Beschikking, houdende ontheffing voor het beroepsmatig uitvoeren van vluchten met de onbemande luchtvaartuigsystemen DJI Spreading Wings S800, DJI Inspire 1 en Freefly Cinestar 8 zonder BVL, geluidscertificaat en BVB door VideoDrone (bedrijfsontheffing UAS VideoDrone)

Datum: 11 augustus 2015

Nummer: ILT-2015/55868

DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Defensie;

Gelezen het verzoek van VideoDrone, initiële aanvraag ontvangen op 8 mei 2015 en de IDCA-certificaten ontvangen op 17 juli 2015, contactpersoon de heer V. van Schijndel, tel.: 06 4660 8547, e-mail: vincent@videodrone.nl;

Gezien het gegeven dat:

  • het verboden is om beroepsmatig deel te nemen aan het luchtverkeer met een licht onbemand luchtvaartuig, tenzij hiervoor ontheffing is verleend;

  • lichte onbemande luchtvaartuigen voorrang moeten verlenen aan al het andere luchtverkeer; dat dit mogelijk is door binnen zichtafstand van de piloot te blijven en naast de piloot nog een waarnemer te verplichten;

  • het verboden is om beroepsmatig deel te nemen aan het luchtverkeer met een licht onbemand luchtvaartuig, tenzij hiervoor ontheffing is verleend;

  • VideoDrone beschikt over een bedrijfsontheffing;

  • twee lichte onbemande luchtvaartuigen, type DJI Inspire 1, en een licht onbemand luchtvaartuig, type Freefly Cinestar 8, bijgeschreven moeten worden op de eerder afgegeven bedrijfsontheffing van VideoDrone;

Gelet op de artikelen 2.1, vierde lid, 3.21 en 5.5, derde lid, van de Wet luchtvaart;

BESLUIT:

Artikel 1

  • 1. Aan VideoDrone wordt ontheffing verleend van de verbodsbepalingen van de artikelen 3.8, eerste lid, onderdeel b, en 3.19a, eerste lid, onderdeel b, van de Wet luchtvaart en van de verbodsbepaling van artikel 1, eerste lid, onderdeel a, van de Regeling modelvliegen om beroepsmatig (aerial work ROC: luchtfotografie en -film) deel te nemen aan het luchtverkeer met een licht onbemand luchtvaartuig, type DJI Spreading Wings S800, met nationaliteits- en inschrijvingskenmerk PH-1CF, twee lichte onbemande luchtvaartuigen, type DJI Inspire 1, met nationaliteits- en inschrijvingskenmerken PH-1IS en PH-1IT en een licht onbemand luchtvaartuig, type Freefly Cinestar 8, met nationaliteits- en inschrijvingskenmerk PH-1DI en zonder dat de luchtvaartuigen zijn voorzien van een geldig bewijs van luchtwaardigheid en geluidscertificaat.

  • 2. Aan de volgende medewerkers van VideoDrone wordt ontheffing verleend van het verbod, genoemd in artikel 2.1, eerste lid, van de Wet luchtvaart, voor het beroepsmatig maken van (test)vluchten met de in het eerste lid genoemde lichte onbemande luchtvaartuigen zonder in het bezit te zijn van een geldig bewijs van bevoegdheid (RPA-L: VLOS, VFR daylight; rotorcraft (H) mtom 0 < 25 kg; unpopulated area; non EU; non ICAO):

    • a. de heer T. Huybrechtse;

    • b. de heer V. van Schijndel.

  • 3. VideoDrone fungeert bij de voorbereiding en uitvoering van de vluchten als exploitant van de in het eerste lid genoemde lichte onbemande luchtvaartuigen.

