Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van 2 juli 2015, nr. IENM/BSK-2015/100064, houdende wijziging van de Regeling beheer batterijen en accu's 2008 en de Regeling afgedankte elektrische en elektronische apparatuur

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op Richtlijn 2013/56/EU van het Europees Parlement en de Raad van 20 november 2013 tot wijziging van Richtlijn 2006/66/EG van het Europees Parlement en de Raad inzake batterijen en accu’s, alsook afgedankte batterijen en accu’s, wat het op de markt brengen van cadmiumhoudende draagbare batterijen en accu’s voor gebruik in draadloos elektrisch gereedschap en van knoopcellen met een laag kwikgehalte betreft, en houdende intrekking van Beschikking 2009/603/EG van de Commissie (PbEU 2013, L329) en voorts de artikelen 9.2.2.1, 9.5.2 en 21.6, zesde lid, van de Wet Milieubeheer;

BESLUIT:

ARTIKEL I

De Regeling beheer batterijen en accu’s 2008 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 4, tweede lid, vervalt.

B

Artikel 4, derde lid, onderdeel c, vervalt.

C

Aan artikel 4 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 5. Het eerste lid, onderdeel a, is niet van toepassing op ronde, draagbare batterijen of accu’s met een diameter die groter is dan de hoogte en met een kwikgehalte van ten hoogste 2 gewichtsprocent die voor speciale doeleinden worden gebruikt en die voor 2 oktober 2015 in de Europese Gemeenschap, met inbegrip van invoer in het douanegebied van de Gemeenschap, aan een derde ter beschikking zijn gesteld.

D

Aan artikel 4 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 6. Het eerste lid, onderdeel b, is niet van toepassing op draagbare batterijen en accu’s die zijn bestemd voor het gebruik in een met de hand vast te houden apparaat aangedreven door een batterij of accu en bestemd voor onderhouds-, bouw- of tuinierwerkzaamheden en die voor 1 januari 2017 in de Europese Gemeenschap, met inbegrip van invoer in het douanegebied van de Gemeenschap, aan een derde ter beschikking zijn gesteld.

ARTIKEL II

De Regeling afgedankte elektrische en elektronische apparatuur wordt als volgt gewijzigd:

A

Het opschrift van artikel 17 komt te luiden:

Artikel 17 Ingebouwde batterijen en accu’s

B

In artikel 17, eerste lid, wordt ‘niet eenvoudig uit de apparatuur gehaald kunnen worden’ vervangen door: niet eenvoudig door van de producent onafhankelijke gekwalificeerde vaklieden uit de apparatuur gehaald kunnen worden voor zover deze niet eenvoudig door de eindgebruiker uit de apparatuur gehaald kunnen worden.

C

Artikel 17, tweede lid, onderdeel a, komt te luiden:

  • a. de wijze waarop de batterijen en accu’s door de eindgebruiker dan wel door van de producent onafhankelijke gekwalificeerde vaklieden uit de elektrische en elektronische apparatuur gehaald kunnen worden;.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst met uitzondering van artikel I, onderdelen A en C, die in werking treden op 2 oktober 2015 en artikel I, onderdelen B en D, die in werking treden op 1 januari 2017.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld

TOELICHTING

Inleiding

Deze regeling wijzigt de Regeling beheer batterijen en accu’s 2008 en de Regeling afgedankte elektrische en elektronische apparatuur ter uitvoering van Richtlijn 2013/56/EU van het Europees Parlement en de Raad van 20 november 2013 tot wijziging van Richtlijn 2006/66/EG van het Europees Parlement en de Raad inzake batterijen en accu’s, alsook afgedankte batterijen en accu’s, wat het op de markt brengen van cadmiumhoudende draagbare batterijen en accu’s voor gebruik in draadloos elektrisch gereedschap voor onderhouds-, bouw- of tuinwerkzaamheden en van knoopcellen met een laag kwikgehalte betreft, en houdende intrekking van Beschikking 2009/603/EG van de Commissie (PbEU 2013, L329) (verder aan te duiden als: Richtlijn 2013/56/EU).

