage van kracht.’

Dictum II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en heeft geen terugwerkende kracht.

’s-Gravenhage, 20 februari 2015

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, namens deze, De directeur Uitvoeringstaken Arbeidsvoorwaardenwetgeving, M. H.M. van der Goes

Naar boven