
Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
overwegende dat Staatsbosbeheer (SBB) medio juni 2015 kenbaar heeft gemaakt dat zij op de Moostdijk in Ospeldijk ter hoogte van Bezoekerscentrum de Pelen/Groote Peel een voetgangersoversteekplaats (VOP / Zebrapad) gerealiseerd wil hebben;
dat de Moostdijk de functie heeft van een erftoegangsweg waarvoor ter plaatse een snelheidslimiet geldt van 60 km/h;
dat jaarlijks meer dan 200.000 bezoekers het Bezoekerscentrum de Pelen/Groote Peel aan doen en daarmee de Moostdijk oversteken;
dat hierdoor ter plaatse op enig moment sprake is van een geconcentreerde voetgangersstroom; dat op diverse momenten van de dag de betreffende oversteek daardoor erg druk is, waardoor SBB voorstelt om de voetganger ter plaatse een bijzonder primaat te geven;
dat ter plaatse van de oversteek een verhoogd plateau in de Moostdijk aanwezig is waardoor de snelheid van het gemotoriseerd verkeer wordt gereduceerd;
dat de Politie Limburg-Noord, basiseenheid Weert-Nederweert om advies wordt gevraagd over de hieronder genoemde verkeersmaatregelen;
1. Bestuurders moeten blinden, voorzien van een witte stok met één of meer rode ringen, en overigens alle personen die zich moeilijk voortbewegen, voor laten gaan.
2. Bestuurders moeten voetgangers en bestuurders van een gehandicaptenvoertuig, die op een voetgangersoversteekplaats oversteken of kennelijk op het punt staan zulks te doen, voor laten gaan.
3. Het tweede lid geldt niet voor bestuurders van een motorvoertuig dat behoort tot een militaire colonne of een uitvaartstoet van motorvoertuigen.
4. Het tweede lid geldt evenmin, indien voor de voetgangers en de bestuurders van een gehandicaptenvoertuig een rood voetgangerslicht of een geel knipperlicht als bedoeld in artikel 74, tweede lid van toepassing is;
Artikel 12 (RVV 1990): het is verboden een voertuig vlak voor of op een voetgangersoversteekplaats in te halen
Burgemeester en wethouders voornoemd,
Namens deze,
De secretaris, Drs. J.C.T. Bakens
De burgemeester, H.F.M. Evers
Op grond van de Algemene wet bestuursrecht moet een belanghebbende die tegen een besluit van een bestuursorgaan beroep bij een administratieve rechter kan instellen eerst bezwaar te maken bij het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen (7:1/6:4 Awb).
Het bezwaarschrift is een brief waarin wordt uitgelegd waarom u het niet eens bent met het door burgemeester en wethouders/burgemeester genomen besluit. In deze brief kunt u schrijven wat naar uw mening besloten zou moeten worden. Andere van belang zijnde stukken kunnen worden meegestuurd.
Het bezwaarschrift moet worden ingediend bij burgemeester en wethouders/burgemeester van Nederweert, T.a.v. de commissie bezwaarschriften, Postbus 2728, 6030 AA Nederweert
Het bezwaarschrift moet binnen zes weken (6:7 Awb) ná de dag van verzending (6:8 Awb) van het besluit worden verstuurd. De bezwaartermijn begint met ingang van de dag na die waarop het besluit bekend is gemaakt (6:8 Awb). De bekendmaking van besluiten die tot een of meer belanghebbenden zijn gericht, geschiedt door toezending of uitreiking aan hen, onder wie begrepen de aanvrager (3:41 Awb).
Een bezwaarschrift is op tijd ingediend als het voor het einde van de termijn is ontvangen. Bij verzending per post is een bezwaarschrift tijdig ingediend, als het voor het einde van de termijn bij de post is bezorgd, mits het niet later dan een week na afloop van de termijn is ontvangen (6:9 Awb). Het is verstandig om het bezwaarschrift aangetekend te versturen. U kunt dan aantonen dat het op tijd is verzonden.
- 1.
- 2.
- 3.
- 4.
De mogelijkheid bestaat om in plaats van de bezwaarschriftenprocedure in bepaalde situaties uw bezwaren rechtstreeks als beroepschrift voor te leggen aan de rechtbank Limburg, sector bestuursrecht. In het bezwaarschrift moet dan uitdrukkelijk worden verzocht om daarmee in te stemmen. Ook moet worden vermeld waarom u dat zou willen. In een aantal situaties is direct beroep uitgesloten.
Burgemeester en wethouders/burgemeester kunnen met een dergelijk verzoek instemmen indien de zaak daarvoor geschikt is en zullen zo spoedig mogelijk op het verzoek beslissen (7:1a Awb).
Het indienen van een bezwaarschrift schorst NIET de werking van het besluit waartegen het is gericht tenzij in een wettelijk voorschrift anders is bepaald (6:16 Awb).
Indien tegen een besluit bezwaar is gemaakt, kan de voorzieningenrechter van de rechtbank Limburg, op verzoek een voorlopige voorziening – waaronder schorsing - treffen als onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist. Voor het in behandeling nemen van een verzoek om voorlopige voorziening is griffierecht verschuldigd. De hoogte daarvan bedraagt vanaf 1 januari 2013 voor zaken betreffende een uitkering of huursubsidie: € 44,00 (natuurlijke persoon) en
€ 318,00 (rechtspersoon) bij alle andere bestuursrechtelijke zaken: € 160,00 (natuurlijke persoon) of