Richtlijn 2013/56/EU is van toepassing met ingang van 1 juli 2015.

Aan het eind van de toelichting is de transponeringstabel opgenomen.

Strekking Richtlijn 2013/56/EU

Richtlijn 2013/56/EU wijzigt Richtlijn 2006/66/EG van het Europees Parlement en de Raad inzake batterijen en accu’s, alsook afgedankte batterijen en accu’s, en tot intrekking van Richtlijn 91/157/EEG (PB L 266 van 26.9.2006, blz 1) (hierna: Richtlijn 2006/66/EG).

Richtlijn 2006/66/EG bevat verbodsbepalingen voor het in de handel brengen van batterijen en accu’s met respectievelijk 0,0005 gewichtsprocent kwik en 0,002 gewichtsprocent cadmium en enkele vrijstellingen van deze verboden.

Richtlijn 2013/56/EU bepaalt dat twee van de vrijstellingen komen te vervallen.

De vrijstelling voor zogenaamde knoopcellen met meer dan 0,0005 gewichtsprocent kwik vervalt op 2 oktober 2015. De vrijstelling voor batterijen en accu’s met meer dan 0,002 gewichtsprocent cadmium in draadloze elektrische gereedschappen voor onderhouds-, bouw- of tuinwerkzaamheden vervalt per 1 januari 2017. In aansluiting hierop bepaalt de richtlijn dat na het vervallen van de vrijstellingen oude voorraden nog mogen worden verkocht.

Tevens worden door Richtlijn 2013/56/EU de ontwerpeisen met betrekking het makkelijk verwijderen van in elektrische en elektronische apparatuur ingebouwde batterijen en accu’s uitgebreid en een nieuwe eis gesteld aan de gebruiksaanwijzing bij deze apparaten.

Verder bevat Richtlijn 2013/56/EU diverse aanpassingen van aan de Commissie toegekende bevoegdheden als gevolg van de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon.

Ten slotte wordt door Richtlijn 2013/56/EU aan Richtlijn 2006/66/EG een nieuwe bijlage toegevoegd. Deze bijlage IV bevat procedurele vereisten voor registratie van producenten van batterijen en accu’s en vereisten ten aanzien van de door hen te verschaffen informatie. Deze eisen zijn gelijk aan de eisen die waren opgenomen in Beschikking 2009/603/EU. Deze beschikking wordt door Richtlijn 2013/56/EU ingetrokken. De beschikking is destijds geïmplementeerd via artikel 2, eerste lid, van het Besluit beheer batterijen en accu’s 2008 en de Regeling mededelingenformulier batterijen en accu’s 2008. De nieuwe bijlage IV bij Richtlijn 2006/66 behoeft dus geen implementatie meer.

Implementatie

Als gevolg van Richtlijn 2013/56/EU moeten de Regeling beheer batterijen en accu’s 2008 en de Regeling afgedankte elektrische en elektronische apparatuur worden aangepast.

In de Regeling beheer batterijen en accu’s 2008 moeten de vrijstellingen voor knoopcellen met meer dan 0,0005 gewichtsprocent kwik en voor batterijen en accu’s met meer dan 0,002 gewichtsprocent cadmium in draadloze elektrische gereedschappen voor onderhouds-, bouw- of tuinwerkzaamheden worden verwijderd. Deze vrijstellingen dienen op verschillende tijdstippen te komen vervallen. Alsmede moet worden geregeld dat oude voorraden van niet langer vrijgestelde batterijen en accu’s nog mogen worden verkocht.

In de Regeling afgedankte elektrische en elektronische apparatuur moeten de nieuwe (ontwerp)eisen voor apparatuur met ingebouwde batterijen en accu’s worden toegevoegd.

