Besluit van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 23 juli 2015, nr.15103942, houdende tijdelijke vrijstelling op grond van artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden ter bescherming van de teelt van tulp (Tijdelijke vrijstelling ter bescherming van de teelt van tulp 2015)

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu;

Gelet op artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden en artikel 53 van de Verordening nr. (EG) 1107/2009 van het Europese Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen nr. 79/117/EEG en nr. 91/414/EEG van de Raad (PbEU 2009, L 309);

BESLUIT:

Artikel 1

Tijdelijke vrijstelling als bedoeld in artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden en artikel 53 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 wordt verleend voor het gebruik van het gewasbeschermingsmiddel Apollo (8794N) ter bescherming van de teelt van tulpen tegen de tulpengalmijt.

Artikel 2

De vrijstelling is slechts van toepassing indien de gebruiksvoorschriften in de bijlage bij dit besluit worden nageleefd.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 augustus 2015 en vervalt op 31 oktober 2015.

Artikel 4

Dit besluit wordt aangehaald als: Tijdelijke vrijstelling voor het gewasbeschermingsmiddel Apollo ter bescherming van de teelt van tulp 2015.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, namens deze: J.P. Hoogeveen Directeur-Generaal Agro en Natuur

Bezwaar

Als u het niet eens bent met deze beslissing, kunt u binnen zes weken na dagtekening van dit besluit digitaal of schriftelijk een bezwaarschrift indienen.

Een digitaal bezwaarschrift kunt u indienen via ‘mijn.rvo.nl’. Om in te loggen heeft u uw gebruikerscode en wachtwoord nodig, voor de ondertekening een TAN-code. Bij een digitaal bezwaarschrift stuurt u een kopie van dit besluit mee als pdf-bestand of u stuurt een kopie per post na.

Als u schriftelijk bezwaar wilt maken, stuurt u het ondertekende bezwaarschrift naar de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, afdeling Juridische Zaken, postbus 40219, 8004 DE Zwolle. Bij een schriftelijk bezwaar stuurt u een kopie van dit besluit mee met uw bezwaarschrift.

Op mijn.rvo.nl/bezwaar vindt u meer belangrijke informatie over het digitaal en schriftelijk indienen van een bezwaarschrift.

Meer informatie

Heeft u nog vragen over uw bezwaarschrift, kijk dan op onze website: mijn.rvo.nl. Of bel: 088 042 42 42 (lokaal tarief).

BIJLAGE WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT EN GEBRUIKSAANWIJZING APOLLO 8794N

Wettelijk Gebruiksvoorschrift

Het middel is uitsluitend toegelaten als mijtenbestrijdingsmiddel voor het professionele gebruik in de volgende toepassingsgebieden (volgens Definitielijst Toepassingsgebieden Gewasbeschermingsmiddelen versie 2.1 Ctgb juni 2015) onder de hierna vermelde toepassingsvoorwaarden.

Toepassingsvoorwaarden:

Toepassingsgebied

Type toepassing

Werkzaamheid getoetst op

Dosering* middel per toepassing

Maximaal aantal toepassingen per teeltcyclus of per 12 maanden

Veiligheidstermijn in dagen of uiterst gewasstadium waarop toegepast mag worden

Tulp

Dompelbehandeling

Tulpengalmijt1

0.078 % (78 ml middel per 100 L water)

1

* Verlaging van de dosering is toegestaan, maar van het maximaal aantal toepassingen en de andere toepassingsvoorwaarden mag niet worden afgeweken. Werkzaamheid is bij lagere dosering niet beoordeeld.

X Noot
1

Tulpengalmijt (Eriophyes tulipae syn. Aceria tulipae)

Draag beschermende handschoenen.

In verband met mogelijke residuen in granen, mogen in het eerstvolgende teeltseizoen geen graangewassen als volggewas geteeld worden.

Overige toepassingsvoorwaarden

Bollen/knollen:

Het product dient te worden toegepast op bollen en/of knollen binnen enkele weken na oogst.

TOELICHTING

Algemeen

Artikel 53 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europese Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen nr. 79/117/EEG en nr. 91/414/EEG van de Raad (PbEU 2009, L 309) (hierna: Verordening (EG) nr. 1107/2009) en artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Wgb) maken het mogelijk in bijzondere omstandigheden vrijstelling te verlenen van het verbod om een niet toegelaten gewasbeschermingsmiddel binnen Nederland te brengen, op de markt te brengen, voorhanden te hebben of te gebruiken.

Vrijstelling kan worden verleend als een maatregel nodig blijkt voor een gecontroleerd en beperkt gebruik ter beheersing van een gevaar dat op geen enkele andere redelijke manier te beheersen is.

Met dit besluit wordt in 2015 tijdelijk vrijstelling verleend voor het gebruik van het gewasbeschermingsmiddel Apollo, ter bescherming van de teelt van tulp tegen de tulpengalmijt.