Artikel 2

Aan deze ontheffing zijn de volgende voorschriften en beperkingen verbonden:

  • a. VideoDrone mag met de in artikel 1, eerste lid, genoemde lichte onbemande luchtvaartuigen vluchten uitvoeren in de Amsterdam FIR tot een maximale hoogte van 120 meter boven de grond of het water (400 ft AGL);

  • b. de vluchten vinden plaats binnen de daglichtperiode zoals gepubliceerd in het AIP Netherlands GEN 2.7;

  • c. de vluchten worden uitgevoerd in:

    • 1°. klasse G-luchtruim bij een vliegzicht van ten minste 1,5 kilometer en vrij van bewolking;

    • 2°. klasse C-luchtruim bij een vliegzicht van ten minste 5 kilometer en ten minste 300 meter (1.000 ft) verticale en 1.500 meter horizontale afstand van bewolking, mits wordt voldaan aan onderdeel k;

    • 3°. klasse D-luchtruim bij een vliegzicht van ten minste 5 kilometer en ten minste 300 meter (1.000 ft) verticale en 1.500 meter horizontale afstand van bewolking, mits wordt voldaan aan onderdeel k;

  • d. de horizontale afstand tussen de RPA en mensen, aaneengesloten bebouwing en in gebruik zijnde autosnelwegen, autowegen of wegen waar een maximale snelheid van 80 kilometer per uur of meer geldt, bedraagt ten minste 150 meter;

  • e. onverminderd onderdeel d bedraagt de horizontale afstand tot vaartuigen, voertuigen, kunstwerken en spoorlijnen minimaal 50 meter;

  • f. de horizontale afstand tot industrie- en havengebieden bedraagt ten minste 50 meter;

  • g. constructies (zoals windmolens) en gebouwen die onder zeggenschap vallen van de exploitant van de RPA, mogen binnen 150 meter worden benaderd onder voorwaarde dat de RPA op minstens 150 meter van mensen en in gebruik zijnde vaartuigen en voertuigen blijft;

  • h. het lichte onbemande luchtvaartuig blijft binnen het gezichtsveld/Visual Line of Sight (VLOS) van de piloot;

    VLOS wil in ieder geval zeggen dat de afstand van het luchtvaartuig tot de piloot die het externe besturingsstation bedient, maximaal 500 meter en de vlieghoogte maximaal 120 meter boven de grond of het water (400 ft AGL) bedraagt;

  • i. VideoDrone voert de vluchten uit volgens een goedgekeurd operationeel handboek;

  • j. VideoDrone maakt voor iedere vlucht:

    • 1°. een operationeel plan;

    • 2°. een risicoanalyse,

    en bewaart deze minimaal tot de eerstvolgende audit;

  • k. VideoDrone coördineert de vluchten in:

    • 1°. civiel beheerde CTR’s (met luchtruimklasse C) conform de door LVNL via de Operationele Helpdesk gepubliceerde procedures of conform de te maken afspraken met de luchtverkeersleiding van CTR Niederrhein;

    • 2°. militair beheerde CTR’s (met luchtruimklasse C of D) vooraf met de luchtverkeersleidingsdienst van de desbetreffende militaire luchthaven,

    en voert een vlucht in een CTR pas uit na verkregen toestemming van de desbetreffende luchtverkeersleidingsdienst; omdat de vliegers van VideoDrone niet beschikken over de bevoegdverklaring RT en VideoDrone niet beschikt over een radiogrondstation voor tweezijdig radiocontact met de luchtverkeersleidingsdienst en hun onbemande luchtvaartuigen niet zijn voorzien van een Mode S SSR-transponder, is die toestemming niet vanzelfsprekend;

  • l. VideoDrone coördineert vluchten in militaire laagvlieggebieden of in de buurt van militaire laagvliegroutes met:

    • 1°. het Operatie- en Coördinatiecentrum (OCC) van het Defensie Helikopter Commando voor laagvlieggebieden met de aanduiding ‘GLV’, met uitzondering van GLV XI (zie punt 3) (e-mail: p56503@mindef.nl, tel.: 0161 296770);

    • 2°. de Koninklijke Militaire School Luchtmacht van de vliegbasis Woens-drecht voor de militaire laagvliegroute VO (e-mail: kmsl.ops.emvo@mindef.nl);

    • 3°. het Defensie Helikopter Commando (DHC), Bureau Operaties De Kooy, tel.: 0223 658553 (e-mail: DHC.currentops.860sq@mindef.nl) voor het militaire laagvlieggebied GLV XI (Wieringermeerpolder),

    en voert deze vluchten pas uit nadat toestemming van de desbetreffende instantie is verkregen;

  • m. VideoDrone voert geen vluchten uit binnen een afstand van 3 nautische mijlen van de laagvliegroute Link 10 op maandag tot en met donderdag;