Het betreft in beide gevallen een rechtstreekse implementatie van Richtlijn 2013/56/EU.

Milieueffecten

Van de regeling wordt een positief effect op het milieu verwacht. Het aantal batterijen met zware metalen dat in het restafval terechtkomt, zal verder worden teruggedrongen. Omdat er een einde komt aan twee vrijstellingen, die leidde tot een verhoogde maximale norm voor het gebruik van kwik en cadmium in batterijen en accu’s, wordt ook aan de bronkant het gebruik van zware metalen verder ingeperkt.

Nalevingskosten

Voor zover bekend worden er in Nederland geen batterijen of accu’s gefabriceerd van het type waarvoor de vrijstelling in de Regeling beheer batterijen en accu’s 2008 nu wordt beëindigd. Voor zowel de kwik knoopcellen als de cadmium batterijen voor draadloze gereedschappen zijn er voldoende alternatieven op de markt. Door innovatie in de afgelopen jaren hebben door Lithium ion batterijen aangedreven draadloze gereedschappen inmiddels een vaste plek in de schappen. De eventuele oude voorraden van batterijen en accu’s, die nog onder de vrijstellingsperiode in de handel zijn gebracht, mogen worden verkocht zolang de voorraad strekt.

De wijziging van de Regeling afgedankte elektrische en elektronische apparatuur zal leiden tot geringe bedrijfseffecten als gevolg van het nieuwe voorschrift met betrekking tot de inhoud van de gebruiksaanwijzing bij apparatuur. In de huidige gebruiksaanwijzingen moet al opgenomen zijn: ‘de wijze waarop de batterijen en accu’s uit de elektrische en elektronische apparatuur gehaald kunnen worden’. De uitbreiding in de gebruiksaanwijzing is dus alleen van toepassing voor die apparaten waar voor het verwijderen van batterijen en accu’s gekwalificeerde vaklieden nodig zijn als deze niet door de eindgebruiker zelf gemakkelijk verwijderd kunnen worden. De verwachting is dat dit voor een beperkte categorie van toepassing zal zijn.

Voorhang

Een ontwerp van onderhavige regeling is vier weken voordat deze is vastgesteld door de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu toegezonden aan beide kamers der Staten-Generaal. Het ontwerp heeft de kamers geen aanleiding gegeven tot het maken van opmerkingen.

Afwijking vaste verandermomenten inwerkingtreding

Onder gebruikmaking van de uitzonderingsmogelijkheid die aanwijzing 174, vierde lid, onderdeel d, van de Aanwijzingen voor de regelgeving biedt, wordt voor de inwerkingtreding van een deel van deze regeling afgeweken van de vaste verandermomenten voor inwerkingtreding van regelgeving.

De onderdelen A en C van artikel I, die betrekking hebben op de vrijstelling voor knoopcellen met meer dan 0,0005 gewichtsprocent kwik, treden in werking op 2 oktober 2015. Daarmee wordt aangesloten bij de termijn waarop deze vrijstelling volgens Richtlijn 2013/56/EU moet komen te vervallen.

Met de inwerkingtreding van artikel II op de dag na plaatsing van de regeling in de Staatscourant wordt bewerkstelligd dat de regeling voor dit onderdeel zo kort mogelijk na de implementatiedatum van de richtlijn, zijnde 1 juli 2015, in werking treedt.

Artikelsgewijs

Artikel I

Artikel 4 van Regeling beheer batterijen en accu’s 2008 bevat verbodsbepalingen voor het in de handel brengen van batterijen en accu’s met respectievelijk 0,0005 gewichtsprocent kwik en 0,002 gewichtsprocent cadmium en enkele vrijstellingen van deze verboden.