Gevaar

De aantasting door tulpengalmijt begint onder andere via huidscheuren op de tulpenbol. Later, tijdens de bewaring treedt verkleuring op van de buitenste bolrok. Tulpenbollen die zwaar aangetast zijn, worden slap, vormen geen wortels en komen daardoor niet op. Bij minder zwaar aangetaste bollen is de wortelvorming vertraagd en blijft de plant in groei achter. Als bij keuring van tulpenbollen tulpengalmijten of symptomen ervan worden aangetroffen, worden de tulpenbollen afhankelijk van de mate van besmetting gedeclasseerd of afgekeurd.

De geschatte opbrengstderving (door de sector) bedraagt € 57 tot € 114 miljoen in het eerste jaar. De schade zal in de volgende jaren toenemen, indien tulpengalmijt niet afdoende bestreden kan worden. De bloemen van aangetaste tulpen verkleuren waardoor deze niet meer verhandeld kunnen worden.

Daarnaast is de tulpengalmijt vector van het TVX-virus. De aantasting door dit virus zal toenemen wanneer de tulpengalmijt niet tijdens de opslag bestreden wordt. Wanneer het besmettingspercentage van TVX boven een bepaalde norm komt, leidt dit tot declassering van partijen.

Een landbouwtechnisch doelmatige geïntegreerde teelt van tulp in Nederland wordt bedreigd door onvoldoende bestrijding van tulpengalmijt.

Alternatieven

In de teelt en de bewaring van tulp kan schade door de tulpengalmijt beperkt worden door de bollen tijdig te pellen, koel te bewaren en vroeg te planten; door het telen van minder gevoelige rassen en door bedrijfshygiënische maatregelen. Deze maatregelen zijn niet in alle situaties inzetbaar en kunnen de schade door tulpengalmijt niet voorkomen.

Controlled Atmosphere (CA) in de vorm van Ultra Low Oxygen (ULO) werkt tegen tulpengalmijt in de bewaring van tulp, deze maatregel wordt in de biologische teelt al toegepast en veelal door loonwerkbedrijven uitgevoerd. Er is echter in 2015 onvoldoende capaciteit beschikbaar om de totale tulpenoogst te behandelen.

Gedurende de teelt in het veld kan tweemaal een gewasbehandeling met een middel op basis van spirotetramat toegepast worden. Met de toepassing van dit middel kan tulpengalmijt niet afdoende bestreden worden.

Er zijn geen chemische middelen toegelaten om tulpengalmijt tijdens de bewaring te bestrijden.

Een landbouwtechnisch doelmatige geïntegreerde teelt van tulp is met het beschikbare pakket aan middelen en maatregelen niet mogelijk.

Bijzondere omstandigheden

Voor de bestrijding van tulpengalmijt tijdens de bewaring was een middel op basis van pirimifos-methyl beschikbaar. De toepassing ten behoeve van de bloembollenteelt is op verzoek van de toelatinghouder ingetrokken en verviel per 31-12-2013 met een opgebruiktermijn tot 31-3-2014.

Uit oriënterende proeven is gebleken dat CATT effectief is tegen tulpengalmijt. Verder onderzoek is nodig om een behandelprotocol te ontwikkelen. In 2015 wordt geen onderzoek uitgevoerd naar CATT tegen tulpengalmijt. De roofmijt Neoseiulus paspalivorus is effectief om tulpengalmijt te bestrijden. In 2015 vindt vervolgonderzoek plaats naar de productiemogelijkheden van deze roofmijt. N. paspalivorus zal naar verwachting niet eerder dan 2017 op de markt gebracht kunnen worden.

De toelatinghouders en sector leveren inspanningen om te komen tot een oplossing. Voor diverse gewasbeschermingsmiddelen loopt een uitbreidingsaanvraag voor toelating of is deze in voorbereiding. Een toelating wordt niet voor najaar 2015 verwacht. Daarnaast is er perspectief op de praktijktoepassing van de roofmijt Neoseiulus paspalivorus. Een kortstondig noodverband is hiermee gerechtvaardigd.

Advies College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden

Het College constateert dat er na het nemen van de risicoreducerende maatregelen geen risico verbonden is aan de vrijstelling. Het College adviseert een vrijstelling ex artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden voor het gewasbeschermingsmiddel Apollo in de teelt van tulp te verlenen onder vermelding van de volgende risicobeperkende maatregelen:

  • Draag beschermende handschoenen.

  • In verband met mogelijke residuen in granen, mogen in het eerstvolgende teeltseizoen geen graangewassen als volggewas geteeld worden.

De overwegingen

Een vrijstelling is gewenst, omdat zonder de vrijstelling van het middel Apollo de tulpengalmijt in de teelt van tulp, op geen enkele andere redelijke wijze te beheersen is. Hierdoor wordt de landbouwtechnische doelmatige teelt van tulp bedreigd.

De door het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) voorgestelde risicoreducerende maatregelen zijn overgenomen in het Wettelijk Gebruiksvoorschrift, in de bijlage bij dit besluit.

In overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, heb ik besloten om op grond van artikel 38 van de Wgb vrijstelling te verlenen voor het gebruik van het gewasbeschermingsmiddel Apollo, ter bescherming van de teelt van tulp tegen tulpengalmijt.

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 augustus 2015 en vervalt op 31 oktober 2015.

De Staatssecretaris van Economische Zaken namens deze: J.P. Hoogeveen Directeur-Generaal Agro en Natuur

Naar boven