Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 2 juli 2015, 2015-0000163363, houdende de wijziging van het Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit SZW 2009 en het Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit secretaris-generaal SZW 2009 in verband met de Wet raadgevend referendum

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 3, tweede lid, van het Coördinatiebesluit organisatie en bedrijfsvoering rijksdienst 2011, artikel 10:3 van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 4, vierde lid, aanhef en onderdeel a, en artikel 23, eerste lid, van het Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit SZW 2009;

Besluit:

ARTIKEL I

Onder vervanging van de punt aan het slot van artikel 4, vierde lid, onderdeel i, van het Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit SZW 2009 door een puntkomma, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • j. het oordeel of over een wet en de stilzwijgende goedkeuring van een verdrag een referendum kan worden gehouden overeenkomstig de Wet raadgevend referendum.

ARTIKEL II

Aan artikel 10 van het Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit secretaris-generaal SZW 2009 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 7. De directeur Wetgeving, Bestuurlijke en Juridische Aangelegenheden is voorts bevoegd om:

    • a. te oordelen of, met het oog op het gestelde in artikel 6 van de Wet raadgevend referendum, over een wet een referendum kan worden gehouden;

    • b. te oordelen of, met het oog op het gestelde in artikel 14 van de Wet raadgevend referendum, over de stilzwijgende goedkeuring van een verdrag een referendum kan worden gehouden;

    • c. het onder a en b bedoelde oordeel ter kennis te brengen van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister van Buitenlandse Zaken.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na dagtekening van de Staatscourant waarin deze wordt geplaatst, en werkt terug tot en met 1 juli 2015.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 2 juli 2015

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher

TOELICHTING

De Wet raadgevend referendum treedt op 1 juli 2015 in werking. Op grond van deze wet kan een referendum worden gehouden over wetten en over de stilzwijgende goedkeuring van verdragen. Het besluit over de referendabiliteit wordt door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties genomen als het gaat om wetten en door de Minister van Buitenlandse Zaken als het gaat om goedkeuringswetten en de stilzwijgende goedkeuring van verdragen. In beide gevallen worden de besluiten genomen in overeenstemming met de minister(s) die het aangaat.

Deze regeling wijzigt het Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit SZW 2009 en het Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit secretaris-generaal SZW 2009, zodat aan de directeur Wetgeving, Bestuurlijke en Juridische Aangelegenheden de bevoegdheid wordt verleend om te oordelen of over een wet of over de stilzwijgende goedkeuring van een verdrag een referendum kan worden gehouden. De directeur Wetgeving, Bestuurlijke en Juridische Aangelegenheden krijgt ook de bevoegdheid om dit oordeel ter kennis te brengen van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister van Buitenlandse Zaken.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher

Naar boven