Als gevolg van artikel 1, lid 1, onderdelen a en b, van Richtlijn 2013/56/EU moeten de vrijstellingen voor knoopcellen met meer dan 0,0005 gewichtsprocent kwik en voor batterijen en accu’s met meer dan 0,002 gewichtsprocent cadmium in draadloze elektrische gereedschappen voor onderhouds-, bouw- of tuinwerkzaamheden komen te vervallen. Op grond van artikel 1, lid 2, van Richtlijn 2013/56/EU dient in de Regeling beheer batterijen en accu’s 2008 te worden bepaald dat oude voorraden van knoopcellen met meer dan 0,0005 gewichtsprocent kwik en van batterijen en accu’s met meer dan 0,002 gewichtsprocent cadmium in draadloze elektrische gereedschappen voor onderhouds-, bouw- of tuinwerkzaamheden die, voor het vervallen van de vrijstelling op de markt zijn gebracht, nog mogen worden verkocht zolang de voorraad strekt.

Het vervallen van de vrijstellingen wordt geregeld met de onderdelen A en B van artikel I van deze regeling in samenhang met artikel III. Als gevolg daarvan komt de in artikel 4, tweede lid van de Regeling beheer batterijen en accu’s 2008 opgenomen vrijstelling voor knoopcellen te vervallen op 2 oktober 2015. De in artikel 4, derde lid, onderdeel c, opgenomen vrijstelling voor batterijen en accu’s in draadloze elektrische gereedschappen voor onderhouds-, bouw- of tuinwerkzaamheden vervalt op 1 januari 2017.

Tegelijkertijd met de inwerkingtreding van vorengenaamde bepalingen worden via de onderdelen C en D van artikel I van deze regeling in de Regeling beheer batterijen en accu’s 2008 bepalingen ingevoegd die ertoe leiden dat oude voorraden van batterijen en accu’s, die nog onder de vrijstellingsperiode in de handel zijn gebracht, mogen worden verkocht zolang de voorraad strekt.

Artikel II

Richtlijn 2013/56/EU vervangt de tekst van artikel 11 van Richtlijn 2006/66/EG door een nieuwe tekst. De tekst bepaalde – voor zover hier relevant – dat lidstaten erop moeten toezien dat apparaten zodanig worden ontworpen dat afgedankte batterijen en accu’s er gemakkelijk uitgehaald kunnen worden. De nieuwe tekst van artikel 11 voegt hieraan toe dat als afgedankte batterijen en accu’s er door de eindgebruiker niet makkelijk uitgehaald kunnen worden, zij er makkelijk door van de fabrikant onafhankelijke gekwalificeerde vaklieden uitgehaald moeten kunnen worden. Ook nieuw is dat uit de bij de apparaten behorende gebruiksaanwijzing moet blijken hoe de afgedankte batterijen door de eindgebruiker of door onafhankelijke gekwalificeerde vaklieden kunnen worden verwijderd.

Artikel 11 van de Richtlijn 2013/56/EU is geïmplementeerd in artikel 17 van de Regeling afgedankte elektrische en elektronische apparatuur. Dit artikel behoeft derhalve aanpassing.

Artikel II, onderdeel A, wijzigt het opschrift van artikel 17 dat een inperking van de verplichting in artikel 17 suggereerde die niet correct is. De verplichting dat ingebouwde batterijen en accu’s eenvoudig te verwijderen moeten zijn heeft betrekking op afgedankte batterijen en niet op batterijen in afgedankte apparatuur.

Met artikel II, onderdeel B, wordt de nieuwe tekst van de richtlijn geïmplementeerd. Als gevolg daarvan geldt voor elektrische en elektronische apparatuur de verplichting dat afgedankte batterijen makkelijk door de eindgebruiker uit de elektrische en elektronische apparatuur gehaald moeten kunnen worden, en indien dat niet mogelijk is, dat deze er dan makkelijk door van de producent onafhankelijke gekwalificeerde vaklieden uit kunnen worden gehaald. Op die manier wordt voorkomen dat de eindgebruiker, als het hem zelf niet lukt om een afgedankte batterij of accu te verwijderen en te vervangen, verplicht is om het apparaat naar de fabrikant terug te zenden om de batterij of accu door hem te laten verwijderen en vervangen.

