Besluit van de directeur-generaal van Agro en Natuur van 20 januari 2015, nr. 14210499, houdende verlening van ondermandaat, volmacht en machtiging voor het directoraat-generaal voor Agro en Natuur van het Ministerie van Economische Zaken 2015 (Besluit ondermandaat, volmacht en machtiging voor het directoraat-generaal voor Agro en Natuur van het Ministerie van Economische Zaken 2015)

De directeur-generaal van Agro en Natuur,

Gelet op artikel 18 van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging EZ 2015;

Besluit:

§ 1. Algemene bepalingen

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. de directeur-generaal:

de directeur-generaal van Agro en Natuur;

b. de directeuren:

de directeuren van het directoraat-generaal voor Agro en Natuur;

c. de plaatsvervangend directeuren:

de plaatsvervangend directeuren van het directoraat-generaal voor Agro en Natuur;

d. het stafoverleg DG-Agro en Natuur:

het collectief van onder a en b bedoelde functionarissen;

e. de MT-leden van een directie:

de leden van het managementteam van een directie met uitzondering van de directeur en de plaatsvervangend directeur;

f. de Chief Veterinary Officer:

de Chief Veterinary Officer van het directoraat-generaal voor Agro en Natuur;

g. de plaatsvervangend Chief Veterinary Officer:

de plaatsvervangend Chief Veterinary Officer van het directoraat-generaal voor Agro en Natuur;

h. de secretaris van de Raad voor Dierenaangelegenheden:

de secretaris van de Raad voor Dierenaan-gelegenheden van het directoraat-generaal voor Agro en Natuur;

i. het hoofd Economische Zaken bij de Rijksdienst Caribisch Nederland:

het hoofd Economische Zaken bij de Rijksdienst Caribisch Nederland van het Ministerie van Economische Zaken;

j. het hoofd regiebureau POP:

het hoofd van het regiebureau Plattelandsontwikkelingsprogramma van het Ministerie van Economische Zaken;

k. het bedrag:

bedrag inclusief de verschuldigde omzetbelasting (BTW).

§ 2. Taakverdeling

Artikel 2

Aan de directeur-generaal is voorbehouden: het nemen van besluiten, het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen en het verrichten van andere handelingen dan een besluit of een privaatrechtelijke rechtshandeling betreffende de volgende aangelegenheden:

  • a. onderwerpen die twee of meer directies van zijn dienstonderdeel raken, tenzij daarover tussen de betrokken directeuren overeenstemming bestaat;

  • b. aangelegenheden op het werkterrein van een directeur:

    • 1°. ten aanzien waarvan de directeur-generaal in een incidenteel geval mededeling heeft gedaan dat zij door hem zullen worden behandeld, of

    • 2°. die door een directeur aan de directeur-generaal ter afhandeling worden voorgelegd, tenzij zij naar het oordeel van de directeur-generaal door een andere directeur moeten worden behandeld.

Artikel 3

  • 1. Aan de directeuren en plaatsvervangend directeuren wordt, ieder voor zich, ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor aangelegenheden op zijn werkterrein met dien verstande dat het aangaan van financiële verplichtingen een bedrag van € 250.000 per verplichting niet te boven gaat.

  • 2. Aan de directeuren en plaatsvervangend directeuren wordt voorts, ieder voor zich, ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor:

    • a. het verlenen van verlof en kort buitengewoon verlof;

    • b. het verlenen van zwangerschaps-, bevallings-, en ouderschapsverlof;

    • c. het aangaan van verplichtingen en het afhandelen van verzoeken inzake de opleiding van personeel;

    • d. het accorderen van P-Direkt aanvragen;

    • e. het accorderen van aanvragen voor dienstreizen en het goedkeuren van reiskostendeclaraties binnen en buiten de Europese Unie.

Artikel 4

  • 1. Aan de MT-leden van een directie wordt, ieder voor zich, ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor aangelegenheden op zijn werkterrein met dien verstande dat het aangaan van financiële verplichtingen een bedrag van € 25.000 per verplichting niet te boven gaat.

  • 2. Aan de MT-leden van een directie wordt voorts, ieder voor zich, voor de onder hen ressorterende medewerkers ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor:

    • a. het verlenen van verlof en kort buitengewoon verlof;

    • b. het verlenen van zwangerschaps-, bevallings-, en ouderschapsverlof;

    • c. het aangaan van verplichtingen en het afhandelen van verzoeken inzake de opleiding van personeel;

    • d. het accorderen van P-Direkt aanvragen;

    • e. het accorderen van aanvragen voor dienstreizen en het goedkeuren van reiskostendeclaraties binnen de Europese Unie.

  • 3. In uitzondering op het eerste en tweede lid, geldt het ondermandaat, de volmacht en de machtiging aan de MT-leden van een directie niet voor aangelegenheden op hun werkterrein:

    • 1°. ten aanzien waarvan de directeur in een incidenteel geval mededeling heeft gedaan dat zij door hem zullen worden behandeld, of

    • 2°. die door een MT-lid aan de directeur worden voorgelegd, tenzij zij naar het oordeel van de directeur door een ander MT-lid moeten worden behandeld.

Artikel 5

Aan de Chief Veterinary Officer en de plaatsvervangend Chief Veterinary Officer wordt, ieder voor zich, ondermandaat en machtiging verleend voor aangelegenheden op zijn werkterrein.

Artikel 6

Aan de secretaris van de Raad voor Dierenaangelegenheden wordt volmacht en machtiging verleend voor aangelegenheden op zijn werkterrein met dien verstande dat het aangaan van financiële verplichtingen een bedrag van € 25.000 per verplichting niet te boven gaat.

Artikel 7

Aan het hoofd Economische Zaken bij de Rijksdienst Caribisch Nederland wordt ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor aangelegenheden op zijn werkterrein.

Artikel 8

  • 1. Aan het hoofd regiebureau POP wordt ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor aangelegenheden op zijn werkterrein.

  • 2. Aan het hoofd regiebureau POP wordt tevens voor de onder hem ressorterende medewerkers ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor:

    • a. het verlenen van verlof en kort buitengewoon verlof;

    • b. het verlenen van zwangerschaps-, bevallings-, en ouderschapsverlof;

    • c. het aangaan van verplichtingen en het afhandelen van verzoeken inzake de opleiding van personeel;

    • d. het accorderen van P-Direkt aanvragen;

    • e. het accorderen van aanvragen voor dienstreizen en het goedkeuren van reiskostendeclaraties binnen de Europese Unie.

§ 3. Vervanging

Artikel 9

De uit dit besluit voor de directeuren voortvloeiende bevoegdheden gaan in geval van afwezigheid over op hun plaatsvervanger. Bij afwezigheid van zowel de directeur als zijn plaatsvervanger gaan de uit dit besluit voortvloeiende bevoegdheden over op een ander MT-lid van die directie.

§ 4. Slotbepalingen

Artikel 10

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2015.

Artikel 11

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit ondermandaat, volmacht en machtiging voor het directoraat-generaal voor Agro en Natuur van het Ministerie van Economische Zaken 2015.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 20 januari 2015

J.P. Hoogeveen directeur-generaal van Agro en Natuur

Tegen dit besluit kan degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken binnen 6 weken na de dag van dagtekening van deze Staatscourant een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij het Ministerie van Economische Zaken, directie Wetgeving en Juridische Zaken, Postbus 20401, 2500 EK ’s-Gravenhage.

Naar boven