  • n. VideoDrone is ervoor verantwoordelijk dat de piloot altijd direct de koers en hoogte van het luchtvaartuig kan wijzigen, ook als bij normale vluchtuitvoering geen sprake is van manuele besturing van het onbemande luchtvaartuig;

  • o. VideoDrone wijst voor de desbetreffende vlucht een gezagvoerder aan onder wiens verantwoordelijkheid de vlucht wordt uitgevoerd; vóór de vlucht neemt de gezagvoerder kennis van alle gegevens en inlichtingen die voor de uitvoering van de vlucht van belang kunnen zijn;1

  • p. VideoDrone wijst naast de gezagvoerder en/of piloot2 voor de desbetreffende vlucht een waarnemer aan; het is de taak van de waarnemer om de gezagvoerder tijdens de vlucht te voorzien van informatie over de omgeving en de daarmee samenhangende botsingsrisico’s en zo nodig daaromtrent instructies te geven;

  • q. verzekering:

    • 1°. VideoDrone is verzekerd voor aansprakelijkheid bij ongevallen al dan niet resulterend in schade of letsel ten aanzien van derden;

    • 2°. VideoDrone voldoet ten minste aan de verzekeringseisen zoals deze zijn vastgelegd in Verordening (EG) nr. 785/2004 van het Europees parlement en de Raad van 21 april 2004, betreffende de verzekeringseisen voor luchtvervoerders en exploitanten van luchtvaartuigen;

  • r. VideoDrone stelt voor iedere vlucht ten minste één veilige positie voor het onbemande luchtvaartuig vast voor die gevallen waarbij de communicatie tussen het onbemande luchtvaartuig en het externe besturingsstation wordt verbroken;

  • s. VideoDrone stelt voor iedere vlucht een plan vast waaruit in ieder geval volgt dat de risico’s worden gemitigeerd van een mogelijke botsing met overig luchtverkeer, dan wel mensenmenigten, constructies en gebouwen op de grond;

  • t. voorvalmeldingen:

    • 1°. VideoDrone meldt voorvallen en ernstige incidenten binnen 72 uur aan het Analyse Bureau Luchtvaartvoorvallen van de Inspectie Leefomgeving en Transport ingevolge de Regeling melding voorvallen in de burgerluchtvaart; zie www.ilent.nl onder ‘luchtvaartvoorval melden’ en www.ais-netherlands.nl voor AIC-B 02/10;

    • 2°. ongevallen (= met gewonde(n) of dode(n)) moeten (na de hulpverleningsoproep) direct worden gemeld aan:

      • a) de OVV (tel.: 0800 MELDOVV of 0800 6353 688), en

      • b) de crisiscoördinator van ILT (tel.: 070 456 3434);

    • 3°. incidenten worden binnen VideoDrone geadministreerd en beoordeeld en het management bekijkt of deze moeten leiden tot verbeteringen van de bedrijfsvoering, in ieder geval wanneer de incidenten betrekking hebben op de vluchtuitvoering;

  • u. VideoDrone is ervoor verantwoordelijk dat iedere geplande vluchtuitvoering op een terrein aangewezen voor tijdelijk en uitzonderlijk gebruik wordt gemeld bij de Inspectie via een e-mail aan meldingtug@ilent.nl; ingevolge artikel 35, derde lid, van de Regeling veilig gebruik luchthavens en andere terreinen meldt de houder van de ontheffing ten minste 24 uur vóór de dag waarop het terrein zal worden gebruikt dit voornemen schriftelijk of per e-mail aan de Minister van Infrastructuur en Milieu en de burgemeester van de gemeente waarin het desbetreffende terrein ligt; de melding aan de Minister kan worden gedaan via de melding aan de inspectie;

  • v. VideoDrone is ervoor verantwoordelijk dat vluchten die onder deze beschikking vallen, maandelijks in één e-mail worden gemeld aan div.hoofddorp@ilent.nl o.v.v. ‘Evaluatie beschikking VideoDrone ILT-2015/33434’ met toevoeging van het operationeel plan en de risicoanalyse van de desbetreffende vlucht;