Artikel II, onderdeel C bepaalt dat de wijze waarop afgedankte batterijen door de eindgebruiker of van de producent onafhankelijke vaklieden gehaald kunnen in de gebruiksaanwijzing bij de apparatuur wordt vermeld.

Artikel III

Dit artikel betreft de inwerkingtreding van de artikelen I en II. De reden waarom in artikel I de onderdelen van dat artikel op verschillende data in werking treden, is toegelicht in de toelichting bij artikel I.

Transponeringstabel

Bepaling Richtlijn 2013/56/EU

Bepaling regeling

Toelichting

Artikel 1, eerste lid, onderdeel a,

Artikel I, onderdeel A in samenhang met artikel III

 

Artikel 1, eerste lid, onderdeel b,

Artikel I, onderdeel B, in samenhang met artikel III

 

Artikel 1, eerste lid, onderdeel c

Geen implementatie nodig

Gericht tot de Commissie

Artikel 1, tweede lid

Artikel I, onderdelen C en D in samenhang met artikel III

 

Artikel 1, derde lid,

Geen implementatie nodig.

Gericht tot de Commissie

Artikel 1, vierde lid

Artikel II

 

Artikel 1, vijfde lid

Geen implementatie nodig

Gericht tot de Commissie

Artikel 1, zesde lid

Geen implementatie nodig

De geschrapte bepaling richtte zich tot de Commissie

Artikel 1, zevende lid

Geen implementatie nodig

Gericht tot de Commissie

Artikel 1, achtste lid

Geen implementatie nodig

De bepaling is reeds geïmplementeerd door middel van de Regeling mededelingenformulier batterijen en accu’s 2008

Artikel 1, negende lid

Geen implementatie nodig

Heeft betrekking op door de lidstaten eventuele verleende vrijstellingen van de verbodsbepalingen in de richtlijn aan kleine producenten van batterijen en accu’s. Nederland heeft geen vrijstellingen verleend.

Artikel 1, tiende lid, onderdeel a

Geen implementatie nodig

Betreft het vervangen van de tweede volzin van het artikel 21, tweede lid. Deze zin richt zich tot de Commissie

Artikel 1, tiende lid, onderdeel b

Geen implementatie nodig

Gericht tot de Commissie

Artikel 1, elfde lid

Geen implementatie nodig

De wijziging van het artikel betreft het invoeren van een bevoegdheid voor de Commissie tot uitvoeringshandelingen

Artikel 1, twaalfde lid

Geen implementatie nodig

Betreft het opnemen van een delegatiebevoegdheid voor de Commissie

Artikel 1, dertiende lid

Geen implementatie nodig

Betreft het wijzigen van de comitéprocedure

Artikel 1, veertiende lid

Geen implementatie nodig

Betreft het invoegen van bijlage IV bij richtlijn 2006/66/EG. De inhoud van deze bijlage komt overeen met de inhoud van Beschikking 2009/603/EG die op grond van artikel 2 van de wijzigingsrichtlijn met ingang van 1 juli 2015 wordt ingetrokken. Deze beschikking is destijds geïmplementeerd via artikel 2, eerste lid, van het Besluit beheer batterijen en accu’s 2008 en de Regeling mededelingenformulier batterijen en accu’s 2008

Artikel 2

Geen implementatie nodig

Betreft het intrekken van beschikking 2009/603/EG. De inhoud hiervan komt grotendeels terug in de nieuwe bijlage IV die met artikel 1, veertiende lid, is ingevoegd bij Richtlijn 2006/66/EG

Artikel 3

Geen implementatie nodig

Betreft de termijn van omzetting

Artikel 4

Geen implementatie nodig

Betreft de termijn van inwerkingtreding van de richtlijn

Artikel 5

Geen implementatie nodig

Betreft de adressanten van de richtlijn

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld

Naar boven