Vaststelling bestemmingsplan ‘Giessen-Rijswijk – Brede School 2014’, Woudrichem

Burgemeester en wethouders van Woudrichem maken op grond van artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening bekend dat de gemeenteraad op 16 december 2014 het bestemmingsplan “Giessen-Rijswijk – Brede School 2014” met IMRO-code NL.IMRO.0874.GSRWBP201401-VSG1 heeft vastgesteld.

De gemeente Woudrichem heeft in het kader van de duurzame leefbaarheid van de dubbelkern Giessen en Rijswijk een dubbele ambitie: de realisatie van een gezamenlijk centrum voor de dubbelkern. De meest aangewezen plek voor de centrumfuncties is de locatie van de voetbalvelden van de Rijswijkse Boys (en omgeving). De eerste stap op weg naar de realisatie van het centrum is de ontwikkeling van een Brede School aan het Jagerspad. Het onderhavige, onlangs vastgestelde bestemmingsplan maakt de realisatie van de Brede School op deze locatie planologisch mogelijk.

Het vastgestelde bestemmingsplan ligt, met ingang van 30 januari 2015, gedurende zes weken, voor een ieder ter inzage. U kunt de stukken inzien bij de gemeente Woudrichem bij de balie van de afdeling Ruimte in het gemeentehuis, Raadhuisplein 1 te Woudrichem. Tevens zijn de stukken raadpleegbaar via de website van de gemeente Woudrichem (www.woudrichem.nl) en RO-online (www.ruimtelijkeplannen.nl/web-roo/?planidn=NL.IMRO.0874.GSRWBP201401-VSG1).

Gedurende de termijn van terinzagelegging kan beroep tegen het bestemmingsplan worden ingesteld bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State, postbus 20019, 2500 EA ’s-Gravenhage door:

• belanghebbenden voor zover het een wijziging betreft die bij vaststelling in het bestemmingsplan is aangebracht;

• belanghebbenden die tijdig zienswijzen hebben kenbaar gemaakt bij de gemeenteraad;

• belanghebbenden die kunnen aantonen redelijkerwijs niet in staat te zijn geweest tijdig zienswijzen kenbaar te maken bij de gemeenteraad.

Het instellen van beroep schorst de inwerkingtreding van het besluit niet. Hiertoe dient naast beroep tevens een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening te worden gedaan bij de voorzitter van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State.