  • w. VideoDrone is ervoor verantwoordelijk dat voldoende voor de vluchtuitvoering met de luchtvaartuigen opgeleid, gekwalificeerd en vakkundig personeel wordt ingezet bij de lichte RPA-vluchtuitvoering;

  • x. personeel dat gemoeid is met de vluchtvoorbereiding of -uitvoering van de lichte RPA, werkt niet met het systeem indien er sprake is van een omstandigheid waarbij vermoeidheid of een gevoel van niet fit zijn een gevaar voor de luchtwaardigheid of de vlucht zou kunnen opleveren;

  • y. VideoDrone initieert uiterlijk 2 dagen vóór de vlucht plaatsvindt de publicatie van een NOTAM waarin de RPA-activiteit bekend wordt gemaakt, voor:

    • 1°. vluchten die plaatsvinden onder of in civiel gecontroleerd luchtruim, bij de Operationele Helpdesk LVNL, per e-mail ops_helpdesk@lvnl.nl;

    • 2°. vluchten die plaatsvinden onder of in militair gecontroleerd luchtruim, bij het AOCS NM, per e-mail AOCS.AIS@mindef.nl;

    indien een NOTAM is uitgegeven maar de vlucht niet doorgaat, laat VideoDrone deze NOTAM intrekken;

  • z. om in aanmerking te komen voor verlenging van de geldigheidsduur van de ontheffing:

    • 1°. moeten de onbemande luchtvaartuigen worden gebruikt en onderhouden volgens de aanwijzingen van de fabrikant(en);

    • 2°. moet iedere vlieger in de voorgaande 2 jaar ten minste 2 uur per jaar als gezagvoerder van het onbemande luchtvaartuig hebben gefunctioneerd op 6 verschillende dagen, waarbij in de laatste 90 dagen ten minste 3 vluchten zijn uitgevoerd;

    • 3°. moet VideoDrone een adequaat trainingsprogramma voor een opfriscursus en proeve van bekwaamheid hebben en gebruiken voor bestuurders van lichte onbemande luchtvaartuigen die niet meer aan de onder punt 2 genoemde ervaringseis voldoen;

    • 4°. moet zijn gewerkt in overeenstemming met deze beschikking en de van toepassing zijnde regels uit of gebaseerd op de Wet luchtvaart;

    • 5°. moet een audit hebben plaatsgevonden waarbij minimaal de volgende onderwerpen positief zijn getoetst:

      • a) werken conform het operationele handboek (inclusief de werking van het veiligheidsmanagementsysteem);

      • b) de logboeken en journaals;

      • c) de luchtwaardigheid van de gebruikte luchtvaartuigen.

Artikel 3

VideoDrone levert uiterlijk 1 augustus 2015 een operationeel handboek aan de inspectie, waarin alle elementen uit het document ‘Checklist OM voor operators’ zijn verwerkt.

Artikel 4

De beschikking met nr. ILT-2014/49161 vervalt.

Artikel 5

Het handelen in strijd met deze beschikking is een strafbaar feit.

Artikel 6

Deze beschikking treedt in werking met ingang van 12 augustus 2015 en vervalt met ingang van 1 februari 2016.

DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU, namens deze, DE SENIOR INSPECTEUR ILT/VERGUNNINGEN, A. Schurink-v.d. Klugt

Bezwaarclausule

Indien u het niet eens bent met deze beschikking, kunt u hiertegen op grond van het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht binnen zes weken na de datum waarop deze beschikking is verzonden, schriftelijk bezwaar aantekenen.

Het bezwaarschrift moet worden ondertekend en moet ten minste bevatten:

  • de naam en het adres van de indiener;

  • de dagtekening;

  • een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht;

  • de gronden van het bezwaar.

Het bezwaarschrift kunt u richten aan:

Inspectie Leefomgeving en Transport

Postbus 16191

2500 BD Den Haag


X Noot
1

Zoals weersomstandigheden en -verwachtingen, ter plaatse geldende luchtverkeersregels (o.a. zichtbaar via de VFR-luchtvaartkaart Nederland en de luchtvaartgids www.ais-netherlands.nl) en eventuele bijzondere omstandigheden, bekendgemaakt in berichten aan luchtvarenden (NOTAMS).

X Noot
2

De gezagvoerder is degene die eindverantwoordelijk is voor de vluchtuitvoering.

Naar boven